De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 2 oktober pagina 3

2 oktober 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE REDEVOERING VAN P O I N C A R Teekening. voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek STBESEMANN POINCAR DE SNEEUWPOP BEGINT TE SMELTEN! EEN VOLKENBONDS ROMAN DOOR DR. U. HUBER NOODT Marcel Rouff, Sur Ie Quai Wilson. Paris, Emile-Paul, 1926 IC* DMOND Jaloux, Wiens uitnemende critische op*-' stellen er in zoo ruime mate toe bijdragen, de moderne Fransche litteratuur in haar merkwaardigste "Uitingen te doen waardeeren, Edmond Jaloux lieeft het noodig geoordeeld, dezen, naar ik meen eersten, roman over het onmiddellijk aspect van het Volkenbondssecretariaat te Qenève een plaats te geven in de door hem geleide reeks werken. Ver?wonderlijk is dit Wel. Evenals We ons verbazen, dat Marcel Rouff, de vlotte schrijver van zoo menig knap boek, zich heeft kunnen verlagen tot de publi catie van het onverstandige en beklemmende pam-flet, dat, nota bene, als Ie livre du jour wordt uitgeklaroend. Ieder, die het pure L'Homme et la Montagne stilgenietend las, kan slechts weerzin bekruipen, als hij zich door deze driehonderd bladzijden heen moet worstelen. Het is mijn taak niet, dit geschrift te onderwerpen raan een aesthetische beoordeeling. Maar zooals bij iederen tendenz-roman" is het te bezwaarlijk, intrige van strekking te scheiden, dan dat ik daar zonder .meer aan zou kunnen voorbijgaan. Nu is het ver haaltje al zeer simpel van compositie. De jonge en niet onbegaafde Fransche radicaal Morchaud heeft ie Parijs, dank zij 's mans relaties, een belangrijken post weten te veroveren aan het secretariaat van den Volkenbond te Genève. In een soort naief-mystieke «xtase (naief is eigenlijk het woord niet; is een baby naief ?) maakt hij zich op, naar Oenève te tijgen, en ,neemt afscheid van zijn sceptischen vriend Duvillier, ?dien'.zijn nationalisme niet verhindert de noodige dollars in Amerika te gaan verdienen, en van zijn vriendin, Arlette. Morchaud is veel te fatsoenlijk, om. als aspirant-apostel (de stakker !) dergelijke rela ties aan te houden, en laat daarom ook dit charmante me'iske op het perron in Parijs achter, hoewel hij vr;oeger zijn idealistische neigingen had botgevierd, <kbor het kind uit het slijk op te rapen". En ziet, aü-s onze held in Genève aankomt, is het juist de o/chtend van den eersten September 1924, de openingsdj.ag van de beroemde vijfde Assemblee, waarin op Instigatie van Herriot en MacDonald het Protocol van Genève Werd tot stand gebracht, niet, naar het . argeloos publiek suffend meende, door Benesj en Politis, maar mir nichts, dir nichts door Morchaud, die, ternauwernood door Sir Eric Drummond ont vangen, al achter zijn bureau gaat zitten, om alvast de basis dezer overeenkomst even op te schrijven. Werk genoeg, denkt u. Maar u rekent buiten de vitaliteit des heeren Morchaud. In het volgens den auteur volslagen verdorven Volkenbondsmilieu vindt de nieuwe ambtenaar vrouwen te over. Hij kiest echter met veel zorg. Eerst treedt hij in relatie met ?de geheimzinnige avonturierster, madame RoccoMontès, die al even hard konkelt als haar man. Volgens f ilmclichézijn er radiumconcessies en het toe treden van een niet-Europeesch land in het spel. Na een zeer gepassionneerde verhouding van Mor chaud tot deze dame (Rouff's roman is geen jongemeisjes-lectuur!) probeert het echtpaar het doel te bereiken, door zijn bemiddeling in te loepen. Morchaud's idealisme, al danig gedoofd op het liederlijk (er is geen ander woord voor) secretariaat, flikkert weer op. Hij weigert. Monsieur Rocco-Montès schiet zich dadelijk dood en zijn vrouw verdwijnt voorgoed in haar Hispano-Suiza. Ondertusschen is een vroegere Parijsche liefde van Morchaud, van Marine, die hij in de hoedanigheid van typiste ook al in het Palais des Nations terugvond, schandelijk verleid door een Geneefsch bankier. Haar rest niets meer dan te sterven, te Lausanne, onder omstandigheden, die een concentratie zijn van alle gruwelen uit Zola's Fécondité, op vier bladzijden (maar die ten minste tot de meest oprechte van het boek behooren). Ten einde raad ver looft Morchaud zich met een jong meisje van Duitschen oorsprong. Maar als hij opeen familiefeest (een meester stuk van karikatuur, schoon ongewild misschien) opmerkt, hoe geen van de aanwezigen zij'n germaanschen oorsprong kan verloochenen, vlucht hij vol afkeer, erkent, niet in staat te zij'n, de Europeesche synthese in practijk te brengen, en neemt ontslag. Niet na nog in een nachtcaféArlette te hebben weergezien, teruggezonken in haar vroegeren toestand. Al dit moois wordt ons aangeprezen in deze be woordingen : Dans les coulisses de la Sociétédes Nations. Les moeurs de ce monde particulier et cosmopolite, Ie drame de la déception européenne. Hetgeen bewijst, dat niet de roman hoofdzaak is, doch wel de strek king. Het zielsconflict van Morchaud symboliseert de ontgoocheling van de naar verzoening hunkerende wereld, die zich vastklampt aan den Volkenbond, doch er de ontijdige verwording en de vruchteloosheid van inziet. De verwording: want met dezelfde perversiteit, die ook aan Louis Dumur eigen is (hem is 't boek trouwens opgedragen) dwaalt Morchaud, alias Rouff, door de wandelgangen der Assemblee en van het secretariaat. Hij doet net alsof hij philosopheert, ongeveer als de Durtal van J. K- Huysmans in de cathedraal van Chartres, maar dan in omgekeerden zin. En soms weet men niet, of hij een zendeling beoogt te zij'n, dan we! een pornograaf. Voyons, meneer Rouff, gaat het daar zóó ongezouten toe?! Zoo ja, dan stel ik mijn eigen ervaring en die van tientallen anderen rechtstreeks tegenover de uwe ! En dan, valt men een instelling aan door het parti culiere leven van haar personeel te hekelen ?Want al die verhalen van Viviani, die gezegd zou moeten hebben: La S. d. N.? Une holte anglaise \,en van die Fransch-Engelsche conflicten, en van de Angel saksische begeerte naar de petroleum-velden van Mossoe! met 't Haagsche Hof als instrument, en van het onvermijdelijke conflict tusschen de Vereenigde Staten en Japan, ,,en dan kan die Volkenbond immers toch niks" dat zijn allemaal onderwerpen van ge sprek voor de handelsreizigers in den ochtendtrein uit het Noorden; met zulke argumenten bezwalkt KAL VER STRAAT AMSTERDAM GEOPEND NIEUWE ETAGE VOOR GORDIJNSTOFFEN DEKENS, KLEEDEN, TAPIJTEN, KARPETTEN PRIJZEN SCHERP ICONCURREEREND SCHILDERKUNST DOOR A. PLASSCHAERT Joh. Tielens; Rotterdamsche Kunstkring Bij Tielens vindt ge verscheidenheid; naast een aantal werken met religieuze figuren, ziet ge landschap, stadsgezicht. Het laatste is op twee ma nieren gegeven, maar steeds is de stemming gezocht. Ge zoudt moeten zeggen, dat bij het eene Werk de stemming ondergeschikt blijft aan de voorstelling, bij ander Werk van dergelijken wensch schikte alles zich meer naar de stemming. In twee stadsge zichten, waar sterk de rechte lijnen der huizen zijn gevoeld, en als een vastheid zijn uitgedrukt, bleef de stemming ondergeschikt aan de voorstelling. Veel grooter is de kracht van die stemming in 36 (Orion), waar onder op het werk, en ternauwernood, een stad zich profileert tegen een lucht vol sterren. Dit werk heeft iets teeders en geeft zeer juist de zachte innig heid van een door sterren weemlend verlichten nacht, en het is eenvoudiger, dan het groene landschap met den heuvel (No. 71) waar toch een zekere indruk van een innerlijken romantischen aard werd bereikt. Meer abstract is op schroomvolle wijs het schilderij (No. 70), dat ge een sneeuwen van witte vlokken zoudt kunnen noemen tegen een lichtpaarsen achtergrond. Daar is inderdaad een fijnheid, zooals in sommige nummers van den Dierenriem (67/3 en 67/7) is. En nu, wat de figuur van religieuzen aard aangaat. Wanneer wij Tielens willen erkennen en moeten erkennen, als het best in een stemming" en in de innigheid, door die stemming en in die stemming uitgedrukt, dan is het eveneens zeker, dat hij zoo iets in de figuur niet bereikt (is er daar te veel toeleg?) en dat ook daardoor misschien zijn kleur van haar charme verspeelt. men den Volkenbond in den geest van duizenden lezers; maar men helpt allerminst de wereld van de oorlogsobsessie te verlossen. Het schrijven van een boek als dit is voor dezen auteur met zijn mooi talent (dat hier overigens maar al te zelden blijkt) een onver antwoordelijke daad. ledere geest, die zich afwendt van het Volkenbondsideaal, omdat dit nog slechts zér onvolkomen verwezenlijkt is, draagt er toe bij, dat wij verder afglijden naar staatkundige en individueele bandeloosheid. De menschen hebben slechts van woorden geleefd, zegt de Wijsgeerige Chinees aan het slot tegen Mor chaud. Godsdienst.... koning.... revolutie.... vaderland, alles woorden. In beide kampen zijn millioenen gevallen voor een woord (vaderland), dat na achttien eeuwen de Christelijke ideologie in Europa heeft weten te verdringen. Eerst moet de Idee gerijpt zijn en het dagelijksch brood zijn geworden van millioenen verwachtingen. Alors les temps auront sonnéde la Sociétéhumaine.... La Sociétéhumaine ! répéta Morchaud iüunüné.... Et non pas une Sociétécosmopolite!.... Je viens de comprendre. Genoeg geciteerd reeds. Het opbouwend element in Rouff's politieken roman is al even zwak als de meer plaats innemende verguizing. Rest de vraag: wat zijn eigenlijk de redenen, die den auteur tot deze uitingen hebben genoopt? Ik weiger aan te nemen, dat de uitwerking van Calvijn en Rousseau kan leiden tot zoo'n droevig resultaat. QQKTFPEDjROESKE ZAND B L A D - SIGAREN 8 «nlO ets!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl