Historisch Archief 1877-1940
* *.** i - vr j? *
Amsterdammer
voor Nederland
;. W. A.. U R BAN
MlTOSTALLING Frankenslag. 12
Handel in auto's en toebehooren
T E L. & P » O--N - - 5 0. <Ü> 4< *
SCBEVËNJNöEW
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren! H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uitig.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM
TOE AND HEEL
OPGERICHT IN 1877
No. 2575
ZATERDAG 9 OCTOBER 1926
DE SAMENKOMST TE
L I V O R N O
VAN de geheime diplomatie zijn wij nog niet af,
en wij zullen er ook niet af raken, omdat het
altijd noodig zal blijken, sommige vertrouwelijke
besprekingen niet terstond aan de groote klok te
hangen.
Ook al wordt er bij een samenkomst tusschen diplo
maten geen enkel plan gesmeed, dat een onvriende
lijke of vijandige bedoeling tegen eenbepaalde mo
gendheid inhoudt, ook al worden er alleen afspraken
gemaakt, die niet het eigenbelang van enkele volken,
maar de bevestiging van den wereldvrede beoogen,
dan nog kan een voorbarige bekendmaking ervan
ongewenscht zijn, omdat die de verwezenlijking van
het goede voornemen zou kunnen belemmeren.
Maar wanneer men van geheime diplomatie spreekt,
denkt men meestal aan iets anders dan aan het
voorloopig nog verborgen houden van onderhandelingen,
die over eenigen tijd openbaar zullen worden gemaakt
n waarover geen van hen, die ze gevoerd heeft, zich
dan zal behoeven te schamen.
Bij die woorden denkt men aan de geheime ver
dragen tusschen regeeringen, waardoor zij aan de
volken, die er niets van wisten, in bepaalde gevallen
ae verplichting oplegden tot het voeren van oorlog.
En het behoefden nog niet eens geheime verdragen te
wezen; vóór den wereldoorlog had Engeland zich
door geen enkel verdrag verbonden om aan Frankrijk
hulp te verleenen indien het met Duitschland in
oorlog geraakte; formeel had de Engelsche regeering
de vrijheid behouden om onzijdig te blijven; door
Verschillende diplomatieke en militaire afspraken was
echter aan Frankrijk zooveel reden gegeven om op
Engeland's steun te rekenen, dat, volgens de meening
van Sir Edward Qrey, Engeland's eer zou zijn bevlekt
wanneer het zich aan zijn moreelen plicht had
ont' trokken" een plicht, die bovendien samenviel met
wat Engeland's belang eischte.
Het is deze soort van geheime diplomatie, waarvan,
naar men hoopt, de Volkenbond de wereld zal be
vrijden.
Het goed vertrouwen in de gezindheid van de
' regeeringen der groote mogendheden om deze hoop
te verwezenlijken wordt echter geschaad, wanneer
zij nog altijd sommige practijken van de oude diplo
matie blijven volgen en den menschen zand in de
oogen strooien.
Toen Chamberlain te Livorno een onderhoud had
gehad met Mussolini, werd er in de Engelsche bladen,
die geacht worden de meening .van de regeering tot
uiting te brengen, verkondigd, dat deze ontmoeting
alle politiek belang miste.
Chamberlain zelf gaf daarna te kennen, dat hij
toch niet alleen met Mussolini had gesproken over
koetjes en kalfjes, maar dat de politiek er ook bij te
pas was gekomen, niet erg, maar een beetje.
Na zijn terugkeer in Londen werd hij nog wat
mededeelzamer en verklaarde, dat zijn ontmoeting
met Mussolini wel in de eerste plaats een vriendschap
pelijke bijeenkomst was geweest, maar in de tweede
plaats toch ook een bijeenkomst van ministers van
buitenlandsche zaken, waarbij was gesproken over
aangelegenheden, die Oroot-Brittanniëen Italiëge
zamenlijk betroffen, en vervolgens ook over vraag
stukken, die een wijder strekking hadden en de
Europeesche politiek raakten.
Zulke praktijken nu: eerst de officieuze ontkenn ng
van eenig politiek belang der samenkomst, dan het
schoorvoetend toegeven, ten slotte het openlijk er
voor uitkomen, dat er wel degelijk 'óver politiek was
gehandeld het zijn zulke practijken, die achter
docht verwekken en voet geven aan de meening, dat
de ontmoeting te Livorno het daglicht niet kan
verdragen.
Een meening, die zeker niet uit de wereld wordt
geholpen door Chamberlain's verklaring, dat Musso
lini en hij het over alle gewichtige punten eens bleken
te zijn, en dat de politiek van Engeland en Italiëge
richt is op de handhaving van den vrede en op het
zoo hoog noodig economisch herstel omdat zulke
gemeenplaaten op niemand meer indruk maken.
Voor het vermoeden, dat er te Livorno meer bekok
stoofd is dan Chamberlain heeft willen opdisschen,
bestond ook wel eenige reden.
In de eerste plaats: Thoiry, de samenkomst van
Briand en Stresemann, de toenadering tusschen
Duitschland en Frankrijk.
Het zou niet zoo vreemd zijn, wanneer Engeland
en Italië, die sinds geruimen tijd met elkaar op
goeden voet staan, die in de politiek tegenover Turkije
n lijn hebben getrokken, die het met elkaar eens zijn
geworden over de pénétration pacifique" van
Abessynië, de behoefte hadden gevoeld, hun compagnon
schap nog nauwer te maken, nu er een kartel wordt
voorbereidt tusschen de twee groote firma's in West
en Midden-Europa, die elkaar tot dusverre zulk een
vinnige concurrentie aandeden.
Vooral van Mussolinie zou het te begrijpen zijn,
wanneer hij nóg dichter aansluiting had gezocht bij
Engeland de eenige groote mogendheid, met wie
hij op voet van vriendschap verkeert. Het fascisme
wekt ook in Engeland geen bewondering, en Cham
berlain heeft het dan ook wenschelijk geacht, het grapje
te verkoopen, dat hij zich tegenover Mussolini niet
op handslag verbonden had, het fascisme naar Enge
land te importeeren; maar het voorbeeld van de
Russisch-Fransche alliantie in de jaren, die aan den
wereldoorlog voorafgingen, leert dat twee Staten in
de buitenlandsche politiek kunnen samengaan, ook
al verschillen zij als dag en nacht in de binnenlandsche
politiek.
Wat Italiëen Engeland tezamen brengt, is het
gemeenschappelijk belang om het overwicht van
Frankrijk in de Middellandsche Zee te doen vermin
deren.
De snorkende beloften van het herstel van de be
teekenis, die Italiëin de oudheid had, kunnen door
Mussolini alleen worden ingelost ten koste van
Frankrijk en van sommige Balkan-Staten, die hij
daardoor nog meer in het zog van de Fransche politiek
heeft gedreven.
Hij heeft bovendien in Frankrijk gevoeligheid
gewekt door den dreigenden toon, dien hij, na den
jongsten aanslag tegen zijn leven, aansloeg, toen hij
aan de Fransche regeering verweet, dat zij in haar
gebied Italiaansche uitgewekenen duldt, die com
plotten smeden tegen hem en zijne dictatuur.
Zooals hij vroeger de Duitschers tegen zich heeft
ingenomen door zijn hooghartige bejegening van
hunne kritiek op de maatregelen, die Italiëtegen de
Duitschers in Zuid-Tirol heeft genomen, en door zijn
snoeven dat hij, zoo noodig, de Italiaansche vlag
naar gene zijde van den Brenner zou dragen-.
Om al zulke redenen zou het geen wonder zijn.
DE GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling
Per No. 25 Cent. Advertent.ën f 0.75 per regel
INHOUD:
i.
Prof. Dr. O. W. Kernkamp, De samenkomst ie
Livorno
2. Ickdien, Opperbevel en Regeering.
3. Dr. Jan Romein, Een wending in de intern.
politiek Joh. Braakensiek, De heer Daymaer
van Twist en het gearmd fietsen.
4. Dr. B. Raptschinsky, Stalin en de oppositie
Dr. A. J. de Jong, Een merkwaardig boek.
5. Prof. Dr. H. Brugmans, De reformatie in Frank
rijk?L. J. Jordaan, Het nieuwe gebouw d. N.H.M.
6. Annie Salomons, Bijkomstigheden.
7. Dr. Jac. P Thijsse, Uit de Natuur Corn. Veth.
Onze Evendieren.
9. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen.
11. Top Naeff, Dram. Kroniek Jan Voskuii,
Toegepaste Kunsi.
13. H. Scholte, Comoedia. Carry van Bruggen,
Grepen Constant van Wessem, Muziek.
15. Paul Sabel, Financiën?H. Verstijnen, Dierstudie.
16. Charivarius, Geschiedenis des Vaderlands ?
Willem van Doorn, Nieuwe Engelsche boeken.
17. Barbarossa, Uit den Gemeenteraad, met teeken.
door B. van Vlijmen.
18. Charivarius, Charivaria Cel 2, Telefoontje ?
J. G, Sinia, In het Sumatraansch oerwoud
H. Veersema, Ind. Glimwormpjes.
19. Uit het Kladschrift van Jantje Andreas Latzko,
De laatste roman van Marie Antoinette.
20. Joh. L., Mijn Film Richard Heuckeroth,
Radio.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Chamberlain over
zijn onderhoud met Mussolini.
wanneer op de samenkomst te Livorno dingen waren
verhandeld, die voor Frankrijk en Duitschland liever
verborgen werden gehouden.
Het blijft echter eveneens mogelijk, dat er geen
kwaad schuilt achter Livorno; dat Chamberlain du
onderhoud heeft gezocht, om Mussolini 11 beduiden,
dat hij in de buitenlandsche politiek een toontje
lager moet zingen; dat de Engelsche minister zijn
collega heeft vermaand om de elementen van onrust
in de Europeesche politiek niet steeds te vermeerderen;,
en dat hij, als pleister op de wonde die hij moest toe
brengen, aan Mussolini zijne voorspraak heeft beloofd
om van Frankrijk gedaan te krijgen, dat het zich niet
zal verzetten tegen het deelnemen van Italiëaan de
besprekingen over Tandzjer.
Op zulk een wijze wordt in sommige Engelsche
bladen de beteekenis van Livorno reeds uitgelegd;
het is volstrekt niet uitgesloten, en in elk geval te
hopen, dat zij het bij het rechte eind hebben; wan
trouwen levert niet altijd den sleutel voor het geheim
schrift der diplomatie.
Maar laat men dan ook geen reden tot booze ver
moedens geven door eerst in drie tempo's tot de
erkentenis te komen, dat Chamberlain en Mussolini
over andere dingen hebben gesproken dan over het
mooie weer.
KERNKAMP