De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 9 oktober pagina 11

9 oktober 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Der bleue Vogel /^FFICIEEL yerheug ik mij natuurlijk op eiken ^-^ schouwburggang, maar op de komst van, den blauwen vogel verheug ik mij bovendien nog pa^ticulier. Ik kan het me levendig begrijpen, dat zelfs een zoo bezadigd criticus als Oeorg Brandes, na een avond in dien kunstenaars-familiekring te hebben doorgebracht, in superlatieven is uitgebarsten, dat Alf red Kern spontaan-dichtte: Von allen selfnen Vögeln Die mich ie/m Welfumsegeln Begleifeif haken unentwegt Hast Du, sie berragend, Mif blauen Flügeln schlagend Dein Ei direkt ins Herz gelegl." En dat.voorts een stoet van de beste Europeesche kunstenaars het lieve dier fiir dessen Heil-' kraft man gar nicht dankbar genug sein kann" schreef Siegfriedjacotisohn?hun zegen op zijn reis hebben meegegeven. ' In Spel en Dans" (af 1. l Sept.) heeft jushny, die van dit aardig beest de meester is geweest", op aantrekkelijke wijze verteld, hoe het Russisch Cabaret . LaChauve-Souris" heeft^flèoudste brieven inderdaad is ontstaan door kunste naars voor kunstenaars, 's avonds na de ernstige voorstellingen van Stanislawsky's,AK nstlertheater". Uit ov^maat vahJfantasle:*eSF'iM,TJt5éai téiff«rtixï%kert"I rnag men wel zeggen? Te hadden geen andere bedoeling dan onderling iets grappigs of moois te scheppen, en de gedachte, dat deze vogels van'den dag en den nacht eenmaal zoo wijd over de wereld zouden uitvliegen, lag toen nog ver. Het moeten met dit al kranige kunstenaars zijn geweest, die zich vrijwillig aan die schoone tucht onderwierpen, en spelenderwijs de grondslagen legden voor een, in haar soort, zoo voortreffelijke kunst uiting. En een regisseur van hooge begaafdheid en gezag, die, reizend en trekkend, het werk wist op te voeren tot het peil, waarop wij het leerden kennen. De intensiteit van deze samenwerking, waarbij naar Qoethe's woord: Ein jeder slolz gehorchl, Wo jeder sich nur selbsf zu dienen glaubl Weil ihm das Rechte nur. befohlen wird" treft ons, bij de overmacht van het dilettantisme allerwegen, schier weldadig. Meer nog dan aan het persoonlijk talent, mogen we daar, in den strijd om het volkomene, de overwinning aan toeschrijven. En dat is het, wat ons bij deze demonstratie van het ware kunstenaarschap ten slotte zoo gelukkig maakt: het voorbeeld. Hier zien we de beeldende kunstenaars als in een orchest samenspelen, met kleur en klank, met alles en niets, totdat het al staat in n kuischen gloed, die het geheele tooneel verlicht, en zinnen weelde toovert voor hart en geest. Verleden jaar waren de namen dezer kunstenaars zelfs niet vermeld. Ditmaal vinden wij de voornaamste leden genoemd en tevens den tekst van enkele chara des en balladen in het Nederlandsch een niet zeer dichterlijk Nederlandsch vertaald. Ik zou zeggen, hoe meer geheim er aan blijft, hoe beter. Het fascineerende is juist, dat het maar zoo uit de lucht lijkt te vallen, achter Jushny's eeuwigen, zoeten glimlach en zijn onverstoorbaar correcten rug. HETBOEK Blank en Bruin door PAMELA WYNNE Schrijfster van Ank is 'n Malle" en De Held harer Droomen" Uit hetEngelsch vertaald door CHR. MORESCO-BRANTS SOC IETY-REEKS DEEL 7 Prijs gebonden . . . f2.50 Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF's U.-M., A'dam. Het programma gaat in het algemeen ook minder diep dan verleden jaar, zoekt het overwegend in het fleurige, en doet ons veronderstellen, dat de leider, die zijn, hier boven genoemd, opstel eerlijk en bondig opent met de stelling: Niveau en karakter van een cabaret richten zich naar zijn publiek", de bewoners van ons tulpenland voor lachlustiger aanziet dan de meerderheid in dit beschaafd milieu naar mijn meening is. Het zijn ontegenzeggelijk de diepste en fijnste nummers" geweest, die den roem van den blauwen vogel ook hier gevestigd hebben: Die ewige Frage, Der Leierkasten, Die Wolgaschlepper" e.a. Een grapje als van de jonge dames, welke met een zeker lichaamsdeel naar het publiek gekeerd, onze nationale bloem in het veld uitbeelden", kan er best tusschendóor, maar men moet niet meenen, dat ons patriotten hart daar nu extra mee gevleid is. Ik dacht bij dit raar revuetje aan onze bekoorlijke boerendansen, aan Coers' Liederenboek, aan Valerius, aan al die mooie Middelnederlandsche gedichten en balladen, die onze taal als het ware voor Jushny's fantasie pasklaar heeft liggen, en vroeg me af: zou er onder onze jonge kunstenaars, die werk zoeken, geen zijn, begaafd en toegewijd genoeg, om in samenwerking met deze Russen eens een of meer Molenarinnekes, of Looze visschertjes", of Jezu en St. Janneken", De Koningskinderen," Heer Halewijn" of Het Klooster van St. Arjan" als Nederlandsche entremets en scène" te zetten? Als de heer Jushny onze taal kende het ne woord dat hij bij zijn inleiding ten beste gaf, doet ons op de toekomst hopen zou hij watertanden van de materie en de melodieën, en verrast staan hoejvele verborgen bronnen nog in Holland en Vlaanderen voor hem te ontdekken vallen. ??? N'*- f ? De pet s ttïag bij deze moment-opnamen, die aan n kant een verrassing moeten blijven, die men aan den anderen kant verscheidene malen zou moeten zien om tot het bewustzijn der vele, geheime waarden te geraken, niet te veel uit de school klappen. Het geluk lijkt bij deze kunst soms ook maar in een klein hoekje te zitten, en het is alles zoo fijn verweven, dat men zich moeilijk rekenschap geeft vanwaar de ontroering, de charme ons eensklaps overvalt. Is 't het melodietje van dien allertriesten Liereman" dat het ons aandoet, of is 't het pijnlijk lichaampje van het kind, haar verscheurd stemmetje, haar saltomortale, het smeekend gebaar met het hoedje, dat uit de rampzalige groep ontstellend naar voren schiet? Of is het onze eigen menschelijke schaamte, die aan het bestaan van zooiets herinnerd wordt? Uit het nieuwe programma, waarop ook dit van het oude voorkomt, zou ik er twee onder de bijzondere aandacht willen brengen: de groep, die Eine Kompagnie Soldaten" heet, en in drie stille staties: eenjzestal kameraden op een voetstuk van sneeuw, den lijdens weg suggereerd van den monteren, moedigen opmarsch, tot den gehavenden, troosteloozen terug tocht: de lijdensweg, dien millioenen in den langen oorlogsnacht voor ons geestesoog hebben afgelegd.... En voorts op het meesterstuk van den avond, dat op zichzelf den gang naar den blauwen vogel rijkelijk loonen zou, en dat op het programma geen naam draagt. Volgens den inleider is dit dan ook een num mer hors-concours". Het toeval, zoo zei hij, bracht hem te Parijs met eenige zijner vele berooide landgenooten in aanraking, die, hun verschillende geleerde graden ten spijt, hem om een positie als zanger" bij zijn gezelschap smeekten. Dit, aldus van de straat geraapt koortje, een dubbel mannenkwartet, plus den kapelmeester, die een schuchtere schim van Richard Strausz gelijkt, stelt hij ons voor. Eén voor n komen ze binnen, zijn werkloozen", in hun uit de catastrophe geredden gekleeden jas, hoog dicht geknoopt en kaal op alle naden. Een professor, een rechtsgeleerde, een apotheker, een gewezen mili tair enz. Een ieder gedraagt zich in zijn nieuwe functie, gelijk hij zich in zijn vorigen staat gedroeg. Dat wil zegren: de facade is gebleven, alleen de mensen er achür werd geknauwd. Schutterig werd hij van onderdanigheid jegens de meerderen, het nieuwe publiek, om wiens gunst hij met zijn gansche geslagen welwillende wezen bedelt. En dan beginnen ze te zingen. Ze zingen prachtig, zooals alle leden van Der blaue Vogel" wat ze doen, steeds voortreffelijk doen, en hun sobere mimiek is meesterlijk. In weerwil van de grap, wordt het iets dood melancholieks. Der Untergang des Abendlandes Met al hun kracht doen ze hun best, deze intellectueelen", overlevenden van het oude tijdperk, om zich in het nieuwe te schikken, te plooien, nuttig te maken. Deze arbeiders in de nieuwe gemeenschap kennen het lijntrekken nog niet, ze produceeren meer dan van hen gevraagd wordt, hondsch dankbaar als ze zijn jegens den werkgever, die hun te eten geeft. Eenmaal begonnen, weten'ze niet meer van uitscheiden, het heilige vuur van den beschaafden geest geraakt in lichte-laaie bij dit succes, waaraan hun leven hangt! Herr Jushny moet de heeren ten slotte bij de kraag grijpen, om dien lieven ijver te beteugelen. En als ze verdwenen zijn, bekruipt ons het gevoel, dat wij verzuimden dezen broeders de hand te drukken, die ons den zin van het leven: opbouwen uit de puinhoopen, zoo nederig en dapper hebben bijgebracht. Een vondst, dit nummer, een kleine schepping. Onverbeterlijk uitgevoerd. Gesublimeerd realisme, hier hebben we het dan weer. De school van Stanislawsky. Het begin en het einde van alle theaterkunst. BOUWT IN mr OOSTERPARK BILTMÖVEN INLICHTINGEN VERSTREKT DE DIRECTIE TELEF.INT Nf TOEGEPASTE KUNST DOOR JAN D. VOSKUIL Tentoonstelling in den kunsthandel Willem Brok te Hilversum In den kunsthandel Willem Brok te Hilversum, wordt een tentoonstelling gehouden van toegepaste kunst. Naast de werken, die reeds eerder in deze rubriek besproken werden, vindt men deze expositie nog met veel anderen arbeid aangevuld. De mooie ceramiek van de fabriek De Rijn" uit Leiderdorp, trekt niet alleen de aandacht door zijn flinke vorm geving, maar ook door de fijne lichtgroene, paarse en grijze tinten. Een gropte blanke vaas' moet men waardeeren om de zuiv.erheid van opvatting, terwijt van de gebatikte sigarettendoosjes, door Verbeek vervaardigd, vooral n in hel oranje, bijzondere vermelding verdient. De beeldhouwer Jules Vermeire exposeert hier twee steenen koppen, die een teedere uitdrukking hebben en een, door hem uitgevoerde wandelstok met een spitsen knop, is aantrekkelijk om zijn nobelen zwier. Het affiche voor de 3 October-herdenking Voor het feest te Leiden heeft Jan de Quack een affiche ontworpen, waarvan met den besten wil, niet veel goeds te zeggen is. Het mist niet alleen de aesthetische- maar ook de practische eigenschappen, die men van een eenvoudig biljet verwachten mag. Noch de voorstelling, noch de opschriften trekken de aandacht, men loopt er voorbij, zonder er notitie van te nemen. Ook staat er te veel op deze plaat vermeld, waardoor de hoofdzaak niet duidelijk genoeg uitkomt. De letters zijn moeilijk te lezen, terwijl de afbeelding van den ridder te paard, waarlijk te kinderachtig gebleven is om den voorbijganger te boeien. Tenslotte dragen de weeke blauwe- en fletse bruine tinten weinig tot de frischheid van het geheel bij. Het biljet werd bij P. J. Mulder en Zoon te Leiden gelithographeerd. Het affiche voor Potcmkin Het woord Potemkin, dat als eenig opschrift op deze plaat vermeld staat, zegt in zijn eenvoud genoeg. Immers lang voordat deze film draaide, kende ieder reeds haar inhoud van de buitenlandsche correspondenties in de couranten, zoodat alleen het noemen van dezen naam voldoende is om heel het lijden, heel het vechten van het Rus sische volk voor de vrijheid, in een fantoom voor ons te zien oprijzen. Op dit biljet verschijnt tusschen vlammend rood en geel de schrik d§r bevolking, de kozak". Zijn onverschillig gelaat, na den volbrachten massa moord, karakteriseert scherp de koele wreedheid van den tyran, die alleen met den kogel weet te regeeren. Doch schrijnend is de wijze, waarop hij met zijn glimmende laarzen laaghartig het naakte lichaam vertreedt van zijn, met gebalde vuisten gestorven, slachtoffer. Deze hoekig geteekende soldatengestalte waardeert men het meest om zijn mooie decoratieve eigenschappen. De afbeelding van den gedooden burger daarentegen is wat rauw van conceptie gebleven. Het propagandistische element heeft hier, door te veel overdrijving, het aesthetische geschaad. Bovendien is deze bebloede figuur naturalistischer van opvatting dan het overige gedeelte der voorstel ling, zoodat zij in de compositie storend werkt. Het geheel maakt echter, als aankondiging voor deze ontroerende en massale film, een sterken indruk.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl