De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 9 oktober pagina 18

9 oktober 1926 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2575 tv F' V, i TELEFOONTJE DOOR CEL 2 Ben jij daar Gerbrands? .... Ik | spreek toch met den huis knecht van ? Ja,' juist. Ik ? meende je aan je stem^te herkennen. Is meneer thuis? Goed zoo. Ik wacht. Hallo ! Met jou, Hendrik? Dank je. Heelhuids van den Frieschen Landstormdag thuisgekomen? ja.'jai'aïs.zoo'n Kamer-Generaal een veldslag organiseert, moet je altijd oppassen datfje niet een verdwaalden kogel in je buik krijgt. ja, riet is jammer dat je niet als kaptein den dienst bent uitgegaan. Dan ?was jij nu ook al, net als Duimpie, minstens generaal. En tevreden over je Landdag-speech? De' RÓomschen ioopen nog niet hard, hè? Maar' je' hebt zétoch allerliefst' al je handen en voeten toegestoken ! Ken jèMonseigneur dan nog niet? Ja die laat zich in zijn kaart kijken voor dat de kaarten van de tegenpartij open op tafel liggen ! jjèneemt 'het me niet kwalijk maar ik wou je toch onder het oog brengen dat je toon in je speech een paar registers ie laag was. In plaats dat je een knjgstrompet steekt, kom je als een smeekeling en ootmoedig vraag je aan Nolens: . ontzie een weinig de Protestantsche gevoeligheden". Dat is zwak, als ik het zoo eens zeggen mag. Ze moeten jou niet ontzien. Denk aan Cromwell, met wie ik je zoo graag vergelijk! Je hadt de zaak moeten omkeeren en zeggen: Wij anti-papisten zullen voortaan de Roomsche gevoeligheden ontzien". Dat kunnen wij als waarach tige kerstenen Nee dat is geen goedkoope woord speling. Dat kunnen wij als waarachtige christenen, als dat beter in je ooren klinkt ons veroorloven. Dan had je sterk gestaan. Ken je n smeekelmg uit de geschiedenis die niet met de kous op den kop is thuisgekomen? Dacht je dat er van de Reformatie ooit iets terecht was gekomen als Luther met «en koord om zijn hals en in een boete( kleed voor den Rijksdag van Worms v verschenen was? En waar waren jullie anti's dan nu? Dan zat je als goedgeloovige Katholieken op den schoot van Notóns ! jèhadt' in Leeuwarden op je borst moeten kloppen eh tot de schare moeten zeggen: Hier sta ik maar ik kan ook anders"! Dat zou indruk gemaakt hebben. Want dan zou iedereen zich afgevraagd hebben wat je eigenlijk bedoeld had met dat: ik kaüook anders "! Dan had Nolens geen gerust oogenblik meer en je zou eens zien hoe ze om de gunst en recommandatie ge bedeld hadden. Precies. Het moet toch weer tot de Coalitie komen maar het is een groot verschil of jij als chauffeur achter het stuur zit of dat je achter aan den wagen hangt. Als klein partijtje hebben jullie eigenlijk veel te veel in de melk te brokken gehad en nu je daar staat op je bloote voeten, in Kuypers boetekleed en met het koord om je hals waaraan Kersten 'de Coalitie ophing, ziet heel politiek Nederland hoe petiterig jullie eigenlijk zijn. Als je het caoutchoucministerie van de Geer nog een tikje rekbaarder had willen maken, had je niet beter kunnen doen. Nee', Hendrik, van een groot , staatsman als jij bent valt me dat , tegen, tenzij CHARIVARIA MODERNE LICHTEFFECTEN Andere leden merkten op dat dit tractaat moet worden beoordeeld in het licht van de omstandigheden van 1919." ( V. V.) Deze toestanden dienen helderder te wor den belicht." (Hbl.l DE PROBLEMEN De bevolkingstoeneming is een dreigend probleem." (E. S. B.) Het vraagstuk van de Wielingen is een moeilijk probleem." (Gr.) Hier bleek ik een interessant legislatief probleem aangesneden te hebben." ? (N. K. C.) ONZE TOONEELSPELERS De rol, welke heti Utrechtsche stukje Leidsche Rijn in het goederenvervoer zal spelen. Ook hier speelt de onmacht een innerlijk conflict op te lossen een groote rol," (N. K. C.) Vermoedelijk zal de kromming van de baan hier wel een rol gespeeld hebben. De historische band speelde geen rol bij het verwekken van enthousiasme." (Tel.) Het geld speett hier een andere rol." (Hbl.) Contactbesmetting speelt ongetwijfeld een rol." ( Vad.) Onbekendheid met de wijze van winkelen hier te lande speelt hierin een rol." (De Winkelier) HET ROLLICHT Het werpt een geheel nieuw licht bp de rol die Ferdinand Bol heeft vervuld." (N. R. C.) HET ROLLICHTPROBLEEM De kanalen moeten worden bezien in het licht van het territoriale .probleem, dat bij de scheiding zulk een rol heeft gespeeld." (Min v. Kar nebeek) Men zendt ons het volgende knipsel uit de N. R. C., met de vraag: waar aan hebben ze dat gezien? De iden titeit van den doodgeschoten dief, die 20 a 25 jaar bleek te zijn en onge huwd was, kon nog niet worden vast gesteld." Aan den beaten trek op het gelaat? Te Princenhage zijn borden geplaatst waarop deze waarschuwing staat:,,Le vensgevaarlijk water voor gebruik." Bijna even onbeholpen gesteld als de laatste troonrede. Wij zijn niet veeleischend, maar wij passen voor het artikel, dat Perry adverteert als: Rugzakken zonder zak." ONZE ADVERTEERENDE HUMO^ISTEN J. d., 39 jaar, degelijke levensopvatting, wenscht kennismaking met dito heer. Geen droogstoppel." (N. R. C.l ,.Heden overleed, na slechts een dag ouder vreugde gekend te hebben, ons innig geliefd dochtertje Marie." (B. Ct.) Belastingen. Adviezen. Opmaken parti culiere vermogens." (U. D.) Tenzij jij bang voor Kersten bent dat hij al de Protestanten van je weg haalt en je daarom den ouden Mendes eventjes n melktandje liet zien. Maar het had je heele calvinistische gebit moeten zijn en dat kon je ook weer niet. Nee, Hendrik, het zijn benauwde tijden en je speech was van a tot z een be nauwenis. Mijn hand, kerel, ik heb medelijden met jullie ! Oprecht mede lijden !.... Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door J. G. S/nle IN HET SUMATRAANSCHE OERWOUD DOOR J. G. SI NI A DE hoofdverkeerswegen door de onmetelijke wouden, die de Palembangsche laagvlakte bedekken, worden uit den aard der zaak vaak gevormd door de tallooze rivieren en stroompjes, die dit gebied door snijden;, bepaald aangelegde en daarbij goed onderhouden wegen treft men er betrekkelijk weinig aan en in den regel moet men zich te land begeven langs voetpaden, die vaak eigenlijk geen paden zijn en waar alleen hef geoefend oog van den hier geboren woudlooper het juiste spoor weet te houden. Zich zonder vertrouwd geleide in deze wildernis ie begeven, zou dan ook zelfmoord bekekenen. Hef feit, dat deze paden vooral hun ontstaan te danken hebben aan zoekers naar djoeloetoeng, een boom, die een minderwaardige soort rubber levert en bij voorkeur in moerassige streken groeit, is oorzaak, dat deze paden niet alleen de grilligste kronkelingen verioonen, doch ook meer van slijk en modder te genieten geven, dan iemand lief is. Soms kruist zoo'n pad dan wel eens een moeras, dat waf al te diep is om te doorwaden, maar dan heeft men op handige wijze gebruik weten te maken van de weinige boomen, die hier nog kunnen tieren, door deze gedeeltelijk te kappen en zoo te laten vallen, dat zij in eikaars verlengde vallen. De feekening geeft een voorbeeld van zulk een weg, die wel hoogst eigenaardig is, maar den Europeaan vaak minder prettige verrassingen biedt, zooals bijv. een dikke, rechtopstaande tak, waar hij omheen moet zien te komen zonder in minder gewenschfe aanraking fe komen mei het modderwater. Dank zij mijne trouwe metgezellen heb ik hef er sfeeds goed af kunnen brengen, maar loch was het voor mij altijd een groo/e verademing, wan neer ik mij zoo nu en dan eens over een. laat ik hef maar noemen heuschen, weg kon bewegen, ofschoon: ook hier ontbrak hef nimmer aan verrassingen. Zoo herinner ik mij nog goed, dat ik mij eens naar een doeseoen (dorp) op pad begaf langs een tamelijk goeden en breeden weg en ontdekte, dat voor ons uit, aan de zeer versche sporen fe zien : niet eens zoo heel ver, een hee/e fijgerfamilie marcheerde: papa, mama en drie spruiten. Ik vond deze ontdekking minder prettig en nam voor al/e zekerheid mijn ,,Mauser" ier hand, maar mijn bruine broeders lachten waf om mijn engst: ,,Harimau, tida apa-apa, foean' ,,tijger, dit is niets, meneer". Voor mij zat er toen ook niets anders meer op dan mijn angst maar op re bergen in hef diepste hoekje van mijn hart en weer een van mijn makkers gelukkig fe maken met hef dragen van mijn geweer, iets waar zij bijzonder op gesteld waren. INDISCHE GLIMWORMPJES DOOR H, VEERSEMA De sirih-pruim Gij vermoedt toch niet, dat ik een zoo gruwelijk vies en onzichtbaar onder werp ga aanroeren als de tabakspruim? Een sirihpruim echter is anders. Is aggressiever. Denkt gij, dat de Inlander matig is, gij zult verbaasd staan van de gruwelijke verspilling bij het sirihpruimen. Kom met mij naar het land der Karo-Bataks. Zij zijn de meesters in het pruimen. Zij pruimen niet slechts. Zij loopen over van de pruim. De pruim vindt geen ruimte genoeg in de af grijselijk donkere en smoezelige holte des monds en puilt er uit. Wanneer ge dat schouwspel voor het eerst ziet, intrigeert het u. Ge wilt weten aan welke onbekende oostersche ziekte die arme man of vrouw lijdt. Ge kijkt vol verbazing doch met klop pend hart naar dat bruin-drabbig-rooddooraderd ding, dat zoo roerloos halver wege den mond uitsteekt en waar de lippen en kaken zich zoo roerloos om sluiten. Ge denkt aan die occulte spelingen der natuur, waarbij een geest den mond van een medium ontvlucht. Ge denkt aan een ziekte, welke de tong of een kaak heeft doen uitgroeien. Ge denkt aan een monsterachtig mis vormde tand, die in staat van verrotting verkeert. Maar dichtenbij gekomen ont dekt ge het ge-heim. Over de kin Ioopen lieflijk kabbelende beekjes van een bruin-rood vocht. En wanneer ge uw onderzoekingen zoover durft uitstrekken dat ge den man door een groet dwingt den mond te openen, zult ge zien, hoe dat bruin roode vocht de gansche don kere tandelooze grot bezoedelt. ?Maar ook uw eigen baboe pruimt sirih. Zij echter heeft tanden en een fel onwezenlijk rood kleurt haar lippen en tanden en binnenkort, wanneer zij eraan verslaafd raakt, uw linnengoed, dat zij gestreken en bevlekt heeft. En ook uw kokkie betrapt ge op een goeden dag, terwijl ze in een pan aan het roeren is, dat zij, stil neergehurkt, met haar vingers onder het roeren even in haar mond iets verschuift. En de vinger komt er onwezenlijk rood uit. En achte loos veegt zij dien rooden vinger af aan haar baadje en peutert daarop met diezelfde hand een ongerechtigheidje weg, dat in de pan verdwaald is. Ach, het zijn allerliefste menschen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl