Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
EÉN WENDING IN DE
INTERNATIONALE
POLITIEK
DOOR DR. JAN ROMEIN
II
Jaurés' profetie De achtergrond van
Thoiry Frankrijk's financiën en zijn
buiienlandsche politiek
T> EEDS in 1887, toen hij zelfs nog geen lid der
-"? partij was wier leider hij later zou worden, verhief
Jean Jaurès :Zijn waarschuwende .sterti tegen de
Fransen-Russische toenadering, waarop men destijds ?
?van beide zijden aanstuurde ajs tegenzet tegen
Bistnarck's systeem van allfantiën." De toenadering
zou op een entente, de entente op een oorlog uitloopen
en wel, voorspelde hij, op een oorlog over den Balkan,
"waarin Frankrijk, xlank zij zijn verbond met Rusland, ?
onvermijdelijk zou worden betrokken. Toen in Janu
ari 1913 Pointarépresident werd, waarschuwde de
socialistische leider, die misschien de eenige waarlijk
groote politicus geweest is, die de Derde Republiek
tot nog toe heeft gekend, opnieuw; en men weet,
hoe hij in H914 nog juist den tijd gehad heeft te
-ervaren, dat zijn Cassandra-voorspelling in ver
hulling was gegaan, vóór moordenaarshanden zijn
.helder inzicht voor altijd doofden.
Het" klinkt wellicht paradoxaal, maar wij hebben
-aan die voorspelling van Jaurés en van anderen,
ook Isier tei lande, die zijn inzichten deelden moeten
?denken bij de huidige Fransch-Duitsche toenadering,
?'jlie gelijk bekend, haar voorloopige bekroning heeft
,'gevonden in de reeds befaamde bespreking van
Thoiry. Niet in dien zin, als zou een oorlog met
Frankrijk en Duitschland aan den nen en een
?combinatie van andere mogendheden aan den
anderen kant daardoor plotseling tot een zij het
toekomstige waarschijnlijkheid of zelfs maar -moge
lijkheid zijn geworden, maar wel in dien zin dan toch,
-dat de Jierinnering aan Jaurés' zoe treffend uitge
komen voorspelling ons er voor behoedt de hoop'te
koesteren,,dat in een dergelijke toenadering op zich
zelf ook maar eenige garantie voor den vrede zou
iijn gelegen.
Beter dan juichkreten aan te heffen, die morgen
misschien weer voor vervloekingen moeten wijken,
Js het te trachten tot een oordeel over de
buitenland«che politiek van beide landen te komen, hoezeer de
beiderzijds betrachte geheimzinnigheid dit ook
verzwaart. Hoe kort is het nog geleden, maar hoe
lang lijkt het, dat de openbare diplomatie ons werd
beloofd! Niet alleen is de geheime, diplomatie als te
voren weer troef, maar men kan zelfs zeggen,
<lat het doordringen tot wat er eigenlijk gebeurt
-en waar het eigenlijk om gaat tegenwoordig door
den schijn van mededeelzaamheid nog meer bemoei
lijkt wordt dan door het volstrekte zwijgen van
vroe;ger.
Toch is van de factoren, die de Fransch-Duitsche
toenadering hebben bewerkt, wel iets te zien.
Duitschiland's politiek bezagen wij in een vorig artikel 1) en
Thoiry is van die wending slechts de logische voort
zetting. Uit zijn toetreding tot den Volkenbond
;gekocht door den zwaren arbeid en de geringe be
paling der Duitsche arbeidenden, die de uitvoering
?der Dawes-reg:ling hebben mogelijk gemaakt
heeft Duitschland de consekwenties getrokken:
-opheffing van de bezetting de derde zone zou
volgens het verdrag van Versailles pas in 1935 zijn
?ontruimd terugkeer van het Saargebied tot Duitsch
land zonder de bij het vredesverdrag bepaalde
volksstemming afschaffing van de militaire
conir*le, verwerving van koloniën of althans mandaten.
En men hoeft geen genie te zijn, om de lijn van eischen
?der Duitsche buitenlandsche politiek pok verder uit
-te stippelen: herziening der grenzen in het Oosten,
Dantzig en de Silezische mijnen en misschien zelfs
?samenvoeging met het nog altijd niet levensvatbare
Oostenrijk, om den Duitschen stam" in n staat
saam te vatten. Een politiek van invloed in
MiddenEuropa, economisch gesteund o.a. door de aansluiting
der Oostenrijksche, Hongaarsche, Tsjechische,
Roemeensche en Joego-Slavische metaalindustrie bij het
internationale ijzercartel, dat nu de vorige week zijn
beslag gekregen heeft, doordat Belgiëzijn bezwaren
opgaf.
Tegenover deze groote resultaten is het incident
op den beruchten bieravond' te Qenève van geen
belang, dan alleen voor de psychologie van den
Duitschen staatsman in het algemeen, die maakt,
Klat zelfs een glad heer als Stresemann op het meest
ongeschikte oogenblik ontactisch wordt.
Veel minder duidelijk is Frankrijk's buiten
landsche politiek op het eerste gezicht. Bepaalt
men zich ter beoordeeling daarvan tot wat de
officieele mededeelingen en de commentaren van de
pers daarop behelzen, dan zal men den sleutel,
vreezen wij, niet vinden. De redevoeringen van
Poincaréte Saint-Germain en Laye voor de oudstrijders
?en te Bar-le-Duc, zijn geboorteplaats, respectievelijk
«p 26 en 27 September, muntten te dien opzichte,
DE HEER DUYMAER VAN TWIST WENSCHT HET GEARMD
FIETSEN TE VERBIEDEN
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
EN IK ZAL NIET RUSTEN VOOR OOK HET GEARMD WANDELEN IS VERBODEN!"
zooals een ieder zal zijn opgevallen uit door vaag
heid. En de Fransche minister-president was de eenige
niet, die angstvallig vermeed verband te leggen
tusschen Frankrijk's toenadering tot den erfvijand"
en Frankrijk's finantieele positie, en toch kan het
niet anders, of we moeten daarin den sleutel zoeken
voor het raadsel van Thoiry".
De Fransche financiën en iets anders was ook
niet te verwachten zijn nog altijd deerlijk in de war.
De vlottende schuld is nog niet geconsolideerd.
De . Bérenger-Mellon-overeenkomst aangaande de
schuldregeling met Amerika is nog evenmin gerati
ficeerd als die van Churchill-Caillaux betreffende
die met Engeland. De franc, waarvan er in het begin
van September 160 in een pond gingen, noteerde op
het eind ervan weer 177.70.
Het algemeene indexcijfer bedroeg eind Augustus
785, tegenover 754 in Juni, 702 in Mei en 569 eind
Augustus 1925. De uitgaven voor Marokko en
Syriëgaan door, zij het in verminderden omvang.
En de herfst met zijn altijd zware crediet-eischen
staat voor de deur. December is niet ver meer af,
wanneer de ingevoerde graan- en kolenmassa's
betaald moeten worden; graan, waarvan Frankrijk
slechts 70 millioen ton geproduceerd heeft, tegenover
de 90 millioen die het verbruikt.
Het zijn stellig wel, ondanks alle officieele negatie,
deze stormen-op-til, die Briand te Genève en Thoiry
zijn hartelijkheid inbliezen, zoo goed als het deze
zelfde komende stormen geweest zullen zijn, die bij
Poincaréen de.andere conservatieve ministers hun
heele verleden en al hun dure eeden hebben wegge
blazen, toen zij zich achter Briand stelden om diens
politiek te steunen. Aan geruchten van tweedracht
in het ministerie te dien opzichte, door de pers van
het overleden linksche cartel verspreid, moet men
daarom geen waarde hechten.
Jammer, maar waar, dat echter ook in financieel
opzicht de eventueele resultaten van Thoiry over
dreven schijnen te zijn. voorgesteld. Als tegenpres
tatie voor de inwilliging van zijn eischen in zake de
ontruiming van het bezette gebied en de teruggave
van het Saar-gebied zou naar verluidt Duitsch
land hebben aangeboden de zgn. comtnercialisatie of
mobiliseering van een gedeelte der Duitsche spoor
wegobligaties, d.w.z. het zou beloofd hebben l
milliard 200 millioen mark aan deze obligaties uit te
geven. Van het daarvoor in Amerika opgenomen
geld zou 52 pCt. aan Frankrijk toekomen de rest
aan de andere geallieerden hetgeen, bij een emis
sie-koers van 90 pCt. niet te laag geschat bij
een rente van 5 pCt. Frankrijk een 500 millioen
mark zou opleveren. Ook wanneer men daarbij de
250 a 300 millioen mark voegt, die Duitschland
bereid zegt te zijn te betalen voor den terugkoop
der Saar-mijnen, is dit bedrag de tegenwoordige
verhoudingen in aanmerking genomen zóó be
trekkelijk onaanzienlijk, dat het ons inziens in de
allereerste plaats bewijst, hoe moeilijk Frankrijk er
financieel inderdaad voorstaat. Want waarom anders
geeft het zoo groote politieke voordeelen prijs voor een
zoo betrekkelijk gering bedrag, dat het bovendien
vreesde men niet den uitslag der ratificatie van de
schulden-overeenkomst met Amerika van Amerika
zou hebben kunnen leenen, zonder eenige politieke
tegenpraestatie? En dat, terwijl de eenige garantie
tegen Duitschland's politiek opnieuw op den voor
grond treedt is gelegen in de introductie van Frank
rijk's vazallen in den Volkenbondsraad.
Frankrijk vreest Amerika, Frankrijk vreest Enge
land. Het vreest, in zijn financieelen nood, hun fi
nantieele overheersching. Daarom heeft het zich
tot Duitschland gewend. Thoiry is, zoo geen
wanhoops- dan toch geldnoodspolitiek. Het wojdt steeds
duidelijker: bij de reeks voorbeelden, die de wereld
geschiedenis heeft aan te wijzen van overwinnaars,
die aan hun overwinning zijn te gronde gegaan,
dreigt Frankrijk een nieuw, een sprekend voorbeeld
te zullen moeten toevoegen.
1) 28 Aug. jl.
Kunstzaal VAN LIER
naast het Po*! kantoor te Laren (N.-H.)
ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK