De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 9 oktober pagina 4

9 oktober 1926 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2575 HOOFÏEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID STRIJD TUSSCHEN STALIN EN DE O P P O S I T I E DOOR DR. B. RAPTSCHINSKY W' NAARMATE de contrarevolutionaire krachten meer en meer verdrongen werden, verdween bij de bolsjewiki de noodzakelijkheid zich te bedwingen, vprsiapte hun discipline. De laatste jaren neemt de onderlinge strijd de,r leiders steeds scherper vormen aan en daarbij bewaren de leiders het decorum steeds minder. Bij de laatste worsteling tusschen Stalin eft de Nop (de-nieuwe oppositie, aangevoerd door Trotsky, .Zinowjew, Kamenew, Kroepskaja enz.) Werden ook de gewone communisten* die vroeger «tets van de oneenigheid in de leiding afwisten, ftïj den strijd betrokken. En ook de overige 145 millidtft Russische staatsburgers konden in de bladen lézen, dat Stalin en Zinowjew met elkaar slaags waren . «Braakt. Deze worsteling was goed voorbereid. De ?oppositie eirganlSewde baar krachten; .zij trad, voqr f-tysk eerst als emaaneengesloten groep op met een .-«gen programmawet pakkende leuzen» Vóór de " fcftjeenkomst Van het plenum van het centrale comité, , «War de strijd moest uitgevochten worden, belegde <Jfe oppositie in 4e bosschen geheime bijeenkomsten, Voerde zij zelfs onderhandelingen met niet-commurristen om zich te verzekeren van hun medewerking iögeval van een overwinning en een afzetting van $talin. Stalin wist evenwel achter deze plannen te komen en hij trof zijn maatregelen. Inderhaast werden alle krachten gemobiliseerd en de oppositie leed een smadetijke nederlaag. Stalin werd hierdoor de alleenheerscher en zijn macht is na de worsteling grooter dan zij ooit voordien is geweest. De oppositie heeft zich echter nog niet geheel gewonnen gegeven h op het eerstvolgende congres zal zij opnieuw een stormaanval op de vesting van Stalin ondernemen. Of zij daarbij meer succes zal behalen, is niet met zekerheid te zeggen; het is echter zeer twijfelachtig. Wat zijn de diepere oorzaken van dezen strijd? Want naast den strijd tusschen personen om de macht is er een veel belangrijker strijd tusschen verschillende opvattingen over de te volgen politiek, over de beteekenis van het proces, dat zich nu in Rusland voltrekt. Zooals men weet, was de algemeene overtuiging van alle marxisten, dat het socialisme alleen dan kan verwezenlijkt worden, wanneer het stelsel in de ?^meeste landen tegelijkertijd zou ingevoerd worden. Het eerst kwamen daarbij in aanmerking de landen met een groote industrie, een talrijke arbeidersklasse en een. goede organisatie. Lenin deelde ook deze meening en zelfs na de omwenteling in Rusland verklaarde hij herhaaldelijk, ' dat het socialisme alleen in de meest geïndustrialiseerde landen door te voeren was. Hij voegde er echter bij, dat Rusland kon voorgaan, omdat door een samenloop van ver- schillende omstandigheden de communisten het makkelijkst in Rusland een staatsgreep konden uit voeren en de macht aan zich trekken. Rusland moest echter alleen dienen als een place d'armes voor de verovering van de macht in de West-Euor'peesche landen, .vooral in Duitschland. Lenin beschouwde daarom de communistische revo lutie in Rusland slechts als een middel tot het grootere doel: de wereldrevolutie. In Rusland zelf kon het socialistische stelsel zich alleen dan handhaven, leeraarde Lenin, indien de Westersche landen het Russische Voorbeeld opvolgden, onder voorwaarde, dat het prole tariaat (een zeer klein gedeelte van het Russische volk) een bondgenootschap sloot met de armste boeren. HUIS HAAI2D MEERENGRACHT 5OO AMSTERDAM gjjt D'JNEN l TAP'JTEM Deze stellingen van Lenin wórden tot nu toe door de communisten onderschreven. Het staat echter vast dat de twee omstandigheden, die Lenin als noodza kelijk beschouwde voor het doorvoeren van het socialisme in Rusland ontbreken, en dit is juist de eigenlijke bron van alle oneenigheden,, De wereld revolutie laat op zich wachten en een spoedige verandering in de geestesgesteldheid van West-Europa wordt nu door niemand van de communistische leiders meer .verwacht. De boeren hebben op een zeer duidelijke wijze bewezen, dat zij niets voor een bondgenootschap , met de bolsjewiki gevoelen. De logische gevolgtrekking is dus, dat er van geen socialisme en van geen proletarische dictatuur meer sprake kan zijn, maar de bolsjewiki durven deze gevolgtrekking niet aanvaarden, en alle groepen zoeken naar een tooverformule, die het trekken van de onafwendbare conclusie overbodig zou maken. De groep van Sfalin doet alsof het gelukt is een middel te vinden om, ondanks de mislukking van de wereldrevolutie en de vijandige houding van de boeren in Rusland het socialisme in te voeren. Daarbij wil Stalin niet op de arme boeren steunen, maar op de zg. serednjaki" (midden-boeren). De oppositie wijst er echter op, dat deze serednjaki alleen in de phahtasie van Stalin bestaan, dat zich op het platte land een differentiatie-proces voltrekt, dat de macht er steeds meer en meer in de handen van de welge stelde boeren (de koelaki") overgaat en dat het platteland, aangevoerd door de koefaki, naar de macht in den staat wil grijpen en de bolsjewiki verdrijven. De angst voor de boeren was dan ook oorzaak, dat beide vleugels van de oppositie (de rechtsche, aange voerd door Trotskjjy en de Finksche, aangevoerd door '?#iZMÉM$ew) tot elkaar ziJHi-gekomen.^jHet eerst zag dit gevaar Trotsky in. Zijn meening';werd evenwel als ketterij beschouwd en hij werd met de stemmen van zijn tegenwoordige bondgenooten (Zinowjew en Kamenew) gedwongen ziek" te worden en naar den Kaukasus te gaan. Nu heeft Zinowjew echter ingezien, dat Trotzky gelijk had, en hij verklaarde op de zitting van het centrale comité, dat hij zich toen vergist had, dat Trotsky den toestand beter had ingezien dan de leidingvan toen (Stalin, Zinowjew en Kamenew). In denzelfden geest sprak ookKamenew. De linksche groep van de oppositie heeft dus erkend, dat de sociale ontwikkeling van het Russische platte land geheel anders is dan Lenin dacht, <lat de moge lijkheid, dat de Russische boeren zonder het kapita listische stelsel te hebben doorgemaakt, rechtstreeks tot het socialisme zouden overgaan, buitengesloten is. Deze erkenning dat de boer de vijand van het bolsje wisme is, is het cement, dat de twee groepen der oppositie verbindt. Maar wat moet er geschieden? Trotsky en de zijne.n redeneeren als volgt. Indien wij de macht niet willen prijsgeven (hetgeen natuurlijk het meest logische zou zijn) en het regime van de dictatuur willen handhaven, dan moeten wij de indus trie zoo hoog als maar eenigszins mogelijk is opvoeren. Om de industrie op te voeren moet echter een sterke druk op het platteland uitgeoefend worden, moeten de middelen, die de landbouw oplevert, geheel gebruikt worden voor de industrie, want alleen een uitbuiting van de boeren kan de sovjet-industrie in 't leven houden. Men zou dan van elke gedachte aan een samenwerking met de boeren moeten afzien en alleen op de bajonetten steunen. Zou echter een dergelijk bewind zich lang kunnen handhaven? Op deze vraag moet natuurlijk ontkennend geantwoord worden, en de trotskisten" zien twee mogelijkheden: afzien van de macht, of de tegenwoordige politiek voortzetten, maar dan al dat gepraat over het socialisme in Rus land, over de dictatuur van het proletariaat enz. staken. Zinowjew is het natuurlijk hiermede niet eens. Hij ziet ook het gevaar, dat den bolsjewiki van den kant van de boeren dreigt en de onmogelijkheid een bondgenootschap met het platteland te sluiten, maar hij denkt dat een terugkeer tot de toestanden van het militante communisme, tot de grenzelooze uit buiting van de boeren, mogelijk is. Hij wil het socia lisme ten koste van de boeren invoeren. Maar de trotskisten" zijn ten zeerste gekant tegen een der gelijke doorvoering van het socialisme, omdat die op verzet zou uitloopen zoodat dan een boerenrevolutie onvermijdelijk wordt. Het volk steunt echter de oppositie, zelfs wanneer zij door een Zinowjew geleid wordt, ledereen in Rus land is nml. overtuigd, dat een terugkeer tot de toe standen van het militante communisme onmogelijk is, dat dit slechts een program-eisch kan zijn. Het volk hoopt echter, dat de worsteling tusschen de twee groepen een verzwakking van de geheele partij zal medebrengen. Naast de oppositie, die ik als de leiders-oppositie zou willen aanduiden, bestaat nog een arbeidersoppositie. Deze oppositie zet de puntjes op de i's. Zij eischt den terugkeer tot een normale democratische regeering. Zij wil, dat er een einde zal gemaakt worden aan het verspillen van Russisch geld voor de voor bereiding van de wereldrevolutie, dat alle partijen gelijke rechten zullen krijgen enz. Vroeger of later zullen de trotskisten, althans een deel van hen, zich bij deze oppositie aansluiten en dan zal deze oppositie het grootste gedeelte van het volk vertegenwoordigen. Voorloopig zijn wij echter nog niet zoo ver. Nu is er nog een strijd binnen de grenzen van de communisti sche partij, nu willen ook Trotsky c.s. de partij be houden. EEN MERKWAARDIG BOEK DOOR DR. A. J. DE JONG Zoo mag zeker wel genoemd worden het door Prof. Dr. W. Caland gepubliceerde werk van Bartholomeus Ziegenbalg. 1) Deze toch is een zeer belangwekkende persoon lijkheid geweest. Hij studeerde in de theologie te Halle, werd in 1706 op 23-jarigen leeftijd pre dikant in de Deensche missie op de kust van Coromandel te Trankebar en is daar ijverig werkzaam geweest tot zijn dood in 1719. Hoewel hij zwak van gezondheid was, heeft hij daar verbazend hard ge werkt. En dat onder zeer moeilijke omstandigheden ! Ziegenbalg kende nml. bij zijn komst in VoorIndië, behalve de klassieke talen, alleen zijn moeder taal, Duitsch, en een weinig Deensch. Hij moest dus beginnen, zich de zeer moeilijke taal der inboorlingen, het Tamil, eigen te maken, daarna in die taal gebeden,, godsdienstige liederen, enz. overbrengen om met die door hem zelf vervaardigde vertalingen zijn eigen lijken bekeeringsarbeid te ondernemen. Evenals de Jezuieten-paters twee eeuwen vroeger, begreepZiegenbalg, dat hij vóór alles zich een degelijke kennisvan den inheemschen godsdienst moest verwerven, om bij zijn onderwijs van de Christelijke leer te kun nen gebruik maken van de godsdienstige begrippen der inboorlingen en die begrippen te bestrijden met ar gumenten uit hun eigen werken geput. Het is verbazingwekkend, hoeveel Ziegenbalg H de 13 jaar van zijn verblijf te Trankebar omtrent taal,. zeden, godsdienst en geschriften van die Tamilen heeft geleerd en in zijn eigen studiën heeft toe gankelijk gemaakt voor hen, die zich in Europa voor het Zendingsambt bekwaamden. De meeste van zijn werken zijn helaas verlore gegaan, n enkel is voor 60 jaar gedrukt, maar handschrift van 't zeer merkwaardige boek, waar Ziegenbalg ons een exposégeeft van het Zuideli Hindoeïsme, is voor niet heel lang pas teruggevonc1 en nu door Prof. Caland voor het eerst uitgegeven, De belangrijkheid van dit geschrift bestaat in eerste plaats hierin, dat we er een duidelijke voorsti ling door krijgen van de godsdienstige begrippen di bewoners van Zuidelijk Voor-Indië. Vergelijking van verschillende passages uit Zie genbalg's werk met een op 't eind van de IQe eeuw in 't Engelsch vertaalden Tamilischen text, welke text ook door Ziegenbalg voor een deel van zijn verhande ling is benut, toont, dat de laatste in 1711 een ver taling wist te geven, die niet ongunstig bij die van een der beroemdste hedendaagsche kenners van het Tamil afsteekt. Ziegenbalg is dus zeer betrouwbaar. En wat ons verder dan zoo bijzonder treft, vooral als we meer oudere werken over Hindoeïsme hebben gelezen, is de groote bescheidenheid van onzen auteur, die bijv. nadrukkelijk verklaart geen Sanskrit te kennen, wel Tamil. De Nederlandsche predikant Baldaeus bijv., bekend door zijn in 1672 verschenen. werk over het Hindoeïsme op Ceylon, is lang zoo be trouwbaar niet, als hij den schijn wekt nog al wat te weten van Indische talen ! Dan munt Ziegenbalg uit door een voor zijn tijd zeer groote humaniteit. Hij stoot niet af door telkens smadelijk te spreken over de domme" heidenen en hun ongerijmden" en belachelijken" godsdienst, hij prijst hun eerlijkheid, hun matigheid, hun ijver,. al spoort zijn zendingsijver hem aan, om ze uit hun verblindheid te brengen tot het licht van het Christen dom. Juist omdat hij werkelijk Indische boeken heeft kunnen lezen en niet maar met vreemde veeren pronkt, heeft hij waarschijnlijk een billijker, een waardeerender oordeel over Hindoesche geschriften op het gebied van godsdienst en moraal, dan vele andere oudere auteurs. Ook de hedendaagsche lezer, die geen studie van: Indische talen heeft gemaakt, zal de schoonheid kunnen aanvoelen van de geschiedenis van Koning, Aritschandiren (bldz. 91 v.v.), die van het hoogste geluk in het diepste leed gestort wordt, maar steeds trouw blijft aan z'n plicht en ook nooit mort, hoe zwaar hij ook wordt beproefd. Deze geschiedenis is ook in 't Sanskrit bekend. Prof. Caland gaf er in 1925 een vertaling van uit in Drie Oud-Indische episo den" (Zutphen: W. J. Thieme en Co.) Een ander verhaal brengt ons in kennis met een deugdzaam koning, die 5/6 van zijn bezit aan aal moezen wegschonk en zoo voortreffelijk regeerde, dat tijgers en koeien vreedzaam uit n bron^dronken en er geen godsdienststrijd meer was tusschen Sivaïeten en Visnuïeten, omdat allen op 't voorbeeld van den koning aan niets anders dachten dan aan wei-doen. 't Meegedeelde moge volstaan om te doen zien, dat deze nieuwe uitgave terecht een merkwaardig boek"" genoemd mag worden, een boek van groot belang voor Indologen en' theologen, nuttig ook voor de velen, die in onzen tijd belang stellen in het missie werk en de missie-geschiedenis, en ook zeer interessant voor de ontwikkelde leeken. Amsterdam, Mei 1926. 1) Ziegenbalg's .,Malabariscties Heidentlnim", hcrausgegeben und mit Indices versehen van W. Caland (Uilgave van de Kon. Academie van Wetenschappen te Amsterdam, 1926)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl