Historisch Archief 1877-1940
r
Trf JFTïe tJAAR
INDUSTRIEO N D E R W IJ S
DOOR F. S. VAN BALEN?KLAAR
l
Zaterdag 2 October herdacht de Haagsche
Industrieschool voor meisjes haar 50-jarig bestaan.
;2ij deed dit door het houden van een
jubileumtentoon.stelling van werk der leerlingen, welke tentoonstel
ling op eenigszins plechtige en feestelijke wijze werd
geopend in tegenwoordigheid van verschillende auto
riteiten en vele belangstellenden.
Het historisch overzicht van het bestaan der school
?door den voorzitter van' het bestuur, Mr. J. H.
Andries, gegeven, gaf behalve menig aardige bijzon
derheid met betrekking tot de instelling zelve, veel
stof tot nadenken en vergelijken over het Nijver
heidsonderwijs voor meisjes, zooals dit zich hier te
lande in de laatste halve eeuw heeft ontwikkeld.
'. Vijftig jaar geleden wat bekommerde men zich
toen, in het algemeen gesproken nog bitter weinig
?om het onderwijs voor meisjes, veel minder nog om
.eenig voor haar speciaal ingericht vakonderwijs. Toch
begon de gedachte veld te winnen, dat er, speciaal
voor meisjes uit den kleinen burgerstand, iets moest
worden gedaan om haar wat meer geschikt te maken
voor haar toekomstige taak als huisvrouw. Merk
waardig genoeg ontstond deze gedachte niet het eerst
irij de belanghebbenden zelf, maar hier te lande zoo
wel als in het buitenland, in de hoogste kringen der
-samenleving. Hier was het koningin Sophie die zich
warm interesseerde voor de stichting van een
industrieschool voor meisjes, in Oostenrijk keizer Frans
Jozef en jvete dames uit zijn hofhouding die zich
moeite gaven, practïsch onderwijs voor de vrouwelijke
jeugd te verkrijgen., Waarschijnlijk hebben andere
Janden ook dergelijke vorstelijke belangstelling aan
te wijzen. Merkwaardig genoeg waren het overigens
mannen die de zaak aanvatten en tot stand wisten
te brengen. Natuurlijk was ook dit laatste een teeken
-der tijden; de vrouwen van vijftig jaar geleden lieten
-als vanzelfsprekend alle bemoeienissen in het open
bare leven, behalve filantropie, gaarne aan hun
«chtgenooten over. Waarschijnlijk hebben zij dezen
echter wel binnenskamers van raad gediend.
Een ander memorabel feit is, dat niemand bij de
oprichting der school dacht aan eigenlijk vakonderwijs.
Men was er nog niet aan toe, dat de meisjes werden
?opgeleid voor een beroep en dat ook het meerendeel
der vrouwelijke jeugd was aangewezen op eigen
broodwinning. De bedoeling was alleen, de toekom
stige huisvrouw wat meer te ontwikkelen, een betere
opvoeding te verschaffen, vooral ook langs
practischen weg. Voortgezet onderwijs in lezen, schrijven
en rekenen stond op het programma, en verder
naaien, breien, mazen, stoppen, knippen, enz.
Vermakelijk is de ergernis van het bestuur in de
eerste jaren van het bestaan der school, dat het zoo
slecht stond met de rekenkundige kennis der meisjes.
Ook dit was een teeken des tijds. Want hoewel we
ook thans nog kennis van rekenen onontbeerlijk
achten, was een halve eeuw geleden toch dat vak wel
een der voornaamste kundigheden die den beschaaf
den mensen sierden. Wie goed kon rekenen was een
bolleboos. We weten nu al lang dat men, zonder uit te
munten in de cijferkunst, een ontwikkeld en ver
standig menscTi kan zijn. Gelukkig maar, zou ik er
willen bijvoegen, ook voor de besturen en leerkrachten
van zoovele nijverheidsscholen, die zich in dit opzicht
geen zorg hoeven te maken over minder wiskundig
aangelegde leerlingen.
Met cijfers hebben deze besturen echter thans even
goed te maken als weleer, ook al maken de subsidies
van Rijk en Gemeente, dat de som ten slotte uitkomt.
Welk een verschil in de kosten van een school, vijftig
jaar geleden en nu ! De jubileerende inrichting kostte
in 1876 ? 9000.?aan oprichtingskosten en men be
rekende voor de instandhouding per jaar / 10.000.?.
Kom daar nu eens om ! Alleen voor salarissen staat
op de tegenwoordige begrooting een post van ' 71.000.
Dit verschil in kosten wordt volstrekt niet alleen
veroorzaakt door het grooter aantal leerlingen. Na
tuurlijk legt ook dit gewicht in de schaal; maar een
grooter deel in de toeneming der kosten komt ten
laste van de salarissen. Vóór het tot standkomen van
de Nijverheidswet genoten de leerkrachten aan
: industriescholen voor meisjes een treurige bezoldiging'.
- Nog kort voor het uitbreken van den wereldoorlog,
was het ook aan deze school nog slechts het salaris
van de directrice dat met 4 cijfers prijkte !
Deze, en andere in de rede van den voorzitter ge
memoreerde bijzonderheden zullen velen der aan
wezigen tot overdenken en vergelijken hebben ge
bracht, en ondanks veel wat nog te wenschen over
blijft in ons nijverheidsonderwijs voor meisjes, tot
dankbaarheid hebben gestemd.
Zeer zeker deed dit de aardige, met zorg ingerichte
tentoonstelling. Geen overvloed van werkstukken gaf
deze te zien, want daarvoor was men nog te kort in
het nieuwe cursusjaar. Maar wel zooveel in elke af
deeling, dat men de leergang bij de verschillende
vakken kon volgen. En hieruit bleek voldoende de
degelijkheid van het onderwijs.
Zoo trof het mij o. a. hoe bij de opleiding voor het
examen fraaie handwerken verschillende technieken
worden toegepast die eenige jaren geleden of ver
waarloosd werden, of als een nieuwigheid uit
verALS 'T KOUD WORDT
Teekening voor de Groene Amsterdammer", door
i . Netfy Heyltgers
Mantel van velours de laine met bont en stiksels
in donkerder tint dan de mantel
vlogen eeuwen waren opgediept. Men denke slechts
aan het Egyptisch vlechtwerk, aan bandweven, aan
het sierbreiwerk dat in den laatsten tijd weer zooveel
toepassing vindt.
Ook lijkt het mij een aanwinst dat het kantklossen
behoort tot de verplichte vakken bij het examen voor
fraaie handwerken. Reeds voor eenvoudige
werkstukjes voor huishoudelijk gebruik is dit handwerk
te waardeeren, maar ook en vooral voor
kleedingversiering en weeldeartikelen is kantklossen toch een
der smaakvolste en dankbaarste handwerken.
Over het mooie lingeriewerk behoef ik hier niet
uit te Wijden. Ieder die Wel eens een dergelijke ten
toonstelling bezocht, weet hoe keurig dit werk op
onze nijverheidsscholen wordt onderwezen en ver
vaardigd. Hoe meer men daarbij een doelmatig ge
bruik maakt van de naaimachine, des te meer waar
deering kan men voor het werk hebben. Tijd is ook
hier geld !
Het meest interesseerde mij de afdeeling
costuumnaaien en het hoedenvak. Wat hiervan was tentoon
gesteld mocht gezien worden, van de eenvoudige
huisjapon en' de blouse, tot het elegante avond
japonnetje en het feesttoilet met sleep. Ook mantels
ontbraken niet en alles was werk, veelal ook ontwerp
van leerlingen der costuumklasse.
Natuurlijk kwam bij het aanschouwen van dit
mooie werk de vraag bij mij op: vinden deze goed
opgeleide meisjes nu gemakkel$| een betrekking, en
zoo ja, voldoen zij daar. Want men heeft wel eens de
klacht gehoord, dat de voor het costuumvak aan onze
industriescholen opgeleide meisjes niet voldoen in
de practijk, omdat haar opleiding te schoolsch is.
De practijk stelt natuurlijk ten opzichte van vlugheid
en aanpassingsvermogen andere eischen dan een
school. Dit is echter in alle vakken zoo. Geen enkele
opleiding, voor welk ambt of beroep ook, kan
practisch inzicht en ervaring aan de leerlingen meegeven.
Die zaken doet iedereen uitsluitend op in het
practisch leven. Als de school slechts voldoende grondige
kennis bijbrengt en de geschiktheid om het geleerde
in de practijk toe te passen, heeft zij haar taak vol
bracht.
Nu zou het jammer zijn van tijd en geld aan de op
leiding voor de modevakken besteed, wanneer de
meisjes na volbrachten leertijd geen emplooi ,konden
vinden in het bedrijfsleven.
Tot mijn groote voldoening kreeg ik bij mijn infor
matie naar een en ander geruststellende antwoorden.
De meisjes die haar diploma verkregen voor
coupeuse en costuumnaaister worden in onze eerste
modezaken gaarne aangenomen. Weliswaar staan
zij in de eerste weken gewoonlijk achter bij gerou
tineerde werksters, maar wanneer zij aan de andere
werkwijze gewoon zijn, overtreffen zij de niet zoo
goed opgeleide krachten in bekwaamheid en inzicht,
ook vaak in keurige en soliede afwerking. Ik wil hier
geen namen noemen, maar kan toch verzekeren dat
meisjes met industrie-schoolopleiding geplaatst
wprden in zaken met een klinkende reputatie. '
Evenzoo gaat het met de leerlingen die diploma
verkregen voor het hoedenvak.
Dit zijn verheugende mededeelingen, die overeen
komen met ervaringen die ik elders opdeed. Ver
heugend niet alleen omdat er uit blijkt dat ons nijver
heidsonderwijs voor meisjes op den goeden weg 1s,
maar ook omdat het vak op zich zelf er slechts bij
kan winnen wanneer goed opgeleide krachten er zich
aan geven.
Dat de van onze gewone industriescholen komende
leerlingen minder geschikt zijn voor de eigenlijke
cortfectie-ateliers doet hier niets ter zake. Voor deze
industrie past een andere opleiding, zooals die op de
Vrouwenarbeidsscholen en enkele andere inrich
tingen wordt verkregen. Maar wanneer de
Industrieschool voor meisjes bekwame werksters aflevert voor
het fijne, goed verzorgde modevak, hetzij zij in dienst
van anderen of voor eigen rekening werken, dan ver
vult zij daarmee op voortreffelijke wijze een belangrijk
deel van haar taak.
Een ander deel kan gelegen zijn, ook thans nog,
in het oude doel: de meisjes practische kennis mee
te geven op haar weg door het leven, kennis die haar
ook in eigen huisgezin onontbeerlijk is.
Zóó, met dit dubbele doel voor oogen, vatte steeds
de Haagsche Industrieschool haar taak op. De groote
belangstelling bij haar go.uden feest betoond, moge
voor bestuur en leerkrachten het bewijs hebben ge
leverd, dat het werk der instelling in ruimen kring
wordt gewaardeerd.
DE ANDERE WEI
DOOR MR. H. G I L T A Y
"C" LKEN morgen, als ik de kinderen naar school
?*?' bracht, kwamen wij voorbij een klein, door nieuw
gebouwde huizen ingesloten weitje, waarin een oud
paard stond. Het had blijkbaar een leven van zwaren
arbeid achter den rug en mocht nu zijn overige
levensdagen in rust doorbrengen, tot het zijn laatsten
gang zou gaan naar den man, dien men gewoonlijk
den vilder noemt. Het was een mager, schonkig
beestje, en als de kinderen nu en dan een stukje brood
voor hem meebrachten, duurde het een heelen tijd,
voor zijn bek het brood had gevonden; hij kon
blijkbaar niet zoo best meer zien. Kinderen, die er
bij stonden, zeiden weieens, dat hij valsch was en in je
vingers wou bijten. Maar dat kwam doordat hij de
vingers voor brood aanzag.
Zoo was dit oude paard voor de kinderen een dagelijks
terugkeerende vreugde. Eiken morgen begroetten
zij het met vroolijkékreten: Daar is het paard!
Hij staat nu heelemaal aan den anderen kant, hij kan
dus nog best loopen !" Want als wij er bij waren,
liep hij niet veel; wij moesten dan naar hém toe,
om hem te voeren. En ook voor het paard was het
kinderbezoek blijkbaar een lichtpuntje in zijn een
zamen levensavond, want als zij aankwamen en hem
riepen, wuifde hij vroolljk met zijn staart. Eenmaal
moet hij zelfs gehinnikt hebben, dit zeggen de kinderen
ten minste. Ik-zelf heb nooit een geluid van hem
gehoord.
De dagen volgden elkaar op, de zomer week voor
den herfst, en eiken dag zagen wij ons paard. Maar
het werd magerder en magerder en het leek mij,
dat ook het wuiven met zijn staart zwakker werd.
Zou-die nog lang kunnen leven, Pappie?" vroegen
de kinderen dikwijls. En gaven dan zelf het
droevigberustende antwoord: Hij zal wel niet lang meer
kunnen leven. En dan zal hij wel doodgaan." Ik zei
dan, dat ik ook niet dacht, dat het heel lang meer zou
duren en dat ik wel geloofde, dat hij zelf naar rust
verlangde.
Hoe verder we in het najaar kwamen, des te meer
vreesde ik het naderen van den dag, dat wij de wei
leeg zouden vinden en onzen ouden vriend vertrokken.
En eindelijk kwam die dag. De winterhemel was
helder-blauw, heel hoog dreven alleen een paar
kleine, donzige wolkjes. De zon overstraalde huizen
en menschen met een strakken, gouden glans. We
hadden weer brood bij ons voor ,, Paard". Maar tóen
we aan de wei kwamen was ze leeg. Een enkel schraal
madeliefjc was het eenige teeken van leven. De kin
deren zeiden niets, maar keken bedroefd naar de leege
wei, en dan naar hun brood. Zoo stonden we even.
Toen zei kleine Dien, met een trillend stemmetje,
maar toch vo! overtuiging: nu zal hij wel een andere
wei hebben gevonden."
De Hofstede OUD-BUSSEM"
zendt U eerste keur
Roomboter metRijksmerk
per postpakket.
TELEFOON 139. POST-ADRES NAARDEN.