De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 16 oktober pagina 11

16 oktober 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

NÓ.2576 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND TWEE ZICH VERSPREKENDE MINISTERS EN TWEE AMSTERDAMSCHE F«br. 1904 BURGEMEESTERS IN DE EERSTE KAMER 16 Augustus 1891 EERSTE OEFENING IN DE POLITIEKE QUADRILLE Dr. van Leeuwen {by Lof f, tot Vening Meinesz); Een acuut geval van lapsus linguae, waarvoor ik hem een pilletje heb gegeven. . . , Dr. Vening Meinesz (bij Kul/per, tot van Leeuwen): Ja, collega, misschien is die te genezen maar bij dezen werd de kwaal chronisch, en hij heeft er nog loslippigheid bij. . . . De dansmeester tot Mr. N. G. Pierson: Aans. zwai, drai. an de Bank voorbij. Op de plaats, zwai ! drai! Aans, zwai, drai! PROF. ASSER'S CANDIDATUUR VOOR DE TWEEDE 6 Sept. 1891 KAMER ,,Tóbl or not tobi that is the question" DÉBRIEFWISSELING TUSSCHEN IHR. WITTEWAAL VAN 21 Mei 1899 STOETWËGBN EN DR, KUYPER DE WEKELIJKSCHE PLAAT VAN DE GROEN E" DOOR WALRAVE BOISSEVAIN Lid van den Gemeenteraad van Amsterdam Dr, Kuyper: Hoe kan toch een beertje, dat. dagelijks aan u een voorbeeld mag nemen, zóó oogelikt zijn?" De Beer: Nu, hij ia in goede handen." \T AN mijn prilste jeugd herinner ik mij die plaat als * een iederen Zaterdag terugkeerend pretje en nu ik mij tot schrijven over het werk van Johan Braakensiek zet, merk ik, dat zeer oude teekeningen van hem het levendigst in mijn herinnering zijn gebleven, toen de tijdgenooten van mijn ouders telkenmalen door de raak typeerende teekenstift van Braakensiek ten tooneele werden gevoerd. Amsterdammers tegen wie wij hoog opzagen, omdat zij belangrijke functies bekleedden in staats- of stadsbestuur, maar waarvan velen tot den intiemeren vriendenkring mijner ouders behoorden. Het was dan telkens een vreugde hun karakteristieken kop in de plaat van d\ Groene" vereeuwigd te zien. Ik denk hier aan de plaat: Ein, zwei, drei, an die Bank vorbei," toen Mr. N. G. Pierson een zoo prachtige positie als president van de Nederlandsche Bank prijsgaf om minister van Financiën te worden. Ik denk ook aan den bijzonderen kop van Mr. G. van Tienhoven, toen burgemeester van Amsterdam, aan het fijn besneden gezicht van Mr. H. P. G. Quack, met het lange in den nek hangende grijze krulhaar, aan de krachtfiguur van Dr. Abraham Kuyper, toen in zoo feilen strijd gewikkeld met Charles Boissevain; later ook de regentenkop, met de grijze bakkebaarden, van Mr. Vening Meinesz, den stroeven Fries. Bewonderenswaardig was het, hoe Braakensiek telkens weer deze vooraanstaande mannen wist te typeeren, maar het was dan ook dankbaar materiaal. Van al dezen is alleen Charles Boissevain, de 86jarige overgebleven, de anderen hebben dit aardsche tranendal verlaten en zetten den strijd in de elysische jachtvelcen voort. Een nieuw geslacht regeerders is opgestaan, maar ook thans heeft Braakensiek daaraan dankbaar materiaal. In de oude raadzaal hingen eenige schuttersstukken en als ik Burgemeester de Vlugt eens goed aankeek, dan was het alsof een van die 17e-eeuwsche-Amsterdamsche schutters uit het kader van het groote schilderij was gestapt cm daar op den Burgemetstersstoel plaats te nemen. Naast hem, ter rechter zijde, de zich verfijnende grijze kop van Wibaut met de wilde lange grijze haren en de onmodische breedgestrikte das, overblijfselen van zijn revolutionairen tijd, toen hij met de zijnen den stormloop op de kapitalis tische bourgeoisie begon en er nog niet van droomde, dat hij zelf eens voor de moeilijkheid zou staan om het budget van Amsterdam, uitgedijd tot meer dan 100 millioen 's jaars, sluitend te maken ! Ja, deze bestuurders van Amsterdam hebben alevel wat bijzonders, plus c,a change, plus ca reste la même chose", want of men revolutionaire sociaal democraten of anti-revolutionairen heeft, het bestuur van een groote stad eischt regenten-kwaliteiten. Moge het Amsterdam aan dezulken nimmer ont breken en moge het Braakensiek nog lang gegeven zijn om zulke figuren in,,de Groene Amsterdammer" tot vreugde van de lezers ten tooneele te voeren. DE GANG NAAR CANOSSA VAN HET AMSTERDAMSCHE GEMEENTEBESTUUR 18 December 1899 De heer Bergsma tot den heer Vening Meinesz : Drie ton boete en vermindering van retributie van ónze gaslevering !" Mr. van Tienhoven : Dat koopje heb ik voor mijn opvolger over gelaten." . 25 Sept. 1892. INDIENING DER KIESWET Minister van Tienhóven: Ga nu je gang maar, Tak; ze hebben nu lang genoeg gezeurd."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl