Historisch Archief 1877-1940
NÓ.2576
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
TWEE ZICH VERSPREKENDE MINISTERS EN TWEE AMSTERDAMSCHE
F«br. 1904 BURGEMEESTERS IN DE EERSTE KAMER
16 Augustus 1891
EERSTE OEFENING IN DE POLITIEKE QUADRILLE
Dr. van Leeuwen {by Lof f, tot Vening Meinesz); Een acuut geval van lapsus linguae, waarvoor ik hem
een pilletje heb gegeven. . . ,
Dr. Vening Meinesz (bij Kul/per, tot van Leeuwen): Ja, collega, misschien is die te genezen maar bij
dezen werd de kwaal chronisch, en hij heeft er nog loslippigheid bij. . . .
De dansmeester tot Mr. N. G. Pierson: Aans.
zwai, drai. an de Bank voorbij.
Op de plaats, zwai ! drai! Aans, zwai, drai!
PROF. ASSER'S CANDIDATUUR VOOR DE TWEEDE
6 Sept. 1891 KAMER
,,Tóbl or not tobi that is the question"
DÉBRIEFWISSELING TUSSCHEN IHR. WITTEWAAL VAN
21 Mei 1899 STOETWËGBN EN DR, KUYPER
DE WEKELIJKSCHE
PLAAT VAN DE
GROEN E"
DOOR WALRAVE BOISSEVAIN
Lid van den Gemeenteraad van Amsterdam
Dr, Kuyper: Hoe kan toch een beertje, dat. dagelijks aan u een
voorbeeld mag nemen, zóó oogelikt zijn?"
De Beer: Nu, hij ia in goede handen."
\T AN mijn prilste jeugd herinner ik mij die plaat als
* een iederen Zaterdag terugkeerend pretje en nu ik
mij tot schrijven over het werk van Johan Braakensiek
zet, merk ik, dat zeer oude teekeningen van hem het
levendigst in mijn herinnering zijn gebleven, toen de
tijdgenooten van mijn ouders telkenmalen door de
raak typeerende teekenstift van Braakensiek ten
tooneele werden gevoerd. Amsterdammers tegen wie
wij hoog opzagen, omdat zij belangrijke functies
bekleedden in staats- of stadsbestuur, maar waarvan
velen tot den intiemeren vriendenkring mijner ouders
behoorden. Het was dan telkens een vreugde hun
karakteristieken kop in de plaat van d\ Groene"
vereeuwigd te zien. Ik denk hier aan de plaat:
Ein, zwei, drei, an die Bank vorbei," toen Mr. N. G.
Pierson een zoo prachtige positie als president van
de Nederlandsche Bank prijsgaf om minister van
Financiën te worden. Ik denk ook aan den bijzonderen
kop van Mr. G. van Tienhoven, toen burgemeester
van Amsterdam, aan het fijn besneden gezicht van
Mr. H. P. G. Quack, met het lange in den nek hangende
grijze krulhaar, aan de krachtfiguur van Dr. Abraham
Kuyper, toen in zoo feilen strijd gewikkeld met
Charles Boissevain; later ook de regentenkop, met
de grijze bakkebaarden, van Mr. Vening Meinesz, den
stroeven Fries.
Bewonderenswaardig was het, hoe Braakensiek
telkens weer deze vooraanstaande mannen wist te
typeeren, maar het was dan ook dankbaar materiaal.
Van al dezen is alleen Charles Boissevain, de
86jarige overgebleven, de anderen hebben dit aardsche
tranendal verlaten en zetten den strijd in de elysische
jachtvelcen voort.
Een nieuw geslacht regeerders is opgestaan, maar
ook thans heeft Braakensiek daaraan dankbaar
materiaal.
In de oude raadzaal hingen eenige schuttersstukken
en als ik Burgemeester de Vlugt eens goed aankeek,
dan was het alsof een van die
17e-eeuwsche-Amsterdamsche schutters uit het kader van het groote
schilderij was gestapt cm daar op den
Burgemetstersstoel plaats te nemen. Naast hem, ter rechter zijde,
de zich verfijnende grijze kop van Wibaut met de
wilde lange grijze haren en de onmodische
breedgestrikte das, overblijfselen van zijn revolutionairen tijd,
toen hij met de zijnen den stormloop op de kapitalis
tische bourgeoisie begon en er nog niet van droomde,
dat hij zelf eens voor de moeilijkheid zou staan om
het budget van Amsterdam, uitgedijd tot meer dan
100 millioen 's jaars, sluitend te maken !
Ja, deze bestuurders van Amsterdam hebben
alevel wat bijzonders, plus c,a change, plus ca reste
la même chose", want of men revolutionaire sociaal
democraten of anti-revolutionairen heeft, het bestuur
van een groote stad eischt regenten-kwaliteiten.
Moge het Amsterdam aan dezulken nimmer ont
breken en moge het Braakensiek nog lang gegeven
zijn om zulke figuren in,,de Groene Amsterdammer"
tot vreugde van de lezers ten tooneele te voeren.
DE GANG NAAR CANOSSA VAN HET AMSTERDAMSCHE
GEMEENTEBESTUUR
18 December 1899
De heer Bergsma tot den heer Vening Meinesz : Drie ton boete en
vermindering van retributie van ónze gaslevering !"
Mr. van Tienhoven : Dat koopje heb ik voor mijn opvolger over
gelaten." .
25 Sept. 1892.
INDIENING DER KIESWET
Minister van Tienhóven: Ga nu je gang maar, Tak; ze hebben nu
lang genoeg gezeurd."