Historisch Archief 1877-1940
5576
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
Braak is niet enthousiast
4000 PLATEN IN 40 JAAR
DOOR. BARBAROSSA
Teekeningen voor ,de Groene Amsterdammer"
door L, J. Jordaan
\7£ERTIG maal twee en vijftig plus de
schrikkeljaren, plus de kleintjes min een groote want
in de week dat hij trouwde had hij te veel aan zijn
'hoofd om aan zijn plaat te denken. De berekening
is ingewikkeld maar zij klopt. Er worden
Carnegiemedailles uitgereikt aan medeburgers die iets
verdienstelijks op hun geweten hebben. Waarom Braak"
er nog altijd geen heeft, is mij een raadsel.
Tweeduizend negen en tachtig maal is hij naar de
redactie van de Groene" gewandeld, heeft hij om n
minuut voor drieën op tweeduizend negen en tachtig
Dinsdagen de deur van het allerheilige opengedraaid
en gezegd: Goeje middag, dames en heeren." Hij
heeft met een artistieken zwaai zijn flambard aan den
kapstok gehangen, zijn stoel achteruit getrokken en
zich gezet voor het stapeltje teekenvellen dat de
redactie-secretaris voor hem heeft klaargelegd. Hij
heeft het kistje sigaren, dat de uitgever zoo zijn
uitgevers ! voor de redactie en haar gasten met
kwistige hand gevuld heeft, naar zich toegetrokken,
den brand er in gestoken en nu zit hij en wacht.
Naast hem, aan het hoofd der tafel, zit de hoofd
redacteur en over hem en aan zijn rechterhand de
anderen die straks hun wijsheid over de te ontwerpen
plaat zullen doen schijnen. En aan het ondereind der
tafel zit de theeschenkster, die ik weet niet hoeveel
platen met haar thee ten doop heeft gehouden en wie
ik nog maar altijd niet het geheim heb kunnen ont
futselen wanneer zij eindelijk eens zal jubileeren om
N. V. KUNSTZALEN
DE SIRKEL"
Laan van Meerdervoort 53 D
DEN HAAG TEL, 36518
WERKEN VAN MODERNE MEESTERS
Kunstboeken, Sieraden,
Glaswerk Leerdam Unica
Aardewerk £31*
Reproducties naar oude meesters
haar vele lezeressen in de gelegenheid te stellen haar
heur dankbaarheid te toonen. U zult begrepen hebben
dat ik het heb over deze even bescheiden als ver
dienstelijke journaliste Elis Rogge.
Het is drie uur en de hoofdredacteur strijkt zich
over het voorhoofd en zegt zuchtend: Er is van de
week niet veel belangrijks gebeurd." Heel de tafel is
het met hem eens. Braakensiek ook? Ik en weet het
niet. Hij geniet van zijn sigaar het zijn heel goeje,
heb ik me laten vertellen en heeft een batterij
scherp gepunte potlooden in stelling gebracht. Een
heeft hij tusschen vinger en duim genomen en zwaait
het heen en weer.
Dan pakt de hoofdredacteur .een kwestie bij den
kop en zet het gebeurde kort en duidelijk uiteen
het zijn model-colleges in histoire contemporaine,
die Kernkamp geeft en onderwerpt aan het oordeel
der vergadering de wijze waarop men het in beeld zal
brengen. Dan regent het plotseling ideeën, aanwij
zingen, verstandige en waanzinnige opmerkingen,
het onderwerp wordt heen en weer gerukt, er wordt
aan gekloven, het wordt geschud, op zijn kop gezet
en eindelijk is men het eens over den vorm dien de
teekenaar er aan geven zal. Maar de teekenaar heeft
al djen tijd rustig zitten te rooken en zich van het debat
niets aangetrokken. Aller oogen zijn op hem geves
tigd en de hoofdredacteur buigt zich tot hem over en
zet hem nog eens in het kort de bedoeling uiteen. Er
komt langs Braak's oogen een diepe rimpel, hij schudt
de asch van zijn sigaar en staart stil voor zich uit.
De vergadering wacht.
Hij marcheert niet, zegt er een.
Hij ziet het niet, zegt een ander.
Hij voelt er niet veel voor, meent een derde.
Dus u wou Michel en Marianne
Verder komt hij niet. En rookt weer. Of wel komt
hij zelf met een idee, waarop een ander met een ander
idee komt, totdat men het weer zoo goed als eens is
geworden over een heel ander idee waarvan een
degelijk beentje van Brugmans, een artistiek armpje
van Top Naeff, het nuchter hoofdje van van Holkema
en het lichtzinnige ruggetje van weer een ander is.
En terwijl de discussies nog in vollen gang zijn,
heeft Braak" het potlood tusschen wijs- en middel
vinger genomen en teekent. Weer zijn aller oogen op
hem gericht. In de linkerhand, die naast het
teekenvel ligt, trilt de sigaar en nu is er een diepe rimpel in
zijn wang. Het potlood beschrijft kringen en bogen,
trekt lijnen, arceert en maakt krullen en in een paar
minuten ligt het plan van de plaat gereed. De hoofd
figuren staan er, een enkele bizonderheid wordt hem
nog aan de hand gedaan, op- en onderschrift stelt de
hoofdredacteur vast en Braak" rolt zijn teekening
op, stopt haar in zijn binnenzak, bergt zijn potlooden
weg,steekt een nieuwe sigaar op,zegt: goeje middag,
dames en heeren" en verdwijnt.
Veertig maal twee en vijftig maal min twee, plus
de schrikkeljaren. Want eenmaal is hij getrouwd en
eenmaal lag hij met griep te bed en zat de redactie
om zijn bed. Ik zal zien dat ik het adres van de
Carnegie-stichting te weten kom!
Braak zet zijn standpunt uiteen
DE EERSTE GREEP
DOOR MR. H. VERKOUTEREN
Lid van de Eerste Kamer
A LS het op Zaterdagmiddag tegen vier uur loopt,
"^ ga ik zoeken naar de Groene. Onder vele bladen
wordt hij het eerst opgenomen en de eerste greep is
dan natuurlijk naar de plaat van Braakensiek.
Zelden of nooit stelt hij ons te leur. Hij geeft ons aan
schouwelijk onderwijs in de politiek. Op de gewich
tigste gebeurtenissen van de afgeloopen week laat
hij een ondeugend licht vallen en gewoonlijk is de
toespeling geestig en raak. Het teekenen van zulke
platen verraadt ook een grondige kennis van politieke
toestanden, die niet minder waardeering verdient dan
de teekeningen zelf.
Van schilderen en teekenen heb ik bitter weinig
verstand. De technische waarde van het werk van
den heer Braakensiek kan ik dus niet beoordeelen,
maar ik heb het altijd hooren roemen en op mij heeft
het steeds den indruk gemaakt van zeer veel talent.
Vooral als ik niet alleen let op de platen in de Groene,
maar ook op de portretten, die ik van hem heb gezien.
Ik meen mij, onder meer, een uitnemend portret te
herinneren van onzen nu overleden staatsman: de
Savornin Lohman. De gelijkenis was treffend en de
détails waren met zorg uitgewerkt. Als ik die por
tretten zie, denk ik, onwillekeurig, aan de woorden,
die op het huisje van Czaar Peter staan geschreven:
Niets was den grooten man te klein". Alle mannen
van beteekenis hebben steeds de waarde van het
kleine doorzien en erkend.
Teekenaars, als de heer Braakensiek, zijn in ons
land zeldzaam. Als ik oude historie-platen zie, krijg ik
den indruk, dat onze vaderen op het punt van karika
turen en allegorieën hooger stonden dan wij, maar des
te meer waardeer ik het, dat de heer Braakensiek een
oude en grootendeels verloren gegane vaderlandsche
kunst doet herleven. Wat hij ons geeft, mag wedijveren
met het beste, dat onze vaderen ons hebben nagelaten
en het buitenland ons nu laat zien.
Ik hoop dus zeer, dat de heer Braakensiek nog vele
jaren zal kunnen voortgaan met zijn platen in de
Groene, die ons week aan week genot en leering ver
schaffen.
HUIS
IIAAKD
HEERENGRACHT 5OO
AMSTERDAM
^EUBE
MEUBELEW TAP'JTErt
IDUHEf^