De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 16 oktober pagina 15

16 oktober 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

5576 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Braak is niet enthousiast 4000 PLATEN IN 40 JAAR DOOR. BARBAROSSA Teekeningen voor ,de Groene Amsterdammer" door L, J. Jordaan \7£ERTIG maal twee en vijftig plus de schrikkeljaren, plus de kleintjes min een groote want in de week dat hij trouwde had hij te veel aan zijn 'hoofd om aan zijn plaat te denken. De berekening is ingewikkeld maar zij klopt. Er worden Carnegiemedailles uitgereikt aan medeburgers die iets verdienstelijks op hun geweten hebben. Waarom Braak" er nog altijd geen heeft, is mij een raadsel. Tweeduizend negen en tachtig maal is hij naar de redactie van de Groene" gewandeld, heeft hij om n minuut voor drieën op tweeduizend negen en tachtig Dinsdagen de deur van het allerheilige opengedraaid en gezegd: Goeje middag, dames en heeren." Hij heeft met een artistieken zwaai zijn flambard aan den kapstok gehangen, zijn stoel achteruit getrokken en zich gezet voor het stapeltje teekenvellen dat de redactie-secretaris voor hem heeft klaargelegd. Hij heeft het kistje sigaren, dat de uitgever zoo zijn uitgevers ! voor de redactie en haar gasten met kwistige hand gevuld heeft, naar zich toegetrokken, den brand er in gestoken en nu zit hij en wacht. Naast hem, aan het hoofd der tafel, zit de hoofd redacteur en over hem en aan zijn rechterhand de anderen die straks hun wijsheid over de te ontwerpen plaat zullen doen schijnen. En aan het ondereind der tafel zit de theeschenkster, die ik weet niet hoeveel platen met haar thee ten doop heeft gehouden en wie ik nog maar altijd niet het geheim heb kunnen ont futselen wanneer zij eindelijk eens zal jubileeren om N. V. KUNSTZALEN DE SIRKEL" Laan van Meerdervoort 53 D DEN HAAG TEL, 36518 WERKEN VAN MODERNE MEESTERS Kunstboeken, Sieraden, Glaswerk Leerdam Unica Aardewerk £31* Reproducties naar oude meesters haar vele lezeressen in de gelegenheid te stellen haar heur dankbaarheid te toonen. U zult begrepen hebben dat ik het heb over deze even bescheiden als ver dienstelijke journaliste Elis Rogge. Het is drie uur en de hoofdredacteur strijkt zich over het voorhoofd en zegt zuchtend: Er is van de week niet veel belangrijks gebeurd." Heel de tafel is het met hem eens. Braakensiek ook? Ik en weet het niet. Hij geniet van zijn sigaar het zijn heel goeje, heb ik me laten vertellen en heeft een batterij scherp gepunte potlooden in stelling gebracht. Een heeft hij tusschen vinger en duim genomen en zwaait het heen en weer. Dan pakt de hoofdredacteur .een kwestie bij den kop en zet het gebeurde kort en duidelijk uiteen het zijn model-colleges in histoire contemporaine, die Kernkamp geeft en onderwerpt aan het oordeel der vergadering de wijze waarop men het in beeld zal brengen. Dan regent het plotseling ideeën, aanwij zingen, verstandige en waanzinnige opmerkingen, het onderwerp wordt heen en weer gerukt, er wordt aan gekloven, het wordt geschud, op zijn kop gezet en eindelijk is men het eens over den vorm dien de teekenaar er aan geven zal. Maar de teekenaar heeft al djen tijd rustig zitten te rooken en zich van het debat niets aangetrokken. Aller oogen zijn op hem geves tigd en de hoofdredacteur buigt zich tot hem over en zet hem nog eens in het kort de bedoeling uiteen. Er komt langs Braak's oogen een diepe rimpel, hij schudt de asch van zijn sigaar en staart stil voor zich uit. De vergadering wacht. Hij marcheert niet, zegt er een. Hij ziet het niet, zegt een ander. Hij voelt er niet veel voor, meent een derde. Dus u wou Michel en Marianne Verder komt hij niet. En rookt weer. Of wel komt hij zelf met een idee, waarop een ander met een ander idee komt, totdat men het weer zoo goed als eens is geworden over een heel ander idee waarvan een degelijk beentje van Brugmans, een artistiek armpje van Top Naeff, het nuchter hoofdje van van Holkema en het lichtzinnige ruggetje van weer een ander is. En terwijl de discussies nog in vollen gang zijn, heeft Braak" het potlood tusschen wijs- en middel vinger genomen en teekent. Weer zijn aller oogen op hem gericht. In de linkerhand, die naast het teekenvel ligt, trilt de sigaar en nu is er een diepe rimpel in zijn wang. Het potlood beschrijft kringen en bogen, trekt lijnen, arceert en maakt krullen en in een paar minuten ligt het plan van de plaat gereed. De hoofd figuren staan er, een enkele bizonderheid wordt hem nog aan de hand gedaan, op- en onderschrift stelt de hoofdredacteur vast en Braak" rolt zijn teekening op, stopt haar in zijn binnenzak, bergt zijn potlooden weg,steekt een nieuwe sigaar op,zegt: goeje middag, dames en heeren" en verdwijnt. Veertig maal twee en vijftig maal min twee, plus de schrikkeljaren. Want eenmaal is hij getrouwd en eenmaal lag hij met griep te bed en zat de redactie om zijn bed. Ik zal zien dat ik het adres van de Carnegie-stichting te weten kom! Braak zet zijn standpunt uiteen DE EERSTE GREEP DOOR MR. H. VERKOUTEREN Lid van de Eerste Kamer A LS het op Zaterdagmiddag tegen vier uur loopt, "^ ga ik zoeken naar de Groene. Onder vele bladen wordt hij het eerst opgenomen en de eerste greep is dan natuurlijk naar de plaat van Braakensiek. Zelden of nooit stelt hij ons te leur. Hij geeft ons aan schouwelijk onderwijs in de politiek. Op de gewich tigste gebeurtenissen van de afgeloopen week laat hij een ondeugend licht vallen en gewoonlijk is de toespeling geestig en raak. Het teekenen van zulke platen verraadt ook een grondige kennis van politieke toestanden, die niet minder waardeering verdient dan de teekeningen zelf. Van schilderen en teekenen heb ik bitter weinig verstand. De technische waarde van het werk van den heer Braakensiek kan ik dus niet beoordeelen, maar ik heb het altijd hooren roemen en op mij heeft het steeds den indruk gemaakt van zeer veel talent. Vooral als ik niet alleen let op de platen in de Groene, maar ook op de portretten, die ik van hem heb gezien. Ik meen mij, onder meer, een uitnemend portret te herinneren van onzen nu overleden staatsman: de Savornin Lohman. De gelijkenis was treffend en de détails waren met zorg uitgewerkt. Als ik die por tretten zie, denk ik, onwillekeurig, aan de woorden, die op het huisje van Czaar Peter staan geschreven: Niets was den grooten man te klein". Alle mannen van beteekenis hebben steeds de waarde van het kleine doorzien en erkend. Teekenaars, als de heer Braakensiek, zijn in ons land zeldzaam. Als ik oude historie-platen zie, krijg ik den indruk, dat onze vaderen op het punt van karika turen en allegorieën hooger stonden dan wij, maar des te meer waardeer ik het, dat de heer Braakensiek een oude en grootendeels verloren gegane vaderlandsche kunst doet herleven. Wat hij ons geeft, mag wedijveren met het beste, dat onze vaderen ons hebben nagelaten en het buitenland ons nu laat zien. Ik hoop dus zeer, dat de heer Braakensiek nog vele jaren zal kunnen voortgaan met zijn platen in de Groene, die ons week aan week genot en leering ver schaffen. HUIS IIAAKD HEERENGRACHT 5OO AMSTERDAM ^EUBE MEUBELEW TAP'JTErt IDUHEf^

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl