Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2576 !
zft
r,
A
a*
S
ie.
J O N. G-E L IN G
SJAREN
A1T ANNEER men dit
jubileumnum'" mcr heeft doorgebladerd, zal men
ongetwijfeld in zijn gedachten Braaken
siek als een ouden heer zien. De portret
ten zijn niet geflatteerd en het blad
bevat geen enkel jeugdportret van den
jubilaris. Hoewel hij veertig jaren voor
het publiek is opgetreden, kwam hij
nimmer, behalve de enkele keeren waar
bij hij er heengesleurd moest worden,
voor het voetlicht; hij trok achter de
schermen aan de touwtjes.
Het is den lezer dus te vergeven, dat hij
zich Braakensiek als een man denkt,
die altijd knevel en baard heeft gedragen,
en toch is Johan eens Jantje geweest.
Jantje was niet erg flink uit de kluiten
gewassen, hij was, wat men ,,een min
ventje" noemt. Op zijn derde jaar werd
hij eenigszins doof, door een val uit het
raam, zooals hij vermoedt.
Op zijn vijfde of zesde jaar begon hij
te teekenen. Zijn zeventien jaren oudere
broer, eerste teekenaar bij de firma Ar
mand, was dikwijls ziek en dan hield
Jantje ,hem trouw gezelschap; Op het
ziekbed gezeten vermaakte de knaap
zich dan met poppetjesteekenen, niet
de traditioneele figuurtjes, zopals kin
deren dit plegen te doen en die de an
dere Jantje van de Groene zoo
bedriegelijkweetnate.bootsen, maar werkelijk
goede poppetjes in allerlei mogelijke en
onmogelijke standen; de laatste hadden
zijn voorliefde.
De lagere school heeft weinig genoe
gen aan hem, en hij aan haar, beleefd;
nog vóór zijn twaalfde jaar werd hij
vandaar weggezonden, met de bood
schap, voor thuis omdat hij toch niet
kon leeren". Braakensiek erkent dan
ook, wanneer hij van de schooljaren
spreekt, gulweg, dat hij te suf en te
beroerd was om te leeren." Een en
ander belette een onderwijzer niet, toen
Braakensiek in lateren tijd toonde wat
hij kon, te verklaren: ik heb het altijd
wel gedacht, dat er in jou wat stak."
Veel plezier had Jantje in de eerste
jaren na den schooltijd ook niet. Hij
werd voor allerlei werkjes gebruikt, fun
geerde als duvelstoejager en loopjongen,
en kreeg niet de gelegenheid zijn aanleg
te ontwikkelen of er een practisch ge
bruik van te maken.
Toen hij vijftien was, begreep zijn
familie, dat zijn liefhebberij voor de toe
komst toch wel iets waard was, en zij zocht
voor hem een plaats op een modewinkel
waar hem het teekenen van borduur
en soutachepatronen werd toevertrouwd.
Twee awnden per week gaf cie
kerkschilder B. Tétar van Elven hem
teekenles. Deze leeraar liet zijn leerlingen
nateekenen in het oneindige, alles naar
CADILLAC
De schitterende constructie en afwer
king der nieuwe CADILLAC V 65
bewijzen, dat Cadillac haar leidende
positie op zeldzame wijze weet te
handhaven.
K. LANDEWEER - UTRECHT.
BRIDGE
EEN HANDBOEK VOOR
Royal-Auction en
Contract-Bridge
voor geoefenden en voor beginners
DOOR
B.' M. v. d. GROENE
Prijs ingen. f2.25; geb. f2.90
Uitgave van
VAN HOLKEJWA & WARENDORF
AMSTERDAM
CHAMPAGNE EXTRA
D U M I N Y
Agencei Comptoir des Pays-Bas
et de Paris, La Haye
gedrukte voorbeelden, op dezelfde wijze
als thans nog in Amerikaansche schrif
telijke cursussen wordt voorgeschreven.
Routine verkrijgt men wel bij dit sy
steem, maar persoonlijke opvattingen
worden daarbij volkomen onderdrukt.
De teekenleeraren bij ons onderwijs
hebben dezen weinig artistieken weg
gelukkig verlaten.
Zoo zwoegde de jongen een jaar voort,
tot een toevallige kennismaking nieuw
perspectief opende.
Martin Kalff, destijds redacteur van
het Handelsblad", bezocht den ouden
heer Braakenriek voor de vervaardiging
van een wandrlgids voor Baarn en om
streken. In de woning van den
kaartteekenaar zag de heer Kalff de schetsen
van den jongen Johan en was getroffen
door het talent, dat daaruit sprak.
Martin Kalff nam zich voor, den jon
gen vooruit te helpen. Zijn eerste poging
faalde, toen hij hem opdroeg teekeningen
te maken bij een boek over het tooneel,
waarvan de heer Kalff de auteur was.
Daarvan kwam niets terecht; het bleek
ook toen, dat aanleg zonder voldoende
.geoefendheid niet genoeg is. Gelukkig
voor Johan gaf Martin Kalff zijn plannen
niet op en door zijn bemiddeling kreeg
Braakensiek de gelegenheid zijn schetsen
te toonen aan de heeren Poorter en
Allebé, destijds respectievelijk directeur
en leeraar aan de Academie. Beiden
waren verrukt, wilden niet gelooven,
dat de getoonde werkstukken door een
jongen van zestien jaren uit'het hoofd"
waren geteekend, te meer omdat hij
noch van perspectief, noch van anato
mie eenig theoretisch begrip had. Hij
had eenvoudig een kijk op de dingen".
Martin Kalff had dus reeds half het
pleit gewonnen, maar om tot den
academischen kunsttempel te worden toe
gelaten, was het afleggen van een exa
men noodig, waarnaar, zónder eenige
voorbereiding, maar niet met de muts
kon worden gegooid. Het drietal wilde
den knaap echter gaarne helpen, en
vond een uitweg. De heer de Poorter liet
Johan Braakensiek gedurende een kwart
jaar in een ledig schoolokaal werken.
Johan teekende als een bezetene en toen
getuigde de teekening van den
traditioneelen pleisterkop van voldoende geoe
fendheid en aanleg, zoodat de deuren
van de Academie tevens toegang ge
vend tot een jubileum aan de roene"
in 1926 wijd openstonden en noodden
tot binnengaan.
En Jantje stapte moedig naar binnen,
maar werd aan een slip van zijn jas
teruggehouden:
leerling-aan-de-Academie-zijn kostte geld. Veel, veel te veel
voor het gezin Braakensiek. De volledige
cursus vorderde /100,?, de avondlessen
/ 40,?per jaar.
Den eersten tijd werden de laatste,
de goedkoopste, gevolgd; later werd hij
voor den dagcursus ingeschreven. Vijf
jaren genoot hij van het onderwijs van
Allebé, Wijnveld, Kaiser, Stracké,
Alberdingk Thym en de Poorter. Aan de eerst
genoemde twee dankt hij, naar zijn
zeggen, het meeste.
Martin Kalff vulde in die jaren
Johan's gebrekkig schoolonderwijs aan
door het geven van lessen in vreemde
talen. Braakensiek kon er echter zijn
hoofd niet erg goed bijhouden.
Als iemand', vertelde hij over zulke
dingen begint, dan kijk ik onwillekeurig
aJ/een maar naar de gezichten, die hij
trekf, naar de manier waarop hij
zijn armen en handen beweegt, naar
de p/ooien in zijn jas, naar zijn das,
en zulke zaken .
Al mochten die avonden dan geen
verrijking van zijn taalkennis zijn,
onvr ichtbaar voor zijn algemeene kennis
waren zij zeker niet.
Johan Braakensiek begon na den Aca
demietijd zijn zelfstandige loopbaan als
illustrateur. Justus van Maurik's Uit
het Volk' was zijn eersteling, en daar
mede waren zijn jongelingsjaren voorbij.
C. F. VAN DAM.
Amsterdamsch Accountantskantoor
Steenveldt Maasdam & van Bijden*
(Opgericht door Mr. E. J. KORTHALS ALTES).
Leden v/h Nederlandsch Instituut v. Accountants.
Roemer Visscherstraat l, AMSTERDAM, Telefoon 21660.
ROTTERDAMSCHE
SCHEEPSHYPOTHEEKBANK
WIJNHAVEN 94a
UITGIFTE van.
5°/0 Pandbrieven tegen 1001%
De Directeur: Mr. W. C. MEES
DEENSCH
RIJKSWONINGFONDS
(STATSBOLIGFONDEN).
UITGIFTE van
? 10.000.000.- (Kr. 15.000.000-)
5 pCt. Obligatiën
gegarandeerd door
het
KONINKRIJK DENEMARKEN
Ondergeteekenden berichten dat de inschrijving op bovengenoemde uitgifte
zal zijn opengesteld
te AMSTERDAM: ten kantore van
DE TWENTSCHE BANK,
de AMVSTERDAMSCHE BANK,
de Heeren LIPPMANN, ROSENTHAL & Go.,
deNEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ,
de ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING;
te ROTTERDAM en 's-GRAVENHAGE: ten kantore van
DE TWENTSCHE BANK,
de AMSTERDAMSCHE BANK,
de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ,
de ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING,
op WOENSDAG, 20 OCTOBER 1926~
van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur,
tot den koers van 97 pCt. «?
Prospectussen en inschrijvingsbrieven zijn bij de Ondergeteekenden verkrijgbaar.
DE TWENTSCHE BANK.
AMSTERDAMSCHE BANK.
LIPPMANN, ROSENTHAL & Co.
NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ.
ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING.
AMSTERDAM.
ROTTERDAM,
14 October 1926,
TYP
'" STEENDRUKKERIJ V/H ELLERMAN, HARMS & CO.