De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 16 oktober pagina 9

16 oktober 1926 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

*^^^f,^jfC -t' ? i- > i f- ' X - j No. 2576. «* . "* .?'.''" DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ? . >. . ? ,' ' -i 9 JOHAN BRAAKENSIEK DOOR L. J. JORDAAN W EERTIO jaar politiek teekenaar! Als je er zelf * een dikke twintig p hebt zitten, denk je met diep respect niet vrij van een zekere ontsteltenis aan hetgeen er zoo nog voor je weggelegd kan zijn en salueer je eerbiedig met de teekenpen voor dezen Nestor. Veertig jaar teekenaar veertig jaar Marianne tot John Buil" veertig jaar Ministerieele crises" veertig jaar de%,Kerst-engel" en de Ster van Bethlehem" veertig jaar Mars" het is geen kleinigheid! En nog altijd zit deze stille regis seur achter zijn steen de maquette van het groote politieke wereldtooneel nog altijd ensce neert hij met den gemoedelijken spot, die hem ken merkt, op deze miniatuur-bühne zijn wekelijksche parodieën op de daverende drama's der Europeesche kabinetten en parlementen. Welk een filosoof moet deze mensen geworden zijn, die de vergankelijkheid der aardsche grootheid zoo ex-officio gadesloeg en noteerde! Ministers vielen koningen werden wegge jaagd sterke mannen afgedankt maar Braak vis nog altijd daar, als een moderne Clio met flambard en slipdas en noteert noteert ! Weer een Koning exit weer een Excellentie foetsie wie nu?" Mij dunkt als ik een geweldig minister, of een belangrijk Kamerlid, of een gewichtig wethouder ware ik zou slechts met schuwheid en angst dit levend Memento mori" durven naderen, vervuld van de bange vraag: Wanneer zal-ie mijn smadelijken val-in-de-vergetelheid registreeren?" En nu jubileert Braakensiek en gedenkt heel Neder land met hem dendag.dat zijn populairste teekenaar veertig jaar lang zijn populairste weekblad verluchtte. Er is niet veel durf voor noodig, om te voorspellen, dat het een grootsche en universeele huldiging zal worden, want weinigen leven zoo in het hart van ons volk als de cartoonist van De Groene". Van alle kanten, uit alle standen en wat nog meer zegt door alle politieke richtingen, zal hem hulde gebracht worden. Terecht meende de Redactie, dat daar een woord van zijn collega in engeren zin niet ontbreken mocht en zoo kom ik ertoe dit appeltje met den jubilaris te schillen. Het redactie-bureau van de Groene" is niet bepaald de plaats voor het uiten van sentimenteele confidenties en dus ervaart Braakensiek heden voor de eerste maal, dat hij een beslissenden invloed heeft gehad?zij het ook zonder er zich van bewust te zijn op de carrière van ondergeteekende. Er is een tijd geweest, dat ik van mijn zakcenten alles opkocnt en verzamelde, wat door Johan Braakensiek geteekend was dat ik zijn werk bestudeerde en af en toe (ik mag het nu, na zooveel jaar wel zeggen) zelfs copieerde. Hoe kende ik ieder lijntje van zijn voortreffe lijke, luchtige en smaakvolle illustraties voor Louwerse's Vaderlandsche Geschiedenis" hoe ver trouwd waren mij zijn teekeningen bij Justus van Maurik's novellen maar vooral hoe bewonderde ik zijn politieke prenten! Het was in die dagen, dat zich, midden onder de studie voor een geheel ander vak, het hardnekkige idee bij mij vastzette, een politiek teekenaar te worden als 'Braakensiek en mijn vurigste zij het ook voorloopig vrome wensen was het, met den beroemden schepper van Marianne en John Buil kennis te maken. En kijk is het niet als het romantische verhaal van het ijve rige eerzuchtige knaapje! nu ben ik inderdaad de collega van Braakensiek, zit zelfs tegenover hem aan de redactie-tafel van De Groene" en volg de rookkrinkeltjes van zijn onsterfelijke sigaar met peinzenden blik. En met gemengde gevoelens, want zoo heerlijk als ik destijds dacht, is het metier nou ook weer niet maar dat is een ander couplet. Het is hier noch de tijd, noch de plaats in een critische beschouwing te vervallen van Braakensiek's oeuvre, maar n ding moet mij toch van het hart: ik heb wel eens meenen op te merken, dat men tegenover ons, jongere teekenaars, een zekere voor zichtigheid en reserve in acht neemt, wanneer het gesprek komt op dezen ouden gardist. Zoo iets van: Ja wij vinden het wel mooi, maar jullie moderne confraters zullen daar wel anders over denken !" Welnu eens voor al: dat is een vergissing ! Ik ben er van overtuigd, dat wij, <die de moeilijkheden van dit eigenaardige métier dagelijks aan den lijve ondervin den, meer respect en meer waardeering voor onzen Nestor hebben, dan welke leek ook. Wij, die weten, wat het zeggen wil, steeds paraat te moeten zijn nimmer de weelde te kennen, van op inspiratie en op gedisponeerd-zijn te mogen wachten, wij hebben juist een speciale bewondering voor dezen stoeren werker, zooals door geen buitenstaander beseft kan worden. Want de hand, die voor veertig jaardeBismarck'sen de Gladstone's op den steen zette, teekent nog even vast en raak de Mussolini's en de Poincaré's. Het is ons een eer en een genoegen, haar op dit jubileumsfeest te mogen drukken! Braak heeft voor het eerst sinds veertig jaar vacantie: een andere hand dan de zijne zal de traditiegeworden Plaat-van-de-Groene" teekenen. Hache lijke onderneming! Al was ons land vol teekenaars, knapper geestiger belangrijker dan Johan Braakensiek, dan nog zou het een uiterst moeilijke taak zijn, een plaatsvervanger voor hem te vinden zelfs nu, voor n enkele maal. Want als publicist heeft hij het oor en het hart van de breede lagen van ons volk, meer dan eenige andere schrijvende, speechen de of teekenende Nederlander. Hij sprak reeds aanstonds van nature de taal, die ons publiek het beste ligt zijn eenvoud en gemoedelijkheid vonden oogenblikkelijk weerklank, want zij vormen de meest karakteristieke en lang niet de slechtste eigenschappen van onzen volksaard. Voeg daarbij, dat een veertig jaar lange, vertrouwelijke omgang met het Nederlandsche volk een sfeer van intimiteit schept, die alle inmenging van derden bij voorbaat afwijst en men zal begrijpen, hoe gewaagd het moet zijn de mettre \S main entre l'arbre et l'écorce". Maar het kon niet anders! Wij medewerkers van de Groene" willen deze week alleen spreken over onzen merkwaardigen jubilaris zelfs in de groo te plaat". En hoe vaardig Braakensiek ook zijn moge, een plaat aan zichzelf wijden.... dat zou hem te machtig zijn. Zoo geviel het, dat Braak met veel geheimzinnigheid ter deure uitgewerkt werd en letterlijk met vacantie gestuurd" om ons in de gelegenheid te stellen, te complotteeren over de jubileums-plaat. En ik heb meer dan n reden om den roekelooze, die voor dit karweitje opdraaide, sterkte en bonne chance te wenschen.... Maar de volgende week is Braakensiek weer present zal hij weer op zijn oude plaats aan de redactietafel zitten als een rechtvaardige ter rechterhand van zijn hoofdredacteur. Hij zal weer, met de hand achter het oor, als de minst spraakzame, maar oplettendste toehoorder de besprekingen volgen en Mussolini en Chamberlain, Colijn en Wibaut zullen weer, nolens volens, moeten medewerken aan de miniatuur-burlesken, die hij wekelijks organiseert. Maar eerst zal Johan Braakensiek zich hebben te onderwerpen aan de hartelijke en welgemeende gelukwenschen van al zijn landgenooten niet het minst van ons, zijn collega's, wien hij als pionnier den weg baande! UIT DE NATUUR: DE BONTE KRAAIEN VAN THIENEMANN DE BONTE KRAAIEN DOOR DR. JAC. P. THIISSE ZOOVER het oog reikt strekt de duindoornhelling zich uit, zilver met geel en oranje. De struiken dragen dit jaar overvloedig vrucht. Wel missen enkele strooken en plekken op de helling het oranje geheel en al, maar dat zijn dan ook de mannelijke struiken, die in 't voorjaar niet anders dan meeldraadbloemen hebben. Ze staan groepsgewijs bij elkander. Eigenlijk is iedere groep n enkele plant, want de duindoorn laat lange wortels onder de oppervlakte strijken en daaruit schieten weer nieuwe loten omhoog. Uit de blonde duindoornzee verheffen zich hier en daar enkele vlieren, hooge donkere figuren, als wachters op de helling. Soms sluiten die vlieren aaneen tot formeele vlierboschjes. In die struiken wemelt het nu op dezen zonnigen Octobermorgen van vogels, alle belust op de gele bessen van de duindoorn of de zwarte glanzige vruchten van de vlier. In hun drukke genoeglijke bezigheid laten ze allerlei geluiden hooren, lokroepen van merel, zanglijster, groote lijster en het eindeloos gekweel der spreeuwen. Als ik even in de handen klap vliegt er een heele bende op, joelend en tierend. Met minder regelmaat dan je van spreeuwen ver wachten zou, slieren ze over de struiken, vormen zich tot een vlucht en die zwenkt dan mooi in het gelid over den duinkling heen: grijze vogels in het nieuwe herfstkleed, aan iedere veer een wit of lichtbruin puntje. Tegelijk vliegen ook een viertal grootere vogels op; de eerste bonte kraaien, ten minste de eerste, die ik dit najaar te zien krijg. Mogelijk zijn er al eerder eenige doorgetrokken, want die allereerste troepjes komen met stille trom en zijn zelfs al wel in September Paviljoen Vondelpark" Tel. 24190-27595 Groote en kleine Zalen voor Déjeuners, Diners, Soupers, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK. te verwachten. Ook hun verwanten, de roeken en de kauwtjes, die hier zomer en winter huizen, slaan weinig acht op hen. Maar deze week wordt dat anders. Nu komen de dagen, dat alles wat kraaivogel heet, in een soort van trek-razernij vervalt. Landgenoot en vreemdeling vervullen de lucht met lustig gekrijsch en van vroeg in den morgen af trekken langs duin en strand gemengde troepen van roeken en kauwtjes en bonte kraaien. Ze houden hier meest den binnen rand van het duin, of de binnenste duinvalleien en ge kunt het grootsche schouwspel genieten, staande op de kanteelen van de ruïne van Brederode of boven op het Koninginneduin, dat nu ook al op kaarten Kopje" begint te heeten. De spraakmakende gemeente overwint hier de topografische juistheid. Waar komen al die bonte kraaien vandaan? Ze houden zoo getrouw de kustlijn, dat we gerust kunnen aannemen, dat ze van Alkmaar komen en Den Helder en verder van Texel en Terschelling. Daar wordt het geval al minder duidelijk. We weten zeker, we hebben het gezien, dat ze van Terschelling en Ameland ook oversteken naar de Friessche kust en ook zijn ze buitengaats gezien, koers zettend naar de eilanden. 't Is nog al moeilijk, om daar op de eilanden een geheel zuivere voorstelling te vormen, van wat er eigenlijk gebeurt. Je zoudt met de een of andere troep mee moeten "vliegen en ze danig in de gaten houden, zoo dat je zeker weet steeds dezelfde reizigers voor de oogen te hebben. Mogelijk dat men zoo iets werkelijke eens gaat probeeren. Voorloopig doen we het echter maar met de rin getjes. Ge weet dat sinds het begin van deze eeuw, ik meen sinds 1903, Prof. Thienemann te Rositten op de Kuhrische Nehrung bezig is met allerlei vogels te ringen of te laten ringen. Het is op de Nehrung een aloud gebruik om er de bonte kraaien met netten te vangen voor de consumptie, honderden op n dag. Thienemann nu vangt ook van die bonte kraaien, doch hij eet ze niet op, maar laat ze weer vliegen, na ze aan n der pooten voorzien te hebben van een doelmatig ingericht ringetje van aluminium, voorzien van num mer en adres. Zoo stuurt hij er duizenden de wereld in en wacht dan maar geduldig af, of de een of ander van zijn ringvogels ergens wordt gevangen en men hem daar bericht van stuurt. Reeds voor hem heeft de Deen Mortensen spreeuwen beringd en tegenwoor dig gebeurt het ringen van vogels in verschillende rijken, ook bij ons. Het ijverigst zijn de Amerikanen aan het werk getogen, die hebben zelfs een ,,Bird Banding Association" gesticht en dank zij hun werk zaamheid kunnen daar duizenden en duizenden vogels als 't noodig is voor sommige dagen hun alibi aantoonen ! Van Thienemanns bevindingen aan bonte kraaien geeft bijgaand kaartje een overzicht. Elke stip beteekent n of meer bonte kraaien, die daar ter plaatse gevangen zijn, hetzij in het voorjaar, den zomer of den winter. Alle waren geringd bij Rositten. Alle vindplaatsen beoosten en benoorden Rositten dragen zomerdata die ten westen van de ringplaats vermelden zonder uitzondering vangsten tusschen October en April. Het kaartje toont dus duidelijk dat de bonte kraaien, die in Finland en de andere Oostzee-republieken broeden, in het najaar zuidwaarts en westwaarts trekken en hoofdzakelijk overwinteren in MiddenDuitschland en niet in Nederland, al is er dan ook een enkele aan onze oostgrens verzeild geraakt. De veronderstelling ligt dan ook voor de hand, dat de bonte kraaien, die bij ons doortrekken en waarvan er ook een groot aantal hier blijven overwinteren, afkomstig moeten zijn uit Scandinaviëen Denemar ken. Sedert het vorig jaar hebben we hieromtrent zekerheid, want van de bonte kraaien, die Rendahl in Zweden ringde, zijn er twee in Belgiëwaargenomen en n in Suffolk. Mettertijd zullen er wel meer ge vangen worden en als wij zelf eens op Terscheüing in October zooveel mogelijk bonte kraaien vingen en ringden, dan zouden we ook kunnen te weten komen hoe het staat met hun oversteken naar Engeland en of ze uit Noorwegen ook soms direct over zee over steken naar Terschelling, wat wel waarschijnlijk is. Koninkl.Boomkweekerii?WiliiBlininal>' Charles van Ginneken &Zoon, Zundert, N.Br. Het van ouds gunstig bekende adres voor: Dennen, ter bebossching(uitsluitend Inheemschzaad) Exotische Dennen- en Sparrensoorten, Bosch- en Haagplantsoen, Boomen en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis en franco. Tel. Interc. No.l. Telegr.-Adr.: Wilhelmina, Zundert.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl