De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 23 oktober pagina 13

23 oktober 1926 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 VEERTIG JAREN POLITIEKE PRENT DOOR WYBO MEIJER ICH SELBST UND GOTT ' E, J. Sullivan tTAHN'S naam blijft onafscheidelijk *?*? verbonden aan dien van zijn jiolitieken aartsvijand: Dr. Abraham Kuyper. Een Kuyper-kop" van Hahn is «en geheel persoonlijk ding" gewor den, hij schiep hem in zijn eigen, een onvergetelijk gebleven stijl, dik wijls nagebootst of benaderd, maar Tiooit geëvenaard. Op den kop en de fi guur van Kuyper heeft hij voor en na el zijn stemmingen uitgevierd, haat, hoon, spot, leedvermaak, grondige minachting, ze werden alle omgezet in meesterstukjes van zwart-en-wit-kunst, in dolle, uit bundige charges, in monumentale pren ten of in sierlijke, amusante vignetten. Ook als caricaturist was Hahn een meester. Zijn vis comica was al even sterk ontwikkeld als zijn psychologisch waarnemings-vermogen, hij kon met dezelfde heftigheid zoowel spotten als haten. Geheel oorspronkelijk van stijl .was Hahn's werk niet, hijzelf erkende trouwens den invloed van Th. Th. Heine. Wat je dan invloed" noemt, want het werk van den leerling" overtreft m.i. dat van den meester". Aan Hahn's lijfblad De Notenkra ker", werken nog twee teekenaars mede, welke hier genoemd dienen te worden: Jordaan en Tjerk Bottema. Jordaan's werk kent men ook uit dit weekblad, en uit Het Leven". Wat mij er steeds weer in frappeert, is zijn ongelijkheid van stijl, het is onloochen baar handig en knap, maar het geeft vaak een indruk van haast en van on achtzaamheid. Jordaan's beste werk acht ik zijn kleine prenten, die in het Leven" en ook (al zijn ze geen politieke prentjes) de illustraties in de Groene" bij zijn Bioscopy" artikels. Dit kleinere werk is oneindig labieler en geestiger. Jordaan's spranke lende geest demon streert zich hier veel sterker dan in de groote prenten, die (dikwijls) iets kouds en stijfs hebben, ook door de zware lijnen. Ook, zeg ik, want alleen hierdoor kunnen ze dat niet krijgen. Hahn's lijn was ook zwaar en zijn figuren waren toch soepel. Tjerk Bottema wordt on getwijfeld sterk be nvloed door den Si mplicissunus; Gulbransson, maar meer nog Blix zijn in zijn prenten dui delijk voelbaar. HET DURE SUCCES in Louis Raemaekers. Raemaekers ving zijn werk in deze richting aan bij 't Han delsblad, waarvoor hij de binnenlandsche politiek onder het ministerie Heemskerk Talma c.s. benutte, om er menige geestige prent uit te slaan". Later zette hij zijn arbeid voort aan De Telegraaf", en het kan gerust gezegd worden dat het de oorlog is geweest welke aan Rae maekers zijn tegenwoordige wereld reputatie bezorgde. Men heeft mij wel eens verteld, dat Raemaekers, volgens zijn eigen beweren, heel moeilijk teekent. Ik sta voor de waarheid van deze mededeeling niet in; als R. dit werkelijk gezegd heeft, dan weiger ik pertinent om het te gelooven. Raemaekers' stijl toont sterke over eenkomst met Steinlen en ook met Forain, maar zij n werk mist de sterkte van deze twee meesters, het gaat veel minder diep, het is te veel de te groote gemakke lijkheid waarmee een hartstochtelijke haat en liefde geuit worden. Ook van Hahn-invloeden bleef R. niet vrij. De crisis in de huishouding" van dit weekblad, welke leidde tot het ontstaan van de Mosgroene" had althans deze goede zijde, dat ze^ een drietal poli tieke prent-teekenaars van beteekenis ten tooneele deed verschijnen. Jan Sluyters, Pieter v. d. Hem en Willy Sluiter hebben gedurende het bestaan subtiel talent voegde zich in hem bij den staf van medewerkers, een kunstenaar met een geheel aparten kijk op dingen en toestanden en menschen. Twee factoren had hij tot zijn voordeel: als vreemdeling de objectiviteit, de frischheid waarmede hij de karakteristieke eigenschappen waarnam van het land en het volk, waarheen hij verdreven werd. Als Belg de intense haat tegen den overweldiger, die hem verdreef. Wonderlijk fantastisch is dit werk, ragfijn gedetailleerd en sterk grotesk in spot en in haat een soortgelijke verschijning als v. Raemdonck ken ik in onze moderne prentkunst niet. De invloeden op zijn werk zijn, geloof ik, ook niet in de moderne kunst te zoeken, maar veeleer b.v. bij Brueghel en bij Lucas Cranach. En misschien ook bij enkele Engelschen uit de 60er jaren: de ,,Punch"-teekenaars Charles Reene (1823?1891) en John Leech", de illu strator van Dickens. (1817?1864). Volledigheidshalve noem ik nog Patrick Kroon (Orion), wiens werk echter te zeer lijkt op dat van grooteren, Hahn vooral, om er hier verder over uit te weiden. Het zeer uitgebreide gezamenlijk oeuvre" der buitenlandsche kunste naars kan hier niet dan zeer beknopt worden besproken. Ik bepaal mij daarKABINETSCRISIS L'EPAVE Jan Sluylers De politieke dag blad-illustratie vindt haar voornaamsten vertegenwoordiger Jean Veber der Nieuwe Groene geregeld prenten voor haar gemaakt. De druk in kleuren gaf aan deze prenten iets bijzonders, maar dan negatief, ze werden er ge woonlijk bijzonder leelijk door. Devirtuose teekeningen van v. d. Hem, zoowel als de sterk groteske dito van Jan Sluyters hebben door de kleuren het grootste deel ingeboet van de belangrijk heid die bij druk in zwart en wit veel sterker naar voren gekomen zou zijn. Van der Hem ondervond er het meeste nadeel van. Sluyters' grotesken wonnen door de kleur nu en dan nog aan schrikwekkendheid. De prenten van Willy Sluiter konden er beter tegen, omdat zij vlakker, decoratieyer zijn, zoodat de vlakke kleur meer n geheel vormt met het karakter van de teekening. V. d. Hem heeft zijn werk op dit gebied voortgezet in De Haagsche Post". Hierin vindt men ook de daverende dingen dezer dagen" van Ton van Tast: te rommelig, te verward naar mijn gevoel en te veel geduld van den beschouwer vergend. Van Tast publiceerde reeds vroeger in De Ware Jacob" en bezat korten tijd een blad: Paljas", voor welke beide bladen hij mij wat beter werk maakte dan dit. Bij den aanval der Duitschers op Ant werpen maakte de Groene oorlogswinst in den vorm van George van Raem donck. Een merkwaardig en uiterst om tot wat in de oorlogsjaren verscheen van de voornaamsten in Frankrijk, Duitschland en Engeland. Slechts n Franschman zonder ik uit van deze be perking, en wel om wat hij maakte met betrekking tot een anderen oorlog, den Boerenoorlog van 1901. Dat is Jean Véber. In September 1901 werd een geheel nummer van l'Assiëtte au Beurre" aan deze prenten van hem gewijd, het verscheen met den sub-titel: Les Camps de réconcentration au Trans vaal." Het staat te bezien, welke ge voelens Véber het sterkst drongen tot de vervaardiging van deze doodelijken haat ademende prenten: zijn sympathie met de strijdende Boeren en hunne ge concentreerde vrouwen en kinderen, dan wel zijn hem als Franschman aan geboren" haat tegen den erfvijand Engeland. De Fransche politieke prentkunst telt in hare gelederen eenige kunstenaars van wereld-reputatie. Allereerst Steinlin, de man van de?Gil Bias", evenals Hahn de kampvechter voor het verdruk te proletariaat; zijn prenten zijn te be kend om ze hier nader te beschouwen. Dan Forain, Herman Paul, Abel Faivre. Al deze vier kunstenaars werden, toen de oorlog uitbrak, reeds beschouwd als arrivisten, behoorend tot een vroegere generatie, wier taak door jongeren was overgenomen. En het was dan ook een groote en blijde verrassing, toen bij den aanvang van den wereldoorlog zij nog niets van hun lan verloren bleken te hebben. L. J. Jordaan Van de Duitsche kunstenaars moet als voornaamste verschijning worden genoemd de Simplicissimus-groep, met Th. Th Heine en Gulbransson als aan voerders. Ook zij bereidden der waereld een verrassing. Zij het dan ook van ietwat anderen aard dan die hunner Fransche collega's. In de tendenzen van hun poli tieke kunst oorspronkelijk socialistisch, althans sterk democratisch, namen deze heeren, toen de Frische, fröhlicheKrieg" kwam, den reuzenzwaai, en werden van hun Keizer en hun kroonprins even slaafsche aanbidders als zij vroeger hun driftige bespotters en aanvallers waren. Dit verschijnsel heeft niet nagelaten de aandacht te trekken. Het leverde aan hunne vijanden een onuitputte lijke bron van hoon. Vooral in Enge land buitte men het ten volle uit. Het hoonen der Hohenzollerns in prenten van Duitschen oorsprong werd trouwens in Engeland vlijtig beoefend, vooral de Keizer moest het ontgelden. Hoever men dit doordreef, daarvan getuigt een prentenboek: Swollen headed William", de beroemde oude Duitsche vertelling van Struwel Peter (Piet de Smeerpoets) toepasselijk ge maakt op den keizer! Teekenaar van deze prentjes was Geo Morrow, [de bijschriften op rijm waren van E. V. Lucas. Hoe innig men in Engeland den keizer haatte, hoe populair daardoor een dergelijke spot was, moge wel hieruit blijken, dat dit boekje in de eerste week van October 1914 drie drukken beleefde ! En met alweer begrijpelijke schadenfreude" stond bij den titel tusschen haakjes: After the Gerrhan !" Als liefde verkeert in haat.... kan als motto staan bij een bundel prenten van Edmund Sullivan: The Kaiser's Garland". Dit is het summum van waar toe haat kan voeren. Zóó duivelsch, zóó geraffineerd tot in de kleinste détails doodelijken haat ademend, haat die niets ontziet en alles heiligt, zijn deze prenten, dat men bijna geneigd is te denken, dat de man, die ze maakte, zelf de mentali teit van een demonisch beestmensch moet bezitten, om zich daarin zóó vol komen te kunnen verplaatsen. GALANTERIE BRITANNIQUE Jee n Veber

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl