Historisch Archief 1877-1940
No. 2577
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
, pe oeeiMeneAS Moettw EÉN
EENVOUD* eetOOB KUulteri VOLCtM.
UIT,3iDEN GEMEE
"C* EN reuze-idee! Een school voor
-L' raadsleden. De Gemeente", or
gaan van de Vereeniging van s.d. ge
meenteraadsleden maakt er melding van.
In begin Januari, als de begrootingen in
de gemeenteraden zijn afgehandeld,
wordt er in Amsterdam een driedaagsche
school gehouden en eischen worden er
niet gesteld dan alleen deze, dat de deel
nemers een eenvoudig betoog kunnen
volgen.
Kan het mooier? Ik heb er direct met
! al de fractie-leiders in onzen Raad over
gesproken en allemaal, van Wijnkoop
via Bossevain naar Solkesz en de Gene
raal, vonden het een reuze-idee. Vooral
, de bepalingen van dat kunnen volgen
van een eenvoudig betoog had het hart
van meneer Solkesz gewonnen. Dat
is nu juist wat wij lioodig hebben, ver
klaarde hij mij onder een klein glaasje
in de Roemer", het beroemde wijnhuis
op den Heiligenweg, dat vlak bij de
raadszaal gelegen is, nu de Raad in
de Militiezaal vergaderd. Want, aldus
de majoor, de betoogen in onzen Raad
zijn niet eenvoudig genoeg. Niet dat ik
er zelf last van heb, maar ik ken heel
wat leden die er nooit iets van snappen
als meneer Lisser een redevoering houdt
DOORBARBAROSSA
MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER DOOR B. VAN|VLIJMEN
en al houd ik mijn eigen speeches nog zoo
eenvoudig, telkens na afloop is er groote
herrie in mijn eigen fractie over, want
Zachie heeft er heel wat anders uit be
grepen dan Arpad en hoe dikwijls de
Burgemeester me 's avonds, na een van
mijn groote redevoeringen niet heeft
opgescheld om me nader.e explicatie te
vragen, kan ik niet eens meer nagaan.
En als u het gezelschap waarvan ik de
eer heb lid te zijn, eens op uw gemak
nagaat, hoeveel zijn er dan niet die zou
den zakken voor de school voor raads
leden als ze een eenvoudige speech in
hun eigen woorden moesten na vertellen !
Ik wil u graag een primeur voor ,,de
Groene" geven: de neutrale fractie van
het neutrale blok aller neutrale
middenstandspartijen gaat ook zoo'n cursus
oprichten en men heeft mij aangewezen
verschillende onderwerpen van gemeente
politiek te behandelen."
De leider der Vrijheidsbondsche frac
tie was kort en krachtig in zijn verkla
ring: Waarom de eisen van een een
voudig betoog te kunnen volgen pas
gesteld als het onheil geschied is, als
de man of vrouw lid van den raad is?
Er moet geen school voor raadsleden
komen, maar een cursus voor candfdaten
die, ten overstaan van de politieke lei
ders, hun examen moeten doen. Zou U
eens wat zien ! Als ik zoo om me heen
kijk, kan ik ze u met den vinger aan
wijzen die als baksteenen zouden stra
len."
De heer Douwes, van de
anti-revolutionnairen, was altijd mild gezind. Er
moesten in den Raad alleen menschen
worden toegelaten, meende hij, die
slechts een eenvoudig betoog kunnen
volgen. De debatten zouden er veel be
grijpelijker door worden en aangezien
het meerendeel van de kiezers zelfs een
dergelijk debat boven hun pet gaat,
kan het politieke leven er niet anders
dan door winnen."
Slechts een kort woord mijnerzijds
op uw beleefde vraag omtrent de school
voor raadsleden" aldus de Generaal. ,,lk
begroet het denkbeeld met geestdrift,
vooral voor mijn fractie, want onder ons
gezegd, meneer Meerveld en ik hebben
reeds meermalen overwogen voor Me
juffrouw Katz onze inzichten omtrent
verschillende gemeentelijke onderwerpen
uit een te zetten ter harer voorlichting,
doch de moeilijkheid is dat wij vreezen
dat zij onze betoogen niet voldoende zal
kunnen volgen."
De heer Romme, van de Katholieken,
lachte en trok zijn schouders op: lk
van mijn redevoeringen is een cursus
en als u wist hoe van Lingen en Crielars
me na afloop bestormen met de intel
ligentste vragen, dan is u met mij eens
dat voor ons een school als door u be
doeld geheel overbodig is, hoewel
misschien voor Wierdels een cursus in
enkele onderdeden van gemeentelijk
politiek beleid niet geheel óndienstig
zou zijn."
Abrahams van de vrijzinnig-democra
ten, keek ernstig. Voor onze fractie heeft
het geen zin. Er is op gemeentelijk ge
bied geen gebied of wij zijn er op thuis,
maar als u soms een schooltje weet waar
mijn collega Vos een half jaartje gaan
kon om wat wethouderlijke wijsheid op
te doen, dan zou ik dat met heel mijn
hart toejuichen."
Boekman, van de sociaal-democraten,
was begrijpelijk opgetogen. Het idee is
namelijk in zijn pienter hoofd gerijpt.
Ik ben op het denkbeeld gekomen, ver
trouwde hij mij toe, toen ik in het
officieele gemeente-verslag verschillende
speeches van mijn fractie-genooten had
doorgewerkt en ik telkens stiet op duis
tere passages. Lag dit aan mij of aan
mijn mede-leden? Ik heb er met een
paar van onze helderste sprekers over
geconfereerd en zij waren het er allemaal
over eens: de fout schuilt bij onze wet
houders, die oud-überale betoogen hou
den in marxistischer! geest op
vrijzinnigdemocratischen grondslag en wier rede
voeringen aldus aan een overmaat van
eenvoud lijden die ze volkomen onbe
grijpelijk maken voor zelfs knappe kop
pen als den Exter en Mevrouw Tilanus.
En Wijnkoop? Hij haalde zijn schou
ders op. Boerenbedrog, zooals hun
heele politiek, zei hij. Want als ze
eenS H E E R E N S
SCHOEISEL
BERNARD ELIAS
51 LEIOSCHESTRAAT
tfïAMSTERDAM bfi
voudige betoogen gaan houden, hoe
willen ze dan het proletariaat nog langer
voor den mal houden? Geloof ze niet en
als je soms een paar adressen voor me
weet voor mijn nieuwe partij, stuur ze
me dan. Ik kan nog best een paar leden
gebruiken."
Er was een oogenblik een begin van
een vossenjacht. Deelnemers: de dok
toren Abrahams en Sajet. Het ging over
barakken op het terrein van het
Wilhelmina-gasthuis en er werd nijdig door
den vrijzinnig-democraat geïnterrum
peerd en dokter Sajet was ook niet lek
ker. En het vosje keek evenmin frisch,
want hij scheen te begrijpen dat de be
grooting weer een mooi jachtterrein voor
zijn vele, vele vrienden zal worden.
En de markthallen? Op het oogenblik
dat dit geschreven wordt, is de zaak nog
niet voor de heeren, want Doornbusch
hield een ellenlang eenvoudig betoog
over de honderd ontslagen lijnwerkers
aan de tram en wij weten alleen dat de
Katholieke fractie na 's morgens om vijf
uur de groentemarkt bezocht te hebben,
een motie heeft ingediend om het bou
wen van de groote markthallen
voorloopig niet te doen geschieden. Hiermede
schijnt het lot van de vordracht beze
geld en voor speculatieve geesten doet
zich een schoon verschiet op wat er straks
gaat gebeuren als de Miranda en, met
hem Wibaut en Polak, hun sociaal-de
mocratische ziel en zaligheid aan hun
voorstel verbinden !
SCHILDERKUNST
DOOR MR. M. F. HENNUS
Benige Gabriéis bij van Wisselingh
Een kunstbeschrijver moet niet in lyrismen ver
vallen. Hij moet constateeren, niet juichen; bewijzen,
hoogstens beweren, niet doordraven; overwegen, niet
zich laten gaan. En toch als de oude Heer met den
geestigen, altijd luisterenden kop, als de kleine Gabriël
nog eens had kunnen binnenkomen in de somptueuse
zaal van Van Wisselingh, hoe onstuimig zou die
zelfde kunstbeschrijver", alle zelfbeheersching ten
spijt, dien onaanzienlijken weldoener de beide handen
hebben gedrukt. Wat een teekenaar, wat een schilder,
wat een artiest. Hoeveel Natur-fernen" zou hij
adeau geven voor dezen eenen Natur-Nahe", voor
ezen simpelen verteller, voor dit eenvoudige
mannee dat niets schilderde dan wat hij zag. O, gij allen
die zoekt naar een synthese, die u tracht uit te leven
in een lijn, die schildert van binnen naar buiten, die de
natuur gebruikt als een aanleiding voor uw
phantaisieën, als een wipplank voor uw saltomortales, als een
voorslag voor uw accoordén, gaat nog eenmaal deze
twintig schilderijtjes zien. Wij weten dat er voor de
vertolking uwer sensaties arabesken noodig zijn die de
natuur niet teelt, kleuren waar de natuur niet om
maalt, combinaties die de natuur niet aandurft. Maar
gaat nog eenmaal zien wat er steekt in een voorgrond,
wat er schuilt in een roeiboot, wat er te maken is van
een tuik, van een eendennest, van een loopplank, van
een verschiet, van een waterplas en van een lucht. En
aanschouw hoe een rietstengel, die voor ineen schilde
rij decimeters omhoog naar boven schiet,
rietstengelachtiggetrouw en toch profetisch geschilderd kan x.ijn
als een gedicht. Niemand misgunt u uwe herscheppin
gen, uwe vormgevingen, uwe abstracties. Maar be
denk dat er nabootsen is en nabootsen en dat de ver
hevenheid niet gelijken tred houdt met den afstand
waarop ge u verwijdert van de natuur. De Haagsche
school is voorgoed gesloten; de tijd is voorbijgegaan en
van meer dan n aureool is de glans getaand. Het is
duidelijk dat zeer grooten hebben willen werken voor
de markt en hun kunst hebben gewrongen in de vor
men die als koopwaar werden gevraagd. Maar Gabriël
deed dit nooit. Al schilderde hij altijd hetzelfde, hij
deed het altijd anders. Hij doorleefde steeds opnieuw
de oneindigheid op hetzelfde kleine plekje gronds. Hij
was altijd weer vergeten wat hij den vorigen dag ge
zien had. Elke ochtendstond was voor hem de eerste;
elk doek was voor hem het eerste doek. Hij was de
meest gewetensvolle landschapschilder en toch zou
men kunnen zeggen dat hij nooit landschappen schil
derde. Hij vertolkte een steeds weer nieuwe ont
roering, om altijd hetzelfde moois. Ook hem was de
natuur aanleiding; hij schilderde steeds zich zelf:
Gabriël. Zijn ongeluk was, dat hij met zoo weinig ge
noegen nam. Zijn schilderijen ontberen elk steun
punt. Zelfs de boerin met het roode kapje van
Corot versmaadde hij. Hij was grooter, echter dan
deze. Aan aarde, lucht en water had hij genoeg. Daar
om vordert hij zoo langzaam in de waardeering der
menschen. Maar welk een pijler zou de Haagsche
school missen, als deze eenvoudige er niet was ge
weest.