De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 23 oktober pagina 17

23 oktober 1926 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2577 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 , pe oeeiMeneAS Moettw EÉN EENVOUD* eetOOB KUulteri VOLCtM. UIT,3iDEN GEMEE "C* EN reuze-idee! Een school voor -L' raadsleden. De Gemeente", or gaan van de Vereeniging van s.d. ge meenteraadsleden maakt er melding van. In begin Januari, als de begrootingen in de gemeenteraden zijn afgehandeld, wordt er in Amsterdam een driedaagsche school gehouden en eischen worden er niet gesteld dan alleen deze, dat de deel nemers een eenvoudig betoog kunnen volgen. Kan het mooier? Ik heb er direct met ! al de fractie-leiders in onzen Raad over gesproken en allemaal, van Wijnkoop via Bossevain naar Solkesz en de Gene raal, vonden het een reuze-idee. Vooral , de bepalingen van dat kunnen volgen van een eenvoudig betoog had het hart van meneer Solkesz gewonnen. Dat is nu juist wat wij lioodig hebben, ver klaarde hij mij onder een klein glaasje in de Roemer", het beroemde wijnhuis op den Heiligenweg, dat vlak bij de raadszaal gelegen is, nu de Raad in de Militiezaal vergaderd. Want, aldus de majoor, de betoogen in onzen Raad zijn niet eenvoudig genoeg. Niet dat ik er zelf last van heb, maar ik ken heel wat leden die er nooit iets van snappen als meneer Lisser een redevoering houdt DOORBARBAROSSA MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER DOOR B. VAN|VLIJMEN en al houd ik mijn eigen speeches nog zoo eenvoudig, telkens na afloop is er groote herrie in mijn eigen fractie over, want Zachie heeft er heel wat anders uit be grepen dan Arpad en hoe dikwijls de Burgemeester me 's avonds, na een van mijn groote redevoeringen niet heeft opgescheld om me nader.e explicatie te vragen, kan ik niet eens meer nagaan. En als u het gezelschap waarvan ik de eer heb lid te zijn, eens op uw gemak nagaat, hoeveel zijn er dan niet die zou den zakken voor de school voor raads leden als ze een eenvoudige speech in hun eigen woorden moesten na vertellen ! Ik wil u graag een primeur voor ,,de Groene" geven: de neutrale fractie van het neutrale blok aller neutrale middenstandspartijen gaat ook zoo'n cursus oprichten en men heeft mij aangewezen verschillende onderwerpen van gemeente politiek te behandelen." De leider der Vrijheidsbondsche frac tie was kort en krachtig in zijn verkla ring: Waarom de eisen van een een voudig betoog te kunnen volgen pas gesteld als het onheil geschied is, als de man of vrouw lid van den raad is? Er moet geen school voor raadsleden komen, maar een cursus voor candfdaten die, ten overstaan van de politieke lei ders, hun examen moeten doen. Zou U eens wat zien ! Als ik zoo om me heen kijk, kan ik ze u met den vinger aan wijzen die als baksteenen zouden stra len." De heer Douwes, van de anti-revolutionnairen, was altijd mild gezind. Er moesten in den Raad alleen menschen worden toegelaten, meende hij, die slechts een eenvoudig betoog kunnen volgen. De debatten zouden er veel be grijpelijker door worden en aangezien het meerendeel van de kiezers zelfs een dergelijk debat boven hun pet gaat, kan het politieke leven er niet anders dan door winnen." Slechts een kort woord mijnerzijds op uw beleefde vraag omtrent de school voor raadsleden" aldus de Generaal. ,,lk begroet het denkbeeld met geestdrift, vooral voor mijn fractie, want onder ons gezegd, meneer Meerveld en ik hebben reeds meermalen overwogen voor Me juffrouw Katz onze inzichten omtrent verschillende gemeentelijke onderwerpen uit een te zetten ter harer voorlichting, doch de moeilijkheid is dat wij vreezen dat zij onze betoogen niet voldoende zal kunnen volgen." De heer Romme, van de Katholieken, lachte en trok zijn schouders op: lk van mijn redevoeringen is een cursus en als u wist hoe van Lingen en Crielars me na afloop bestormen met de intel ligentste vragen, dan is u met mij eens dat voor ons een school als door u be doeld geheel overbodig is, hoewel misschien voor Wierdels een cursus in enkele onderdeden van gemeentelijk politiek beleid niet geheel óndienstig zou zijn." Abrahams van de vrijzinnig-democra ten, keek ernstig. Voor onze fractie heeft het geen zin. Er is op gemeentelijk ge bied geen gebied of wij zijn er op thuis, maar als u soms een schooltje weet waar mijn collega Vos een half jaartje gaan kon om wat wethouderlijke wijsheid op te doen, dan zou ik dat met heel mijn hart toejuichen." Boekman, van de sociaal-democraten, was begrijpelijk opgetogen. Het idee is namelijk in zijn pienter hoofd gerijpt. Ik ben op het denkbeeld gekomen, ver trouwde hij mij toe, toen ik in het officieele gemeente-verslag verschillende speeches van mijn fractie-genooten had doorgewerkt en ik telkens stiet op duis tere passages. Lag dit aan mij of aan mijn mede-leden? Ik heb er met een paar van onze helderste sprekers over geconfereerd en zij waren het er allemaal over eens: de fout schuilt bij onze wet houders, die oud-überale betoogen hou den in marxistischer! geest op vrijzinnigdemocratischen grondslag en wier rede voeringen aldus aan een overmaat van eenvoud lijden die ze volkomen onbe grijpelijk maken voor zelfs knappe kop pen als den Exter en Mevrouw Tilanus. En Wijnkoop? Hij haalde zijn schou ders op. Boerenbedrog, zooals hun heele politiek, zei hij. Want als ze eenS H E E R E N S SCHOEISEL BERNARD ELIAS 51 LEIOSCHESTRAAT tfïAMSTERDAM bfi voudige betoogen gaan houden, hoe willen ze dan het proletariaat nog langer voor den mal houden? Geloof ze niet en als je soms een paar adressen voor me weet voor mijn nieuwe partij, stuur ze me dan. Ik kan nog best een paar leden gebruiken." Er was een oogenblik een begin van een vossenjacht. Deelnemers: de dok toren Abrahams en Sajet. Het ging over barakken op het terrein van het Wilhelmina-gasthuis en er werd nijdig door den vrijzinnig-democraat geïnterrum peerd en dokter Sajet was ook niet lek ker. En het vosje keek evenmin frisch, want hij scheen te begrijpen dat de be grooting weer een mooi jachtterrein voor zijn vele, vele vrienden zal worden. En de markthallen? Op het oogenblik dat dit geschreven wordt, is de zaak nog niet voor de heeren, want Doornbusch hield een ellenlang eenvoudig betoog over de honderd ontslagen lijnwerkers aan de tram en wij weten alleen dat de Katholieke fractie na 's morgens om vijf uur de groentemarkt bezocht te hebben, een motie heeft ingediend om het bou wen van de groote markthallen voorloopig niet te doen geschieden. Hiermede schijnt het lot van de vordracht beze geld en voor speculatieve geesten doet zich een schoon verschiet op wat er straks gaat gebeuren als de Miranda en, met hem Wibaut en Polak, hun sociaal-de mocratische ziel en zaligheid aan hun voorstel verbinden ! SCHILDERKUNST DOOR MR. M. F. HENNUS Benige Gabriéis bij van Wisselingh Een kunstbeschrijver moet niet in lyrismen ver vallen. Hij moet constateeren, niet juichen; bewijzen, hoogstens beweren, niet doordraven; overwegen, niet zich laten gaan. En toch als de oude Heer met den geestigen, altijd luisterenden kop, als de kleine Gabriël nog eens had kunnen binnenkomen in de somptueuse zaal van Van Wisselingh, hoe onstuimig zou die zelfde kunstbeschrijver", alle zelfbeheersching ten spijt, dien onaanzienlijken weldoener de beide handen hebben gedrukt. Wat een teekenaar, wat een schilder, wat een artiest. Hoeveel Natur-fernen" zou hij adeau geven voor dezen eenen Natur-Nahe", voor ezen simpelen verteller, voor dit eenvoudige mannee dat niets schilderde dan wat hij zag. O, gij allen die zoekt naar een synthese, die u tracht uit te leven in een lijn, die schildert van binnen naar buiten, die de natuur gebruikt als een aanleiding voor uw phantaisieën, als een wipplank voor uw saltomortales, als een voorslag voor uw accoordén, gaat nog eenmaal deze twintig schilderijtjes zien. Wij weten dat er voor de vertolking uwer sensaties arabesken noodig zijn die de natuur niet teelt, kleuren waar de natuur niet om maalt, combinaties die de natuur niet aandurft. Maar gaat nog eenmaal zien wat er steekt in een voorgrond, wat er schuilt in een roeiboot, wat er te maken is van een tuik, van een eendennest, van een loopplank, van een verschiet, van een waterplas en van een lucht. En aanschouw hoe een rietstengel, die voor ineen schilde rij decimeters omhoog naar boven schiet, rietstengelachtiggetrouw en toch profetisch geschilderd kan x.ijn als een gedicht. Niemand misgunt u uwe herscheppin gen, uwe vormgevingen, uwe abstracties. Maar be denk dat er nabootsen is en nabootsen en dat de ver hevenheid niet gelijken tred houdt met den afstand waarop ge u verwijdert van de natuur. De Haagsche school is voorgoed gesloten; de tijd is voorbijgegaan en van meer dan n aureool is de glans getaand. Het is duidelijk dat zeer grooten hebben willen werken voor de markt en hun kunst hebben gewrongen in de vor men die als koopwaar werden gevraagd. Maar Gabriël deed dit nooit. Al schilderde hij altijd hetzelfde, hij deed het altijd anders. Hij doorleefde steeds opnieuw de oneindigheid op hetzelfde kleine plekje gronds. Hij was altijd weer vergeten wat hij den vorigen dag ge zien had. Elke ochtendstond was voor hem de eerste; elk doek was voor hem het eerste doek. Hij was de meest gewetensvolle landschapschilder en toch zou men kunnen zeggen dat hij nooit landschappen schil derde. Hij vertolkte een steeds weer nieuwe ont roering, om altijd hetzelfde moois. Ook hem was de natuur aanleiding; hij schilderde steeds zich zelf: Gabriël. Zijn ongeluk was, dat hij met zoo weinig ge noegen nam. Zijn schilderijen ontberen elk steun punt. Zelfs de boerin met het roode kapje van Corot versmaadde hij. Hij was grooter, echter dan deze. Aan aarde, lucht en water had hij genoeg. Daar om vordert hij zoo langzaam in de waardeering der menschen. Maar welk een pijler zou de Haagsche school missen, als deze eenvoudige er niet was ge weest.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl