Historisch Archief 1877-1940
AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
,9
VROUWEN OVER
?MANNEN »
A. DEFRESNE
DOOR JO VAN AMMERS RULLER
fefkening voor de Groene Amsterdammer" door
W. Heskes)
A1TIJ hadden weer eens een conferentie over De
** Opstandigen" gehouden, het probleem van de
rolverdeeling besproken, het pech dat Mevrouw
Sablairolles, die we zoo'n aangewezen actrice voor de
-figuur van de oude dokter Wijsman vonden, ongesteld
was geworden (gelukkig blijkt ze weer genezen)
toen de ,bewerker' van mijn roman opeens met
«en vraag kwam, die mij niet weinig in het nauw
bracht; in een nieuwe rubriek van de Groene, Vrou
wen over Mannen", wenschte men een artikel over
hem; of ik het zou willen schrijven?
Geen interview een gemoedelijk babbeltje nog
veel minder. Dus een beschouwing over den
tconeelschrijver, dien ik tot voor een paar maanden in het
.geheel niet kende en over zijn werk, met de zóó
verschillende aspecten, de even verbijsterende als
verbluffende eigenschappen, de sterk naar voren
springende kwaliteiten en de vele duistere
ondoorgrondelijkheden?
Ik'heb na !ang aarzelen de taak aanvaard, meest
van al omdat ik, gedurende Defresne's bewerking
van mijn boek zijn authors workshop" heb leeren
.kennen - de plaats, die de eene schrijver voor den
-ander meest zoo angstvallig verbergt en toen
zulk een groote bewondering en waardeering heb
.gekregen voor den arbeid, dien ik hem van dichtbij
heb zien opzetten en voltooien. Maar om andere
-.reden ook nog: omdat ik wel eens wou probeeren om
tot een oordeel en zooiets van een synthese te komen
?over het oeuvre van dezen schrijver, dat naar den
.?schijn zoo tegenstrijdig is, doch waarin toch telkens
?dezelfde grondgedachten en dezelfde levensproblemen
.zijn te vinden; en over de persoonlijkheid van dezen
man, die zoo aarzelloos overtuigd het hoe en waarom
der dingen schijnt te weten, die zoo fel critisch en
?cynisch is en zoo hooghartig kan spotten en in wien
mijn vrouwelijke speurzin den twijfel en de diep
ver.-stopte gevoeligheid reeds lang gevonden heeft.
Over zijn persoon dan eerst. De biografische
bizonderheden, die hij me op mijn verzoek welwillend heeft
verstrekt, vullen precies anderhalve regel: Geboren
te Maastricht in 1893, studeerde Nederlandsche lette
ren te Amsterdam gedurende vijf jaar."
Als mijn persoonlijke, laten we zeggen
psych-analytische waarneming, voeg ik er nog vijf en een halve
regel bij: rookt een onnoemelijk aantal dgaretten, te
meer naarmate het onderwerp van gesprek hem heviger
interesseert, ..n dooft de smeulende eindjes
ener:giek en met een bijna fanatieke nauwgezetheid,
door ze zorgvuldig in de aschschaal fijn te stampen met
zijn zilveren potlood.
Gelukkig is Defresne nog geen arrivé" auteur, die
een lange rij geheide successen en een dik pak be
wonderende critieken door het leven mee moet
1) Met dit eerste artikel van Mevr. Jo van
Ammers-Küller openen wij een serie artikelen,
-waarin verschillende vooraanstaande vrouwen
zulJen schrijven over den persoon en het werk van
.Nederlandsche kunstenaars en politici.
torsen. Hij is een jong schrijver, die in zijn kunst
ontzaglijke en grootsche mogelijkheden voor zich ziet,
die hard en energiek werkt onder de. stimuleerende
aanmoediging van succes en waardeering en het
gemakkelijk effect (dat voor den tooneelschrijver
zoo gevaarlijk dicht onder de hand ligt) hooghartig
voorbij gaat; hij is verder een van de zeer weinige
Nederlanders, die over ons hedendaagsch tooneel
kan praten zonder zijn schouders op te halen of een
begrafenfsgezicht te zetten.
Een tooneelschrijver par droit de naissance";
een, wien de innige, geestdriftige liefde voor tooneel
als voor de schoonste symboliek van het leven, in
het bloed zit, die den dramatischen vorm voelt en vindt
zooals de geboren componist de harmonieleer voelt"
en zich niet kan begrijpen dat een ander, die het
leeren moet, er tobbend op z,it te blokken.
Naast deze gave, het intuïtief, onmiddellijk vinden
van de dramatische Gestaltung", naast zijn berede
neerd zekere techniek, hebben Defresnes verrassende
fantazie, zijn vaak cynische en vaak naar het tragisch
hellende humor en een zeer eigen, wrange, maar
sterke zin voor het comische, de blijspelen
Moordr.omance, Lord Listers Legende en Valsche Bank
biljetten volledig doen slagen; toonde het tweede nog
eenigermate de bijna stereotype fout van Hollandsche
tooneelstukken, dat de derde akte zakt", Valsche
Bankbiljetten (een stuk van vee! dieper gedachte
dan L. L. L.) houdt tot het laatste moment een stij
ging van spanning, als op onze Hollandsche planken
voordien zelden of nooit bereikt werd.
Met dit luchtiger werk maakte de schrijver voor
alsnog zijn naam; ernaast blijft het andere, dat eenmaal
zónder succes ten tooneele werd gebracht (de
Woonschuit) of nog slechts in druk verscheen (De Uitvreter,
Koningen) in de schaduw en hij is op het oogenblik
geneigd, dat luchtiger, dat gemakkelijker werk te
onderschatten, waar het andere, dat dieper tast en
zoo oneindig moeilijker was, hemzelf veel meer ter
harte gaat.
Tot nu toe zijn in al Defresnes stukken de mannen,
of een man hoofdpersoon; zelfs in de Uitvreter,
waar het gaat tusschen drie vrouwen en n man,
blijft het mannelijk element, het mannelijk sentiment
absoluut overheerschend. Twee grond-types zijn in
al dit werk, in de blijspelen en in de drama's aan te
wijzen: de man van het verstand tegenover den man
van de fantazie, de sterke, beredeneerde levenskunste
naar tegenover den zwakken fantast. Lord Lister
tegenover Charley, van Goon tegenover George
(de Woonschuit), de Minister uit Valsche
Bankbilletteri tegenover Leon Darvel Penard, den kunstenaar.
Maar al deze sterken, deze realiteits-menschen,
deze reuzen van het superieure intellect, blijken hemel
bestormers, die in de hel terecht komen, (de Minister,
van Goon) wereldhervormers, die vergaan in den
brand van hun eigen hoogmoed, menschenleiders,
die zelf jammerlijk verdwalen. En tegenover hen
staat de fantast, die de realiteit schuwt en vlucht
in de veiligheid van zijn droomen, met de winst van den
zwakke. Voor Leon Darvel Penard, die een oogenblik
waant, dat hij den loop van de wereld in het holle
van zijn hand houdt, blijkt het labyrinth der fantazie
een veiliger toevlucht dan de sterke muur van rea
liteit, welke de schijnbaar onaantastbare Minister,
die met menschen denkt te spelen als met poppen
en zijn grootste overwinning boekt als er het meeste
op het spel staat, rond zich opgetrokken had.
In de lugubere figuur van den Uitvreter zijn deze
beide tegenstellingen vereenigd, hij staat als
heerscher tegenover de twee oude vrijsters, Stella en
Josephine, doch als zwakke fantast in zijn houding tot
Letta, en aan deze dubbelheid gaat zijn schijnbare
macht te gronde. Luguber, meedoogenloos is dit stuk
als zijn naam, een spel van radelooze zinnendrift
en hulpelooze menschelijke rampzaligheid. Tooneel,
sterk tooneel is het ongetwijfeld, maar een tooneel
waarvoor men het voetlicht niet durft ontsteken.
De Uitvreter wekt de gedachte aan Wedekind,
terwijl de Woonschuit, dat technisch ongetwijfeld
veel zwakker is, onmiskenbaar onder den invloed
van het Duitsche impressionisme werd geschreven.
Ik voor mij kan niet anders dan hopen, dat de
schrijver in deze richting niet verder gaat. Welke
richting dan wel, waar die van het fantastisch blijspel
hem geenszins bevredigt? Er is n stuk van Defresne
dat hem naar mijn meening zijn richting wijst:
het groote drama Koningen" dat in 1924 in
Groot Nederland verschenen is. Ook in dit breed
opgezette werk ontplooide hij zijn merkwaar
dige fantazie, niet luguber duister hier, doch
tragisch menschelijk; ook hier zijn sterke intuitie voor
het dramatische element (er zijn tafereelen in dit werk,
die een grooten regisseur moeten doen watertanden);
hier is het groote conflict gevonden, het persoonlijke
tot het algemeen menschelijke gestegen, er zijn mach
tige scènes in dit stuk, (bijv. die in de kroningszaal
en die in de hal van de effectenbeurs), en alleen al om
de figuren van den Kroonprins en den Kardinaal zou
een opvoering van dit drama der goedwillenden"
volkomen gerechtvaardigd zijn.
Er blijft mij, in dit klein bestek, nog een, wel ietwat
hachelijk deel van mijn taak, een bespreking van de
vrouwenfiguren in het werk van Defresne. Het is
dunkt mij teekenend, dat in zijn twee naar mijn mee
ning beste stukken, Valsche Bankbiljetten en Ko
ningen, de vrouwenfiguren op het tweede plan blijven,
een secondaire macht zijn bij het voortschrijden der
dramatische handeling.
DE MODE VAN DE CAPE
Teekening voor de Groene Amsterdammer''
door Hermine Uzerdraaf
Avondcape in pastelblauw met licht grijs bont
Waar hij echter zijn conflict zoekt in de verhou
ding van zijn hoofdfiguren tot de vrouw" (als in de
Uitvreter en de Wconschuit) worden zijn vrouwen
figuren opzettelijk, lukte het hem niet hen tot vol
ledige menschen te maken. Stellig, de twee hysterische
geëxalteerde vrouwen uit de Uitvreter hebben een
gelijkenis met typen, die we allen in onze omgeving
kennen, maar de schrijver heeft hen te veel gezien
uit den hoek van zijn spot en verachting, ondanks
het rantsoen deernis, dat hij haar aan het slot
eenigszins plichtmatig toebedeelt. Letta, het
meisje dat in hetzelfde stuk de tegenstelling is dezer
twee, toont in type gelijkenis met Martha uit de Woon
schuit, kind-vrouw in een gecompliceerdheid die meer
grillig dan verwikkeld is, mengeling van Dirne en
Madonna, van kinderlijke aanhankelijkheid en
intuitief ma:htsbesef. Juist wat de vrouw" betreft,
stelde de schrijver zich in die beide stukken een
enorme opgaaf, en het is hem m.i. niet gelukt uit
deze vrouwenkarakters haar daden verklaarbaar
te doen zijn: dat Letta terwille van haar liefde voor
den Uitvreter het breede pad kiest, en dat Martha
uit liefde tot van Goon haar pasgeboren kind (dat
het zijne niet is) aan hem afstaat. Het lijkt mij,
dat Defresne voor de vrouw" nog niet de juiste
plaats en de juiste verhoudingen in zijn werk heeft
gevonden.
Doch wat nog niet was, kan worden, zal worden;
deze jonge schrijver staat aan een begin en ve!e
schoone mogelijkheden zijn er voor hem open. A.
Defresne neemt reeds thans een eigen plaats in onder de
weinige Hoilandschetooneelauteurs, wier werk op het
repertoire is en zich handhaaft tegen den stroom
van buitenlandsche Schlagers" in. Wanneer dit
talent zich, ondanks de slechte hedendaagsche
tooneeltoestanden ten volle kan ontplooien, zal het
Hoüandsche tooneel, ik ben er van overtuigd, sterke
en merkwaardige dingen van hem kunnen verwachten.
En naar den man, die sterke en merkwaardige dingen
voor ons tooneel zal doen, heeft ieder, die dat tooneel
liefheeft, al sinds jaren in spanning uitgezien.
Koopt U een gouden ring
zonder merk?
Waarom dan wel boter
zonder Rijksmerk?
Hofstede Oud-Bussem"
Kerkstraat 187. Tel. 49344