De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 30 oktober pagina 1

30 oktober 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

iroene Amsterdammer sekblad voor Nederland W. A. URBAN AUTOSTALLING Frankenslag 12 Handel in auto's en toebehooren TELEFOON - 50049 SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren! H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM TOE AND HEEL Socks OPGERICHT IN 1877 No. 2578 ZATERDAG 30 OCTOBER 1926 3 DE MIJNWERKERS STAKING IN ENGELAND i DE staking in de Engelsche mijnen duurt nu reeds een half jaar, en al is er juist in de laatste dagen weer eeriig vooruitzicht gekomen, dat zij haar einde nadert, dan toch zal zij, ook wanneer zij binnen kort heeft opgehouden, de langdurigste staking zijn ge weest, die Engeland ooit heeftgekend, en tegelijk het arbeidsconflict, dat de diepste wonden aan het econo misch leven heeft toegebracht. Men kan verschillende schattingen hooren van het bedrag, dat zij aan de gemeenschap reeds heeft ge kost; Lloyd George raamde hef, bij het debat in het Lagerhuis over de verlenging van de buitengewone bevoegdheden, die tijdens de staking aan de regeering zijn verleend, op ongeveer 500 millioen pond sterling. Veel meer dan gissingen kunnen dergelijke berekenin gen niet zijn; niemand zal precies kunnen besommen, hoeveel loon den arbeiders, hoeveel winst den onder nemers is ontgaan; hoeveel de Staat, bij de algemeene staking, heeft moeten .uitgeven voor buitengewone maatregelen om in de levensbehoeften te voorzien; hoeveel schade verschillende industrieën hebben ge leden, die, door gebrek aan kolen, het bedrijf hebben moeten beperken; hoeveel de vakvereenigingen, tijdens de algemeene staking, aan hare leden hebben moeten uitkeeren. * En daarmede zijn alle financieele gevolgen nog niet opgenoemd. Op de bijeenkomst van de Labour-party, eenige weken geleden, werd b.v. medegedeeld, dat na l Mei 45.000 leden van de Unie van spoorwegperso neel werkloos zijn geworder», en dat 200.000 alleen gedurende drie dagen in de week werken, wegens in krimping van den dienst, door gebrek aan kolen; dat de Bond van transportarbeiders een millioen pond heeft uitgegeven en een schuld van een half millioen heeft moeten aangaan; dat er bij dezen Bond 80.000 werkloozen zijn en 100.000, die slechts enkele dagen ?werk vinden, alles tengevolge van de staking. En dit zijn niet de eenige organisaties, die zulke verliesposten hebben te boeken. Maar ook zonder een nauwkeurige opgave van der gelijke posten is het voorj_edereen duidelijk, dat de «taking een nationale ramp voor Engeland moet ?worden genoemd. Verschillende pogingen tot bemiddeling zijn afge stuit op de hardnekkigheid, waarmede de betrokken partijen weigerden eenige concessies te doen. De mijn«igenaars hielden vast aan den eisch, dat hetzij de werktijd zou worden verlengd, hetzij het loon ver minderd; de vakvereeniging der arbeiders handhaafde ?de leus, dat noch aan den werktijd, noch aan het loon -mocht worden geraakt, en verkondigde, dat dit ook niet behoefde, wanneer maar de in technisch opzicht -achterlijke, en in economisch opzicht slecht beheerde mijnindustrie behoorlijk werd gereorganiseerd. Wat "ten slotte misschien de grootste belemmering vormde ?voor het tot stand komen van een schikking, was de ?eisch der arbeiders, dat er een nationale, voor het geheele land geldende regeling van het bedrijf zou -worden gemaakt, terwijl de mijneigenaars alleen bereid Weken te zijn tot overeenkomsten, die elk mijndistrict -afzonderlijk betroffen en waarbij dus niet alles over ?én kam werd geschoren. Zoowel van de zijde der arbeiders als van liberalen Scant is aan de regeering verweten, dat zij bij hare pogingen tot beëindiging van het conflict niet van -alle haar ten dienste staande middelen heeft gebruik gemaakt en zich bovendien partijdig zou hebben ge toond ten gunste van de mijneigenaars. Nog dezer dagen beschuldigde Lloyd Oeorge de regeering van gebrek aan vindingrijkheid bij het zoeken naar een oplossing, en wierp hij haar voor de voeten, dat zij hare handelingen had laten besturen door de wenschen der mijneigenaars, en met dezen had samengewerkt om aan de mijnwerkers de nederlaag te bezorgen. Of en in hoeverre deze beschuldiging te recht werd uitgebracht, blijve hier in het midden; de voornaam ste reden, waarom het conflict zoo lang heeft geduurd en waarom de tegenover elkaar staande partijen geen voetbreed gewonnen wilden geven, zal wel het besef zijn, dat de staking een geweldige krachtproef is tusschen werkgevers en arbeiders, ook buiten het speciale gebied van de kolenindustrie, en dat hij, die daarbij het onderspit delft, de overmacht van den tegenstander voor geruimen tijd zal hebben te er kennen. Het gevoel, dat de nederlaag in aantocht is, spoort hem, dien het bevangt, soms nog tot een uiterste wanhopige krachtsinspanning aan. Dit is ook bij de staking in Engeland het geval geweest. Reeds eenige maanden geleden begonnen in ver schillende districten mijnarbeiders, door materieelen nood gedwongen, het werk te hervatten. Hun getal werd langzamerhand grooter; op het oogenblik be draagt het reeds 250.000, dat wil zeggen: ongeveer het vierde deel van het normale aantal arbeiders, die in de mijnindustrie hun bestaan vinden. Toen de staking aldus langzamerhand dreigde te verloopen, namen de extremisten het heft in handen. Zij lieten het besluit nemen, dat de arbeiders, die in de mijnen werkzaam waren gebleven voor het verrichten van den veiligheids- en den in-stand-houdingsdienst, daarmede moesten ophouden een besluit, dat ge lukkig niet, of slechts hier en daar, is opgevolgd, om dat het gezond verstand de arbeiders weerhield van zulke anarchistische daden, waardoor zij, mét de mijnen, ook hun eigen bestaan zouden ruïneeren. Zij zouden verder aan de vakvereenigingen verzoeken een hoofdelijken omslag te heffen, tot steun aan de mijnwerkers, en de medewerking van de transport arbeiders en de spoorwegmannen inroepen om den toevoer van steenkool uit het buitenland te verhinde ren. Ten slotte stelden zij een centralen oorlogsraad" in, die den strijd zoo fel mogelijk zou voeren en de werkwilligen zou aansporen om den arbeid weer neer te leggen. Het laatste gedeelte van dit plan de campagne kon het gemakkelijkst worden uitgevoerd. Cook en andere leiders van het mijnwerkersverbond trokken erop uit om in die districten, waar de meeste weifelmoedigen waren, de arbeiders aan te sporen tot volharding in de staking; daarbij lieten zij het echter niet; zij hitsten hen ook aan tot daden van geweld tegen de werkwilli gen en tegen de politie, die deze laatsten moest be schermen. Hier en daar hadden zij succes; het aantal arbeiders, die weer in de mijnen werkzaam waren, liep even terug; terwijl tot nog toe de stakers zich zoo goed als overal hadden onthouden van geweldpleging, kwam het nu tot enkele botsingen met de politie; de regee ring, die tot dusverre aan de stakers het recht van ver gadering en van het vrije woord had gelaten, maakte gebruik van de haar verleende buitengewone bevoegd heden; zij verbood de vergaderingen in sommige mijn districten, waar de stakers een dreigende houding aan namen, en verhinderde Cook om het woord te voeren een maatregel, die thans weder ingetrokken schijnt te zijn. De pogingen omTook de overige vakvereenigingen INHOUDS 1. Prof Dr. O. W. Kernkamp, De mijnwerkers staking in Engeland. 2. Dr. M. van Blankenstein, Hoe Jong China betoogt. 3. Joh Braakensiek, De slier van Schaper H. J. M. Walenkamp Cz., Bouwkunst Spreekzaal. 4. H. Rud du Mosch. Het Noordzeekanaal. 5. L. J. Jordaan, 34?81 J. G. Sinia, Jacht op grof wild in Ned. Oost-lndië. 6. Prof. Dr. J Prinsen J.Lzn., Boekbespreking. 7. Dr. Jac. P Thijsse, Uit de Natuur. 9. W. Wynaendts Francken-Dyserinck, Prof. Mr. Dr. A. van Gijn. 10. Top Naeff, Dramatische Kroniek. 11. Prof. Dr. H. Brugmans, Amsterd, Bijzonderheden. 12. P. v. d. Wal, Tot Steun" H. Scholte, Comordia Mr. M. F. Hennus, Schilderkunst. 13. Constant van Wessem, Zwarte Muziek" George van Raemdonck, Allerzielen. 15. Jhr. Mr. H. Smissaert, Op den Econ. Uitkijk. H. Verstijnen, Dierstudie. 16. Paul Sabel, De stabiliseering van den Belgischen Franc Uit het Kladschrift van Jantje. 17. Charivarius, Mijn Leven en Charivaria R. Heuckeroth, Radio. 18. Alida Zevenboom's Croquante Croquetjes. 19, Anton Tsjechow, Feuilleton. 20. Cel 2, Telefoontje Joh. L., Mijn Film L. Jorissen, Ponretstudies. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Stabilisatie van den Belgischen Franc. te betrekken in den feilen strijd, dien Cook en de zijnen hebben aangebonden, leverden echter geen resultaat op. Het was trouwens reeds lang gebleken, dat de wijze, waarop de staking werd geleid, noch bij de genoemde vereenigingen, noch bij de politieke, ver tegenwoordigers der arbeiders, veel instemming vond, en dat zij met name niet geneigd waren om de extre misten te helpen, alles op haren en snaren te zetten. Bij hen had zich de overtuiging gevestigd, dat het tot een opheffing van de staking moest komen en dat de mijnarbeiders concessies zouden moeten doen ten op zichte van arbeidstijd of arbeidsloon. Op het verzoek om een hoofdelijken omslag te heffen ten bate van de stakers, gaf de Labour-party dan ook ten antwoord, dat de inkomsten der partij ter beschikking van den mijnwerkersbond zouden staan bij de poging om een bevredigende regeling te krijgen". Zulk een poging en daarop doelden wij in den aanhef van dit artikel wordt thans weder beproefd. Afgevaardigden van het vakvereenigingscongres en van de Labour-party hebben zich weder in betrekking gesteld met de regeering, en plegen overleg met de woordvoerders der mijnwerkers. Opnieuw zijn er dus onderhandelingen aangeknoopt, die tot de opheffing der staking kunnen leiden. Het is te hopen, dat zij eindelijk zullen slagen. Als het tot een schikking komt, zullen de mijnarbeiders de leus van: geen kwartier langer werken, geen penny minder verdienen, niet kunnen handhaven; maar dan bestaat althans de mogelijkheid dat een weg wordt gebaand voor een latere, betere regeling, die tegemoet komt aan billijke wenschen ten opzichte van reorgani satie, en die den vrede duurzamer zal herstellen dan het geval kan wezen bij een volkomen overwinning van de mijneigenaar?. ..KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl