De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 30 oktober pagina 10

30 oktober 1926 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

KRONIEK DOOR TOP NABFF A". -?Ein Friedenswe^ in 5 Akten, das mjt dem Ende beginnf; tevens Ein Theaterstöck von Paul Beer. die ongenoemd \venscht fe blijven f A, naar men zegt, vijf jaren van voorbereiding, 'heeft Nederland, in het bijzonder den Haag, 8, zijn vredesgebeurtenis gehad, en lijkt mij de ' dat wij in deze richting van A. tot Z. zouden en gaan, vrijwel vervlogen. Hetgeen voor de taalsche maagden, die op raad van den auteur, it Beer, haar sieraden verkochten om deze ge; eurtenis mogelijk te maken, een geluk mag heeten; t$ houden dan misschien voor haar uiterlijken glans tot haar innerl ijken héft het kunstwerk van den lieer Beer, helaas, niet veel kunnen bijbrengen nog een paar oorbelletjes over. De heer Beer, die dit werk schiep, met de pen, met de verfkwast, met d2 lichtapparaten, met driehonderd onverstaanbare dilet|anten, en met de contanten, die de Incasso-Bank voor hem inde, leeft van den Vrede, gelijk in zijn "* eaterstuk de heer Nimm, leverancier van Kriegsnkmaiern", van den oorlog leeft. Met dit verschil: Bt men van de Denkmaiern nog wel eens wat te zien krijgt, terwijl men van het Menschheitsheim", het , l^ichtkasteel, dat de heer Beer bouwt, niets meer heeft " hopen, nadat het doek over het laatste der vijf drijven gevallen, en de collecte-schaal geledigd is. Daarom zou men het ook bouwen? Hen, die in de " Tjïing van den Volkenbond een eerste schemering van een, in de toekomst wellicht verdedigbaren », wereldvrede een redelijk idealisme, dat op ber wortijken grondslag aanhang vinden moet kan "Ijet volmaakt onverschillig laten of naast dit gep, vèstigd en levensvatbaar gebleken Instituut, de heer / Paul Beer in een mooi Menschheitsheim woont. En * J$> die het met de Dramatische kunst goed meenen, zouden in het voorbijgaan aan deze villa slechts aansjEóot kunnen nemen, bedenkende hoe in den Haag 4e arme Thalia in haar hemd heeft moeten staan om het bloedgeld voor de installatie te verdienen. Laten we daarom bij de symboliek blijven, al is ze wat duur. En gelooven, dat de auteur te goeder trouw was toen hij zich onder den indruk der oorlogsellende er toe zette daarvan een theaterstuk te maken; met de dooden en verminkten als eerste acteurs en zichzelf ajs A is Apostel" in het aureool van den titelrol; ten einde dit stuk als zijn visitekaartje aan de deur der Nederlandsche philanthropen te kunnen afgeven. Wenn ich Dir ohne diesesStückgegenübergetreten ware, woran solltestDu dann meine Kraft erkennen?" vraagt hij in het naschrift van zijn royaal uitgegeven kunstwerk aan den lieven medemensen, dien hij, ZQoals een dichter zich dit veroorloven mag, terwille van de aangename kennismaking tutoyeert: Dieses Werk ist eine Legitimation meiner Kraft". Wij zouden daar in deze rubriek, waar we visite kaartjes terzijde plegen te leggen, niet veel aan toe willen voegen, noch op af willen dingen, had niet juist dit woord Kraft" tot ons, die voor de krachtige na-den-oorlog-kunst van Duitsche of Oostenrijksche zijde van nature beducht zijn, extra luid gesproken. Want als verschijnsel is dit geval werkelijk een indruk wekkend voorbeeld van die brutale, sensationeele en valsche schrijf-maar-raakkunst, die uit de oorlogs opwinding is voortgekomen, en op uit hun evenwicht geslagen, brave zielen zooveel bruut effect uitoefent, dat ze de verlangens afleidt van alles wat naar zuivering, verdieping en waarachtige ontroering tast. Een samenraapsel van altijd dezelfde grove, quasi Krachtige motieven, in het onveranderlijk kader van "kerkhoven, gevangenissen, gestichten en nacht-café's, en onder de vlag van het allergoedkoopste idealisme. Of een Vredesspel A of B de menigte, die met alle winden waait, momenteel voor den vrede bezielt, komt mij, voor wie zelfs dit doel deze middelen niet heiligt, van heel wat minder belang voor dan het feit, dat hier een schrijver, met nauwelijks noemens waardige gaven, kans heeft gezien om louter door dit krachtsvertpon, door een extaze", waarvan we hiei staan te kijken.... een zoo groote gemeente, waar onder namen, die klinken als een klok, heeft weten te begoochelen, mee te sleepen in een vaart van niets dan banale en bombastische woorden. Van alle pseudo-meesterwerken, die de oorlog heeft uitgebroed, moeten we dit Friedenswerk A" tot de, voor de tooneelkunst gevaarlijkste rekenen. In het bijzonder voor een land waar het volk, in den ruimsten zin, ongeletterd is, en al gebluft staat tegenover een product van vaardigheid-met-de-pen, dat elke middel matig onderlegde Duïtscher, die zijn klassieken leest en bij het theater is opgevoed, leveren kan. Ik zou het niet minder dan een ramp gevonden hebben, wanneer een opvoering onder talentvolle leiding en met be gaafde spelers, de armoede en de voosheid van dit theaterstuk had gecamoufleerd. Het bezat de gegevens voor een visionnair regisseur om visioenen te schep pen van een bepaalde werking: de Grand-Quignol-gruwel van het krankzinnigen-gesticht, het klaaglied van den doodenakker, kruis aan kruis...; de doodendans van den stuiptrekkenden soldaat". Men kan op het tooneel met alles en niets illusie scheppen. Met het noodige elan en plastisch vermogen gezegd, zou ook de taal een hutspot van groote-dichterstijlen, waarboven men Goethe's Mephistofeles, kwaadaardig, uit hoort het tot op zekere hoogte hebben gedaan. En de gemeenplaatsen, die men in elk pacifistisch blaadje lezen kan, zouden met de romantiek van den Baron", die bout portant aan den heer A (B) zijn vermogen afstaat ziehier een millioen, red u voorloopig" onder de tooneelbelichting uit het graf der brochures zijn opgeleefd. Wanneer de heer Beer zoo naïef is als hij zich voor doet, zou ik hem, als vredesapostel, dit succes gegund hebben. Voor de dramatische kunst mogen we ons slechts verheugen, dat het haar gespaard bleef, omdat de schrijver zijn eigen regisseur, decorateur, acteur, dansïur, wilde zijn, zonder in een dezer kunst vakken het bewijs van iets meer dan wat artistieke flair te leveren, en meende het aan de moderne menschheid verplicht te zijn den dialoog in mooten te hakken, met gillen en galmen doorregen, en het koor te laten spreken, op de wijze van de lagere school: Ziet-gij-dien-fie-ren haan, Daar-op-den-mest-hoop-staan?" Kantteekening bij het tooneel van den dag Onrustbarend, zooals er in ons land over de dramatische kunst wordt geredeneerd. Het is, alsof ze nog ontdekt moest worden. Conferenties tot in het holle van den nacht, door leeken en tooneelspelers, die, werden ze voor een nachtrepetitie ten behoeve van Sophocles, Vondel of Pirandello gerequireerd, den Bond van Ned. Tooneelisten in het geweer zouden moeten roepen. En wanneer dan daarbij nog Herman Teirlinck over den Moerdijk wipt, om op de hem eigen onverant woordelijke wijze ons gedwee publiek voor te keuvelen: dat het allemaal niets gedaan is, en de zaligmakende theaterkunst weg met de litteratuur louter van de nieuwe vormen en den mondain-universeelen geest moet komen, dan.... Dan herinneren we ons, hoe juist vijfentwintig jaar geleden de geniale Max Reinhardt een woord van hulde mag bij dit bescheiden jubi leum niet achterwege blijven het theater als thea ter" in eer herstelde, en zich wat de nieuwe vormen betreft, inspireerde op den litterair-universeelen geest. En dat daar toen door de ontevredenen, waarmede het tooneel ten allen tijde gezegend blijft, onder het devies Ausstattung" heftig tegen geageerd werd. En dat men nu eigenlijk in Europa niets anders doet dan het tooneel ausstatten" met alle denkbare vondsten en vondstjes van een, door het tijdslawaai opgemonterde, fantasie, en hoe langer hoe beter werkende technische apparaten. Met alleen dit onderMakelaar J. D. R.Nwnabvr scheid: dat de universeele geest thans geheel van den» metteur-en-scène komt, en de dichterlijke inspiratie daarbij in de boekenkast blijft. Vinden we daarom zulke vertooningen, als bijv. van Tijl", dat in zijn soort een geslaagd voorbeeld' is, niet aardig? Ongetwijfeld. Het boeit, trots den onsamenhangenden en onnoozelen tekst, dank zij detheatrale begaafdheid van een jongen regisseur. Het groote publiek, dat graag veel te zien krijgt, zonder zich te moeten inspannen, is er mee content, het kleine publiek verheugt zich in het, onder dezebedrijven duidelijk aan het licht tredend theatraal talent, en hoopt dat het na deze gevoelige vinger oefeningen eenmaal van gelijke waarde zal blijken, bij de uitvoering van een dichterlijke compositie, die meer de moeite loont. Behalve op de grooten, die voor alle tijden zijn». blijft deze hoop, voor onzen tijd en voor ons land dan vooral gevestigd op Herman Teirlinck, die litterator geboren werd en dit met den besten wil.' niet loochenen kan. Zoodat we ons van de praatjes, door hem als regisseur parlant au public" gehouden^ niets behoeven aan te trekken en slechts belangstellend uitzien naar wat zijn levend talent desondanks voort brengt. Zijn werk, dat de houding heeft van groot werk, doch in wezen.nog klein blijft, biedt eveneens zeer geslaagde voorbeelden van den huidigen revuegeest, waarin echter het bloed kruipt, waar het niet gaan kan gelukkig ook iets van het hart ge slopen is. In De vertraagde film" vinden we zulk een. voorbeeld. De" man en de" vrouw, bedoeld als de dragers van het begrip mannelijk en vrouwelijk, treden in dit drama bovendien op als een man" en een vrouw", als twee menschen, met wier lot wij mede leven. n om dat meeleven men kan er lang of kort over praten gaat het ons nu eenmaal. Om een mensen vroeger noemden we hem een held" wiens vreugden en smarten wij kunnen gevoelen, als waren het onze eigene. Om het individueele, dat voor het individu bevattelijk is, onmiddellijk contact en verstandhouding schept, en langs dien weg geleidt naar een algemeen levensgevoel. Een schrijver, die diep met zijn held, met zijn menschen meeleeft, raakt daarmede vanzelf aan de wortels van het bestaan, en geeft het humanisme al wat het toekomt. Daar kan dan het vindingrijk vernuft allerlei omheen borduren.. dat onder de handen van den metteur-en-scène mede bezield raakt, daarvan zal weinig of niets be klijven, als niet de toeschouwer aan den lijve mocht mede-lijden, en in zijn hart is getroffen. De schrijvers, die dit doen, en aldus van de diepte hunner ziel naar de ruimte bouwen, zijn schaarsch. Herman Teirlinck lijkt mij een gelukkig grensgeval. Wij kunnen van zijn werk veel bewonderen, en ook een en ander lief hebben. Maar laten we in het algemeen toen niet uit het oog verliezen, of opzettelijk wegredeneeren, dat de inhoud den vorm schept, en niet de vorm den inhoud, en dat ontroering eerste eisen blijft, ook bij het kaleidoscopisch experiment. KONINKLIJKE BAZAR 8i, ZEESTRAAT DEN HAAG WAAR U ZOEKT, WAT U WENSCHT, EN WENSCHT WAT U VINDT. CONDUITE INTÉRIEURE, «zitplaat sen, Schokbrekers, Ballonbanden, 4-wielremmen, geheel compleet» f 2950*"" De, Importeur: UEOIURD LANG Stadhuilirskade 114 AMSTERDAM. VICTORIA-WATER Reeds meer 40 jaren OBERLAHNSTEIN in Nederland ingevoerd PHOENIX-MEUBELEN" Voor WONING en KANTOOR zijn GOED, GOED KOOP en worden onder GARANTIE geleverd «*> «« BEHANGEN - STOFFEEREN - BEDDENMAKERIJ Magazijn Damrak 76 Tel. 48489 <^s c*) c\s CNO c\a GVO Fabriek'Toonkamers Warmoesstraat 141 Tel. 42689

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl