Historisch Archief 1877-1940
'UV
'J ^-C
2578
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
OP DEN ECONOMISCHEN
U I T K IJ K
DOOR THR. MR. H, SMISSAERT
Nalezing
ER was buitengewoon veel belangstelling, 16 dezer
in den Haag, voor de jaarvergadering der
Ver«eniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek,
waar de dubbele vraag aan de orde was: of toepassing
van eenig beschermend stelsel dan wel verweer tegen
?buitenlandsche protectie bijv. door retorsie, in het
.algemeen belang van landbouw en nijverheid hier
te lande gewenscht is, en of toepassing van zoodanig
stelsel mogelijk is zonder schade voor de, in het
?belang van Europa's economisch herstel noodzakelijke,
verkeersontwikkeling. Daarover waren, gelijk men
?weet, praeadviezen uitgebracht door prof.
Diepeniiorst, mr. Josephus Jitta en.mr. van Spaendonck;
Jk besprak deze drie verhandelingen in de nummers
van 2 en van 16 dezer, gaf een kort overzicht van den
inhoud en den neerslag van mijn indruk.
Mijne lezers zullen het mij, hoop ik, ten goede houden,
indien ik op de zaak nu, na de vergadering, nog eens
in het kort terugkom, want die zaak is uiterst gewichtig;
dat verklaart ook den grooten toeloop van leden naar
de bijeenkomst, die, met eene onderbreking van slechts
' drie kwartier, van 11 tot 6 uur duurde. Er waren
lal van debaters ingeschreven, meer dan men aan het
?woord kon laten en zij, die aan het woord kwamen,
móesten worden gerantsoeneerd", wat niet belette
dat voor de praeadviseurs aan het einde van den
middag te weinig tijd overbleef, zoodat b.v. mr. van
Spaendonck verlof vroeg om, wat hij onuitgesproken
moest laten, in het verslag der zitting te doen op
nemen;, iets dergelijks was ook door eenige debaters
reeds gevraagd.
Men zal, om een juist en volledig beeld van het ter
vergadering in het midden gebrachte te verkrijgen,
het volledig verslag daarvan, dat t.z.t. door de
Vereeniging wordt bezorgd, moeten afwachten. Aan
de dagbladpers mag men er geen verwijt van maken,
dat zij het vele, dat door zoovele sprekers ten beste
?werd gegeven, slechts in beknopten vorm weergaf;
het is ook trouwens ondoenlijk, de door menigeen
in het geding gebrachte cijfers dadelijk vast te leggen
en een uitvoeriger relaas zou te veel kolommen in de
couranten hebben gevergd.
Het zal dus uiterst belangwekkend zijn, van het
officieele verslag rustig kennis te nemen, te meer
omdat de gedachtenwisseling zich over 't geheel
op een hoog peil bewoog. Welhaast steeds pleiten
vrijhandelaren en protectionisten elk voor hun zaak
zonder dat daarop dadelijk tegenspraak volgt; hier
waren zij nu bijeen en kon tegenover elk argument
een contra-argument worden geplaatst. Doch dit
geschiedde dan ook zoo veelvuldig en aan het slot
bij wijze van talrijke interrupties (die mr. v. Spaen
donck gelegenheid gaven zijne slagvaardigheid te
toonen) dat men na afloop de zaal verliet met zeer
vele indrukken, waaruit zich niet aanstonds eene
aigemeene slotsom kristalliseerde. Indien ik nu echter,
bij rustiger bezinning, tot eene slotsom zou willen
komen, dan zou het deze zijn: dat de dag voor de
vrijhandelaren niet slecht is geweest. Terecht kon
mr. Josephus Jitta in zijn antwoord erop wijzen, dat
het door hem als grondslag van zijn betoog gestelde
in-en uitvoer-argument (goederen en diensten worden
tegen goederen en diensten geruild) algemeen erkend,
immers niet betwist was, tenzij dan door den heer
van Dusseldorp, die uit zijn ervaring als industrieel
het feit kwam mededeelen, dat hij altijd zijne goederen
alleen tegen geld had geruild! Het viel mr. J.J. na
tuurlijk niet moeilijk, tegenover dit (niet zoo heel
wonderlijke) feit" te stellen het beeld van den totalen
in- en uitvoer, de algeheele uitwisseling van goederen
en diensten tusschen ons land en de vele, waarmee
het handel drijft, en daarbij op te merken, dat ver
zending van goud over de grens tot betaling over en
weer daarbij geen of slechts eene ondergeschikte
kwijtings-wijze is.
Mr. J.J. kon, met niet minder recht, vaststellen,
dat de vele, door hem medegedeelde statistieken en
grafieken waaruit bleek in hoe heugelijke mate onze
nijverheid en onze landbouw zich, ook in de lijn van
export, hadden ontwikkeld, terwijl toch na 1870 om
ons heen zoovele tariefmuren oprezen mede niet
betwist geworden waren.
Wanneer nu deze twee punten, die de theorie en
hare toepassing ten onzent raken, toegegeven, althans
niet bestreden worden, dan is daarmee zeker veel
gewonnen. Er blijft, dan de vraag over en die was
dan ook de vraag, waarover het meest en het heftigst
gediscussieerd werd of bij de wassende bescherming
VAN NELLE'S TABAK
KWAÜITEIT
ALOM VERKRIJGBAAR
in zoovele staten onze belangen niet in het gedrang
komen, óf wij niet naar retorsies behooren te grijpen,
of wij bij onderhandelingen met leege handen"
komende niet in de allerzwakste positie staan, of wij
dus niet moeten omzien naar ruil-objecten, naar
reciprociteit streven moeten, een differentieel tarief
behooren in te voeren, waarvan wij verlaging in het
uitzicht kunnen stellen, indien de wederpartij bereid
is ons ook gunsten toe te staan.
Over deze belangrijke vragen zijn, ook na het in de
praeadviezen daarover opgemerkte, vele belang
wekkende dingen ter vergadering gezegd, pro eu
contra, en juist vooral de feitelijke mededeelingen
daarover zal men na de verschijning van het uit
voerige, officieele verslag nog eens rustig moeten
nalezen om de balans op te maken. Ik denk hierbij
vooral ook aan wat van vrijhandelaarszijde werd
aangevoerd ten betooge, dat de ervaring van Zwitser
land en van Belgiëbij hunne onderhandelingen met
Duitschland en met Spanje in de lijn van concessies
op vooraf vastgestelde hooge tarieven ons niet tot
navolging kan verlokken. Men begint zoo ongeveer
spak Ir. A. Plate met een normaal tarief op te
stellen van zeg b.v. 10 pCt. en verhoogt dat tot 20
pCt. en tot 30 pCt., om pp 20 pCt. of 10 pCt. terug te
vallen, als de ander zijnerzijds ook op een
hinderlijken tariefpost wat wil laten vallen. Eenmaal daar
mee begonnen zijnde, moet men daarmee voortgaan;
indien en voorzoover men niet komt tot verlaging,
omdat daarmee geen verlaging te eigen JDate te
verkrijgen is, blijft het hooge tarief in stand met de.
daaraan verbonden nadeelen: prijsstijging van
inJandsche behoeften. Zwitserland, aldus Ir. Plate,
is door toepassing van zijne handelspolitiek zeker
niet welvarender geworden dan wij, eer integendeel,
gelijk zijne werkloosheids- en zijne index-cijfers
uitwijzen. Bovendien leidt dit stelsel van loven en
bieden tot uiterst kortstondige handelstractaten, die
op dien voet tegenwoordig voor drie of voor zes
maanden worden aangegaan, door welke korte ter
mijnen de naaste toekomst voor handel en nijverheid
hoogst onzeker wordt. Wij, wellicht minder bedingen
de, weten voor langeren tijd althans waar wij aan
toe zijn In gelijken geest sprak ook Prof. Verrijn
Stuart Jr., waarna de heer Cd. F. Stork, als zoo vaak
reeds de stem der praktijk helder doende klinken,
erop wees hoe b.v. best geoutilleerde fabrieken in
Tsecho-Slowakije van export moeten afzien.
Het zal interessant zijn, een en ander (en ook
wat daartegen wtrd aangevoerd) na te slaan als
het in extenso voor ons ligt.
En zoo is er meer. Het Schoenenwetje! Dat is
nu immers ten onzent de morale en action" geweest
als proeve van verweer tegen valuta-concurrentie.
Maar de heer van Genegte vertelde belangrijke dingen
(en gaf niet minder belangrijke cijfers) over onze
Brabantsche schoenen-nijverheid, welke eerst sedert
twee of drie geslachten en dan nog slechts ten deele
groot-bedrijf is geworden en toegerust met moderne
werktuigen; naast een veelvuldig voorkomend
middenbednjf staan de vele thuiswerkers. Er was een
statistisch aanwijsbare voortschrijding in de richting
van betere outillage en mechaniseering, juist onder den
prikkel van de buitenlandsche mededinging, maar
toen deze door het wetje zeer sterk werd belemmerd,
zonk dit streven naar bedrijfsverbetering
zienderoogen in. Het zal, alweer, interessant zijn, ook dit
gedocumenteerde betoog eens in des sprekers tekst
onder de oogen te krijgen. En men kan er, dunkt mij,
zeker van zijn, dat daarover nog wel een woordje
zal vallen.
Mede zal dat pok gebeuren met de vraag: of en
hoeveel de werking van dat Schoenenwetje aan de
verbruikers in Nederland heeft gekost. Mr. J. Jitta
kwam tot een cijfer van pi.m. 3 millipen gulden, maar
mr. v. Spaendonck verwierp die becijfering volstrekt
als ongeloofelijk-?simp!istisch". Deze spr. beriep zich
op het verslag eener commissie uit den
Nijverheidsraad, waarin echter, gelijk bij navraag bleek, geen
vertegenwoordigers van verbruikers (wel handelaren)
zitting hadden gehad. Ziedaar ook een punt, waarover
straks nog wel zal worden nagepleit en dat zeker
nog wel nader onderzocht dient te worden.
Over de tweede vraag is ook ter vergadering minder
gezegd dan over de eerste. De heer Wibaut sprak
in 't bijzonder daarover en wees er terecht op, dat
het daghet", d.w.z. dat er stil-aan eene kentering
komt, doordat men bij de internationale
productieen distributie-regelingen in de grpote kartells begint
te beseffen, dat, wil men in die lijn slagen, vele
slagboomen moeten vallen. En dus juist nu moeten wij
niet er weer een oprichten Bleef die tweede
vraag dus wat op den achtergrond, te feller werd
de eerste belicht. Maar onbeantwoord bleef deze: met
welk recht een regeering, die b.v. ten bate van onzen
kaas-export naar Spanje bereid zou zijn invoer van
sinaasappelen uit dat land te weren, de begunstiging
van onzen kaashandel zou koopen voor benadeeling
van hen, die in den aanvoer, den handel en sorteering
van zuidvruchten hun kost verdienen.
Wij zien dus naar het volledige verslag met belang
stelling uit: er is veel stof in ook voor nadere ge
dachtenwisseling en voortgezet onderzoek. Toe
nadering tusschen vrijhandel en protectie schijnt
wel uitgesloten (waar bleef in prof. Diepenhorst's
soms geestige, vaak slechts grappige rede zijne syn
these"?), maar het is en blijft van uitnemend ge
wicht de wederzijds aangevoerde gronden op hun
steekhoudendheid te toetsen.
DE DIEREN IN HUN STILZWIJ
GENDE WELSPREKENDHEID
X. RHINOCEROS
Teekening voor de Groene Amsterdammer"
door H. bersfijnen
?SL.
HOE EEN NEUSHOORN DENKT OVER ZIJN
AANVALLER
Mijn gezicht is wel zwak, maar ik voel bij instinct
Of 't me vijanden zijn of me vrinden.
Wat kriebelt mijn huid toch? Wat is 't, dat daar
[klinkt ?
Dat griez'lig insekt heeft iets vast, en het blinkt..
Wacht maar, wurmpje, ik zal je wel vinden!
CHARIVARIUS.
BOEKBESPREKING
Ernst Vermeer. De leugen der liefde.
Tragedie in vijf bedrijven. Amsterdam
1925. J. M. Meulenhoff
Frans Brantsen en zijn vrouw zijn ongelukkig ge
trouwd. Mevrouw Brantsen heeft een hekel aan haar
man en kan niet hebben dat hij haar achtervolgt
met zijn rechten als echtgenoot. De moeder van
Brantsen helpt mee om de verhouding te vertroebelen.
Oda besluit daarom, haar man te vermoorden, komt
voor de rechtbank, wordt vrijgesproken (het stuk
speelt ,,in het buitenland", in Frankrijk zeker !),
voelt dat ze geen recht meer op het leven heeft en
pleegt zelfmoord.
Dat zijn geweldige dingen. Maar ze worden hier behan
deld met een Franschen slag. Een dialoogje, een
alleenspraakje, een paar ruzietjes en Frans ligt dood op
den divan. Asjeblief. Hartstikke-dood. Maar dat
gaat zóó maar niet. Waarom maakt de schrijver niet
duidelijk, dat die Oda geen andere mogelijkheid had
om aan haar ongelukkig huwelijksleven te ontkomen?
Dat wordt in 't geheel niet verklaard. Trouwens, er
wordt in dit stuk niets verklaard; we moeten het
allemaal zoo maar gelooven. Het elementairste in
zicht in de verhouding van de sexen moet deze schrij
ver blijkbaar nog krijgen. Het is geen manier om er
zoo maar op los te schrijven, en er in een tooneelstuk
maar op los te laten vergiftigen. Die man van Oda
is heelemaal niet slecht; iemand die op het idee komt
hem te vermoorden, moet óf een schurk of ontoe
rekenbaar zijn. Maar blijkens het stuk is Oda dat
geen van beiden; ze is alleen tot het uiterste ge
bracht", maar dat kan men slechts uit het onge
rijmde bewijzen. Overigens blijkt het nergens uit;
allerminst uit het stuk zelf.
De dialogen zijn slap en zonder spanning. Het
vierde bedrijf bestaat uit twee redevoeringen, een
van den officier van justitie en een van de vrouwelijke
verdediger. Op die manier wordt een brochure een
drama in n bedrijf.
HERMAN MIDDENDORP
J. S, MEUWSEN, HofL A'dam-R'dam-Den Haag.
DU BE4ITB HOEDEN IN HOLLAND