Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HOE J
iiiiimiiiiiiiiN!iiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!!i!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii DOOR Dr. M. VAN BLANKENSTEIN
T~\ EZER dagen heeft de krantenlezerTvernomen,
U dat Chineesche studenten uit de verschillende
hoofdsteden van Europa te Brussel bijeen waren
gekomen om te betoogen tegen de bestaande ver
dragen tusschen China en de buitenwereld, verdragen
die China nog slechts gedwongen handhaaft, en waar
over het juist in dezen tijd een kwestie heeft met
België.
De gevoelens der Chineezen, die in de buitenwereld
hebben leeren kennen wat men daar onder nationale
waardigheid verstaat, zijn alleszins begrijpelijk. China
heeft niet, zooals de meeste koloniën der Europeesche
staten, het recht zijn eigen inkomende rechten te
bepalen. Het zit vast aan een tarief, dat in 1842 bij
vredesonderhandelingen met Engeland is bepaald, en
dat langzamerhand is uitgebreid tot alle naties, waar
mede China op de basis van meestbegunstiging een
handelsverdrag heeft gesloten. De opbrengst der
douane komt ook niet in handen der Chineesche
regeering, maar wordt geïnd door een internationale
organisatie onder Engelsche leiding, die, voor zij het
geld aan de Chineezen afdraagt, eerst de rente en
amortisatie voor allerlei leeningen, welke met
douaneinkomsten als onderpand gesloten zijn, afhoudt, en
bovendien de bedragen, die vele staten nog te eischen
hebben als schadeloosstelling voor den bokseropstand.
China heeft op de conferentie te Washington ge
poogd, haar inkomende rechten, die toen aanzienlijk
minder dan de oorspronkelijke 5 pCt. op alle waren
zonder uitzondering bedroegen, verhoogd te krijgen.
Ten deele tengevolge van de machteloosheid der
Chineesche regeering in haar eigen land en ten deele
door tegenstand van Japan in 't bijzonder, dat voor
zijn uitvoer naar China vreest, is nog geen oplossing
in deze kwestie gevonden. Toch heeft de regeering
daar dringend behoefte aan. Want, daar de militaire
gouverneurs alle rechtmatige en onrechtmatige in
komsten der overheid voor zich zelf in beslag nemen,
heeft de regeering te Peking geen andere inkomsten
dan die uit de douane, die onder de tegenwoordige
omstandigheden maar even voldoende zijn om aan de
eischen der buitenwereld te voldoen. Slechts bij een
verhooging der tarieven, die dit zeer wel zouden ver
dragen, zou Peking beginnen"geld ter beschikking te
krijgen. Dit is dus voor de Chineesche regeering in
verschillende opzichten een aangelegenheid van groot
belang.
Van grooter beteekenis nog voor de nationale
waardigheid der Chineezen is het feit, dat hun land de
eenige onafhankelijke staat ter wereld is, waar nu nog
vreemdelingen aan het gezag van politie en jusfitie
onttrokken zijn. Wel vormt het vraagstuk van de
afschaffing der extraterritoriale rechtspraak ook een
onderwerp van onderhandelingen tusschen China en
de buitenwereld, maar het ziet er niet naar uit, dat
daarin spoedig een regeling zal getroffen worden. De
rechten der Chineezen in dezen zijn duidelijk genoeg.
Maar wie de omstandigheden in het tegenwoordige
China kent zal beseffen, dat een afschaffing der
BATENBURG 6 FOLMER
(G. W. FOLMER)
DEN HAAG,
HUYGENSPARK22
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MBT SAFE-INRICHTING
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN
extraterritorialiteit onder de huidige omstandigheden
slechts mogelijk zou zijn, als men eerst alle vreemde
lingen in de gelegenheid had gesteld, huis en hof te
verlaten en zich in veiligheid te brengen buiten het
bereik der machthebbers, die nu in China regeeren!
In theorie waren wel westersche wetgeving en
westersche strafmethoden ingevoerd, maar de werkelijkheid
beantwoordt niet geheel, vooral niet in het binnen
land, aan den schoonen uiterlijken schijn. Zelfs als
men willekeurigheden ter zijde laat en de omkooping,
die in de Chineesche samenleving een zoo machtigen
invloed uitoefent, dan nog blijft er in de Chineesche
rechtsopvatting genoeg eigenaardigs over, om het
bedenkelijk te maken voor den vreemdeling er onder
te leven. Dit zou op zich zelf geen reden mogen zijn,
om China voor zijn buitenlandsche inwoners vreemde
rechtspraak op te dringen. Men kan zeggen: wie zich
in China waagt moet zich dan ook maar, zooals
tegenwoordig overal elders het geval is, aan de wetten
des lands onderwerpen. Men moet echter rekening
houden met het feit, dat groote belangen in China
CHINEESCHE SOLDATEN
opgebouwd zijn onder en ingericht zijn op de be
scherming der vreemde rechtspraak. Dit moge al een
ernstig bezwaar zijn tegen wijziging, het is toch ook
weer geen afdoende reden om met hand en tand aan
de extraterritoriale rechten vast te houden. Op dit
oogenblik echter zijn daarvoor meer beslissende be
weegredenen.
Overal in het land heerscht militaire rechtspraak.
Willekeur, afpersing, en allerlei wreedheden gaan
daarmede gepaard. Zou de vreemdeling niet onder een
uitzonderingsrecht leven, dan waren de rampen niet
te overzien. Nu echter weten de geweldenaars, van
soldaat en roover tot generaal en rooverhoofdman
toe, dat de buitenlander sacrosanct is. Het moge niet
altijd helpen, in verreweg de meeste gevallen is het
voldoende, om den vreemdenduivel" (een woord dat
men weer hoort in China) te beschutten. Ik vermoed,
dat op dit oogenblik geen staat met belangen van
beteekenis in China ervoor te vinden zou zijn, zijn
onderdanen aan de bescherming, die de extraterrito
rialiteit hun biedt, te onttrekken.
Dat weten de Chineesche machthebbers zeer wel.
Zij zelf trouwens vluchten, zoo vaak zij reden meenen
te hebben om hun leven in gevaar te achten, in het
extraterritoriale gebied der buitenlandsche vesti
gingen, waar geen gevaar hen dreigt.
Daar staat echter tegenover, dat er van
buitenlandschen kant wel dingen gebeuren, die op zichzelf
al de extraterritoriale rechtspraak een slechte repu
tatie bezorgen. De consulaire rechters zijn vaak jong
en onervaien. Er gebeuren dingen vaak om juri
disch correcte, formeele redenen die het natuurlijke
rechtsgevoel der Chineezen evenals het onze pijnlijk
moeten treffen. Sommige consulaten te Shanghai
men kan in dezen het Braziliaansche en het Spaansche
noemen hebben er soms geen bezwaar in gezien
nationaliteitsbewijzen te verkoopen aan Chineezen,.
die nooit iets met genoemde landen hadden uitstaande
gehad, ja, die van geslacht tot geslacht China nooit
verlaten hadden. Natuurlijk gingen slechts Chineezen,
die grondige reden hadden aan een door hen gekochte
consulaire rechtspraak de voorkeur te geven boven
hun natuurlijke rechters, tot deze stellig zeer dure
transactie over. Dit vervulde de Chineezen met
bitterheid en verachting en de andere buitenlanders
met schaamte.
Verder: andere westersche staten stelden hun vlag
beschikbaar voor Chineesche schepen op de
Yangtserivier. Er varen al te veel vaartuigen b.v. onder
Italiaansche vlag. Men begrijpt, welke waarde de
vrreemde, onaantastbare vlag heeft voor smokkel
handel en dergelijk bedrijf. De Chineezen zien en
zwijgen, maar denken er het hunne van.
Moge het al waar zijn, dat het op dit oogenblik een
onverantwoordelijke lichtvaardigheid zou zijn, de
bescherming, die de vreemdelingen in China zelfs
indirect de Russen en Duitschers, die hun extraterri
torialiteit verloren hebben in het bestaan der
consulaire rechtspraak vinden, op te geven, toch zijn
er redenen genoeg om het bestaan van deze recht
spraak een groot euvel te noemen.
Dat jong-China ertegen opkomt is dus begrijpelijk
genoeg.
Zooals jong China betoogt, is voor ons westerlingen
echter niet altijd begrijpelijk. Het is een vorm van
terreur geworden, waaraan menige Chineesche staats
man en menige Chineesche regeering reeds gemeend
heeft zich te moeten onderwerpen.
Op de conferentie te Washington zagen wij tot
onze verbazing, hoe de Chineesche delegatie haar
tactiek bepalen liet door het opdringerig gedoe van
wat Chineesche studenten, die naar de Amerikaansche
regeeringsstad gekomen waren om hun staatslieden
op de vingers te zien. Te Peking werd ons dit ontzag,
voor de luidruchtigheid der studenten duidelijker.
In 1924 beheerschten dezen stad en regeering.
Niemand waagde het, tegen hun onstuimige, en vaak
onbekookte verlangens in te gaan. Zij werden zoo
licht handtastelijk ! Door hun invloed op de studenten
oefenden de Russen weer een tijd lang een groote
macht uit.
Zoo een studentenbetooging was niet voor de poes.
De jonge lieden trokken menigmaal naar het huis
van een minister, drongen er binnen, sloegen alles
kort en klein. Ja, verschillende malen heeft men het
beleefd, dat zij de gebouwen in brand staken, en goed
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
<TO ONO eva DEN HAAG <fa <? ^
AMSTERDAM - ARNHEM
Verz. van Tentoonstellinggoederen