De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 6 november pagina 10

6 november 1926 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2579 l DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Kofterdamsch-HofsfadlooneeL Waf is de waarheid? door Luigi Pirandello HET is verwonderlijk, dat een zooveel zwakker , , en onduidelijker werk als Zes personages op zoek naar een schrijver", eer tot de publieke belangstelling vermocht door te dringen dan dit krachtig, en in wezen glashelder Wat is de waarheid", Pirandello's eersteling, dien men meteen voor zijn meestergreep mag houden. De factoren, welke tot het mode-succes van dezen modernen schrijver hebben geleid, zullen wel voornamelijk in den boeienden theatralen vorm gezocht moeten worden-; ik, voor mij, geloof tenminste niet, dat er vooralsnog veel innerlijke motieven aan te pas zijn gekoimn, al voelt de menigte hier misschien instinctief toch iets van superioriteit. Meer kan men ook eigenlijk niet verwachten. Want deze voorganger van een, ik zeg niet nieuw,; maar in elk geval ander tijdperk, staat met zijn rug naar alles wat het publiek in onzen tijd, met zijn communistische tendenzen, religieuse en me tafysische bevredigingen, bezig houdt; met zijn rug ook naar de emancipatie, die de groote geesten, welke dit tijdperk inluidden, voor de geheele maatschappij bedongen hebben, naar gansch het naar buiten gekeerd leven, dat op het oogenblik zijn excessen uitviert en de intiemste gevoelens te grabbelen gooit. Hij sluit aan bij Goethe en de ouderwetsche" schrijvers, die de souvereiniteit van de persoon lijkheid voorop stelden, en verwijst in deze richting, via i den bewusten geest, naar het allerheiligste: het eenzaam menschenhart. Het zal nog wel een poosje duren eer de menigte, moegedanst, ook voor dezen inkeer weer te vinden is, «n tot dien tijd blijft de aris tocraat Pirandello, innerlijk, voor hen, die van nature voelen gelijk hij; en dat is de kleine minderheid. Wat niet wegneemt, dat er ook voor de massa in dit kleurrijk en hartstochtelijk bewogen toonéel, dat aan de tastbare wereld geen geringer relief geeft dan 'aan de wereld der verbeelding, op een ander plan dan, nog heel wat te genieten valt. Een stuk van Pirandello kan nauwelijks vallen", vertooningen, ?die'-^iaar den geest op niemendal geleken, hebben bewezen hoe bijna onverwoestelijk zijn werk is. Als een edel kristal flonkert bij dezen schrijver de wereld van den innigsten droom in den chaos van het feiten-leven. Samen vormen zij, in hun betrek kelijke realiteit, de maatschappij; en de kunst is nu maar de bewuste wereld van de onbewuste zooveel mogelijk gescheiden te houden. Waar zij botsen, waar de naakte, ziel in het folterrad van den gezelligen omgang de samenleving geraakt, kan het verschrikkelijk zijn. Hoe verschrikkelijk, vertelt ons Wat is de waarheid?" een parabel, een spiegel onzer moraal. Drie menschen, man, vrouw en schoonmoeder, van wie de man een ambtenaarsbetrekking bekleedt, komen wonen in een provinciestad, waar niemand iets van hen af-weet." Dit, en de omstandigheid, dat zij zich vreemd" gedragen, is voldoende om de stedelijke belangstelling te prikkelen. Men meent te weten, dat de heer Ponza zijn jonge vrouw in huis verborgen, zelfs opgesloten houdt, en dat deze zonderlinge handelwijze verband houdt met zijn schoonmoeder, mevrouw Frola, welke haar dochter slechts op een afstand zij wacht dan op de binnenplaats tot haar dochter op het balcon verschijnt zou mogen ontmoeten. Een ieder houdt zijn speciale fantasie omtrent het geval voor de ware", en al deze ijdele fantomen beginnen in het Stadje hun rol te spelen; ten koste der ongelukkige vreemdelingen, om wier verborgen existentie zich als het ware n groote valstrik spant. Het salon der familie Agazzi, deftige burgers, de heer Agazzi ver vult bij de Préfecture het ambt van advocaat-gene raal, wordt het honk voor de algemeene nieuwsgie righeid, het brandpunt der hartelooze meewarigheid" en een modderpoel van valsche aanwrijvingen. Onopzettelijk en onbewust; Pirandello zegt: te goeder trouw. Want deze geestelijke middenstand, die een oppervlakkig, provinciaalsch-mondain leventje leidt, deze brave lieden, die nooit een diep geluk of een diepe smart zoodanig aan den lijve verwerkten, dat ze er waarlijk mensch" door werden, staan vreemd, onbedreven en vijandig tegenover het ".geheim" in anderen. Een vaag besef, dat er toch iets zijn moet, waarvan zij, met al hun eigendunk, geen begrip hebben, ontketent de harstochten: daarvan iets te vernemen. Meent niet ieder recht te hebben op het vertrouwen" zijner bekenden? Een recht, nog door de positie" vaak versterkt. Oecontrarieerd, stijgen deze ordinaire driften tot de blinde wreedheid van het gepeupel, in den strijd om de overmacht. Aan die aanvankelijk poes-vriendelijke dames en heeren valt eerst de oude mevrouw Frola ten prooi, de oudste draagster van het familie-geheim. Na haar de heer Ponza. In hun benauwdheid disschen zij beurtelings andere verhalen van hun omstandigheden op, om maar iets plausibel te maken zonder hun waarheid te verraden, die zij tot eiken prijs bewaren moeten, wil de smart, die hun verleden verduistert, dragelijk blijven en niet opnieuw ingrijpen in het besloten bestaan, dat zij zich, hoe dan ook, in onder linge liefde en eensgezindheid op de puinhoopen hebben opgebouwd. Op dit beproefd en verinnigd gevoelsleven, dat het zoogezegd reëele leven over vleugeld heeft, legt Pirandello ontroerend den nadruk, deze drie zwaar-beproefde menschen hebben maar n gedachte: elkander nu verder zooveel mogelijk leed te besparen. De samenleving levert hen over.... Hoe langer hoe dieper werken de gemartelde oude vrouw, de zenuwzwakke man, die zich als ambte naar" op moet houden, er zich in. Opzettelijk, of onopzettelijk, spreken zij elkaar tegen, wekken beiden den schijn niet normaal" te zijn. En om hen groeit inmiddels de haag, het cordon, van nieuwsgierigen aan; de menigte, gewelddadig als een natuurkracht, des te verraderlijker onder het vernis der burgerlijke beschaving. Het is een ontstellend schouwspel, dat Pirandello, .louter door.de milieu-schildering, voor ons oproept. Te pijnlijker, omdat we in dit scherp belicht en vergroot beeld eener natuurlijke vijandelijkheid, in dit huiselijk kader, ontdaan van alle romantiek, on verbiddelijk onszelf herkennen, in onzen ijver voor de samenleving, waarvan ieder begoocheld en omstrikt door verbeeldingen" ook omtrent zich zelf zich het middelpunt waant, en niet weet wat hij den ander aandoet". Tegen den achtergrond van al dit aardsche" komen de geplaagde vreemdelingen in een onaardsch licht, op een verhoogd plan. Wij zien den e:.kelen mensch als martelaar van de maatschappij, de zwij gende ziel in haar verhevenheia. Wij erkennen het geheim dfer persoonlijkheid als onaantastbaar Al hooger stuwen de drie bedrijven, waarvan elk de twee werelden toont in een gevorderden staat, van kliekgeest, en van eenzaamheid, naar deze majestueuse erkenning. Op last der superieuren", die zich wijsmaken uit deernis met de familie Ponza te handelen en daarbij geen dreigement ontzien, bezwijkt ten slotte de ambtenaar Ponza en voldoet aan den aandrang: zijn vrouw, die de oplossing van het geheim in zich bewaart, ter confrontatie te gaan halen. In de gedaante dezer jonge vrouw, die gelijk de geblinddoekte Themis, haar rouwsluier niet opslaat, treedt eindelijk ,,het hooger bewustzijn" de ver gadering binnen, en doet het tumult verstommen. In de weinige, redelijke woorden, die zij, uit de regionen der ziel, spreekt, ligt de oplossing van het geheim, de oplossing van het leven. Het medelijden", door de oude vrouw afgesmeekt, door den man met al zijn zenuwen bevochten, eischt zij als een recht. Als menschenrecht. Het waarachtig medelijden, dat de wonden, waarvoor geen anderen balsem te vinden is, eerbiedigt en ontziet. Het hoogste instinct: het gevoels-begrip. Een slot, zoo eenvoudig en verzoenend, als er, geloof ik, weinig geschreven zijn. Een slot, dat, al zijn we omtrent ,,de" waarheid, en het zonder ling huishouden Ponza nog niets wijzer dan de nieuws gierige Agazzi's, ons boven alle betrekkelijke waaihedsn bevredigen kan. Wij hebben het Rotterdamsch-Hofstad-toonecl erkentelijk te zijn, dat het voor dit machtig werk, dat de meesterhand vraagt, den regisseur aanzocht, die de meester blijft in het vak. Dr. Royaards, die bovendien de aristocratie van den geest en het hoogste recht der peisoonlijkheidookindezenivelleerende tij den,nooit verloochend heeft,enin de gevoelswereld van Pirandello dus vindt wat zijn hart bevredigen kan. Daaraan danken we het dat Wat is de waar heid?"?dat dooreen regisseur van anderen rang met succes tot een gewoon blijspel met melo-dramatische effecten verhaspeld zou kunnen worden, in de Nederlandsche vertalingen vertolking een diep-ernstigen indruk heeft gemaakt, als het ware een nieuwe wereld van tragiek voor ons geopend heeft. Pirandello's werk kan almede modern" worden genoemd omdat het, in tegenstelling tot de stem mingskunst", een klaren stijl vereischt, die de con touren scherp trekt, en de twee werelden, welke zich in elkander spiegelen, fel tegenover elkaar plaatst. In dien stijl is het stuk gespeeld, en afgestemd op een evenwichtig plan. Ook in zichzelf houdt deze schrijver de werelden, de strijdige sentimenten, streng gescheiden; zijn gevoel vervloeit nergens tot sentimentaliteit, omdat hij het onvolmaakte" als natuurlijk heeft aanvaardhij verdoezelt niets, en zijn spot (sinds Molière ging, de satyre zelden zoo gul over de planken) kwetst niet,. omdat hij, te berustend om den zedemeester uitte han gen, niets beters weet te doen dan zijn schouders op te halen, en er maar eens om te lachen. In de centrale figuur van Laudisi, den man die eraan ontgroeid is, leeft zijn kerngezonde geest zichi uit. Zijn geest en zijn, gevoel. In Laudisi door Royaards zelf, in den stijl der haute comédie, brillant gespaeld, vinden we den raisonneur" van vroeger, doch in een nieuwe, tot het hart sprekende gedaante. De muren der eenzaamheid staan om hem, en niettemin ziet hij nog kans om schijnbaar een gezellig mensch te zijn, net als de anderen". Een isolement, in dit milieu, gelijk aan een oase".Hoe vulde dit stille spel den achtergrond, belichtte met een oogopslag de beide werelden, hield ze in balans Uit de wijze waarop deze studentikooze wijsgeer zich telkens uit den familiekring terug trok, om zich met een boekje in een hoekje te bergen.. voelden wij de bevrijding, die bereikbaar is trotsalle omstandigheden: de vrijheid der zich bewuste ziel; voelden we tevens den eerbied voor het geheim"' dat achter al dit dwaze leven verborgen ligt. De drie voorgrond-figuren hebben hun missie"' gelukkig volbracht. Het opkomen der oude mevrouw Frola (mevrouw Chrispijn-Muldet), met haar roerende bange handjes, hield al de tragiek in van de teedere ziel in doodsnood, en zij wist tot hst einde de waar digheid van den beschaafden geest te doen uitschijnen.. Qimberg, als de heer Ponza een overkropte figuur was het ontstellend aan te zien, hoe de onderge schikte" in de maatschappij het te kwaad heeft, als. hij zijn menschelijke ziel Wil vrijvechten daar, waar zij, om den broode gebonden ligt. Misschien zat er iets. te veel van den anarchist in dit spel, dat echter mede door het onheilspellende sterk boeide. Fie Carelsen, de jonge mevrouw Ponza, heeft maar n kort toonéel, doch het is van het hoogste belangZij kan de woorden misschien nog iets minder opzet telijk plechtig, iets eenvoudiger zeggen ze komen uit haar natuur" maar zooals zij het deed, washet toch nobel. Mevrouw Schwab, Lily Bouwmeester, Reule., van Gasteren, vormden met mevrouw Haus en haar vriendinnen-sleep, de wereld van den dag, het collec tieve leven. Schwab, de Prefect, met Dommelshuijzen, de Commissaris van politie: het gezag;. zij vertegenwoordigen allen een bepaalde categorie van notabelen, die men volstrekt niet uitsluitend in de provincie aantreft. Deze wereld zou ongetwijfeld.. ook door de ongelimiteerde figuratie, nog machtiger kunnen een helsch visioen maar dan zouden ook de drie legendarische figuren grootscher moeten uitkomen en ik weet niet of ik de afmetingen zóó visionnair vergroot Pirandello is een dichter van de aarde zou wenschen. De opvoering, zoo over zichtelijk en inzichtelijk als ze is, hseft dien dichtergeest voor mij dicht benaderd, en ons op aan grijpende wijze weer eens bijgebracht, wat wij in den schouwburg zoeken: verdiep!; g onzer levenswaar den, in den kunstvorm, die daaruit als nieuw"' ontstaat. GOEDKOOPE EUBELS MOETEN JUIST SOLIDE ZIJN. WIJ MAKEN NU OM. EEN HUISKAMER BESTAANDE UIT TAFEL, 4 STOELEN, 2 ARM. f OIO STOELEN EN BUFFET . . . . ? &'** ZITKAMER BEST. U<T TAFELTJE, 3 ARMSTOËLEN, 2 STOELEN, f 1QO THEEKAST EN BOEKFNKASTJE ? la«* SLAAPK AM CRBEST.UITSPIEQELKAST.LITS JUMEAUX,2NACHT- f OOf KASTJES, 2 STOELEN EN TAFEL ? vOI TOILETTAFEL f 57 ALLES GEMAAKTVAN MOOI EIKENHOUT EN ONTWORPEN DOOR CORN. T.SLUYS DEN HAAG - NOORDEINDE 162A PEEK <ULOPPENBURG Voornaamste Kleedinqinrichtin op elk gebied

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl