Historisch Archief 1877-1940
1', f."If'''''&'
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
UIT
GEMEENTERAAD
DOOR BARBAROSSA
MET TEEKENINGEN VOOR DE GROENE AMSTERDAMMER" DOOR B. VAN VLIJMEN
Mag iemand als hij iets niet
mag, iets doen dat hij mag
als hij hel niet mag?
ZIEDAAR'de kwestie-van der Schaar
in, wat men noemt, een eierdopje.
U ziet het: het is de simpelheid zelf.
Toen ik dan ook Woensdag ter raadszale
schreed, stond de zaak helder en vast
in mijn hoofd. Ik doorzag het geval
zooals men een doorzichtig kristal
doorschouwt. Geen troebeltje aan de lucht.
En ik zette mij neder en hoorde den
jurist-medicus of wil men liever, den
medicus-jurist Abrahams de zaak van
zijn standpunt uiteen zetten. Het Werd
mij nog helderder dan het mij reeds
was want deze scherpzinnige jurist
bracht de kwestie terug tot het nog een
voudiger geval:
Mag iemand, als hij iets mag,
iets doen dat hij niet mag als hij
het wel mag?"
De Raad knikte en keek zeer intelli
gent, om niet te zeggen schrander.
Nu gaan we stemmen", dacht ik in
mijn onnoozelheid, want wie kan, na
het meesterlijke betoog van dezen
meesterloozen medicijn-meester, nog iets
ter verduidelijking van de zaak te
berde brengen?" Doch ik had mij
opnieuw vergist.
De jurist-jurist van den Bergh stond
op en wierp met forsche streken gansch
het betoog van den geachten vorigen
spreker gewoonweg omver. De Raad
luisterde met het verheven aangelaat
van dengeen wien iets boven de pet gaat
doch dit voor geen geld van de wereld
wiltoonen. Hij keek zelfs nog schrander
der dan onder het meesterlijke betoog
van den dokter en ik zag den
juristbrauhausmeester Solkesz bladeren in den
veertienden jaargang van den klapper op
het Weekblad voor het Recht". Ook
de Voorzitter luisterde met gespannen
aandacht en was zelfs zoo verdiept in
hetgeen de geleerde spreker betoogde,
dat hij niet merkte dat het uit was.
Nu is er toch waarlijk niets meer over
te zeggen, zei ik bij mijzelf, maar weer
was het mis. De vrouwelijke, doch daar
om niet minder mannelijke in de schoone
beteekenis van het woord, juriste-juriste
Frieda Katz verhief zich van haar
zetel en was het, hoewel niet geheel
eens met den medicijnmeester, het
heelemaal niet eens met haar confrère,
den jurist-jurist van den Bergh en ont
wikkelde deze geheel onaanvechtbare
stelling:
Mag iemand als hij iets mag
dat hij niet mag, iets niet doen dat
hij mag als hij het mag?"
Het gezonde in het betoog trof den
Raad in zijn scherpzinnigste
hersendeelen en reeds maakte men zich op
om te stemmen toen de jurist-jurist
Rornme met twee liefelijke koontjes
op de wangen, het woord vroeg en ook
verkreeg en met n slag, mag ik wel
zeggen, al het te voren beweerde ver
nietigde, tot juridischen afval verklaarde
en de zaak thans tot haar ware ver
houdingen terugbracht door met sterke
argumentatie den Raad onder het oog
te brengen dat in deze alles neerkwam
op de eenvoudige als voor de hand
liggende vraag: ??> ,, ,;
Mag iemand als hij niets mag,
iets doen dat hij mag als hij iets
mag dat hij niet mag"? *
De heer Solkesz was thans bleek om
de kaken en de heer Carels keek
hulpeloos naar de deur.of Walrave ook
zou verschijnen om hulp te bieden en
de heer Zacharias Jansen fluisterden
den heerjurist-aanspreker den Extertoe:
As ie dat van mijn paling'zegt, gaat
ie de Eenhoornsluis af" en de
juristex-diamantbewerker de Miranda, die
dit alles te beantwoorden heef t en daarbij
de stelling zal verdedigen, gelijk hij mij
in vertrouwen meedeelde:
Mag iemand die de Zwager van
den Machtige is, iets doen of niet
doen dat deze doen of niet mag doen
als hij het mag of niet mag?"
zat van pure opwinding en juridisch
genot op zijn stoel te wippen.
Toen ik wegging, stonden de drie
haren, die de jurist-architet Gulden
als een laatste herinnering aan veel
schoons koestert, recht op en woven
statig heen en weer, want hun eigenaar
liep onrustig achter zijn stoel op en neer
en zou nog het woord voeren, gelijk ook
het geval was met den jurist-timmerman
van Lingen, den jurist-eigenbouwer
Peters, den jurist-melkboer Meerveld en
den jurist-militair Tilanus, die er van
daag min of meer als een Heilsoldate
uitzag.
Toen de zitting op haar einde liep,
verschenen de doktoren Polak en Sajet
eenigszins overhaast ter Raadszale,
blijkbaar door een doorgewinterden bode
gewaarschuwd die aan zag komen dat,
als er niet ingegrepen werd, de hersenen
van het meerendeel der leden een deuk
major zouden krijgen, wat juisi eenige
uren voor het groote feestmaal, aan
gericht ter eere van het gouden
Noordzee-kanaal, tot zeer bedenkelijke ge
volgen zou leiden.
Later hcricht: De toestand van den
heer Solkesz is naar omstandigheden
redelijk wel. Hij heeft zijn fractie-leider
aangezien voor den jurist-economist
Doornbusch
De volgende week begint de Begroo
ting. Het zal interessant worden en
reeds zijn de vedettes" zich ernstig aan
het voorbereiden. De HollandscheNurmi
heeft zich vlijtig in een nieuw nummer,
het polsstokspringen, geoefend en, te
oordeelen naar zijn vorm, komt hij
met vlag en wimpel over het touw al
is het misschien met een eenigszins
gehavende pantalon. Zijn groote tegen
stander Walrave laat niets aan het toe
val over en traint zich op de zandzak.
Zijn aanval en zijn linksche opstooten
zijn formidabel maar zijn verdediging
is nog wat laag bij den grond en behoeft
nog eenige verbetering. De spieren van
Wijnkoop hebben nogslechts de finishing
touch noodigom als spiegels te glimmen,
dank zij de kundige massage van zijn
sparring-partner van Zelm-van den Berg.
Avond aan avond is het stampvol op het
Thorbeckeplein, waar zich het gymna
sium van Arpad Weiss bevindt. Men ver
dringt er zich om de vorderingen van
den kampioen van Rembrandtplein en
omstreken te bewonderen, die zeer veel
succes heeft behaald met zijn training
op Charleston" en Black Bottom".
Ferdinand Wierdels is druk aan het
voltigceren, waarin hij thans een on
geëvenaarde handigheid heeft bereikt,
maar men maakt zich in goedingewijde
kringen ietwat ongerust over het
bijde-handsche en het van-de-handsche
paard, die zich nog wel eens in de
richting vergissen en uit elkaar loopen.
Dokter Abrahams hoopt ditmaal bij de
,,tally-ho" te zijn en een vossetaart als
aandenken van een gelukkige jacht
mee naar huis te brengen, terwijl ten
slotte de Voorzitter zich reeds sinds
drie dagen de borst bezig is nat te maken
voor en aleer hij zijn duik in het troebele
nat zal nemen dat
Begrootingsdiscussies" heet
X H E E R E N S
SCHOEISEL
BERNARD ELIAS
51 LEIDSCHESTRAAT
W AMSTERDAM S
TOEGEPASTE KUNST
Tentoonstelling van Marionetten,
Sierpoppen en Maskers /e
Amsterdam
Men heeft bekend gemaakt dat deze
tentoonstelling in den huize Couturier
naar het Stedelijk Museum zal worden
overgebracht. Is dit inderdaad het geval
(het voornemen is immers niet voldoende)
dan dient daaraan stellig heel wat toe
gevoegd te worden, want Wat er thans
te zien is blijft tot slechts enkele werk
stukken beperkt.
l Toch wachtte ons er eene blijde
verrassing: het werk van Grietje Kots.
Wij willen nu niets zeggen van de minder
geslaagde pogingen omdat de andere
dingen zoo bijzonder goed zijn. Hier is
een zeer zuiver talent aan het woord,
waarbij, met een minimum aan middelen
een maximum aan uitdrukkingskracht
werd bereikt. Er is een monniks-figuur
(zag mej. Kots den dans der Sacharoffs?)
waarvan de kop met wat zwai te lijnen
en een tikje rood beschilderd is. Een
plukje bont dient als haar; er is ook
eene lang-gerekte, in dof-zwarte zijde
gedrapeerde vrouwe- gestalte, waarvan
het gelaat met het gouden haar fijn en
bleek tegen het zwart der kleeding con
trasteert; in de rechterhand ligt een
rond stukje glanzend glas als symbool
van zuiverheid, door de geheven linker
hand met de slanke vingers beschermd
als kostbaar kleinood. Hier is, naast het
uiterlijke, naast dat wat zichtbaar is,
het innerlijke, innige en daar gaat het
maar om in de kunst. Men ziet er ook
het werk van den begaafden marionettist
van Gelder maar eens op aan: een
heertje, rank en fijn als in een droom,
ineen vorrr^welke boven de werkelijkheid
geheven daaraan alleen het karakteri
stieke ontleent; een mageren, zielig uit
zijn zilveren knoopoogen voor zich uit
starenden componist" in zijn beste
pak", zwart en somber, waaruit bleek
en nerveus de witte kop en handen
steken ook al zijn de marionetten
niet bestemd om in onbewogen ver
starring bezien te worden omdat immers
het leven, door de beweging daarin
gewekt, er in ontbreekt, dan nóg werken
zijn gestalten op de verbeelding in, te
meer omdat van Gelder's uitingen zo»
volkomen echt zijn.
De marionetten door Rueter Junior
zijn wat grof, maar wel kinderlijk,
meer voor vermaak dan in een verlangen
daarin tot kunstwerk te groeien, ge
geven; Jan K'aassen karakters, her
innerend aan de poppenkast. Handig en
bekwaam zijn door hem de houten
koppen gesneden en beschilderd en dit
is de deugd: hij forceerde zich niet.
Van Huszar noteeren wij ten slotte de
z.g. mechanische marionetten, opge
bouwd uit fel-kleurige vlakken, syste
matisch en cerebraal, merkwaardig ook
uit experimenteel en compositair oog
punt. Als wij dan nog vermelden het
uit karton samengestelde, hoekig ge
houden tijgermasker van Dr. de Roos,
dat sterke kwaliteiten toont (men zou
het moeten zien dragen en bewegen !)
en de maskers door Rueter voor
Elckerlyc" Welke wat al te naturalistisch ge
heven zijn, dan is hiermede het al te
bescheiden aantal inzendingen dezei
tentoonstelling, voor welker inrichting
Bernard Deprc zorgde (die zijn leer
meester Wijdeveld niet verloochent !)
de revue gepasseerd.
Een volgende maal (spoedig of later)
beter ! Het is plicht.
OTTO VAN TUSSENBROEK.