De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 6 november pagina 5

6 november 1926 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

yySSrsi< «ii I&.2579 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND A M. E v. gedisting. fam., P.G., m.l?op de hoogte der huish., degelijke pianiste, intellect, ontw., fin. onafh., b.z.a. bij Heer (Wedr.) v. goe den huize, liefst omtrek A'dam. Dienstbode v. dag en nacht aanw. geacht. Br. m. voll, inlicht. No. 250, bureau dezer. gen aangebracht, zoodat nog steeds den volke duidelijk is, waar de metselaars hun gildekamer hadden. Van nog grooter beteekenis was de aanwezigheid der chirurgijns in de waag. Deze praktische geleerden vergaderden in de groote kamer tegenover de St. Antonisbreestraat. Hun sectiën op lijken verrichtten zij waarschijnlijk in den zwaren zijtoren aan de zijde der Nieuwmarkt: deze ruimte althans meent men op Rembrandts befaamde Ontleedkundige Les te herkennen. Maar deze kamer blijkt op den duur niet te hebben voldaan, zoodat de chirurgijns ook buiten de waag hun secties hebben verricht. Maar zij zijn er ten slotte teruggekomen, toen hier een anatomisch theater werd gebouwd, dat ook uiterlijk aan de waag een geheel ander aanzien gaf. In 1690 werd het hooge middendak gebouwd, dat sedert het geheele toren complex beheerscht. Wederom moet worden gecon stateerd, dat de bouwmeesters der zeventiende eeuw een oud gebouw op zulk een kiesche en tevens impo sante wijze wisten te verbouwen, dat een smaakvol geheel ontstond: oud en nieuw zijn hier aldus samen gevoegd, dat een hoogere eenheid is ontstaan. Onder dien hoogen toren of koepel werd nu het theatrum anatomicum ingericht. Daar zijn sedert de secties gehouden, steeds in tegenwoordigheid van een uitge lezen gezelschap; want de notabelen der stad werden tot zulk een handeling, die haast een plechtigheid was, uitgenoodigd. Om de sectietafel verhieven zich de banken amphitheatersgewijs: daaromheen stonden merkwaardige skeletten en andere anatomische praeparaten. Het chirugijnsgild bezat behalve zijn weten schappelijke verzameling een zeer fraaie collectie schilderijen; gelukkig zijn deze grootendeels voor Amsterdam behouden gebleven; alleen Rembrandts beroemde anatomie van Nicolaes Tulp is jammer genoeg door het Mauritshuis verkregen in een periode, toen men blijkbaar aan het bezit van dergelijke kunst schatten weinig waarde hechtte. De Fransche tijd heeft aan de bestemming van de waag groote veranderingen gebracht. In 1798 werden de gilden opgeheven en vervielen dus de gildekamers. In 1812 verdween de hoofdwacht der schutterij na ongeveer twee eeuwen in de St. Antoniswaag te hebben gezeteld. In 1819 werd de waag zelf als zoo danig opgeheven. Geen wonder, dat er ernstig werd gedacht aan de amotie van het gebouw, dat nu natuur lijk met het gebruikelijke epitheton sta-in-den-weg" werd vereerd. Hoe gevaarlijk de zaak was, blijkt wel uit het feit, dat de waag al stond op dezelfde zwarte lijst van te amoveeren gebouwen als de Haringpakkerstoren en de Janrodenpoortstoren, die inderdaad in de handen der sloopers zijn gevallen. Het is waar veel nut deed het oude gebouw niet meer. Er is een schermlokaal in geweest en zelfs een steendrukkerij. Van 1808 tot 1849 herbergde het misdadigers, voordat zij hun welverdiende straf op het schavot op de Nieuwmarkt ondergingen. Ook executies hadden DE EX-KEIZER EN DE NEDERLANDSCHE FISCUS Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan DE OUDE HEER (IN ZUIVER HOLLANDSCH) DOMME!" DE WAAG AAN DE NIEUWMARKT hier plaats; zelfs heeft in den tijd der inlijving de guillotine nier een paar keeren dienst gedaan. Tot 1869 bleef zelfs de anatomie nog in het gebouw ge vestigd. Maar er zou erger gebeuren. In 1848 wordt de geheele benedenverdieping bestemd voor bergplaats voor het materiaal der straatverlichting en voor verblijfplaats der bekende gemeentelijke nacht wakers. In 1866 staat het gemeentebestuur die geheele verdieping gelijkstraat voor tien jaar af aan een meubelhandelaar als bergplaats; de wijding der historie was wel ver te zoeken. Toen de huur om was, werd in 1876 de hoofdpost der nieuwe brandweer in de oude waag gevestigd; oude Amsterdammers zullen zich nog wel herinneren, hoe de brandweer op de Nieuwmarkt uitreed; in 1888werd de hoofdkazerne overgebracht naar de De Ruyterkade. Eerst daarna krijgt de St. Antoniswaag een beter en edeler bestemming: in 1892 wordt het oud-archief der gemeente erin gevestigd. De Roever, de nog niet vergeten archivaris, een man van historischen zin en van fijnen smaak, wist burgemeester Van Tienhoven te winnen voor het denkbeeld om het archief der stad Amsterdam in een van haar oudste gebouwen onder te brengen. Een gelukkige gedachte, die ook aller sympathie had en die sympathie lang ook heeft ge houden. De waag was ook voor archiefdepöt waarlijk niet ongeschikt; men studeerde h'er in een historische sfeer, die den arbeid niet weinig vergemakkelijkte en ook veraangenaamde. Maar het oude gebouw had n groot gebrek: het was voor uitbreiding onvatbaar. Toen dan ook vooral door de overneming van de notarieele archieven, de omvang van het stadsarchief steeds aanzwol, was het ten slotte onmogelijk om het in de Waag te behouden. In 1914 verhuisde het ge meente-archief naar het oude raadhuis van NieuwerAmstel aan den Amsteldijk, waarachter een geheel brandvrij depot was opgericht. BECHSTEIN Bechstein piano, donkereiken, als nieuw f 975.?(franco). Langdurige schriftelijke garantie J. B. BENNER 6 Zn. 97 NOORDEINDE, DEN HAAG Na 1914 is de oude waag betrokken door het steun comitéen door het bureau voor sociale adviezen. Maar het lag voor de hand, dat alles was tijdelijk. Een naar wij verwachten definitieve en waardige bestemming heeft het gebouw thans verkregen door de vestiging van het historisch museum der stad Am sterdam, dat deze week plechtig is geopend. Zeker een zeer gelukkige gedachte, die aan de oude St. Antoniswaag ten slotte de wijding hergeeft der historie. VAN NELLE'5 TABAK KWAÜITEIT ALOM VERKRIJGBAAR

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl