Historisch Archief 1877-1940
No.
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
;7
UIT £>E NATUUR:
Fofo van A. J. van Aglmaal, Baarn
ZEILEN OP DE REEUWIJKSCHE PLASSEN
WATER WANDELINGEN
DOOR DR. JAC. P. THIJSSE
DE gelegenheid voor waterwandelingerTontbreekt
gelukkig in ons Nederland niet. Daar heb je
vooreerst de Friesche wateren van de Morra tot de
Lauwers, het waterland van Sneek en Grouw, waar
iederen wel eens heeft gevaren, hetzij in het innige
eenzame roeibootje, hetzij in motorboot of zeiljacht
of in een gr.oote plezierstoomboot met muzikanten
en vlaggetjes; Mijn mooiste herinneringen zijn een
nevelachtige voorjaarsdag op de Goengarijpster poelen,
met een heele armee van grauwe ganzen op den
landtong en vechtende kemphaantjes langs de oevers,
een zomernacht op het Kruiswater bij Wartena en
een namiddag in den nazomer op de Boornbergummer
Petten, die met de Oude Venen wel het rijkst zijn
aan dieren- en plantenleven en waar de Natuur werkt
in dubbel tempo. Ik zal later wel eens uitleggen,
wat ik hier mee bedoel. Die Petten waren haast
droog gelegd (voor werkverschaffing), wanneer de
Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten
daar niet spoedig een stokje voor had gestoken.
Ten slotte is het toen tusschen Nood en Levensvreugde
tot een compromis gekomen en het beste deel van
die Petten bleef behouden.
In de tweede plaats komt het
Hollandsch-Utrechtsche waterland: het Alkmaarder Meer voor Alkmaar,
de Loosdrechtsche Plassen voor Utrecht en het Gooi,
de Amsterdamsche wateren n.l. de prachtige, nog
lang niet genoeg bekende Dieën van Ransdorp,
Holysloot en Uitdam, het Kinselmeer, het Nieuwe
Diep, het Abcouder meer, het Nieuwe Meer, de
Oosteinder Poel, de Westeinder plassen en al hun
verbindingswateren: ruimte, schoonheid, leering, voor
een bevolking van een millioen zielen. Zielen is hier
het goede woord. Van de Westeinder Plassen komen
wij gemakkelijk in het Brasemer en in het Kager
Meer, die we kunnen rekenen tot het gebied van
Leiden. Nu wou ik maar, dat ik het kapitaal aan
geluk en gezondheid, schoonheid, wetenschap, levens
stimulans, dat in deze wateren'en hun oevers steekt,
in guldens kon uitdrukken. Je moet daarvoor het
aantal menschen, die er van genieten en kunnen ge
nieten, vermenigvuldigen met het aantal uren dat zij
er doorbrengen en het aantal keeren, dat zij een
smakelijke herinnering er van hebben en dat weer
vermenigvuldigen met een factor, die analoog is aan
de waarde en de kostprijs van wat men kan genieten
in museum, schouwburg, gehoorzaale.d. De moeilijk
heid zit hem in dien laatsten factor, maar ieder
verstandig mensen zal het met mij eens zijn, dat het
bedrag zal loopen in vele en nog eens vele millioenen.
Ik heb die berekening noodig, om aan te toonen,
dat het droog maken van die plassen en het schenden
van de verbindingswateren de allergrootste domheid
Koninki Boomkweekerij Wilhelmina;'
Charles van Ginneken & Zoon, Zundert, N.Br.
Het van ouds gunstig bekende adres voor:
Dennen, ter bebossching(uitsluitend Inheemsch zaad)
Exotische Dennen- en Sparrensoorten,
Bosch- en Haagplantsoen,
Boomen en Heesters.
Catalogi op aanvraag gratis en franco.
TeK Inteic. No. 1. Telegr.-Adr.: Wilhelmina, Zundert.
is, die men zou kunnen begaan. Meen nu niet, dat
ik mij verzetten zou tegen iedere demping of droog
making. Zoo zou een door den Staat gesubsidieerde
werkverschaffing misschien zeer heilzaam en
voordeelig kunnen arbeiden in het gebied van Oostzaan,
Landsmeer en Jisp. Ik blijf altijd nog bij mijn meening
dat met goeden wil en grondig overleg de strijdig
lijkende belangen nog vaak genoeg met elkander ver
zoend kunnen worden.
Thans denkt men er aan om de Reeuwijksche
Plassen droog te leggen. Deze plassen vormen het
waterwandelgebied voor Gouda en ook voor Rotter
dam en Den Haag. Met de Bergsche en de Kralingsche
Plassen is dat zoowat alles, wat nog beschikbaar
blijft tusschen den Ouden Rijn en Lek en Maas,
waarlijk niet te veel. Wij, op ons kantoor van Natuur
monumenten en Vogelbescherming kennen die plassen
al sinds jaren, als de plaats, waar de kievit-strooperij
nog welig bloeit. Nu is de aanwezigheid van stroopers
altijd een goede aanwijzing voor het bestaan van
natuurschoon en de Reewijksche Plassen zullen dan
ook niemand teleurstellen. Evenals de Loosdrecht
sche enNieuwkoopsche plassen danken zij hun ontstaan
aan turfgraverij in vroeger eeuwen. Ze zijn nog al
van jongen datum, ongeveer tweehonderd jaren oud.
In de achttiende eeuw vond men tusschen Gouda,
Rotterdam, Den Haag en Leiden meer water dan
land, een groot gebied van plassen en moerassen met
een vogelwereld van fabelachtigen rijkdom. De
eerste betrouwbare berichten daaromtrent danken
wij aan de Engelsche onderzoekers Ray en Willoughby,
later hebben Nozeman en Schlegel er ons ook dingen
van verteld, die ons nu nog doen watertanden:
lepelaars bij honderden, schollevaars, woudaapjes,
kwakken, kortom de heele vogelwereld van de moe
rassen. Zoetermeer, Zegwaard, de Zuidpias hadden
destijds een nog beter klank dan thans het
Naardermeerof Texel. Na 1825 is daarin verandering gekomen.
De Zuidpias, de Alexander polder werden ingepolderd,
het Schollevaarseiland verdween, de lepelaars moesten
een goed heenkomen zoeken, de wonderlijke kwakken
konden het niet redden. Soms gaat er nog een verhaal,
dat in onze dagen een enkel kwakkenpaar het uithoudt
in die buurt en dat kon dan wel in de Reeuwijksche
plassen zijn. Zeker is het, dat die plassen thans nog
bewoond worden door de aardige Woudaapjes, die
er huizen in het rietland. Zooals in elke oude veenderij
vinden we in deze plassen talrijke eilandjes en veen
dammen, die spontaan of niet begroeid zijn geraakt
met houtgewas, meest elzen en waterwilg. Deze
boschjes worden gaandeweg rijker, door wat de wind
en de vogels er brengen: varens, kamperfoelie,
bramen, lijsterbes, Geldersche roos. De oeverzoomen
worden al even rijk en bont en de plas zelf ligtop
sommige plaatsen bevloerd met waterlelies en plom
pen, watergentiaan, veenwortel en fonteinkruiden.
Alle elementen zijn er aanwezig, om waterwandelaars
genot te verschaffen van allerlei aard; de zeilers
vinden er flinke ruime vaarwaters met mooie
vergezichten in het rond, de snuffelaars vinden er
meer wetenswaardigs, dan zij verwerken kunnen.
De Goudsche Natuurhistorische Studieclubs kunnen
veel daarvan verhalen.
Geen wonder, dat Gouda hier zijn genoegen zoekt.
Het dorpje Reeuwijk geeft ons dan ook hotels te
aanschouwen en villa's met zeer mooien boomgroei.
Er is een ruim clubhuis met jachthaven en ook een
mooie zweminrichting. Dit alles neemt maar een
gering deel van de plassen in beslag. De rest is ruimte
met velerlei mogelijkheid voor levensgenot.
En nu wil men waarlijk deze Reeuwijksche plassen
gaan droogleggen. De Goudenaren moeten het dan
maar met wat minder natuurgenot stellen en de
Rotterdammers ook en de Hagenaars ook, die dezen
zomer een excursie op de plassen hielden en zoo
voldaan huiswaarts keerden. De bloemen en vogels
moeten maar het land uit, ten slotte de wereld uit
of in een afgelegen hoekje in kleinen getale hun
bestaan nog wat zien te rekken.
Geen wonder dat Goudenaren, Rotterdammers,
Hagenaars, Nederlanders tegen deze plannen in
verzet komen en de uitvoering ervan trachten te
verhinderen, zelfs wanneer die drooglegging geldelijk
voordeelig zou blijken te zijn, wat zeer en zeer te
betwijfelen is. Men spreekt van landhonger en
werkverruiming. maar die honger kan gestild worden met
gewoon brood. Het behoeven geen taartjes te zijn.
Foto van het Techn^-Foto-Bureau ,,Couda'
DE REEUWIJKSCHE PLASSEN; DE GROENE REE