De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 november pagina 1

13 november 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

mer » M^ -^"T ?? VHV V^B ? ^B^V ????^???a- ? l ? - ?! .,.!-? r- -? ~ * - -' ^^^ eekblad voor Nederland W? A. URBAN AUTOSTAIXING Frankenslag 12 Handel in auto's en toebehooren TELEFOON - 50049 SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren. H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitfl.: N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM faterutwat TOE AND NBEU Sotks OPGERICHT IN 1877 No. 2580 ZATERDAG 13 NOVEMBER 1926 HE^T NEDERLANDSCHBEJ.GISCHE TRACTAAT \' ' ' Aangenomen mei 50 tegen 47 stemmen HET komt; zelden voor, dat een in de Tweede Kamer gehouden redevoering overwegenden invloed uitoefent op den uitslag van de stemming over een belangrijk wetsontwerp; gewoonlijk staat die reeds vast voordat de openbare beraadslagingen beginnen. Wanneer echter de vorige week Donderdag, on middellijk nadat minister van Karnebeek zijne ver dediging van het Nederlandsen-Belgische verdrag ten einde had gebracht, de beslissing over dat tractaat had moeten vallen, zou hij vermoedelijk zich er reeds tóen op hebben kunnen beroemen, dat zijne rede het door het vuur had gesleept. Want de weifelaars, die het gewicht van verschil lende bezwaren niet konden ontkennen, maar aan den anderen kant de nadeelige gevolgen van een verwerping van het verdrag ook niet licht schatten, en die met name e*r voor terugdeinsden mede de ver antwoordelijkheid te aanvaarden voor het aftreden van van Karnebeek, zouden dan vrij, zeker reeds toen voor het tractaat hebben gestemd. Niet in de eerste plaats door de overtuigende kracht van des ministers argumenten, maar omdat zij, op dat . oogenblik, sterker dan ooit onder den indruk zouden hebben verkeerd, dat het verwerpen van het ver drag ons ernstige moeilijkheden zou berokkenen. Dit héft de heer van Karnebeek niet uitdrukkelijk gezegd; hij heeft alleen verklaard, de gevolgen van een verwerping veel ernstiger te achten dan de nadeelen, welke men in de toekomst vreesde van de uitvoering van sommige bepalingen van het tractaat; hij heeft bovendien gezegd, er niet zeker van te zijn, dat men reeds den dag daarna geen spijt zou hebben van een afwijzend votum; maar een goed redenaar brengt op zijne toehoorders meer over dan den feitelijken inhoud van zijne woorden; door den klank van zijne stem, door de bewogenheid van zijne voor dracht, kortom door zijne persoonsuitdrukking haalt hij hen tot zich, doet hij hen zich gevangen geven, suggereert hij hun zijn wil. Er waren er ook onder de besliste tegenstanders van het tractaat, die zich moesten verweren tegen deze bekoring; hoeveel verleidelijker moet die dan nog geweest-zijn voor hen, die aarzelden, en wier aarzeling juist voortsproot uit hun geneigdheid om 's lands belang aan de leiding van van Karnebeek te blijven toevertrouwen! Zoodat het, onverschillig hoe de stemming dan zou zijn uitgevallen, maar goed is geweest, dat er nog eenige dagen van beraad volgden, omdat zoo ten minste de kans werd verhoogd, dat er een wél over wogen beslissing viel. Blijkens de replieken in de Kamer is geen van de eigenlijke tegenstanders bekeerd. Wanneer wij hier, evenals in ons vorig artikel, ons beperken tot wat naar onze meening de voornaamste bezwaren tegen het tractaat zijn: het kanaal Antwerpen?Moerdijk en de regeling betreffende de Schelde, moeten wij constateeren dat die slechts voor een gering gedeelte zijn opgeheven door wat de minister heeft betoogd. Ook al vreezen wij van dat kanaal niet zulke nood lottige gevolgen voor, Rotterdam, als sommigen zien opdoemen, het blijft een concessie aan België, die wij ons zouden kunnen getroosten, indien wij in ruil daarvoor de toezegging hadden verkregen, dat Belgi zich zal onthouden van kunstmatige bevoordeeling van Antwerpen door beschermende maatregelen, maar die wij zonder eenige tegenprestatie niet moeten verleenen. Tegen de bewering, dat wij met dit kanaal het streven naar annexatie zouden hebben afgekocht, kan niet krachtig genoeg worden geprotesteerd. Verplicht tot deze concessie zijn wij in geenen deeje; wie haar aanbevelen als middel om met Belgiëop vriendschappelijken voet te geraken, zien over het hoofd dat zij juist een bron van geschillen zal worden. Omtrent enkele onderdeelen van de regeling be treffende de Schelde is het den minister gelukt aan te toonen, dat de bezwaren overdreven waren. Daarentegen zien wij, ook na de mededeeling van de documenten, die .tusschen Brussel en den Haag gewisseld zijn over de kwestie der doorvaart van oorlogsschepen op de Schelde, nog altijd een groot gevaar in de reserve, die Belgiëten opzichte van dit punt heeft gemaakt. Opgelost is deze kwestie niet; in oorlogstijd zal zij onmiddellijk aan de orde komen, en dan uiteraard niet worden beslist door de uit spraak van een bevoegden scheidsrechter, maar Belgiëzal dan handelen zooals zijn belang dat zal eischen. Het niet uitdrukkelijk erkennen door België, dat Nederland, bij oorlogsgevaar of in tijd van oorlog, het recht heeft de Schelde voor oorlogs schepen te sluiten, achten wij nog altijd hoogst bedenkelijk. Terecht heeft echter de Voorzitter van de Amsterdamsche Kamer van Koophandel, de heer E. Heidring, in het Algem. Handelsblad gewezen op het verband, dat er bestaat tusschen deze kwestie en het Wielingen vraagstuk, dat ook na de aanneming van het tractaat een vraagstuk zal blijven. Volgens zijne meening zal Belgiëzich altijd het recht voorbehouden, voor zijne oorlogsschepen doorvaart op de Schelde te eischen, zoolang wij het de souvereiniteit over het water aan zijne Noordzeekust, waar het oorlogshavens zou kunnen inrichten, betwisten. Het zal van Antwerpen als oorlogshaven niet afzien, zoolang, door geven en nemen, het Wielingen-vraagstuk niet tot een be vredigende oplossing is gebracht; de verhouding tusschen beide landen staat op losse schroeven, zoolang men deze oplossing niet heeft gevonden. Bij het overwegen van deze en soortgelijke opmer kingen over het veelbesproken tractaat komt men hoe langer hoe meer tot de conclusie, dat er veel valt aan te merken op de wijze, waarop dergelijke verdragen tot stand komen. Eerst nadat zij door de ministers van de betrokken landen zijn onderteekend, worden zij onderworpen aan de goedkeuring der volksver tegenwoordiging; eerst na die onderteekening wordt de inhoud bekend en heeft de openbare meening gelegenheid zich te uiten en invloed Uit te oefenen op de beslissing der Staten-Generaal. Het is volkomen waar, dat de ministers, die het tractaat ontwerpen, bij de voorbereiding daarvan adviezen inwinnen van autoriteiten, maar er ontbreekt toch veel aan het contact, dat zij met de belanghebbenden moesten houden. Het overleg met de commissie uit de Kamer voor buitenlandsche aangelegenheden schijnt weinig nut op te leveren; men leze slechts wat de heer Marchant Woensdag 11. daarover heeft mede gedeeld! Ware het niet mogelijk, dat de betrokken ministers zich, voor zooverre de hoofdzaken van het te sluiten tractaat betreft, beter op de hoogte stelden van de wenschen en meeningen van hen, die er het meest bij geïnteresseerd zijn? Kritiek vooraf kan den inhoud van een te sluiten verdrag verbeteren; kritiek achterna kan daar niets meer aan wijzigen, stelt alleen maar voor de keus: goedkeuren of verINHOUD: J 3. 4. 5. 6. 7. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 19. 20. 21. 22. 24. Prof. Dr. O, W. Kernkamp, NederlandsenBelgisch tractaat. H. J M. Walenkamp Czn., Struisvogelpolitiek , in Bouwkunst Ds. W. Mackenzie, Boekaankondiging. Dr. J. J. L. Duyvendack, Chineesche Geschie denis Joh Braakensiek, De begrootmgsdebatten begonnen. Mr H. Giltay Sigmund Freud. Spreektaal L. J. Jordaan, Van roodhemd lot iwarthemd Annie Salomons, Bijkomstigheden. Dr. Jac P Thijsse, Uit de Natuur Mr. M.F. Hennus, Schilderkunst. Red Elis M Rogge, Voor Vrouwen. Top Naeff, Dramatische Kroniek. Cornelis van der Sluis en Otto van Tussen broek, Toegepaste Kunst. H Scholte, Comoedia. L. J Jordaan, Bioscopy. M. Moresco, Denkschroom. K. A., Middelburgs overgang. Prof. Dr. J J. Salverda de Grave, Eennieuwe vertaling van Manzoni C. van Wessem, Muziek H. Verstijnen, Dierstudie. Barbarossa, De Schilde, die Scheidt, met teeken. door B v. Vlijmen. Jhr Mr. H Smissaert, Op den Econ. Uitkijk. peorge van Raemdonck, Mussolmi schopt! Charivanus, Geschieden!* des Vaderlands J G. Sinia, In het Sumatraansche Oerwoud. Uit het Kladschrift van Jantje Alida Zevenboom's Croquante Croquetjes. Luigl Pirandello, DéParaplu. Charivanus, Charivaria Cel 2, Telefoon Joh L., Mijn Film. Bijvoegsel: Joh Braakensiek, Het Verdrag Nederland?België. Kersen Pralines :-;.r'.-r/£rf,£5? Je/ qodea iK££4j aart van.' de &m£o werpen tenzij de minister zich bereid verklaart tot nadere onderhandelingen! Dit laatste werd beoogd door de Motie-Marchant; wat daarin werd verlangd, was volkomen rationeel; de motie gaf aan, wat de meerderheid der Kamer eigenlijk wenschte; ook onder de voorstanders waren er verscheidenen, die gaarne het tractaat op sommige punten gewijzigd zouden zien, zooals er onder de tegenstanders waren, die hunne stem voor het ver drag zouden willen uitbrengen, wanneer enkele hunner bezwaren waren opgeheven. De minister heeft echter den pas daartoe afgesneden door zijne weigering om zelf verdere onderhandelingen te voeren. Daardoor kreeg de motie-Marchant, tegen de bedoeling van den voorsteller, den stempel van een anti-Karnebeek-motie te zijn; daardoor werd aan een aantal Kamerleden feitelijk de vrijheid van hunne stem ontnomen. Met de geringe meerderheid van 50 tegen 47 stem men heeft de Kamer ten slotte hare goedkeuring aan het tractaat gehecht. Reeds deze getallen veroordeelen de aan de Kamer opgedwongen beslissing; een verdrag, waarbij gewichtige nationale belangen zijn betrokken, behoort niet te worden aangenomen door een stemming, waarvan de uitslag tot op het laatste oogenblik nog even wankel stond alt een dubbeltje op zijn kant. KÏRWKAMF

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl