De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 november pagina 15

13 november 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

Nö.2580 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 MI,D DEL BURG' OVERGANG ILLUSTRATIE UIT MIDDELBURG'S OVERGANG Middelburg's Overgang. Reizangen van P. C. Boutens. Prenten van Frits Lensvelt. Uitgave G. W. den Boer. Middelburg. Boutens, de Zeeuwsche dichter van djt Zeeuwsche spel heeft hen, die er twee jaar geleden aan mede werkten, gedankt in het naschrift van dit boek, en uit zijn woorden hoort men den toon van wat ons op dien Augustusdag in Middelburg als toeschou wers ontroerde door de groote liefde, beheersching en innigheid, waarmede een volk zijn geschiedenis speelde en, zeldzaam gebeuren, ze onvergetelijk met hart en ziel speelde. Op den wonderbaarlijk belichten Augustusavond toen ik u voor het eerst zag optreden, deedt gij mij het gevoel ondergaan van de profetes van Endor bij het verschijnen van den geest vanSamuel; dit was niet meer het enkele werk van ons, de samen stellers van het spel; hier was iets anders doende. Al oefenende moet u het licht zijn opgegaan, dat gij datgene, wat van u gevraagd werd, volkomen ver mocht, dat niemand anders het zoo vermocht als gij. Zoo danst een zeer enkelen keer een jonge natuur-Rus en maakt alle geschoolde dansbeweging onbenullig. Want dat diepste leven, dat wij ziel noemen, zijn ziel danst hij uit. Wat wij anderen soms in tonen, in woor den, in lachen en schreien min of meer volmaakt aan den dag hebben mogen brengen, dat drukt hij uit in de volmaakte bewegingen van het schoone menschelijk lichaam. Ik zat als toeschouwer zóó, dat de grootste helft der tetr tooneele tredende burgeressen alleen van de rugzijde zichtbaar was. Het koor hief den reizang aan, die van uit de zwarte ellende van het beleg de stralen de herinnering aanroept van het rijkgezegende eiland Walcheren: O Walcheren, zee-omgorde tuin...." Het kwam er niet meer op aan of het gelaat der spelenden af- of toegekeerd was. Het rhythme der zuivere aandoening bewoog door de groepen als een aaneengesloten aanbiddelijke zieledans. En uw eer lijke overgave hield vol van hoogtepunt naar hoogte punt. Toen wij dan ook op zes Augustus met ons meer dan drieduizenden uwe toeschouwers waren, zaten wij daar op uw markt tegenover uw stadhuis zooals men nederzit aan het strand der zee. Alle verband tusschen ons onderling viel weg, daar was alleen het verband tusschen ieder van ons afzonderlijk en uwe gezamenlijkheid. Gij hebt dit spel niet gespeeld, maar doorleefd en het ons mede doen doorleven. Dit uit te spreken was de dank, dien ik u nog schuldig was." * * * Die dank moet eveneens spreken bij allen, die toeschouwers waren,nu hetspel herleeft bij dit prachtig tekstboek met de prenten van Frits Lensvelt. Het kan anderen een indruk geven van het zeldzame dat dit spel geweest is: eenzelfde geest spreekt er uit. Want bij dezen met de pen geschreven tekst in zwart, rood en blauw, met zijn verluchtingen en fijn gelijnde zorgvuldige teekeningen, edel handwerk, lange zorgvuldige arbeid, die zich nergens opdringt maar spreekt van* eenzelfde beheerschte liefde en rustig meesterschap, komt ons een der vele herinne ringen aan dien middag in Middelburg weer voor den geest. Het was het einde van het spel: de spelers stonden in het licht van den laten middag in breed front, recht voor de tribunes, met het grijze heldere stadhuis achter zich: rechte roode lansen, ruiters, roode, blauwe, oranje waaiende en zwierende vlaggen, paarden en menschen in een oogenblik van groote stilte. Toen complimenteerde de koningin enkele der leiders en spelers, daaronder Lensvelt, nog in de kleedij van het spel, de blauwe kiel van een am bachtsman uit den tijd dat Zeeland zich vrij vocht. En het was of hij niet verkleed was, of hij, in die plunje, karakteristieker dan alledaagsch stond voor het breede front van zijn spelers: een meester van het ambacht, zooals een oude meester hem geteekend zou hebben, naast zijn werk. * * Die figuur en haar karakter herkent men weer op elke bladzijde van dit schoone boek. In het Dijkhuis te Veere, aan het grauwe en blinkende Zeeuwsche water moet het langzaam ontstaan zijn, woord voor woord: een even trillend lijntje van een letter, een correctie.een repentir maken den adel van dit handwerk nog levender, in de teekeningen ligt een weldoorwrochte stijging die ons het spel weer voor oogen toovert zooals het, door de hand van zijn leider nog eens, na den droom n de waarachtigheid der bezieling onder zijn handen op het papier verscheen. Hun, wien dit boekeen herinnering is., zal het daarom dubbel kostbaar bezit zijn; hun wien het slechts door zijn gave boekkunst kostbaar kan zijn geeft het een der kostelijkste werkstukken van Nederlandsche boekkunst, die in jaren verschenen. Het is een blij vend bewijs dat noch de mogelijkheid van een volkspel in den schoonsten zin, noch de zuiverheid van het goede handwerk uitgestorven zijn binnen onze grenzen. K. A. ILLUSTRATIE UIT MIDDELBURG'S OVERGANG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl