Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2589
i -EEN NIEUWE VERTALING
VAN MANZONI ')
i
i
HOEWEL in dit weekblad reeds door een bevoegd
criticus de aandacht is gevestigd op de ver
schijning van* Mejuffrouw Robbers' vertaling van
? promessi sposi, veroorloof ik mij hier nog enkele
regelen te vragen om ook mijnerzijds erop te wijzen
ihoe heugelik het is dat dit mooie boek opnieuw in het
(Hollands is uitgegeven. Om een klassiek werk als
Manzoni's roman dicht binnen het bereik van vreemde
lezers te brengen, is het nodig dat de taal zo min
mogelik verouderd zij, en het is een voordeel voor de
vreemdeling die vertaalt dat hij minder streng is
gehouden aan de oprspronkelike uitdrukkingswijze
'dan de landgenoot die herdrukt. Sedert P. van Lim
burg Brouwers vertaling verscheen, zijn onze op
vattingen omtrent de geschreven taal gewijzigd; wij
zien er niet tegen op haar, waar het pas geeft, te doen
naderen tot de gemeenzame omgangstaal en wij ver
langen haar, vooral in gesprekken, zo natuurlik als
het enigszins kan. Ter ere van van Limburg Brouwer
zij gezegd dat hij in dat opzicht zijn tijd ver vooruit
was; de Gids prees zijn losse, boeyende stijl", maar
vond dat de grota negligentia wel eens wat verre
gedreven werd, vooral in het kiezen der woorden en in
het samenstellen der volzinnen, en dat de geheele toon
der gesprekken meer den wel eens ruwen stijl van
Aristophanes dan de meer beschaafde manier van
Plato's gesprekken verraadt". Deze- uitlating is welis
waar uitgelokt door de klassieke romans van de
hoogJeeraar, maar slaat ook op zijn vertaling van Manzoni.
Het is interessant deze te leggen naast het werk van
Mejuffrouw Robbers. Ik heb enkele passages uit beide
zorgvuldig met het oorspronkelike vergeleken.
Over de wijze van vertalen, waar het een roman,
niet een wetenschappelike verhandeling betreft, zegt
Van Limburg in zijn Inleiding verstandige dingen. Ik
heb getracht de denkbeelden des schrijvers over te
brengen, maar heb in de uitdrukking niet alleen den
aard onzer taal in aanmerking genomen.... maar
zelfs waar 't noodig was, getracht de denkbeelden nog
duidelijker te maken dan het mij soms voorkwam door
den schrijver gedaan te zijn Ik heb gedaan wat in
mijn vermogen was om dit meesterwerk zóó over te
brengen dat de vertaling op den Nederlandschen lezer
dezelfde uitwerking deed als het oorspronkelijke op de
landgenooten des schrijvers". Deze opvatting is onge
veer dezelfde als die van de Franse vertaalster van
Galsworthy, die eens zeide dat het vertaalwerk in twee
tapes" moet worden gedaan: een eerste maal zo
letterlik mogelik, en een tweede waarbij men zich
dwingt de oorspronkelike taal te vergeten en de tekst
op nieuw denkt" in het Frans. Mejuffrouw Robbers
heeft niet anders gedaan, en zij is erin geslaagd heden
daags beschaaf d|en toch niet stijf Hollands in de plaats
van het Italiaans te stellen; ik geef haar vertaling
verre de voorkeur boven die van Limburg Brouwer,
om verschillende redenen. Hoe modern ook voor zijn
tijd, deze gebruikt woorden die tans niet meer tot ons
gewoon vocabularium behoren (bekijven,
dienstaanbieding, maak u niet moeielijk voor wind je niet op);
dan, hij wijkt al te vaak onnodig van de Italiaanse
tekst af (waarom de bescheiden lezer als overzetting van
i miee venticinque lettori, hetgeen Mejuffrouw Robbers
aardig weergeef t met mijn handjevol lezers?); eindelik,
wij treffen bij hem meer dan eens onjuistheden aan
die door zijn opvolgster worden verbeterd (zaaltje
voor salotto wordt in de nieuwe vertaling terecht huis
kamer, haastig als vertaling van legato wordt slepend,
zich in vrede laten afzetten voor mandarsi in pace
Wordt zich laten afschepen; ik kies deze voorbeelden op
twee bladzijden).
Wij kunnen de nieuwe vertaling lezen als ware het
een oorspronkelik Nederlands werk. In de passages
die ik heb onderzocht troffen mij veel gelukkige
vondsten; ik denk aan de bladzijden 25 tot 28, waar
ik lees klop krijgen, boter aan de galg smeren, de leelijke
tronies en de lang niet malsche woorden, iemand ook maar
een strootje in den weg leggen, Ben ik 't soms die wil
trouwen, en zoveel meer uitdrukkingen die, ware don
Abbondio een Hollands pastoor van hetzelfde kaliber
geweest, tot zijn eigenste taal zouden hebben behoord.
Maar wat is volmaakt? Als ik niet bang was dat het
wat schoolmeesterachtig zou zijn, zou ik Mejuffrouw
Robbers wel willen vragen of, op p. 2, haar zin wel in
orde is en of er, in regel 9 en volgende, niet moet staan:
en dat boven deze landen, als een maan met
wederkaatst licht, de held schijnt uit edel geslacht, en dat de
senatoren hun licht verspreiden, enz."? En of, op
p. 6 Venitemi dietro con l'occhio" niet eenvoudig
betekent volg mij met het oog", in plaats van kom
achter mij staan en volg met je oogen"? En zal, op
de volgende bladzijde Si testifichi" en hetgeen daarna
komt, niet alles afhangen van operare", dat vooraf
gaat? Ik beken dat ik het Hollands van de passage
beginnende met Door te betuigen", evenmin begrijp
als de vertaling die van Limburg Brouwer geeft; de zin
van het Italiaans is zonder twijfel deze: niemand
mag een ander geweld aandoen, door hem te dwingen
1) A. Manzoni, De Verloofden, vertaald doorfMary
Robbers, met een voorwoord van R. Guarnieri, Amster
dam, Van Munsters Uitgeversmaatschappij, 1926.
te getuigen of wel niet te getuigen, te vertrekken van
waar hij woont, een schuld te betalen, enz." De ver
taalster moge in deze opmerkingen alleen het bewijs
zien van mijn belangstelling. Zij heeft haar taak met
toewijding vervuld en bezit hoe kon het anders?
volkomen heerschappij over het Nederlands, en daar
enboven een ongemene kennis van het Italiaans.
Zij heeft bovendien het geluk gehad dat iemand als
Romano Guarnieri, die Manzoni kent als weinigen,
haar werk bij de lezers inleidt met enige bladzijden,
waarvan de heer Middendorp te dezer plaatse reeds
het belang heeft gezegd: zij zijn rijk aan inhoud, klaar
van vorm en met een communicatieve warmte ge
schreven. Ik zou mij geen meer gewenste voorbereiding
kunnen denken voor de lectuur van De Verloofden.
Amsterdam.
J. J. SALVERDA DE GRAVE
MUZIEK IN DE
HOOFDSTAD
DOOR CONSTANT VAN WESSEM
De 500ste Bohemers"
TV/TAANDAG gaven de Bohemers" hun 500ste
?*?"?*? concert binnen een tijdruimte van 30 jaar,
en zulks was begrijpelijk een aanleiding om dit in
Holland geliefde viertal musici eens extra te huldigen.
De Bohemers'', dat is een naam, die een eerste
klank heeft voor de muziekminnaars; aan het eind
?van de vorige eeuw reeds, maar ook nog heden ten
dage. Er zijn, vooral na den oorlog zooveel nieuwe
voortreffelijke strijkkwartetten hier opgetreden, wij
zijn aan zulk een perfectie ook van modern
musiceeren gewend geraakt, dat wij ons soms afvroegen
of het niet de traditie en de renommée waren, waarvan
wij reeds in onze kinderjaren hoorden, die dit
ensemble tegen een detailleerende critiek onzerzijds
beschermden. Maar iedere maal als wij deze ver
ouderde" Bohemers weer hoorden, werden onze
harten opnieuw veroverd door dit eerlijke, enthou
siaste en zoo innig muzikale musiceeren, door dit zoo
levend op het gemoed" spelen en toch zoo zuiver
vertolken der kamermuziekwerken, een voordracht
waar een warmte van uitgaat, die men in het geraffi
neerder kwartet-spel der moderne ensembles te vaak
mist en die ons, menschen van een periode zonder tijd
voor sentimenten, iets vertrouwds teruggeeft, dat
ons eigenlijk al als een overwonnen standpunt"
voorkwam (niet waar?)
De Bohemers hebben hun repertoire op dit jubi
leum-concert laten vertegenwoordigen door Schubert,
Mozart en het kwintet van Josef Suk, hun tweeden
violist de klassieken en de Tsjechen en een groot
enthousiasme bewees wederom, dat dit viertal
Boheemsche musici nog onwankelbaar overeind staat in
het hart van het Nederlandsche publiek.
Concerlgebouw-sexfel
De literatuur, waaruit dit blazersensemble voor het
samenstellen van zijn programma's een keuze moet
doen, is niet zoo rijkelijk dat men niet eens gedwongen
wordt ter wille der variatie iets te brengen, zooals de
aria uitdeC-mollMis van Mozart met begeleiding van
fluit, hobo, fagot en op de piano gereduceerd orkest,
dat hier minder op zijn plaats is, waar het juist de
attractie van het Concertgebouw-sextet is de
origineele zetting van anders moeielijk uit te voeren
werken, te laten hooren. De liederen vuor sopraan en
fluit, die Mia Peltenburg zong (Scarlatti, Caplet,
Roussell, Lalo, Broqua) leken mij trouwens geen van
alle zoo belangrijk, zelfs niet terwille van hun curieuse
combinatie en ze konden ondanks mej. Peltenburg's
beheerschte vertolking maar weinig boeien. Het zuiver
instrumentale gedeelte van het programma gaf een
onverdeelder genot. Wij luisterden met genoegen
naar Téleman's kwartet voor blazers en piano, waren
dankbaar voor de hernieuwde kennismaking met het
plezierige trio voor fluit, hobo en fagot van Haydn
en ook Pijper's sextet in de stijl van een divertimento
geschreven bleek voor de muzikale harten, die voordien
Téleman en Haydn hadden beapplaudisseerd, toe
gankelijk. Pijper zal moeielijk de bekende klacht van
Hollandsche componisten: dat er geen belangstelling
voor hun oeuvre bestaat, kunnen uiten en vcor zijn
wel de laatste jaren zeer overvloedige productie vindt
hij de uitvoerders zonder bedenken klaar staan. Inder
daad, dat animeert en het loont ook te werken.
Jelly d'Aranyi
Het goud onder het vele wat blinkt en geen goud
is, was ongetwijfeld deze Hongaarsche violiste, nobel
van verschijning, nobel als artsite, uitzonderlijk en
toch vertrouwd. Vertrouwd omdat hier even weer ors
gekoesterd ideaal geraakt werd van een rasechte
kunst en een daarbij toch volslagen technische en
psychische beheersching. Jelly d'Aranyi heeft een
avond in de kleine zaal van het Concertgebouw
geDE DIEREN IN HUN STILZWIJ
GENDE WELSPREKENDHEID
M.
Teekening voor de Groene Amsterdammer"
door H. Verstijnen
WAT DE OLIFANT DENKT OVER HET
VRIJENDE PAAR
Wat 's dat ? Me snuit er af, als ik er iets van snap ?
'n Minuut alleen direkt... Wat moet dat nou
beduiden?
Ik apenneutjes!! Wat is dat nou voor 'n grap?
En dan nog wel vermorst! Hè! Wat 'n
zuiggeluiden!
'k Begrijp de menschen niet. Mijn wachter eer ik wél,
Voor hem heb ik respect. Hij heerscht, en heerscht
rechtvaardig.
Maar zie je dan ineens weer zoo'n mesjogge stel. ..
Enfin. Ik ben een dier, en dus?ik houd me waardig.
CHARIVARIU&
speeld. Gespeeld met de prachtigste en onwankelbare
intonaties, de zuiverste technische vaardigheden en
de warmte van een groot in het spel levend gemoed.
Zoo gespeeld was vooral het concert van Mozart (in
D-dur) zeldzaam bekorend, Bach's Chaconne onge
twijfeld anders dan wij hem gewend zijn, maar rustig,
edel en zangerig. En naast een volmaakt meester
schap in de klassieke voordracht bezit Jelly d'Aranyi,,
uit kunstenaarsbloed stammend zij is de nicht
van Joachim een prachtig muzikanten-tempera
ment, wel is waar steeds voornaam van expressie,,
doch vurig zooals de legende de Hongaren ziet. Ravel
droeg haar zijn Tzigane" op, dat wij kennen als stuk
op viool en orkest en ook voor viool en piano; maar
zoo groot en levend ondanks de dolle
koorddansersfantasieën, waarmede de componist den wilden
zigeuner goochelaar en artiest tegelijk zijn
ongetemde leef drift laat uitvoeren op de snaren, hoorden
wij het nog niet. En dan de bescheiden, naieve glim
lach, waarmede Jelly d'Aranyi bij het einde hiervan
haar publiek aanziet, een publiek, dat opgetogen is
van bewondering, dat als het ware explodeert in zijn
applaus, een ,,succes feu". En eenige toegiften.
DIT
MERK
IS EEN WAARBORG VOOR ONOVER
TROFFEN REPRODUCTIE EN
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY.
AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAG.