De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 november pagina 16

13 november 1926 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2589 i -EEN NIEUWE VERTALING VAN MANZONI ') i i HOEWEL in dit weekblad reeds door een bevoegd criticus de aandacht is gevestigd op de ver schijning van* Mejuffrouw Robbers' vertaling van ? promessi sposi, veroorloof ik mij hier nog enkele regelen te vragen om ook mijnerzijds erop te wijzen ihoe heugelik het is dat dit mooie boek opnieuw in het (Hollands is uitgegeven. Om een klassiek werk als Manzoni's roman dicht binnen het bereik van vreemde lezers te brengen, is het nodig dat de taal zo min mogelik verouderd zij, en het is een voordeel voor de vreemdeling die vertaalt dat hij minder streng is gehouden aan de oprspronkelike uitdrukkingswijze 'dan de landgenoot die herdrukt. Sedert P. van Lim burg Brouwers vertaling verscheen, zijn onze op vattingen omtrent de geschreven taal gewijzigd; wij zien er niet tegen op haar, waar het pas geeft, te doen naderen tot de gemeenzame omgangstaal en wij ver langen haar, vooral in gesprekken, zo natuurlik als het enigszins kan. Ter ere van van Limburg Brouwer zij gezegd dat hij in dat opzicht zijn tijd ver vooruit was; de Gids prees zijn losse, boeyende stijl", maar vond dat de grota negligentia wel eens wat verre gedreven werd, vooral in het kiezen der woorden en in het samenstellen der volzinnen, en dat de geheele toon der gesprekken meer den wel eens ruwen stijl van Aristophanes dan de meer beschaafde manier van Plato's gesprekken verraadt". Deze- uitlating is welis waar uitgelokt door de klassieke romans van de hoogJeeraar, maar slaat ook op zijn vertaling van Manzoni. Het is interessant deze te leggen naast het werk van Mejuffrouw Robbers. Ik heb enkele passages uit beide zorgvuldig met het oorspronkelike vergeleken. Over de wijze van vertalen, waar het een roman, niet een wetenschappelike verhandeling betreft, zegt Van Limburg in zijn Inleiding verstandige dingen. Ik heb getracht de denkbeelden des schrijvers over te brengen, maar heb in de uitdrukking niet alleen den aard onzer taal in aanmerking genomen.... maar zelfs waar 't noodig was, getracht de denkbeelden nog duidelijker te maken dan het mij soms voorkwam door den schrijver gedaan te zijn Ik heb gedaan wat in mijn vermogen was om dit meesterwerk zóó over te brengen dat de vertaling op den Nederlandschen lezer dezelfde uitwerking deed als het oorspronkelijke op de landgenooten des schrijvers". Deze opvatting is onge veer dezelfde als die van de Franse vertaalster van Galsworthy, die eens zeide dat het vertaalwerk in twee tapes" moet worden gedaan: een eerste maal zo letterlik mogelik, en een tweede waarbij men zich dwingt de oorspronkelike taal te vergeten en de tekst op nieuw denkt" in het Frans. Mejuffrouw Robbers heeft niet anders gedaan, en zij is erin geslaagd heden daags beschaaf d|en toch niet stijf Hollands in de plaats van het Italiaans te stellen; ik geef haar vertaling verre de voorkeur boven die van Limburg Brouwer, om verschillende redenen. Hoe modern ook voor zijn tijd, deze gebruikt woorden die tans niet meer tot ons gewoon vocabularium behoren (bekijven, dienstaanbieding, maak u niet moeielijk voor wind je niet op); dan, hij wijkt al te vaak onnodig van de Italiaanse tekst af (waarom de bescheiden lezer als overzetting van i miee venticinque lettori, hetgeen Mejuffrouw Robbers aardig weergeef t met mijn handjevol lezers?); eindelik, wij treffen bij hem meer dan eens onjuistheden aan die door zijn opvolgster worden verbeterd (zaaltje voor salotto wordt in de nieuwe vertaling terecht huis kamer, haastig als vertaling van legato wordt slepend, zich in vrede laten afzetten voor mandarsi in pace Wordt zich laten afschepen; ik kies deze voorbeelden op twee bladzijden). Wij kunnen de nieuwe vertaling lezen als ware het een oorspronkelik Nederlands werk. In de passages die ik heb onderzocht troffen mij veel gelukkige vondsten; ik denk aan de bladzijden 25 tot 28, waar ik lees klop krijgen, boter aan de galg smeren, de leelijke tronies en de lang niet malsche woorden, iemand ook maar een strootje in den weg leggen, Ben ik 't soms die wil trouwen, en zoveel meer uitdrukkingen die, ware don Abbondio een Hollands pastoor van hetzelfde kaliber geweest, tot zijn eigenste taal zouden hebben behoord. Maar wat is volmaakt? Als ik niet bang was dat het wat schoolmeesterachtig zou zijn, zou ik Mejuffrouw Robbers wel willen vragen of, op p. 2, haar zin wel in orde is en of er, in regel 9 en volgende, niet moet staan: en dat boven deze landen, als een maan met wederkaatst licht, de held schijnt uit edel geslacht, en dat de senatoren hun licht verspreiden, enz."? En of, op p. 6 Venitemi dietro con l'occhio" niet eenvoudig betekent volg mij met het oog", in plaats van kom achter mij staan en volg met je oogen"? En zal, op de volgende bladzijde Si testifichi" en hetgeen daarna komt, niet alles afhangen van operare", dat vooraf gaat? Ik beken dat ik het Hollands van de passage beginnende met Door te betuigen", evenmin begrijp als de vertaling die van Limburg Brouwer geeft; de zin van het Italiaans is zonder twijfel deze: niemand mag een ander geweld aandoen, door hem te dwingen 1) A. Manzoni, De Verloofden, vertaald doorfMary Robbers, met een voorwoord van R. Guarnieri, Amster dam, Van Munsters Uitgeversmaatschappij, 1926. te getuigen of wel niet te getuigen, te vertrekken van waar hij woont, een schuld te betalen, enz." De ver taalster moge in deze opmerkingen alleen het bewijs zien van mijn belangstelling. Zij heeft haar taak met toewijding vervuld en bezit hoe kon het anders? volkomen heerschappij over het Nederlands, en daar enboven een ongemene kennis van het Italiaans. Zij heeft bovendien het geluk gehad dat iemand als Romano Guarnieri, die Manzoni kent als weinigen, haar werk bij de lezers inleidt met enige bladzijden, waarvan de heer Middendorp te dezer plaatse reeds het belang heeft gezegd: zij zijn rijk aan inhoud, klaar van vorm en met een communicatieve warmte ge schreven. Ik zou mij geen meer gewenste voorbereiding kunnen denken voor de lectuur van De Verloofden. Amsterdam. J. J. SALVERDA DE GRAVE MUZIEK IN DE HOOFDSTAD DOOR CONSTANT VAN WESSEM De 500ste Bohemers" TV/TAANDAG gaven de Bohemers" hun 500ste ?*?"?*? concert binnen een tijdruimte van 30 jaar, en zulks was begrijpelijk een aanleiding om dit in Holland geliefde viertal musici eens extra te huldigen. De Bohemers'', dat is een naam, die een eerste klank heeft voor de muziekminnaars; aan het eind ?van de vorige eeuw reeds, maar ook nog heden ten dage. Er zijn, vooral na den oorlog zooveel nieuwe voortreffelijke strijkkwartetten hier opgetreden, wij zijn aan zulk een perfectie ook van modern musiceeren gewend geraakt, dat wij ons soms afvroegen of het niet de traditie en de renommée waren, waarvan wij reeds in onze kinderjaren hoorden, die dit ensemble tegen een detailleerende critiek onzerzijds beschermden. Maar iedere maal als wij deze ver ouderde" Bohemers weer hoorden, werden onze harten opnieuw veroverd door dit eerlijke, enthou siaste en zoo innig muzikale musiceeren, door dit zoo levend op het gemoed" spelen en toch zoo zuiver vertolken der kamermuziekwerken, een voordracht waar een warmte van uitgaat, die men in het geraffi neerder kwartet-spel der moderne ensembles te vaak mist en die ons, menschen van een periode zonder tijd voor sentimenten, iets vertrouwds teruggeeft, dat ons eigenlijk al als een overwonnen standpunt" voorkwam (niet waar?) De Bohemers hebben hun repertoire op dit jubi leum-concert laten vertegenwoordigen door Schubert, Mozart en het kwintet van Josef Suk, hun tweeden violist de klassieken en de Tsjechen en een groot enthousiasme bewees wederom, dat dit viertal Boheemsche musici nog onwankelbaar overeind staat in het hart van het Nederlandsche publiek. Concerlgebouw-sexfel De literatuur, waaruit dit blazersensemble voor het samenstellen van zijn programma's een keuze moet doen, is niet zoo rijkelijk dat men niet eens gedwongen wordt ter wille der variatie iets te brengen, zooals de aria uitdeC-mollMis van Mozart met begeleiding van fluit, hobo, fagot en op de piano gereduceerd orkest, dat hier minder op zijn plaats is, waar het juist de attractie van het Concertgebouw-sextet is de origineele zetting van anders moeielijk uit te voeren werken, te laten hooren. De liederen vuor sopraan en fluit, die Mia Peltenburg zong (Scarlatti, Caplet, Roussell, Lalo, Broqua) leken mij trouwens geen van alle zoo belangrijk, zelfs niet terwille van hun curieuse combinatie en ze konden ondanks mej. Peltenburg's beheerschte vertolking maar weinig boeien. Het zuiver instrumentale gedeelte van het programma gaf een onverdeelder genot. Wij luisterden met genoegen naar Téleman's kwartet voor blazers en piano, waren dankbaar voor de hernieuwde kennismaking met het plezierige trio voor fluit, hobo en fagot van Haydn en ook Pijper's sextet in de stijl van een divertimento geschreven bleek voor de muzikale harten, die voordien Téleman en Haydn hadden beapplaudisseerd, toe gankelijk. Pijper zal moeielijk de bekende klacht van Hollandsche componisten: dat er geen belangstelling voor hun oeuvre bestaat, kunnen uiten en vcor zijn wel de laatste jaren zeer overvloedige productie vindt hij de uitvoerders zonder bedenken klaar staan. Inder daad, dat animeert en het loont ook te werken. Jelly d'Aranyi Het goud onder het vele wat blinkt en geen goud is, was ongetwijfeld deze Hongaarsche violiste, nobel van verschijning, nobel als artsite, uitzonderlijk en toch vertrouwd. Vertrouwd omdat hier even weer ors gekoesterd ideaal geraakt werd van een rasechte kunst en een daarbij toch volslagen technische en psychische beheersching. Jelly d'Aranyi heeft een avond in de kleine zaal van het Concertgebouw geDE DIEREN IN HUN STILZWIJ GENDE WELSPREKENDHEID M. Teekening voor de Groene Amsterdammer" door H. Verstijnen WAT DE OLIFANT DENKT OVER HET VRIJENDE PAAR Wat 's dat ? Me snuit er af, als ik er iets van snap ? 'n Minuut alleen direkt... Wat moet dat nou beduiden? Ik apenneutjes!! Wat is dat nou voor 'n grap? En dan nog wel vermorst! Hè! Wat 'n zuiggeluiden! 'k Begrijp de menschen niet. Mijn wachter eer ik wél, Voor hem heb ik respect. Hij heerscht, en heerscht rechtvaardig. Maar zie je dan ineens weer zoo'n mesjogge stel. .. Enfin. Ik ben een dier, en dus?ik houd me waardig. CHARIVARIU& speeld. Gespeeld met de prachtigste en onwankelbare intonaties, de zuiverste technische vaardigheden en de warmte van een groot in het spel levend gemoed. Zoo gespeeld was vooral het concert van Mozart (in D-dur) zeldzaam bekorend, Bach's Chaconne onge twijfeld anders dan wij hem gewend zijn, maar rustig, edel en zangerig. En naast een volmaakt meester schap in de klassieke voordracht bezit Jelly d'Aranyi,, uit kunstenaarsbloed stammend zij is de nicht van Joachim een prachtig muzikanten-tempera ment, wel is waar steeds voornaam van expressie,, doch vurig zooals de legende de Hongaren ziet. Ravel droeg haar zijn Tzigane" op, dat wij kennen als stuk op viool en orkest en ook voor viool en piano; maar zoo groot en levend ondanks de dolle koorddansersfantasieën, waarmede de componist den wilden zigeuner goochelaar en artiest tegelijk zijn ongetemde leef drift laat uitvoeren op de snaren, hoorden wij het nog niet. En dan de bescheiden, naieve glim lach, waarmede Jelly d'Aranyi bij het einde hiervan haar publiek aanziet, een publiek, dat opgetogen is van bewondering, dat als het ware explodeert in zijn applaus, een ,,succes feu". En eenige toegiften. DIT MERK IS EEN WAARBORG VOOR ONOVER TROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAG.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl