Historisch Archief 1877-1940
No. 2580
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23
CHAMPAGNE EXTRA
D U M I N Y
Agencei Comptolr de* Pay«-Ba»
et de Paria, La Haye
Nauwelijks stonden ze voor de huisdeur,
of zij vroeg aan moeder:
Ik op de tap, hèmamma? Ik mag
'm op de tap dagen!
} En zoo ging zij naar binnen waar
zij zich veiliger voelde in 't bezit
van het paraplutje; en eenmaal de
trap op, wilde zij het niet meer afgeven,
om weggezet te worden, als veront
schuldiging aanwendend, dat Didi het
zóó lang had gehad, op straat. De
ruzie die onvermijdelijk was barstte
los, terwijl de moeder haar mantel was
gaan uit doen. Dinuccia rukte Mimi het
paraplutje af, zoodat het met een smak
op den grond viel. Mimi aan 't gillen;
zij de paraplu terug, en Dinuccia geen
eten, voor straf.
} Maar later, toen de moeder Dinuccia,
die in een hoekje achter een kast was
gekropen, ging zoeken en haar slapend
vond, begreep zij waarom het kind zich
op straat niet zoo verrukt had getoond
met de nieuwe paraplu, en waarom
ze daarna wat iets heel ongewoors
was voor haar, die altijd als een groot
mensch geduld had met Mimi's kuurtjes
haar zusje aan 't huilen had gemaakt.
Dinuccia gloeide van de koorts!
De moeder bleef eerst een tijdlang
verschrikt naar haar staan kijken; toen
nam zij het kind in de armen en riep uit:
O God, neen, Dinuccia, lieveling!
Neen, neen, dat niet!
Zij kleedde haar uit, legde haar
in bed en ging naast het bedje zitten,
met een gevoel van leegte en beklemming,
als versuft door den regen, die buiten
in stroomen neerviel.
Het regende dien gansenen nacht,
en het regende zes dagen achtereen,
zonder ophouden bijna.
Mimi's eerste gedachte, den volgenden
ochtend bij het wakker worden, was
voor de paraplu, de bootjes en het
nieuwe cape-je.
De paraplu had zij 's avonds meege
nomen, naast zich in bed gelegd, en
dadelijk greep zij er weer naar; toen
ging ze 't bed uit om de bootjes en de
cape te halen. Het regende, heerlijk!
Ze zou met al het nieuws gewapend naar
school gaan, de bootjes aan de voetjes,
het cape-je om, en de opgestoken paraplu
in de hand, in den regen !
Niet? Ging ze- niet naar school?
Waarom niet? Was Dinuccia ziek?
Wat jammer ! 't Regende juist zoo lek
ker. .
Zij wilde aan mamma vragen, waarom
zij alleen niet mocht gaan, gebracht
door het meisje. Maar mamma lette niet
op haar: die huilde. Toen vroeg ze 't aan
het meisje, maar dit, op 't punt van de
deur uit te gaan, om gauw, gauw een
dokter te halen, gunde zich niet eens
den tijd haar te antwoorden.
Mimi bleef een poos achter het dichte
AAN DE INZENDERS
Alle voor het redactioneele gedeelte
bestemde inzendingen moeten
worden geadresseerd
AAN HET SECRETARIAAT DER
REDACTIE VAN
DE GROENE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM,
zonder vermelding van persoonsnamen.
De geschiktste omvang van artikelen
bedraagt ten hoogste 1800 woorden.
Indien de bijdrage voor illustreering
met foto's in aanmerking komt, gelieve
de inzender, zoo mogelijk, de foto's .
die niet reeds in andere week- of dag
bladen mogen zijn gereproduceerd ??'
tegelijk met het artikel in te zenden.
raam staan kijken naar den heerlijken
gletregen; daarna ging zij met de
overschoentjes aan en de cape om voor'de
spiegelkast staan, trok de kap over 't
hoofd, tot diep in de oogjes, stak met
veel moeite de paraplu op, en bekeek
zich, innig gelukkig, in den spiegel, de
schoudertjes saamgetrokken en de voet
jes vlak naast elkaar, lachend en huive
rend in den denkbeeldigen regen.
Vijf dagen lang herhaaldeMimi, iederen
ochtend, die proef voor den spiegel. En
na, zichzelf meer dan een uur bekeken
te hebben telkens had zij het cape-je
en de overschoentjes uit, en weer aange
daan ging zij het paraplutje wegstop
pen op een plaatsje, dat zij alleen wist.
Die paraplu was nu van haar en nooit
zou zij hem weer afstaan, ook niet aan
mamma! Wat jammer toch, dat al
die regen verloren ging
Den avond van den zesden dag bracht
het dienstmeisje Mimi naar de woning
naast de hunne van twee" oude
dames, met wie het moedertje bevriend
was, en die het kind in die dagen
meermalen thuis heen en weer had zien
loopen tusschen de kamer, waar Dinuccia
ziek lag, en de keuken.
Maar zij was zoo vervuld van haar
schatten, dat dit geen indruk op haar
had gemaakt; niets maakte indruk op
haar die zes dagen, zij was maar blij
dat mamma voortdurend door haar
zusje in beslag werd genomen en zich
ii 't geheel niet om haar bekommerde,
want zoo kon zij op haar gemak, zoo veel
ze maar wilde, winterrje spelen"
(?wintetje", zooals ze zei). Zij had
trouwens zulk een gemakkelijke natuur,
dat zij zich overal dadelijk aanpaste en
thuis voelde, waar ze ook was; zij
putte het leven uit zichzelf en ver
spreidde het lustig om zich heen, door
ieder hoekje, zelfs het leegste en don
kerste, met wonderen te vullen. Dien
avond at zij in de woning der buurdames,
speelde, babbelde honderd uit, van den
hak op den tak springend, met het
meisje, en viel ten slotte op haar schoot
in slaap.
Midden in den nacht schrok zij wakker
door een ontzettend leven, dat het heele
huis had doen schudden en nu weg
stierf, met dof gerommel, terwijl de
regen neergutste. Het kind keek om zich
heen, verbijsterd. Waar was zij? Dit was
haar eigen huis niet; dit was haar eigen
bedje niet Zij riep de meid, twee,
drie maal, maakte zich los uit de deken,
waarin ze gewikkeld was, en ging rechtop
in bed zitten. Haar Weertjes had ze nog
aan.' Zij keek naar het bed ernaast:
daar lag niemand in; en opeens wist zij:
dit was de kamer waar de twee oude
dames sliepen; zij was er zóó dikwijls
geweest! Toen liet zij zich van het bed
glijden, liep een donkere kamer door,
vond de deur open en kwam op het
portaal van de gemeenschappelijke trap,
waar het harde kletteren van den regen
op de glazen kap en het flikkeren van
den bliksem haar schrik aanjoeg. De
deur van de eigen woning was ook open,
? en Mimi vluchtte naar binnen, en liep
zoo hard zij kon naar de slaapkamer,
mamma ! mamma !" roepend.
Een van de twee oude dames, die
naast het bedje van het stervende kleine
meisje zat, stond haastig op, om Mimi
uit de kamer te houden.
Weg, weg, kindjelief zei ze
mamma is daar
Didi? vroeg het kleintje ver
schrikt, bij het flauwe schijnsel der lamp,
op het bed, het waschbleeke, uitgeputte
gezichtje van haar zusje onderscheidend.
Ja, lieveling, antwoordde de
oude dame Onze lieve Heer roept je
zusje tot zich Didi gaat naar den
hemel
Naa de hemel?
En Mimi liep weg, zonder antwoord
af te wachten; in de donkere huiskamer
bleef zij even, onthutst, staan: zij hoorde
weer, door de openstaande deur het
ontzaglijke lawaai van den regen op de
traplantaren, zag door het raam, bij
het blauwe licht van een nieuwen blik
semstraal de woeste lucht, en ze holde
weg, de gang door.
Even daarna zagen de twee bij de
stervende Dinuccia wakende dames Mi
mi aankomen met de paraplu, die
grooter was dan zijzelf, in haar armpjes
en hoorden ze haar stamelen:
De pajaplu.... voo Didi in
de hemel jegent 't."
l'
IJ In den Winter .,***. De Zomer in Uw huis ~
I MET HET NIEUWE SYSTEEM
CENTRALE VERWARMING
SIERLIJKE RADIATOREN - DE KACHEL EEN VULKACHEL
I Vele honderden referenties Vraagt onze brochure
HERINGA & WUTHRICH
_ HAARLEM TELEF. 11966
Voor den Haag: C. OLDENBURG Jr., RIJSWIJK - Tel. den Haag R.410
B 11 ^?~^?^m*^m?m*^?a* 11 ?
STOUT
De smakelijkste drank bij den maaltijd
FIRMA J. G. MEIJER
2 Markten - GRONINGEN - Opgericht 1706
SPECIALITEIT IN
ECHTE GRONINGER KOEK
van f l , f 1.50, f2 f 2.50, f3 enz.
Franco per post 50 CvntB ^crhooginq
ffi jfi
f Boekverkooping |
ifi
van 22 November?3 December
bij BURGERSDIJK & NIERMANS {
LC Wetenschappelijke Boekhandel en Antiquariaat u:
Lfi [fi
[ i Templum Salomonis, Leiden, |
E j VRAAGT CATALOGUS. j
I Fijnhouthandel - Haarlem f
l F. G. l BEERKENS
f Burgwal 76-88 ~ HAARLEM - Telefoon 13789
*
$
< l
«
,. ?
! Slavonisch Eikenhout |
* «
S Mahonie Beuken Linden Noten ??Teakhout %
l - - Cawit Triplex l
% OcouméElzen Berken Eiken Triplex |