De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 november pagina 3

13 november 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2580 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Nederlandsche Munt Holland's beste 10 cents sigaar CHINEESCHE GESCHIEDENIS DOOR J. J. L. DUYVENDAK Beknopt overzicht der Chineesche geschie denis door Kwee Kek Béng (Gedrukt bij Drukkerij S in Po, Batavia 1925). Y) E kennis van de Chineesche geschiedenis is bij '-'den modernen beschaafden mensen over het algemeen zeer gering, en het zou mij niet verwonderen wanneer thans, nu er voor het Verre Oosten meer en meer belangstelling ontstaat, velen zouden grijpen naar bovenstaand werkje, dat een Hollandsche gids wil zijn door den donkeren doolhof. Ik wenschte daarom dat ik het onverdeeld kon prijzen. Zeker zou het onbillijk wezen een Chineesche geschied schrijving denzelfden maatstaf aan te leggen dien men voor een Europeesche pleegt te gebruiken, omdat het overvloedige Chineesche materiaal nog lang niet alles ?critisch verwerkt is. Maar wel mag men verlangen dat van de voornaamste resultaten van dat critisch onderzoek gebruik wordt gemaakt, hoe beknopt men ook in de behandeling wil zijn. Dit nu geschiedt in dit boekje niet. Wie het leest, blijft gevangen in den ouden waan, dat wij de Chineesche geschiedenis zouden kennen tot ongeveer 2300 vóór onze jaartelling. Met geen woord wordt vermeld, dat zoowel de moderne Westersche als Chineesche historici uiterst critis.ch staan tegenover de Chineesche traditie en dat wij van alles wat vóór, laat ons zeggen, het jaar 1000 ligt, bitter weinig weten. De schrijver leze eens het nieuwe werk van den uitnemenden historicus Koe Tsjië-kang: Koe Sje piën (Ku shih pien), dan zal hij daarin een vernietigend vonnis hooren over alles wat de traditioneele geschiedenis te vertellen heeft. Maar ook b.v. Chavannes' Mémoires historiques, die hij ergens citeert, hadden hem wijzer kunnen maken. Bij een dergelijke studie zou hem misschien de moed zijn ontzonken om een samenvattende historie te schrijven. Er is zooveel waarachter men een vraagteeken moet zetten, en aan den anderen kant is de wetenschappelijke literatuur over allerlei vraagstuk ken zoo omvangrijk, dat zijn boek nog in vele jaren niet zou zijn verschenen. Wel heeft de schrijver van alles gelezen, doch het is rijp en groen door elkander en het blijkt dat veel van de vakwetenschappelijke literatuur hem niet of nauwelijks bekend is. Op wetenschappelijkheid kan dit overzicht der halve geen aanspraak maken. Het geeft slechts de traditie, ook voor de latere geschiedenis. Zoo herhaalt het de legende, dat onder den keizer Ming-ti van de Han-dynastie het Boeddhisme in China zou zijn ingevoerd, terwijl men thans weet dat dit een eerst veel later verzonnen verhaal is en dat de komst van het Boeddhisme zeker vóór de eerste eeuw van onze jaartelling moet worden gesteld. Voorbeelden van dezen aard zouden te vermeerderen zijn. Daarom kan alleen iemand die slechts uiterst oppervlakkig wil kennis nemen van het traditioneele Chineesche geschiedverhaal iets aan dit boekje hebben; voor serieuze studie is het niet geschikt. Behalve politieke geschiedenis heeft de auteur ook IHETBQEK YANDEWEEK Felle, de Veroveraar ._, door Martin Andersen Nex0 ' Schrijver van' DITTE", een Menschenleven" Roman in 4 deelen, uit het Deensch vertaald door CL. BIENFAIT Prijs compl. in 4 deelen ing. f7.80 2 geb. f9.80 Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF's U.-M., A'dam. BIJ HET BEGIN VAN HET BEGROÖTINGSDEBAT Teekenlng voor De Groene Amsterdammer' door Johan Braakensiak DE AMSTERDAMSCHE STEDEMAAGD : ZIEZOO, NU KAN IK ER TEGEN!" getracht cultuurhistorie te geven. Dit is prijzens waardig, doch na wat ik hierboven heb gezegd zal wel duidelijk zijn dat hij ook hier aan de oppervlakte is gebleven. De argelooze lezer zal een aantal namen vinden van schrijvers en kunstenaars, doch wanneer zijn belangstelling verder gaat dan een naieve ver bazing over het feit dat er zoo iets als een Ofne^sche beschaving heeft bestaan, zal hij teleurges eldwordïn. Die talrijke schare echter voor wie zelfs dit een novi teit moge zijn zal met profijt van het hier meegedeelde kennis nemen. Men begrijpe mij wel: ik mopper niet omdat de behandeling van deze dingen beknopt is, maar omdat ik wel een aantal namen vind van schrijvers, maar te weinig deugdelijke typeeringen van de verschillende stroomingen. Zeker is dit laatste moei lijker, maar hoe beknopter een overzicht is, hoe nood zakelijker zulke typeeringen zijn, en met de thans be schikbare literatuur ware er wel veel meer van te maken geweest. In zijn inleiding deelt de schrijver mede dat het hem juist om de beschavingsgeschiedenis te doen is, zoodat het niet onbillijk is dit meerdere van hem te verlangen. Zooals in de meeste geschiedenisboeken van China, wordt de moderne historie zeer ruim bedeeld, en als de schrijver den nieuwen tijd nadert, verliest hij de proporties geheel uit het oog. En met het perspectief verliest hij daarbij de objectiviteit. In plaats van een historicus, wordt hij een partijganger. Hij deelt die eigenaardigheid met verreweg de meeste jong-Chineezen, die, omdat zij zichzelf midden in den strijd tusschen Oost en West voelen staan, door hun emotie het orgaan van kalme beoordeeling kwijt raken. Daarom is, wat hij zegt over de positie van de vreemdelingen en hun rol in China, zeer eenzijdig, evenals het beeld dat hij teekent van de huidige ontwikkeling van China. Wei verheugt het mij intusschen dat hij daarbij aandacht schenkt aan de letterkundige opleving, die. zeker tot de belangrijkste moderne verschijnselen behoort. Wat de Chineesche geschiedenis voor den leek zoo moeilijk te bevatten maakt, zijn vooral de tallooze, zoozeer op elkander gelijkende, namen. Daarom is het jammer dat 's schrijvers transscript'e zoo inconse quent is. Hij deelt mede dat hij naast de zuidelijke uitspraak de Mandarijn-uitspraak geeft in de gebrui kelijke Engelsche spelling. Hij is daarin echter uiterst slordig en onstandvastig; vaak worden dezelfde namen op verschillende wijzen geschreven, zoodat men den indruk krijgt dat hij afhankelijk is van de schrijfwijze van den auteur dien hij toevallig heeft GTDDING^ MTUYNENBURG MUYS| asCHILDERSI geraadpleegd. Dit moet op den lezer verwarrend werken. Met dat al wil ik door deze bespreking volstrekt niet tegen de lezing van dit boekje waarschuwen. China's geschiedenis is ten onzent zoo weinig bekend, dat ook een relaas als dit zijn waarde heeft. Slechts hoop ik dat men wat hier gezegd wordt niet als het laatste woord zal beschouwen en dat de opgewekte belangstelling zal grijpen naar verdere literatuur. Daarom mocht ik niet verbloemen in hoeverre deze poging in gebreke gebleven is. Leiden. ONVERSCHIETBARE REBS CAMELION 130 BR. EEN WEEFSEL VOL KLEUR AFWISSELING VOOR GORDIJNEN NIET TE VOEREN - PER METER 3. 45 DEN HAAG AMSTERDAM ? ROTTERDAM g ZOMEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl