Historisch Archief 1877-1940
T.«£,
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
II
NIEUWE DUITSCHE
BOEKEN
DOOR A. S. KANN
Klaas Mann. Kindernovelle.
Cebr. Enoch. Verlag Hamburg
Er zijn in den laatsten tijd niet veel nieuwe be
langrijke boeken verschenen en vooral - geen
nieuwe figuren traden op den voorgrond. Misschien
is het een voorrecht van de frissche jonge en zonder
antecedenten naar voren komende literatuur, zooals
de lersche en de Amerikaansche, om ons te ver
rassen met telkens nieuwe schrijvers - in
Duitschland vallen we meest terug op de oude namen. Bij
de jongeren is het de vraag of ze hun wederzijdschen
roem ooit zullen overleven.
Toch valt er onder hen n op, die meer belooft
te worden dan een klein talent.
Klaus Mann, zoon van Thomas Mann, is negentien
jaar. Men zou vreezen dat hij te jong was en door
de traditie van een schrijvers-familie te vroeg in de
verleiding vél te schrijven. In zijn vroeger verschenen
boeken: der Fromme Tanz en Vor dem Leben kon
men reeds zijn stijl bewonderen en zijn groote gevoe
ligheid. Maar het interessante, doch onrijpe werk
deed aan kinder-angstdroomen denken. Men had
hem willen raden te wachten met publiceeren
rustig eerst wat ouder te worden.
Nu echter na zijn Kindernovelle staat hij op eigen
beeneri. Het is bijna ongeloofelijk hoe zóó een jonge
man kinderen ziet. Als een moeder die geboeid glim
lachend toekijkt; als een kind- de eenigediezijneigen
spelletjes heejemaal begrijpen kan-zelf. Er is in deze
lichte en blijde novelle ook verweven een liefdes
episode van de moeder, een stille, apathische nooit
ontloken jonge vrouw. Maar de kinderen in hun
sprookjesland van fantasie laten zich niet storen:
zij accepteeren het plotselinge vaderlooze
babybroertje zonder eenig bedenken als nieuw kameraadje:
Jetzt sind wir fünf."
Jacob Wassermann, Der Aufruhr um den
Junker Ernst. S. Fischer Verlag
Jacob Wassermann geeft een historischen roman.
De geschiedenis van Junker Ernst eenzaam op
gegroeid in een verwaarloosd kasteel, die door zijn
tooverachtige gave te vertellen, alle kinderen om
zich heen verzamelt. Als de rattenvanger van
Hamelen, zoo trekt hij aan. Een groote schaar trouwe
vriendjes omringt hem en zelfs volwassenen volgen
hem overal. En het kind vertelt, vertelt: bij elk
woord, bij elke kleine gebeurtenis vormen zich ver
halen in zijn hoofd, die steeds verteld moeten worden
om weer plaats te kunnen maken voor nog mooiere,
nog nieuwere.
En als het is tijdens de Inquisit'e zijn oom,
de bisschop, die hem maar al te zeer bemint en zijn
liefde als iets God niet welgevalligs vreest, hem laf,
ter eigen bescherming in den kerker laat werpen,
beschuldigd van gemeenschap met den duivel, dan
komen de kinderen, honderden, duizenden, in onaf
zienbare scharen, breken den kerker open en bevrijden
hun sprookjesprins. Vertel! Vertel! Maar Junker
Ernst, veel ouder geworden tijdens zijn gevangen
schap, heeft begrepen, dat hij vroeger niet de wer
kelijkheid zag. Het kind-zijn en de sprookjes hebben
hem verlaten. Het leven is moeilijk en niet te begrijpen,
maar mooier dan alles wat men zich denken kan.
Opnieuw is hij geboren tot mensch geboren, nog
zonder spraak, maar met groote beloften: Ich will
Euch eine Qeschichte erzahlen von Junker Ernst
von Ehrenberg, aberheute nicht, bers Jahrvielleicht,
habt nur Geduld, um das eine bitt ich Euch, nur
Geduld."
Zoo vertelt Wassermann van de tooverkracht der
fantasie en van de nog grootere schoonheid der
realiteit.
Arthur Schnizler, Traumnovelle. S. Fischer
Verlag
Sfefan Zweig. Verwirrung der Gefühle. Insel
? Verleg
Schnitzler geeft ons in de laatste jaren helaas niets
meer dan novellen, zoowel quantitatief als
qualitatief lang niet meer op de hoogte van zijn vroegere
werken. Wel is nog elke bladzijde waard gelezen te
worden, want de stijl heeft niets aan zuiverheid ver
loren; wat hij zegt getuigt zooals altijd van zijn scher
pen blik. Maar hij maakt het zich te gemakkelijk
heeft hij de kracht niet meer tot het grootere
schrijverswerk? Zijn onderwerpen, met gratie en groote
techniek behandeld, kunnen ons niet meer boeien,
zooals vroeger Professor Bernhardi of der Weg ins
C3IDDINC3
fTUYNENBURG MUYSl
ICHILDFDSI
FANTAIS1E EN WERKELIJKHEID
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door George van Raemdonck
HOE MEN DEN MODERNEN KUNSTENAAR ZIET, EN HOE HIJ IN WERKELIJKHEID IS
Freie. Maar hoe hij ook nu van vermoeidheid blijk
moge geven, Traumnovelle pakt ons tot het laatste
woord. Op meesterlijke wijze worden ons de avonturen
verteld van een in fantasie leven verzonken dokter,
die plotseling in n nacht beleeft, al wat hij vroeger
gedroomd, zich ontzegd had en betreurd.
Als Schnitzler aan het woord is, is er altijd een
subliem psycholoog aan het woord. Zelfs in zijn
kleinere latere werk. Het is niet de quasi natuur
getrouwe psychologie van 1880, rnaar de analytische
doorgronding, die geen diepte schuwt en toch rnet
mildheid het aan ieder eigene menschelijke blootlegt.
Het is opmerkelijk, dat de analytische psycholo
gie (is er nog wel een andere?) alom in de literatuur
het hoofd opsteekt. De moderne Amerikaansche
literatuur is er als het ware mee doordrenkt. En dat
de Weensche romanciers voor hun analytische be
lijdenis uitkomen, is waarlijk geen wonder.
In de Groene van veertien dagen geleden werd,
in het artikel over Sigmund Freud, gewezen op Stefan
Zweigs' bijdrage m de ps. an. Almanak. Ook zonder
deze confirmatie herkennen we den rasechten psycho
loog in den schrijver van Amok en den novellenbundel
Verwirrung der Gefühle", dezer dagen verschenen.
Drie novellen. De laatste, de belangrijkste, verleent
het boek zijn naam.
^ Het verhaal speelt in een klein Duitsch universi
teitsstadje. Er waren redenen, waarom een professor
uit Berlijn weg moest. Het te vergaand sentiment
voor zijn discipelen, een uiterst moeilijk onderwerp,
dat licht tot scabreuze beschrijvingen aanleiding
had kunnen geven, wordt hier met meesterlijke fijn
heid belicht. Het moeilijke leven van dezen man
met zijn verdwaalde instincten, de eeuwigdurende,
doodelijk vermoeiende strijd, de beschrijving hiervan
getuigt van een zoo groot medelijden, dat iedere
lezer wel iets daarvan moet meevoelen.
VERDER ONTVANGEN
Fritz Muller?Parlenkirchen, Die Kopierpresse.
L, Slaackman. Verl. Leipzig
Goedig provinciale koopmansverhaaltjes, waarop
het niet noodig is uitvoerig in te gaan.
BOEKBESPREKI N^G
Jakob Wassermann. Faber of de verloren
jaren. Vert. v. Dr. Bella Jansen. Utrecht
1926. Erven J. Bijleveld
Een mooi en heel merkwaardig boek. In twee op
zichten. Er zijn boeken, die niet aan een bepaalden
tijd gebonden lijken, die even goed in een ander
tijdperk geschreven hadden kunnen worden als dat
waarin ze ontstonden.Natuurlijk, alle kunst zal wel haar
eigen voedingsbodem hebben, maar dit verband is
vaak heel moeilijk, en in tallooze gevallen in 't geheel
niet aan te toonen. Het verklaren van de kunst als
sociaal verschijnsel zal wel altijd een hachelijke zaak
blijven, als men zich althans niet beperkt tot de
vanzelf-evidente gevallen. Zoo'n geval hebben we
in dit boek, een socialen roman van groote beteekenis.
Het werk is van waarde als kunstwerk op zichzelf
en als moderne ,,confession d'un enfant du siècle."
De verloren jaren" zijn de jaren die een jonge
Duitscher heeft doorgebracht in Russische gevangen
schap. Als hij na den oorlog thuiskomt, vindt hij de
wereld veranderd. Hij-zelf is ook veranderd: een
schuwe, eenzelvige, verbitterde man is hij geworden.
Hij begrijpt het leven niet meer; zijn vrouw is een
vreemde voor hem. Hij is van goeden wil; hij be
grijpt, dat hij weer mee-moet in het leven; hij doet
wanhopige pogingen om er achter te komen, wat
hem gescheiden houdt van de menschen om hem
heen, van zijn vrouw en zijn kind. Dit alles is be
schreven met een zeldzaam begrip van het
menschelijke gemoedsleven; de stille, bittere strijd, die door
Faber gevoerd wordt, leidt tot hoogtepunten van
werkelijk treffende schoonheid.
Geheel evenwichtig is het boek niet. Het sociale
element heeft den schrijver blijkbaar als probleem
zoo beheerscht, dat hij het niet volkomen heeft
kunnen oplossen in de artistieke eenheid van het
kunstwerk. Sommige dialogen zijn uitgewerkt tot
uitvoerige betoogen, die, hoe belangwekkend op
zich-zelf, te veel gericht zijn op het abstracte, om
het verhaal, of, zoo men wil, het kunstwerk, geen
schade te doen. Ook het slot is zwak.
Het Nederlandsch van de vertaalster is heel goed.
HERMAN MIDDENDORP