De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 27 november pagina 3

27 november 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

«o. 2582 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND systematisch zwijgen, opzettelijk volgehouden. Het is thans wel duidelijk waartoe dit moest dienen. Een «onverdedigbaar tractaat moest door het dood te .zwijgen op de minst pijnlijke wijze worden geslikt. Dat deze methode werd toegepast, bewijst, hoezeer men zelve overtuigd was van de eigenlijke onaannemelijkheid^ Zonder rumor in casa te verwekken moest het er'worden doorgesleept. ? Dit is de methode van het oude conservatisme, het «rhgekeerde van een mandat impératif", die door Thorbecke gequalificeerd werd als personen van vertrouwen zonder eenigen band met de kiezers". n Dr. Kuyper omschreef het aldus: zooals de heeren het wijzen, zoo zal de kiezer het prijzen". Dit mag nu goed zijn voor een onmondig gehouden kiezerspersoneel, onbekwaam om zich eene meening te vor men en uit te spreken, maar voor de antirevolutionaire Partij is het doodelijk in zijn gevolgen. Het mag waar zijn, dat de thans vigeerende kieswet deze dingen in de hand werkt, des te meer reden was er zich er in de A. R. Partij voor te wachten. Deze methode tast het democratisch karakter aan, dat haar kenmerkt, sloopt eiken band tusschen de kiezers en de fractie in het Parlement. III. Moge ik nu ten slotte nog wijzen op het roekelooze eener politiek, die een tractaat wil opdwingen, dat ons volk niet begeert, omdat het wordt aangevoeld als een volkomen ongemotiveerde afstand van natuur lijk bezit en eene bedreiging van toekomstige belan gen. Noch de heer van Karnebeek, noch de heer Heems kerk heeft de risico's kunnen ontkennen, die in dit tractaat liggen opgesloten om wat er in staat en om wat er niet in staat. Alleen dit is zeker: de nadeelen .zijn voor Nederland. De heer van Karnebeek heeft geweigerd nog weer nieuwe onderhandelingen te openen, omdat hij geene gunsten van Belgiëvragen wil. Juist was deze argu mentatie, die de motie-Marchant onaannemelijk moest maken, allerminst. Maar als dit onopzegbaar tractaat eenmaal geratificeerd is en Nederland eenige veranderingen wenscht, dan moet het inderdaad van Belgiëgunsten viagen om te verkrijgen wat nu nog oris recht is. Een toekomstig minister mag dan doen, wat de heer van Karnebeek thans, nu er nog geen trac taat is, reeds zoo vernederend acht. Door dit tractaat worden afgedwongen gunsten verleend. Is het nu zooveel fierder afgedwongen gunsten te verleenen dari later om goedgunstige wijziging te moeten vragen? Dit tractaat zelf is vernederend, kwetst de nationale gevoelens en nooit zou iemand op de gedachte zijn gekomen aan Belgiëzulk een tractaat aan te bieden. Toch moet hierbij nog worden opgemerkt, dat men met de ratificatie van het verdrag er nog niet af is. Het zal moeten worden uitgevoerd. Als een wet niet gedragen wordt door het volksbewustzijn, is haar wer king niet gunstig. Maar hoe zal eene regeering op on berispelijke Wijze een zoo veeleischend tractaat kun nen uitvoeren, als zij niet gesteund Wordt door den volkswil? Voor de toekomstige regeeringen zal de vervulling dezer voorwaarden niet zonder bezwaar blijken. Zij krijgt eene taak, waarvan men nu nog niets gewaar wordt en die bij de beoordeeling geen rol heeft gespeeld, maar daarom toch niet mag worden voorbijgezien. De toekomstige uitvoerders zullen de medewerking van het volk behoeven, van het volk, dat er van meetaf met onwil tegenover, staat en tel kens met grooter onwil zal staan, zoodra de financieele en andere offers metterdaad moeten worden gebracht. Een tractaat als dit loopt gevaar een factor te worden in den politieken strijd. De wijze, waarop het werd doorgedreven, moet zich wreken. Voor den bouw van het reuzenkanaal naar den Moerdijk zullen vijf a zes duizend hectaren grond moeten worden onteigend. Afgezien van de economische gevolgen weet niemand iets met zekerheid van den invloed ervan op het gebied, waardoor het zal loopen. Van de kosten weet men ook niets, maar dat wij er zonder kleerscheu ren zullen afkomen, is niet aannemelijk. Als daarDE RIJKSCONFERENTIE IN ENGELAND Teekening voor De Groene Amsterdammer; door Johan Braakensiek EEN IDEE VOOR ST. NICOLAAS EN KERSTMIS KLEINE MEUBELEN SIERVOORWERPEN KLEEDJES, KUSSENS NIEUWE COLLECTIES DER ZOMEN JOHN BULL: VRIJ RONDLOOPEN MAAR BINNEN DE OMHEINING BLIJVEN!" over moeilijkheden komen, wat zal er dan worden van de idealen der broederlijke verstandhouding tusschen de naburige volken? De zeepbellen die de heer van Karnebeek daarvoor opblies, zijn slechts ficties. En als dan de uitvoering van dit tractaat wordt gevorderd en het blijkt, dat de explicatie van den heer Heemskerk over die kanalen, als zou er maar n bedoeld zijn, een hersenschim is, wie waarborgt ons dan, dat het gedupeerde volk niet zal zorgen, dat er dan een Kamer zit, die hare medewerking zal wei geren en de onteigeningswetten zal verwerpen? In welke onmogelijke binnen- en buitenlandsche ver wikkelingen dit tractaat ons brengen kan, waag ik niet te beslissen. Maar dat alles zoo van zelf gaan zal met de vervulling dezer eisenen, betwijfel ik. De toekomstige regeering kan er door in moeielijkheden worden gebracht, die voor land en volk vernederender zijn dan het door van Karnebeek afgewezen verzoek om heropening der onderhandelingen. Ook in de volkeren leeft een instinct van zelfbe houd, dat zich niet laat onderdrukken door den uit slag eener stemming als deze, door een machtsdaad, die het volk niet heeft kunnen verhinderen, maar daar om nog niet goedkeurt. Als de economische annexatie, die in dit verdrag ligt, maar effectief gaat worden, als men den last, die werd opgelegd, gaat voelen, dan zal het telkens op nieuw schrijnen door de volksziel. Wat zal het volk dan zeggen van hen, die nu het tractaat doordreven? En zal het ons dan niet veel verder van Belgiëverwijderen in stede van toenadering te brengen! Hadden zij, die de verantwoordelijkheid er voor dragen, hadden inzonderheid de leiders der A.R. poli tiek, alvorens deze gewelddaad onder een kunstmatig zwijgen aan ons volk te helpen voltrekken, gelezen wat Hugo Grotius, de zoo hoog geëerde schepper van het volkenrecht, gezegd heeft, in de inleiding op zijn Mare liberum, tot de Vorsten en vrije volkeren der christenwereld. Evenals de individuen heeft ook elk volk het zijne, zegt hij. leder moet, tevreden met het zijne, zich onthouden van hetgeen eens anderen is. Als niemand dit kan ontkennen dan wie ophoudt mensen te zijn, ,,quid vos sentire ac facere aequurn est, principes populique Christiani?" Wat moeten dan billijkerwijze christcnvorsten en volken gevoelen en doen? Als een koning tegen een koning, een volk tegen een volk ,,inique et violenter" handelt, strekt dit dan niet tot verstoring van de rust van dien staat en is het geen onrecht tegen den hoogsten Bewaarder van het recht?" Hadden zij, die de eischcn der Belgen gelijk zij in dit tractaat liggen, het eerst ontvingen, hun deze woorden van Orotius voorgelegd! Hadden zij hun voorgehouden Grotius' waarschuwing aan de volken, die niet tevreden met het hunne, de handen uitstrekken naar hetgeen van anderen is! Dan zouden de onderhandelingen zeker tot een ander verdrag hebben geleid, dat het rechtsgevoel van Nederland bevredigde, Belgiëtegemoet kwam en de welwillende saamwerking der beide volkeren verzekerde. In hetzelfde hoofdstuk heeft Grotius er nadruk op AMET ANNA v. BUERENSTRAAT 204, DEN HAAG T E L E F. 72369 METALEN MASSA-ARTIKELEN PLOMBEERBLIKJES KISTENHAKEN gelegd ,,conscientiam cuiqtie suam," dat ieder voor zijn eigen geweten staat. De heer van Karnebeek beschikt over eene benijdenswaardige en bewonde renswaardige welsprekendheid. Maar dieper en ont roerender klonk mij Grotius' woord: conscientiam cuique suam" op dat treffend oogenblik. Grotius' vermaning overstemde van Karnebeek's schitterende rhetoriek. En de A. R. Partij en hare leiders en De Standaard'. Hun zwijgen en hun spreken was een pleidooi voor de aanvaarding van dit tractaat, waarvan zij zelven zeiden, dat de rechtsbasis er aan ontbreekt. Mogen zij bedenken, dat voor onze A.R. Partij geldt: zij zal antirevolutionair zijn of zij zal niet zijn. Tertium non datur. NIEUWE UITGAVEN Bij P. Noordhoff zijn verschenen: Verdieping en Belijning, Tweede Reeks, Studies over Opvoeding en Onderwijs. No. 3 en 6, Prof. Dr. A. M. BROUWER, A. J. DREWES, Dr. G. ROYER, Kind en Zending. DEELSTRA, F., Teekensclwol voor Eerstbeginnenden, Serie B, Klein Formaat, Cahier No. l, 18e druk. Bos, R., Stigmographiscli Schetsboek l, behoorende bij de Ie serie wandplaten, 2e druk. Bos, R., Platenatlas bij het Onderwijs in de Aard rijkskunde, 10e druk. Bos, R. en C. H. STEENBEEK, Mijn Tcekenboek I 25e druk; II, 23e druk; III, 22e druk; IV, 19e drukV, 16e druk en VIII, 8e druk. PLUIM, T., Kern der Vaderlandsche Geschiedenis ten dienste van het Mulo en inzonderheid van hen die het Toelatingsexamen wenschen af te leggen voor Normaalscholen, Kweekscholen, Hoogere Burger scholen, met tal van Lesvragen en vele Opgaven voor Opstellen, 8e druk. BOOSMAN, R en A. BRANDS, Klimop I B, 4e druk, geïllustreerd. Noordtwff's Aanteekenboekje, 6e druk, in linnen bandje.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl