De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 4 december pagina 11

4 december 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 VROUWEN OVER MANNEN CEES LASEUR DOOK BETSY RANUCCI?BECKMAN ER INNER je je nog, beste Cees, dat wij een5ge ? jaren geleden eens 's nachts, met een heel stelfletje door den Haag kuierden? We gingen naar de Skamer van ten collega, na het cafésluitingsuur. -Achter mij hoorde Ik je praten en fluisteren en soms ^plotseling uitbarsten in een hellen lach, en zingen cnu en dan, jongensachtig en luidruchtig. In een gastvrije kamer op een stil grachtje, brach"ten wij plotseling het geroes van onze stemmen en er "waren sandwiches en veel likeuren. Jij was de bout-en-train", je zong liedjes, imi'teerde, vertelde anecdoten. Je barstte haast uit xelkaar van levensblijheid. Je was nog een beginneling, een magere springer, «een heel klein acteurtje, dat nog al eens op zijn kop 4creeg, als ik me goed herinner, omdat zijn levens kracht het nauwe dwangbuis van regietucht soms kraken deed. Dat is nog niet zoo heel veel jaren geleden. Toen ging ik naar Amsterdam en wij verloren «elkaar uit het oog. Je verliest elkaar te gauw uit het toog 'm ons toch zoo kleine tooneelwereldje, als je bij -verschillende gezelschappen bent. In onzen Comoedia-tijd speelde preetje Lobo eens ?veertien dagen bij Cor Ruys Helene" van Qéraldy «en toen ze terugkwam, vertelde zij, dat jij den vriend «had gespeeld: Die jonge Laseur is zoo buitengewoon gjoed geworden," zei ze. Dat was de tweede keer dat Jk van je hoorde. Daarna bleef je naam in onze hersens haken. De Hollandsche tooneelspeler is voor alles: karakter?.speler of typeur, degelijk en goed doorwerkt, maar met soms een gebrek aan luchtigheid, aan een vlotten ?conversatietoon, aan lichten weemoed, die geen smart, ?*n lyriek, die geen declamatie wordt. Wij bleven dus .aan je denken als aan de witte raaf." Niet lang daarna kwamen wij voor den derden keer ;ïn contact, dat was weer in den Haag. Je was een meneer" geworden. Je frequenteerde «de?Launch" van het Centraal, the House of Lords" «en dergelijke localiteiten, die zoo mondain zijn dat ze geen Hollandschen naam zouden kunnen verdragen. Je kwam naar ons toe in je getailleerde jas, je slappe lichte hoed een tikje scheef, een lieve glimlach en met *üe half zegevierende, half verlegen houding van .iemand, die weet dat er naar hem gekeken wordt en ?dat de vrouwen, als hij passeert, tegen elkaar fluiste ren: dat is Laseur". Je was zwaarder en mannelijker ^geworden en een beetje o, wees er niet kwaad om, ?want ik meen het als iets vriendelijks een beetje ,,cabot". Zelfs iemand, die nooit een voet in den -.-schouwburg zet, zou zoodra hij je in het oog kreeg, :zeggen: dat is een tooneelspeler." Waar heb je dat toch van? Er vloeit geen druppel van dat fameuze tooneelbloed door je aderen, dat bij aeder jubileum door de pers zoo lyrisch bezongen wordt. Groep van bestuur, directrice, edminisfrafrice en onderwijzend personeel van de Hoarlemsche Huishoud- en Indusfrieschool. Dezer dagen jubelde de Haarlemsche Huishoud- en Indusfrieschool. Zij vierde haar 25-jarig bestaan. 'f Was een intiem feest van vreugde en genoegelijk onderling samenzijn. Daar was reden toe. Het gaat de Haarlemsche school zeer goed. Zij heeft in Mej. D. van de Waal een flinke directrice die hef sfuur goed jn handen heeft, een stel knappe /eeroressen en /eeraars, en een ijverig bestuur, waarvan twee leden de dames Brusse en de Clercq van Weel hef 25-jarig jubileum als bestuurslid mede vierden. Alle opleidings cursussen en aparte cursussen er volt heel waf te leeren zijn ruim bezet en hef aantal leerlingen neemt gestadig toe. Moge de school het volgend jubileum vieren in een groofer, geriefelijker gebouw. CEES LASEUR de Groene Amsterdammer ' gefeekend door W. Heskes Misschien komt het omdat je zoo door en door acteur bent, dat je het niet laten kunt ook in het dagelijksch leven, onbewust, een beetje voor acteur te spelen. Ongeveer anderhalf jaar geleden troonde een wreede directie je uit het vriendelijke den Haag weg, naar het stuggere Amsterdam en ik geloof dat je een beetje bang was. Je had je publiek in den Haag. In Amster dam had je nog weinig gelegenheid gehad om te spelen. En je wist dat n publiek n pers er moeielijker zijn en andere maatstaven aanleggen. Maar na je eerste rollen in Als ik wilde", in Een van Ons" was je er al heelemaal in. En als je, aan het eind van je eerste seizoen, langs Americain liep met je getailleerde jas, je lichten, slappen hoed enz. zie boven, zeiden ook daar de vrouwen, die in het voorjaarszonnetje, boulevaardje speelden op het terras tegen elkaar: Kijk, daar gaat Laseur." En nu, nu zit ik op mijn pennenhouder te knabbelen, omdat een ijselijk serieus weekblad mij vraagt iets over je te schrijven. Je begrijpt, daar zit ik mee. ,Moet ik een ijselijk serieuse karkterschets van je pennen, of een overzicht geven van je, , levenswerk"? Je levenswerk"! Laten we niet lachen. Je bent nog zoo walgelijk jong. Zes en twintig, geloof ik, en heb ik niet onlangs gelezen dat de parfait com dien" minstens veertig moet zijn. Daar zitten we. De parfait-comedien" vliegt weg naar een nog verre toekomst. Zal ik vertellen hoe je op de repetitie komt? Een beetje verveeld eerst, een beetje weg", want je bent een noctambuul en dus 's morgens nog een beetje soezerig. En de eerste scène gaat niet, definitief niet, je oogen dwalen weg, je zoekt naar je woorden en ontevreden zeg je: zullen we die nog eens over doen?" Dat was je aanloopje, want den tweeden keer gaat het in eens zooveel beter. Je oogen haken zich vast aan je partner, je trekt geen ander gezicht, maar je gezicht wordt anders, je bent Cees Laseur niet meer, maar Philippe" of de Levies" of Jacques", en alles gaat meeleven, je houding, je handen, waar je niet aan hoeft te denken, die eenvoudig gehoor zamen aan je gevoelens en je gedachten. De eerste repetities zet je de figuur maar even aan met lichte toetsjes en er is een geoefend oog voor noodig om te zien hoe het worden gaat. En iederen dag zijn er verrassingen, de scène die vandaag zoo goed ging, lijkt morgen naar niks" en die vandaag naar niks" leek is morgen ineens goed, want daar heb je over gedacht en aan gewerkt, en van de rest heb je je aandacht afgetrokken, tijdelijk. En 'n week of zoo voor de première, dan zie ik opeens in de groote scène een weeke ontroering door breken op je gezicht, je wordt een beetje bleek en de randen van je oogen worden vochtig. Hè" zeg je, we zullen nogal wat afhuilen in dit stuk" en ik zou je hoofd wel tusschen handen willen nemen en zeggen: Je bent lief, je bent lief, je bent lief !" maar wij zijn een net" gezelschap en ik doe dat natuurlijk niet en zeg alleen maar: Nou was het er, voelde je?" en jij antwoordt met iets dwaas, iets onbenulligs, iets wat nergens op slaat en dat niets is dan een uiting van tevredenheid als de kraai van een zuigeling of de tjilp van een vogel in een warme kamer, als 'n winterzonnestraaltje langs het stukje suiker tusschen de tralies van zijn kooi strijkt en hij z'n kameraden in de modder en de kou buiten ziet rond ploeteren. Want je houdt van je rollen, je praat er over als over menschen, die je hebt ontmoet, die je sympathiek zijn en die je graag zoo goed mogelijk zou leeren kennen. Je praat over ze, lang en veel en met warmte. En je bent modern, daar bedoel ik mee: je bent een ensemble speler, het stuk gaat je nog boven de rol, je effaceert je als je kunt en als het moet en je speelt nooit ten koste van je kameraden. Je bent nooit de ster", die om zijn eigen succes zijn medespelers weg duwt en zoo het stuk vermoordt. En je houdt van den korten, lichten dialoog, die als een bal van den een naar den ander wordt gekaatst en het is een sport van je den bal niet te laten vallen. En je houdt ook van het tooneel, je praat er niet over met het gezicht van een knappen professor aan het bed van een doodelijke zieke. Je houdt er niet van zooals het eenige eeuwen geleden was, waar we weinig van weten of zooals het over eenige eeuwen zijn zal waar we niets van weten. Je houdt van zooals het nu eenmaal is. Je zegt niet (en dat staat toch zóó goed): Ik verwacht veel voor het herstel van de tooneelspeelkunst van de Russen of de Negers of de Papoeas" of De toekomst van het tooneel ligt in de revue", of De dans kan veel doen om het tooneel in de toekomst op te heffen." O nee, m'n beste jongen, je doktert en je theore tiseert niet, gelukkig! Je. .. je houdt er van, zonder meer, en dat is eigen lijk de eenige, de ware liefde. Kijk, toen ik dit stukje begon, dacht ik: wat moet ik schrijven over zoo'n jong tooneelspeler, al is hij dan een zeer goed tooneelspeler en vooral een van dat soort waar ik het meest van houd. Maar nu ik eenmaal bezig ben, zou ik nog wel even door kunnen gaan. Maar dat is de bedoeling niet van de redactie, denk ik, en ik vrees dat ik al rijkelijk lang van stof ben. Ook heb ik natuurlijk wel kleine critiekjes. Wij Hollanders zijn groot dat weet je in alles waar in een klein volk groot zijn kan en dus vooral in critiek. In critiek zijn we geweldig, absoluut onver beterlijk ! maar de mijne bewaar ik om je plezier te doen voor het repetitielokaal. En de rest van mijn lof waar ik werkelijk op het oogenblik van overkook voor je vijf en twintig jarig jubileum, als je werkelijk volkomen zult zijn ' want dan mag het langzamerhand Ie parfait comédien". Tot ziens, Cees ! Je zit in Parijs op het oogenblik, geloof ik, want je hebt drie?zegge 3 vrije avonden en je bezoekt Victor Boucher en je bent maar wat blij, jongensachtig blij, dat de groote Parijsche collega je au sérieux neemt en je in zijn prachtige auto naar zijn huis brengt, naar zijn reusachtige werkkamer, waar, zooals je mij enthousiast vertelde, drie groote schrijftafels staan! Dat vind ik ook lief van je. De voeding van een zuigeling met KARNEMELK van OUD BUSSEM -j- kost 30 cent per dag -:Kerkstraat 187 ~ Telefoon 49344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl