De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 4 december pagina 12

4 december 1926 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2583? DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Met teekening voer de Groene Amsterdammer" B. van Vlijmen i T^HE next: Louis de Vries. Met een Eerecomité, ?*? dat, geloof ik, alle eere-comité's in omvang en voornaamheid slaat, omkranst door huidebetui gingen, waarbij we ons bewonderend afvragen: wien gelukt het in ons onverstaanbaar vaderland zooveel internationale grootheden Max Reinhardt, Gerhart Hauptmann, enz. voor zich in beweging te brengen en met een circulaire mér dan eerste klas! Wij voegen er hier gaarne onze nederige en beste wenschen aan toe, zij het in een iets minder onver vaarden stijl. Het eenvoudig, hartelijk, en gemakkelijk aansprekend talent van Louis de Vries heeft, zoo meen ik, het overdrachtelijk woord niet noodig om in zijn soort warm te worden gewaardeerd. Wij kunnen ten slotte ook niet allen in de houding van het genie gaan staan, noch al onze vrienden in deze houding doorloopend steunen. Het zou dan met de genieën gaan als met de Sinterklazen, er komen er te veel en wij verliezen het geloof in hunne heilige bestaanbaarheid. Louis de Vries heeft in onze tooneelwereld altijd een aparte, en in het oog vallende plaats jngenomen. Reeds zijn entree in het leven, als welsprekende zoon van doofstomme ouders, was bijzonder; als man en vader kwam hij op de Tooneelschool; en op het oogenblik is hij de eenige Nederlandsche tooneelspeler, die een eigen schouwburg bezit, waarin hij zelf op merkelijk is ook dit zelden of nooit speelt. En daarbij schijnt de geheele persoonlijkheid van dezen acteur, met zijn innig goed gezicht, zijn teederen glimlach, en zijn prachtig week geluid, met zijn, uit deze voor rechten voortvloeiende neiging naar het overgevoe lige en louter melodieuse, bezwaarlijk aan eenig ensemble aan te passen, en ligt het behalve aan som mige sociale, ook wellicht aan zekere innerlijke om standigheden, dat hij nergens lang geworteld bleef, en er veelal de voorkeur aan gaf in de positie van ster" op te treden, nu in het eene, dan in het andere milieu. Met zijn gaven, in de lijn van Louis Bouw meester, doch meer op het détail gericht, minder monumentaal, kon hij zich daarin wel handhaven, echter niet altijd zóó, dat wij er de omgeving om vergaten"; vandaar dat wij bij de herinnering aan zijn spel ook altijd onthielden, dat de figuur wat uit het kader sprong. Was men in ons land bijtijds tot specializeering gekomen, dan zou, m.i., Louis de Vries de man zijn geweest om aan het hoofd te staan van een speciaal Joodsch theater, laten we zeggen, naar het voorbeeld van het Wilna'sche. Een kleine groep ras-genooten gelijk van geest en temperament, waarmede hij in het genre, dat hem het best ligt de vrome inti-, miteit van het Joodsch gezinsleven op den duur vermoedelijk veel zou hebben bereikt, en ook als acteur bij uitstek op zijn plaats zou^zijn geweest. Wie stelt zijn Sender Lehman" niet bovenaan de reeks schoone en innige karakteruitbeeldingen, die hij ons gaf? Wie herinnert zich niet gaarne de, in dit werk van Tempte Thurston zoo wel te pas komende, naïeve pathetiek van den Wandelenden Jood"? Met daarnaast de hartstochtelijke, smartelijk gebro ken, blinde Sachel" in Ghetto. In alle Heyermans-werken vindt de Vries zijn taak als het ware gereed liggen. Wat intusschen niet zeggen wil, dat hij het ook in het christelijke" niet heeft kun nen vinden. Onze herinnering gaat nietmindererkentes lijk naar den Dokter" in Hutchinson's Het recht tot staken". Die bijna zwijgende figuur, met zijn doffen blik, en sloffenden gang, zooals hij zich, na den dood van zijn eenigen zoon, weer in het gareel van den dagelijkschen plicht begaf staat ons na jaren nog volledig voor oogen. Slechts contact-door ontroering vermag aldus een tooneelbeeld in ons levend te houden, al het andere vervliegt. En over tuigd van' dit criterium, aarzelen dan ook wij niet Louis.de Vries een der uitverkorenen" te noemen, al heeft dit talent zijn zwakheden, die tot overdrij vingen leidden,en al moet het,met de beste bedoelingen, liever niet te ver buiten zijn sfeer gaan wij denken hier bijv. aan de proef met Wildgans' Kaïn", niet te ver buiten zijn terrein, dat meer aan de thea trale, dan aan de litteraire zijde van de dramatische kunst ligt. De omstandigheden, waaronder dit zilveren jubileum wordt gevierd zijn zoo weinig positief, dat we nauwe lijks weten wat den zwervenden jubilaris toe te wen schen, behalve dan de vervulling van den, in den omzendbrief uitgesproken wensen, die meer den mensen en het gezin geldt, dan den kunstenaar. Dat dit warm en krachtig talent daar nu ook maar zijn beste jaren werkeloos moet rondwandelen Hetzij doordat het zich moeilijk voegt, hetzij doordat de tegenwoordige gezelschappen op dit soort van spel niet meer berekend zijn? Ja, dan verschijnen ons de koppen van Reinhardt en Hauptmann, als ver tegenwoordigers van een land, waar het talent in alle genres tot zijn volste recht kan komen, ten slotte weer lichtend aan den donkeren horizon, en zijn het toch eigenlijk die namen, als symbolen, waarmede wij, te midden van het feestgedruisch, Louis de Vries van harte gelukwenschen. Roflerdamsch Hofsfad-Tooneel. Leonlienl/e, door Felix Timmermans en Ed. Veterman De faam van Felix Timmermans davert zoodanig door ons land, dat de beste Vlaamsche schrijvers namen er door in het gedrang geraken. Een kostbaar boekje als bijv. Landelijk Minnespel" van Fernand Toussaint, dat men ver boven Pallieter" moet stellen, wordt hier buiten den engeren litterairen kring nauwe lijks gekend. Teirlinck's onvolprezen Mijnheer Serjanszoon" verdiende meer alom nog zijn klassieken roem, en feitelijk is ook de begaafde schrijver zelf min of meer het slachtoffer van zijn ruchtigheid. Symforosa", zijn meesterwerkje, wordt alvast minder alge meen geprezen dan het naar verhouding zijner populaire boeken toekomt, en al het succes van Leontientje" weegt niet op tegen de stille voldoening, die ons het eerste, inderdaad verrukkelijk geschreven hoofdstuk van De pastoor van den bloeijenden wijngaard" biedt. Het komt mij overigens, naar wat men van zulk een tooneelarrangement mag verwachten, nog wel geslaagd voor, dit Leontientje"; beter dan Als de ster stille staat", waar zoo heelemaal geen wezen lijk gevoel onder de bekoorlijke sneeuwlandschappen school. De geaffecteerde poëzie is hier licht en lief lijk gebleven, zonder het eenvoudig sentiment ge heel te overbloeien, het stukje behield in wezen en bewerking het karakter der oude balladen, waaraan Vlaanderen zoo rijk is, en wil, zij het met overzoete middelen, ook niet meer dan als zoodanig even ontroeren, in een schilderachtig" kader. Moet men in deze ballade Roomsche propaganda zien? Zoo'n vaart zal het wel niet loopen, animeerend voor de andersdenkenden kan Leontientje's mar teldood in elk geval niet genoemd worden. Het spreekt overigens nog al vanzelf, dat in deze pas toors-familie katholieke wetten gelden, en de gelieven worden gescheiden op grond dezer wetten, die weer andere zijn dan de noodlottige leuzen, welke Romeo en Julia ten grave brachten. Hier zijn het eenvoudig twee Vlaamsche kinderen, die trouw blijven aan zich zelf en bereid blijken het offer te brengen, dat deze trouw van hen vraagt. Het tragisch gegeven mag wat uit de mode zijn geraakt wie brengt er nog offers ! het werd er niet minder om, en het kan zijn uit werking niet missen, want het ideaal eener hoogere gebondenheid zweeft altijd weer voor den vrijge vochten tijd. Daarom ontroert ons ook hier en daar deze zachte geschiedenis van liefde en geloof, onver schillig, of wij dit geloof al of niet deelen, en zonder dat we ons behoeven te verdiepen of de gevoelens van Leontientje voor haren Isidoor ook ons den dood waard zouden zijn. Men moet maar eens diep gelooven, Isidoor, n keer, en men.gelooft voor altijd zooals men maar eens diep moet liefhebben, en men heeft voor altijd lief." Zoo is 't. En op deze basis zou ik de deugdelijke romantiek dezer pasto rale, waaraan ook de taal bekoring geeft, zelfs als een kleine oase in de woestenij van compromis kunnen genieten, hadden de schrijvers ons met de helft minder, gelukkig gemaakt ! Hoeveel fijner, hoeveel^ gaver,^zoujc,,Leontientje" geworden zijn, wanneer het spelletje met het slot van het tweede bedrijf afbrak en de rest te raden liet. Met het vertrelc. dus van Isidoor en de vrome overgave van het meisjes aan den onverbiddelijken eisch van haar geloof, onver biddelijk wil het den naam van een geloof" waardig:, zijn. , In uw voetspoor, o mijn welbeminde, loopen dejonge dochters met lichten tred " Het melo-drama van haar einde vliegende tering. moet er aan te pas komen en bovenal de bekeering:. ? van Isidoor, die door zijn neerknielen aan het slot zijtk. wreede, maar zuivere houding van vrijdenker te c schande maakt, en inderdaad daar ergernis wekt om het tendentieus effect, hadden we gaarne gemist Het zal wel het Lieve Vrouwke" Uit de Ster" zijn geweest, dat de schrijvers inspireerde om voor Annie van Ees nu eens een grootere rol te schrijven, waarin het madonnaatje tegelijkertijd een ontluikendmeisje mocht zijn. Zij stelden daarmede de actrice voor een moeilijke taak, waarvoor zij van nature wel. de lieflijke gestalte en het wezen meebracht, maar niet de onbevangen stem, en den helderen jongen lach, niet het accent. In het tragisch gedeelte, waar het niet meer louter op de illusie van argeloosheid aan-? kwam, kon haar talent zegevieren, en treffend heeft zij toen, vooral in het tafereel met den brief, het gemartelde hart doen uitschijnen, door een waas van : ongerepte en teedere jeugd. Superieur was de Pastoor" van den heer van der' Lugt. Een schooner geschenk had hij zijn vrouw at niet kunnen bieden op haar feest dan deze innig. doorleefde, doorloopend zuivere, vol-menschelijke f i- guur, waarvan zich trekje voor trekje in ons geheugen. grifte, wiens stille strijd ons aangreep, wiens weemoed, dieper dan de bedoeling der schrijvers, het ambt hief op een hoog plan. Velen.hebben op het tooneeL in de pastoors geëxcelleerd, maar die bleven dan veelal pastoors, deze heeroom", in wien men den acteur geheel vergat, was een prachtig mensch. Hij droeg devertooning, waarin nog Jan van Ees (Isidoor>> fijngevoelig werk leverde, en alles, ook de decors, een vriendelijk cachet had, dat zich voor de gelegenheid» eigende, en de feeststemming bevorderde, waarin het geheele land met zooveel genegenheid heeft gedeeld. G R O O T - R O E M E N I " La Grande Roumanie, par C. G. Rommenhoeller. Nijhoff, 1926. 634 p.p. De schrijver van dit beek over Groot-Roemenië"" (waarmee bedoeld is het door den wereldcorlog met Bessarabiëen Zevenburgen vergroote Roemenië) is de Nederlandsche consul-generaal van dat land. De bedoeling, die bij het schrijven voorzat, was er dus niet een van wetenschappelijken, maar van handelspolitieken aard, hetgeen men bij de lectuur ervan niet uit het oog dient te verliezen. Dat de politiek en historisch geïnteresseerde de politieke en historische partijen breeder en diep gaander beschouwd zou willen zien, mag op zichzelf' den schrijver niet worden verweten, te minder omdat de politicus en historicus van de nieuwste geschiede nis toch ook in de eerste plaats aan zijn onderzoe kingen materiaal als het hier gebodene ten grondslag moet leggen. Maar wel mag de vraag opkomen, of de schrijver indien hij wat dieper op de historie ook van den jongsten tijd ! was ingegaan, daarin geen aanleiding zou hebben gevonden zijn over het algemeen optimistischen toon die bijv. scherp ? naar voren komt bij zijn behandeling van de agra rische hervorming (p. 164?194) wat te temperen. Immers alle Balkan-landen lijden nog onder het feit, dat de verzwakking van den Byzantijnschen staat in de middeleeuwen de macht in handen heeft ge speeld van een onbeschaafde, brutale, in geen enkel opzicht voor zijn taak berekende jonker-klasse. Aan deze basis heeft het Turksche bestuur, dat in den nieuwen tijd het Byzantijnsche kwam ver vangen, niets veranderd. Anders dan in West-Europa a n het einde van de middeleeuwen heeft het in de XlXe eeuw er doordringende kapitalisme en natio nalisme ook niet de macht aan een nieuwe klasse gegeven, maar was het veeleer diezelfde jonkerklasse, die, door de politi ke macht aan zich te houden, ook de economische voor een groot deel zich wist toe te eigenen. Essentieele wijzigingen in de sociale structuur der Balkanlanden kwamen eerst tot stand onder invloed der Russische revolutie door den schrijver merkwaardigerwijze met geen woord ge memoreerd maar het waren weer de jonkers, die profileerden van de daarop gevolgde reactie. Men volge maar eer s den gang van het proces tegen den boerenleider Slefanow in zijn afstootelijke bijzonderheden of leze maar een meer toegankelijk als dat van Henri Barbusse Les bourreaux" (de beulen) getiteld, het verslag van een enquête in de Noordelijke Balkanlanden, om een heel ander Roemeniëvoor zich te zien dan dat waarover de heer ? Rommenhoeller het heeft. Het verschil is zoo groot als tusschen diens Fransch ? en dat van Barbusse. Deze eigenaardige beperking gevolg van het beroep en het doel van den schrijver diende dunkt ons, tcrwilie van de objectiviteit gesigt aleerd, doch be hoeft ons geenszins de erkenning te beletten dat hier belangrijk werk gedaan is. H ' J. ROMEIN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl