Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2583
C O M O E D I A
DOOR HENRIK SCHOLTE
Masker-matinee Stadsschouwburg
.'T1 ELKENS wanneer door een congres of
tentoon4 stelling de hervorming van ons tooneel aan de
orde is, meent men het to be or not to be van het
masker met een opvoering van Yeats' Only Jaloiisy of
Emer" te moeten bewijzen. En zoo wordt wat eenmaal,
kort na de Amsterdamsche theater-expositie, een in
teressant experiment mocht heeten, bij de derde
of vierde wederopvoering een onnoodige en opge
schroefde parade van een bétje echte kunst, met
«en groote, snobistische duizendpoot er achter aan.
Van deze voorstelling valt weinig goeds te zeggen
en het is jammer, dat een zoo kundig en intelligent
acteur als Albert van Dalsum niet eens andere en
betere experimenten beproeft. Het dansspel van
Yeats,is sierlijk maakwerk voor een esoterisch krin
getje van een vijftigtal toeschouwers, een beminne
lijk literaire bewerking van oude en
ongehoordwilde Keltische sagen; van de Four Plays for
Dancers" is het bovendien het duidelijkst salon-lyriek.
Yeats beschikt echter over een steeds nobele, po
tische taal, die helaas in een allermiserabelst Hol
landsen overgebracht werd. (Men hoeft slechts deze, in
onze taal belachelijke slotclausen te hooren:
O,'tbitt're loon van menig tragisch graf''!). Ook is het mogelijk
dat dit* stuk bij een zeer goede regie tot een kleine,
schoone verpoozing wordt, waarbij men dan wel
vooral den nadruk zal moeten leggen op het element
van den dans in dit spel, al blijft elke oplossing
hier moeilijk omdat Yeats zelf maar een vage voor
stelling van de choregraphische ensceneering gehad
heeft. Van Dalsum's regie raakte het wezen van
het stuk: de betoovering van Cushulain en het
stijgend inzicht van vrouwe Emer, uiterst
gebr,ekkig aan. De handeling bleef troebel, de sug
gestie van persoonswisseling door eenvoudige masker
verandering op het tooneel overtuigde niet. En hierbij
werd het heen en weer slingeren der maskers, als
een soort Chineesche terechtstelling boven het
mooie, door Huysmans vervaardigde ,.7ee-doek"
een eigenmachtige inlasch, geenszins een verduide
lijking.
Het spel viel, vooral bij de eerste opvoering ver
geleken, sterk tegen. Ik noem slechts enkele détails:
het opdragen van het zee-doek", dat destijds door
een dilettante zoo prachtig geschiedde, was nu een
banale handeling, als het uitvouwen van een
tafellaken. De rol van de Sidhe-vrouw moet toch zeker
door een danseres vervuld worden (Lily Green deed
dat destijds). Van Dalsum zelf had de rol van
Cuchulain verwisseld met die van den zee-geest Bricriu,
wat een dubbele teleurstelling bleek. En ook ditmaal
stond Louise Kooiman vrijwel geïsoleerd in haar
waarlijk zuivere weergave van Vrouwe Emer. Deze
actrice weet een masker te dragen en haar gebaren
daarnaar te styleeren. Hier zag men iets van het
wonder, dat het masker kan bezitten: de
expressiezelf vervangt het toevallige acteursgelaat" en schept
een strenger, hooger leven, dat bij goed masker en
goed spel toch oneindige nuanceering kent.
Nu droeg het prachtige smart-masker, dat Hildo
Krop voor Vrouwe Emer maakte, voor een groot deel
tot dit partiëele succes bij. Krop's maskers
beheerschten den middag. Leistikow droeg er ditmaal een in
Bela Bartok's Groteske". Prachtig expressief was
ook het nieuwe masker, waarvoor Meina Stratingh
zoo welwillend als mannequin poseerde.
Hiermee raken wij echter het gebied van den
dans, waar het masker immers sinds lang geen pro
bleem meer is. En wanneer wij dan deze twee werelden
gaan vergelijken, komt uit den grond van ons hart de
wensch op: laten wij toch, voor het tooneel en voor
het oogenblik althans, de heele santckraam van mode
en snobisme, die het probleem van het masker"
onherroepelijk aankleeft, opzij zetten, nu het
doodnuchtere, levende spel van menschen op het tooneel
al onze liefde, ja om zijn nood zelfs onze barmhartig
heid zoo noodig heeft. Ook van maskers geldt, nu
meer dan ooit, het woord van Craig: all rubbish
unless the people want them. En dat is nu zeker
nog niet!
MUZIEK IN DE
HOOFDSTAD
DOOR CONSTANT VAN WESSEM
Richard Slrauss in hel Concertgebouw
Na den film-Strauss (?Rosenkavalier") de echte
Strauss Richard, wel te verstaan in het Con
certgebouw.
Richard Strauss dirigeerde, behalve de
Jupitersymphonie van Mozart, twee van zijn eigen werken,
en het is als sinds tien jaar geen geheim meer, dat
Strauss de programma-muziek in zijn werken ver
loochent en er als dirigent geheel overheen dirigeert.
Nogmaals konden wij na zijn directie van zijn ,,Till
Eulenspiegel" zeggen: welk verschil in muzikale
uitdrukking bestaat er nu tusschen Mozart's
Jupitersymphonie en dit werk van Strauss na de wijze waarop
Strauss deze beide werken dirigeerde? Een koel
musiceeren, een vasthouden der groote lijnen, een vol
SINTERKLAAS EN TANTE POS
Teekening voor De Groene Amsterdammer" door Ceorge van Raemdonck
laten doorklinken der sonore
tonica-en-dominantsteunpunten, een absoluut tempo", waarin alle
realistiek", alle programma-herkenningen" werden
weggedoezeld, zoodat slechts een groot Rondo
overbleef, ziedaar Strauss' EulenspiegeT'-uitleg van
heden ten dage, ziedaar de tot de klassieken terug
gekeerde Strauss sinds Ariadne", Schlagobers",
7,Rosenkavalier", de man, die zeker niet toevallig
zijn oeuvre op dat programma door Mozart liet inlei
den en die daarmedewilde zeggen: ..Mozart is absolute
muziek en Straus ook; wat praat ge toch van
programma-muziek? Kan ik Strauss niet als Mozart dirigeeren
en ontkent ge soms dat hèt niet gelukt is." Het was zoo.
Dat het met Eulenspiegel" lukte bewees, dat de
muzikale instincten het tegen de verbeeldingen
van het intellect van vroeger, dat zelfs, als een moderne
variant van Rameau's op muziek te zetten Gazette
de Hollande", had aangeboden een bierglas in tonen
uit te schilderen, bleken te hebben uitgehouden om van
het toenmalige, louter ideëele,zelfbedrog: dat de mu
ziek een karakteriseerende en verhalende kunst zou
kunnen wezen het hoofd hadden weten te bieden,
zoodat Eulenspiegel", ondanks alles, een muziekstuk
was geworden, dat in een eigen, zelfstandig-muzikale
gevoelsbodem wortelde. Men kon nu Eulenspiegels
avonturen vergeten, die men vroeger met het pro
gramma in de hand placht te volgen. Had het stuk
eenvoudig Rondo" geheeten, het had niet beter
kunnen klinken, niet duidelijker kunnen zijn.
Maar de methode der tonend bewegte Formen"
kon Don QuicUote" niet redden. Laat men de
literaire phantasie los, dan wordt de muzikale
phantasie dezer muzikaal niet spontane Variaties op
een origineel thema" een onverstaanbaarheid en dit
is wellicht het criterium voor de muzikale waarde
van dit werk, dat de geheele
programma-mimekhersenschim voor goed veroordeelt als een
intellectueele dwaasheid !
Maar Strauss' tonend bewegte Formen" blijken
tevens geen structuurvraagstuk en terecht brengt
Strauss alles weer onder het oude aspect der klassieken,
die Rondo's en thema's met variaties schreven,terug.
En Mozart, dien hij in het bijzonder vereert (wanneer
verschijnt Strauss' boek over Mozart, waaraan hij al
jaren bezig is, eindelijk eens?) roept hij hierbij als
schutspatroon aan. Zoo hebben wij het dien Donder
dagavond, toen Strauss dirigeerde begrepen. Neen,
Strauss heeft zich wellicht uitdrukkingsproblemen,
maar zeker geen structuur-problemen gesteld en hij
zou zeker niet den weg zoeken, die de muziek ,,an,
sich", ontdaan van alle subjectieve gevoelswaarde
naar het terrein der mechaniseering brengt. </*
Overigens, de meest moderne componisten aarzelen
voor een consequentie, die de mechanische compositie
zou rechtvaardigen, daar deze alleen werkelijk en
doeltreffend de muziek zou verrnechanisteren, en
zij worden tegen wil en dank vaak door hun eigen
gevoelsleven verloochend, als zij in hun werk met
ijzeren wil en controle" opgezet, zich een lyrisch
en sonoor element toch weer laten ontsnappen,
dat later zal blijken de redding van dat werk te zijn,
geweest, terwijl zij het nu als een zwakheid" van
zichzelf beschouwen. Zooals ook thans bij Strauss'
Eulenspiegel" diens onbewust volgen der klassieken.
de redding van dit werk blijkt te zijn geweest. t*s
Deze les maakte den avond volop interessant.
Het geeft den goeden musici hoop meer op muzikaat
gevoel en minder op hun intellect te bouwen en liever
ronduit populaire wijsjes te gaan schrijven zooals
Auric thans doet, dan als de onvermoeide vorscher
het perpetuum mobile te gaan zoeken dat niet
bestaat. Al concentreert de belangstelling van onzen
lijd zich op de compi sitorische experimenten en aE
heeft men eerbied vcor zekere stoutmoedige muzi
kale alchemisten-pogingen, concessies zal men ten
slotte toch moeten maken, wil men niet met zijn
werk begraven worden.
DIT
MERK
IS EEN WAARBORG VOOR
ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY.
AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAG.