De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 11 december pagina 1

11 december 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

TV Groene <fc»c_x'WeekbIad voor Nederland W. A. URBAN AUTOSTALLING Frankenslag 12 Handel in auto's en toebehooren TELEFOON- 50049 SCHEVENINGEN ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM fciterwwett . TOE AND HEEL Socfcs OPGERICHT IN 1877 No. 2584 ZATERDAG 11 DECEMBER 1926 HET VERDRAG TUSSCHEN ITALI EN ALBANI SOMMIGE landen zinken een tijdlang weg in de diepe zee der vergetelheid en worden dan plotse ling weer naar de oppervlakte gestuwd. " Zoo dook ook dezer dagen Albaniëweer op en stak zijn kruin boven de golven en toonde dat het er nog ?was. We waren in lang niet meer op zijn bestaan ?«opmerkzaam gemaakt. Vóór den wereldoorlog hoor den wij er vaker van. Wie zich nog het oude Turkije herinneren, uit de dagen van Sultan Abdoel Hamid, weten dat de Albaieezen toen een soort van troetelkinderen van hem waren. Hij liet ze de vrijheid; ze hoefden geen belas tingen te betalen; ze mochten onder elkaar vechten zooveel ze wilden: Mirditen tegen Malissoren, Roomsch Katholieken tegen Mohammedanen want allerlei ?stammen en godsdiensten waren er dooreengemengd mits ze in de ure van gevaar meehielpen om het Turksche rijk te verdedigen. En dat deden ze trouw. ?Op de Albaneezen kon de Sultan altijd rekenen; ze vochten als duivels voor hem; ze genoten dan ook de -eer, zijne lijfwacht te mogen vormen. Dat veranderde sinds 1908, toen de Jong-Turken 'aan het roer kwamen. Al hieven die de leus aan: .gelijke rechten en plichten voor alle stammen en gods diensten, die onder de Turksche heerschappij leven in werkelijkheid vormden zij de nationale Turksche partij, die de niet-Turksche bestanddeelen van het rijk onderdrukte. De Albaneezen, die voortaan be lasting moesten betalen en in allerlei andere opzichten op de stang werden gereden; begonnen zich terstond te verzetten; ze verkeerden voortaan in permanenten staat van rebellie; het gelukte den Jong-Turken niet, ?ondanks de wreedste middelen, om ze tam te maken. Toen brak de Balkan-oorlog uit, van 1912 tot 1913, ?en kwam het tot de liquidatie van bijna geheel Europeesch Turkije. De Serviërs hadden gehoopt, daarbij het grootste deel van Albaniëbuit te maken «n zoo den lang begeerden uitweg naar de Adriatische :zee te krijgen. Maar de groote mogendheden riepen .?hands off!" Of eigenlijk twee van de groote mogend heden, die allebei een oogje op Albaniëhadden, die het elkaar niet gunden, en daarom eendrachtig samen werkten om in elk geval te zorgen, dat Albaniëniet -verdeeld werd onder de Christelijke Balkan-staten. Die mogendheden waren Oostenrijk-Hongarije en Italië. Oostenrijk-Hongarije was het hoofdzakelijk te doen ?om den aanwas van macht van het gehate Serviëte beletteji. Italiëkon ook historische rechten" doen .gelden: Albaniëhad behoord tot het Romeinsche rijk! allerlei bouwvallen in dat land getuigden nog van de vroegere Romeinsche cultuur. En in later eeuwen hadden de Venetianen er nederzettingen ?gesticht en er handel gedreven. AI lang vóór Mussolini heeft Italiënaar uitbreiding van gebied gestreefd; de drijvende krachte~n daartoe waren: zijn teveel aan bevolking, die tot emigratie werd gedwongen, omdat het eigen land hun den kost niet kon geven; n het nationalisme, het verlangen ?om Italiëweer groot en machtig te maken. In 1896 werd in de Italiaansche Kamer al verkondigd, dat Italiëlegitieme" aanspraken op Albaniëhad. Het tooneelstuk van d'Annunzio la Nave" werd door de nationalisten uitbundig toegejuicht, omdat daarin de gedachte werd uitgesproken, dat de Adriatische Zee een Italiaansche binnenzee was, dat ook de oever aan den overkant Italiaansch grondgebied moest worden. Oostenrijk en Italiëzorgden dus dat in den Balkan oorlog op Albaniëeen kaartje met besproken plaats" werd gelegd. Niet zonder moeite werden de Montenegrijnen en de Serviërs eruit geweerd, maar ze moesten toch ten slotte het veld ruimen. En de groote mogend heden kregen de beschikking over Albanië, en maak ten er een autonomen staat van, met den Prins van Wied als Mbret (= souverein). Die heerlijkheid was van korten duur. Eigenlijk gezag heeft hij er nooit kunnen uitoefenen. Zijn Mohammedaansche onderdanen waren van een Christenvorst niet gediend; zijn zoogenaamde raadgever, Essad Pasja, een Albanees, verried en verkocht hem en stookte het vuur van den opstand aan; Overste Thomson, de leider van de Nederlandsche officieren, die met de organisatie der gendarmerie belast waren, verloor het leven, toen de opstandelingen een aanval op Durazzo deden; de Prins van Wied nam de wijk op een Italiaansch oorlogschip en pakte voor goed zijn biezen, toen het uitbreken van den wereldoorlog een einde maakte aan de samenwerking der groote mogendheden in Albanië. Tijdens den wereldoorlog werd het land krijgstooneel; de Serviërs trokken er door op hun terug tocht in 1915; Oostenrijkers en Italianen bezetten er een stuk van; ten slotte kwam het weer in de macht der geallieerden, toen in den herfst van 1918 generaal Franchet d'Espérey den grooten opmarsch uit Saloniki begon. Na den vrede werd Albaniëeen zelfstan dige staat, een republiek; maar de afbakening van de grenzen, zoowel naar den kant van Zuid-Slaviëals naar dien van Griekenland, veroorzaakte nog heel wat strubbelingen, en als van ouds bleef er burgeroorlog heerschen. Dat was eigenlijk het eenige, waardoor af en toe de naam Albaniënog eens in de krant kwam; tot we dezer dagen verrast werden met de tijding, dat de republiek Albaniëeen tractaat van veiligheid en vriendschap heeft gesloten met Italië. De beide staten hebben elkaar wederkeerigen steun beloofd ter bescherming hunner politieke belangen; tot deze laatste wordt uitdrukkelijk verklaard te behooren: het handhaven van den tegenwoordigen toestand in Albanië; bij elke poging om dien te verstoren zal Italiëzijn bondgenoot hulp verleenen. Het is een heel net tractaat, waarbij de bondgenooten elkaar niets beloven dat niet door den beugel van den Volkenbond kan gaan; het tractaat zal dan ook, na ratificatie, bij het Secretariaat van den Volkenbond worden ingeschreven. Over den steun van Albaniëdat een Lilliputlegertje heeft, en waar het bovendien altijd ruzie in eigen huis is zal men in Italiëwel gelukkig zijn. Maar nog een beetje gelukkiger met de gelegenheid die men voortaan heeft om zich te mengen in de binnenlandsche aangelegenheden van Albanië. Want daarop komt het verdrag eigenlijk neer. Italiëheeft het recht verkregen om rustverstoringen" in Alba niëte helpen weren, er troepen heen te zenden, enz. Daar nu rustverstoringen" in Albaniëtot den normalen staat van zaken behooren, zal Italiëdus voortaan, zoodra het den tijd daartoe gekomen acht, er een pied a terre kunnen krijgen en dan wel zorgen, dat het dien voet niet meer behoeft terug te trekken. Geen wonder, dat men in Zuid-Slaviëdadelijk DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel INHOUD: 6. 7. 9. 10. 11. 12. 13. 15. 17. 18. 19. 20. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, Het Verdrag tusschen Italiëen Albanië. Dr. Joh. G. Salomonson, Succes of Wetenschap J. J. Bekaar, De Telefoon vóór Iedereen. Joh. Braakensiek, Italiëen AlbaniëDr. Jan Romein, Engeland en de Dominions. C. F. Roosenschoon, Overbevolking en landhonger Prof Dr. H, Brugmans, Cultuurgeschiedenis van Nederland. Dr. S. A. van Lunteren, Wijsgeerige beweging L. J. Jordaan, De Eerste Kamer vóór de be slissing. Annie Salomons, Bijkomstigheden. Dr. Jac. P Thijsse, Uit de Nauur Constant van Wessem, Muziek. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. Top Naeff, Dram. Kroniek. J. W. F. Werumeus Buning, Kroniek van den Dans, met teeken, door B. van Vlijmen H. Middendorp, Faust in Nederland. Prof. Dr. W. Vogelsang, In Memoriam Prof. Jan Six. J. Riemens-Reurslag, Fransch idealisme. Jhr. Mr H, Smissaert, Op den Econ. Uitkijk Henrik Scholte, Comoedia. Barbarossa, Vit den Gemeenteraad, met teeken. door B. van Vlijmen. Herman de Man, Hoüandsche tafereelen. Charivarius, Geschiedenis des Vaderlands. Uit het Kladschrift van Jantje Charivaria. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh Braakensiek, Tsjitsjerin's rede over Kusland's vredelievende politiek. Kersen' Pralines ByzondepfrissclAangename i ui Jet cp den natunjltty&ttt aan Jen omtet/c&rU v&n, dt tfon&m alarm heeft geslagen, zoodra het tractaat ruchtbaar werd. Want dit rijk staat, wat Albaniëbetreft, precies zoo tegenover Italiëals vroeger Oostenrijk deed. Zooals Oostenrijk en Italiëtijdens den Balkan-oorlog het voor de autonomie van Albaniëopnamen, omdat elk van hen het eenmaal zelf hoopte te krijgen, zoo hebben Zuid-Slaviëen Italiëelkaar de handhaving van Albanië's onafhankelijkheid" beloofd, niet omdat die onafhankelijkheid hun zoozeer ter harte gaat, maar omdat zij elkaar niet vertrouwen. Bovendien hebben beide staten niet lang geleden een tractaat van vriendschap met elkaar gesloten, en met die vriendschap" achten de Serviërs het nu niet in over eenstemming, dat Italiëeen verdrag met Albani heeft aangegaan, waardoor het zich een weg baant tot het vestigen van zijn protectoraat over dat land. Zeker, zoo ver is het nog niet. Maar wat niet is, kan komen. Mussolini heeft al vast weer een ijzertje te vuur gezet. En de Albaneezen, met hun eeuwige onderlinge twisten, zullen er wel voor zorgen dat het vuurtje niet uitgaat. KERNRAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl