De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 11 december pagina 11

11 december 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

NO. 2584 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOQR NEDERLAND 11 J ''7 HOE ZWAAR WEEGT JANTJE? KRONIEK VAN DEN DANS DOOR J. W. F. WERUMEUS BUNING XXXVI. Uil den mond der kinderen. . . . T K heb, zeide mijn vriend uit Zierikt j ?*? zee ? die de volledigste dansbiblio theek van Zeeland en een schat van een zoon van vijf jaar bezit, met moed en aandacht de evoluties van Neerland's en Europa's hoop op dansgebied ge volgd op vele avonden in de theaters en vele avonden in de boeken. En er was zeer veel bij wat mij boeide, maar af en toe werd ik een beetje benauwd en tureluursch om het hart; het werd mij, eenvoudig buitenman, die graag een vogel ziet vliegen en een kat springen sinds dat ik jongen was, het werd mij wel eens te artistiek. En op een goeden dag, dat ik weer een van onze jonge danseressen had gezien, en weer terugreisde door het nachtelijke Brabant, droomde ik heel slecht, in den hobbelenden trein. Ik herinnerde mij hoe wij vroeger met de kinderen dat spelletje speelden van hoe groot is Jantje dan?" en dan met onze beide armen wezen hoe verbazend groot dat wel was. En nu was mijn kwade droom, dat negen van de tien jeugdige danse ressen met hun zaal toeschouwers zoo iets als dat spelletje spelen: Hoe groot is mijn ziel dan wel?" Zoo groot!" wijzen zij dan met twee armen wijd uit elkaar en een gezichtje dat het leed der wereld op den koop toe geeft. Hoe zwaar weegt mijn ziel dan wel?" En zij bukken zich en dragen centenaren kosmos met een jong lichaam dat men er zoo dolgraag snel en zwierig er op zou zien losdansen Dat was een onaardige en oneerbie dige droom, waar ik je als kroniek schrijver een deel van wijt, sinds je Heine negatief over de ziel citeerde. Maar enfin, er komt nog meer. Den volgenden morgen werd ik wak ker, omdat er bescheiden maar hard nekkig aan mijn linker grooten teen getrokken werd ieder kind heeft zoo zijn opvatting van eerbied en uren van nachtrust der ouders en ik ernstig werd aangekeken door mijn vijf-jarige nako melingschap. Ja," zei ik begrijpend, want het was de week voor Sinterklaas, Heeft hij den schoen vergeten?" Maar dat was het niet. Pappa!" zei de ernstige kleine stem, Ik heb een dans gemaakt!" De drommel!" Het schoot mij te binnen dat alle prentenboeken der mo derne dansexperimenten onder deze oogen waren geweest; platen zijn platen, en houdt er een prentenkijker maar van af!... En daar had ik nu pardoes mijn paedagogische straf, en ik was nog nieuwsgierig ook. Tsja" zei ik. Hoe is dat dan?" Luister nu goed: deze vijfjarige ging voorzichtig op den grond zitten, trok zijn snuit in een allerbedroefsten plooi met een waas van uiterste verveling ? zoo ongeveer als bij een te lange regen bui in den zomer, als er geen verfdoos is legde een hand voor zijn linkeroog, veegde er met een volleerd triest ge baartje een lange denkbeeldige zielstraan uit, en stak de andere aarzelend, een eindje boven zijn krullebol. En ik zag mijn kwaden droom terug en al de duizend-en-én foto's van Europeesche danseresjes met zielsverzwaringen uit mijn bibliotheek. Apen en kinderen Maar het eene oog ging bruin en snel open, alsof het er een uur op gewacht had om de wereld terug te zien, de mond proestte en zei Pappa!" Heb ik er nóg een, van de bosjesmannen ziezoo" en in drie seconden was er een bloemvaasje aan scherven, een stoel om en stond de bosjesman op zijn hoofd in mijn kussen, terwijl ik normaal aan mijn voeteneind zat en mijn scheenbeen wreef. Spreek mij van genres in den dans ! Spreek mij van bezielde danskunst ! Alleen de reactie op mijn fotomateriaal kost mij al een stoelpoot en een vaasje waar ik zwak op had, en ik zal je wat meer vertellen: de drommel zal al die artistieke meisjes halen met een ziel die zóó groot" is en een wereld die ,,zóó zwaar" is; het kind had schoon gelijk dat hij de bosjesmannen koos en mijn scheenbeen bezeerde. Als ik voortaan een jonge vrouw of een meisje zie dansen, waar de heldere levenskracht niet uit fonkelt en waar dat zielsgemillimeter weer mee begint, dan loop ik de zaal uit. Laten ze een poëziealbum en een sijsje houden, zooals vroeger, of lid worden van een debating club, of bloemetjes drogen in Heine en hem niet begrijpen ! Of laten ze, als het ernst is, leeren verliefd en vroolijk te zijn, en hun ziel zoolang in de kleedkamer ophangen, als ze hun dansjurk aantrek ken. Als het een dansersziel is, vliegt hij toch van de haak en danst mee; Zooeven verschenen : J. W. F. WERUMEUS BUNING Dansen en Danseressen met 20 illustraties Prijs ingen. f 2.90; geb. f3.50 Bij Em. Querido's Uitg.-Mij., A 'dam. WIE KOMT E J^ R IN MIJN HOKKIE? Ocnool voor -Danskunst en Vrije Beweging onder leiding van A. en t.van der Vies-Szantó Prospectus op aanvrage 1ste Helmersstraat 100 Aiiiiter Jam ZOO GROOT WORDT JANTJE als het geen dansersziel is, wordt er meteen bewezen dat er maar n groot verdriet in den dans is, en dat is een lichaam dat niet rijk genoeg leeft en zijn bezielde levenskracht belemmert met allerlei zielige wissewasjes. Hoort eens hier, Balzac heeft gezegd la danse est une maniere d'être." Zoo dik als hij, was, hij wist het. En de sentimentaliteit is zeker geen maniere d'être", het is een langdradige maniere de ne pas tre". En nu mag je mij uit de lijst van je Nederlandsche dansliefhebbers schrap pen, maar ik ga liever het groot piere ment kijken en wat daaromheen draait, dan al die gevallen van triesten ernst. Dat er een ernstige vreugde en een ernstig. gevoel is, weet ik even goed als jij met je wijsheid in pacht. Maar ik wensch vaart en vreugde te zien, ernstig of vroolijk, maar geen vertraagde zielsfilm.. Uit den mond der kinderen.. Tsja", zei ik. Wat zou ik zeggen? Je hebt natuurlijk wel een bétje gelijk, al ben je kinderlijk eenzijdig. Maar wat ik vragen wilde: ga je dien zoon nog dansles laten geven? Hetjs toch een opmerkelijk...." Man !" zei hij Loop rond". EnThij, nam den trein weer, naar Zierikzee_ Twee dagen later kreeg ik een briefkaart: Heb je nog een plaats voor 15 Decem ber over? Antwoord direct s.vp." fr Ijt Zoo zijn wij dansmaniakken.J La danse est une maniere d'être." F AU S T IN NEDERLAND Dr. B. H. van 't Hooft. Das Hollandische Volksbuch vom Doktor Faust. Mit 20 Abbildungen. Haag 1926. Martinus Nijhoff De duivel is vanouds een bereisd persoon. In de litteratuur van alle landen en volken komt men dien onvermoeiden globetrotter tegen, in het is geen won der, dat zijn adepten in de sagen-letterkunde Theophilus, Virgilius, Faust wat van dien reislust hebben overgenomen. Wat Faust aangaat, die heeft zelfs meer van hem weg; de heldendaden, die in de oude verhalen aan Faust worden toegeschreven, zijn vaak van dien aard, dat ze even goed aan den duivel zelf toegeschreven zouden kunnen worden. Dr. van 't Hooft heeft, in een degelijk wetenschap pelijk en verbluffend-rijk gedocumenteerd werk, Faust gevolgd op zijn tochten door Nederland. Busken Huet zou in de Faust-sage aanleiding hebben kunnen vinden, de lijst in Het land van Rembrandt uit te breiden, waarin hij aantoont, in hoeveel opzichten de Holanders'navolgers_zijn en>geen voormannen:-wat wij aan Faust-litteratuur bezitten, is import uit Duitschland. Het boek van Dr. van 't Hooft zit perfect in elkaar. De schrijver gaat eerst na?moeizame arbeid wat er van den historischen Faust te vertellen valt, en behandelt daarna de Dtiitsche volksboeken over den farneuzen duivelskunstenaar. Daarbij laat de auteur het volle licht vallen op de diepe beteekenis van de Faust-sage in verband met de Renaissance, en vooral met de Hervorming: Die Faustsage ist cine protestantische Sage. Sie ist es, wcil Faust, nachdem er sich demTeufel verschrieven hat, unatifhaltsam seinem Verderben entgegengeht. Diese pessi mistische Auffassung, die eine Kettung Fausts eigentlich von vornhereinausschlusst, geht aus protestantischer Anschauung hervor und durch diesen Zug unterscheidet sich die Faustsage von anderen verwandten Sagen, wie der von Mariken von Nieumeghen. Diese wird, trotsz ihrer Verbmdung mit dem Teufel gerettet und zwar. wie in so mancher Teufelssage durch die Hilfe der Jungfrau Maria, die sich bei ihrem göttlichcn Sohne für sie ins Mittel legt. Aber zwisschen dem Ende des fünfzehnten Jahrhunderts wo die Sage von'Mariken von Nieumeghen entstand und dem Ende des sechzehnten wo das Faustbuch gedruckt wurde liegt die Kirchenreformation und die Protestanten verwarfen das Dogma von der Gemeinschaft der Heiligen, sodass keine Fürbitte der heili gen Jungfrau einem Faust zugute kommen kann." (bldz. 25). Daarna worden uitvoerig het Hollandsche Faustboek (van 1597) en de nadrukken daarvan de kern van het werk behandeld. In twee afzonderlijke hooffstukken worden de lokaliseering van de sage in Nederland en de verschijning van Faust in de beelden de kunst besproken. Natuurlijk komt daarbij ook de bekende ets van Rembrandt ter sprake. In een eventueelen herdruk zullen bij de bewerkin gen van de in Leeuwarden gelocaliseerde Faust-sage de ..Friesche sagen" van Thetin de Vries genoemd kunnen worden, die ik eenigen tijd geleden voor de lezers van dit blad besprak. HERMAN MIDDENDORP J. S. MEUWSEN, Hol A'dam-R'dam-Den Hu» DB BESTB HOEDEN IN HOLLAND

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl