Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
,15
OP DEN BCONOMISCHEN
U I T KIJ K
DOOR JHR. MR. H. SMISSAERT
Statistisch Zakboek 1926
HET Statistisch Zakboek werd in April 1924
voor de eerste maal uitgegeven door het Centraal
(Bureau voor de Statistiek; het was binnen korten tijd
«itverkocht, een bewijs om in prospectus-stijl te
spreken dat deze uitgave in een lang gevoelde
behoefte voorzag en in breeden kring werd gewaar
deerd. Eene nieuwe uitgave, met gebruikmaking van
de jongste gegevens bijgewerkt, verbeterd en aange
vuld, is dezen zomer verschenen; met de aankondiging
?daarvan kom ik wel wat laat, maar te laat niet, want
?deze verzameling heeft blijvende waarde voor de
zeer velen, die belangstellen in den gang van zaken
«op allerlei gebied, maar die in de ,,Jaarcijfers"
dreigen te verdwalen, door de boomen het bosch niet
meer zien.
Want de bijzondere verdienste van dit Zakboek
as gelegen in zijn beknoptheid; het telt niet minder
dan 117 bldz. van een handig formaat,
waartusschendoor tal van sprekende grafieken, die u met een
«oogopslag door de curven der stijgende en dalende
lijnen omtrent allerlei wetenswaardigheden inlichten.
Beknopt en kort, gemakkelijk te raadplegen, ook
doordat een alphabetisch register u den weg wijst,
? -voor zoover ge dien niet reeds hebt gevonden door
kennisneming van het register, dat de negen hoofd
stukken noemt, waaronder de verschillende gegevens
zijn gerangschikt: metereologie (én tabelletjeslechts),
dan bevolking, physische toestand der bevolking,
onderwijs, economische en sociale toestand der be
volking (in talrijke onderdeelen gesplitst), voorts:
volksnijverheid en handel, scheepvaart, verkeers
wezen en ten slotte: staatsbestuur.
Maar wanneer gij weten wilt omtrent hoe velerlei
en hoezeer uiteenloopende onderwerpen gij hier
gegevens bijeenvindt, wel, dan hebt gij slechts even
n het alphabetisch register te bladeren, dat opent met
aanbestedingen" (openbare) en eindigt met
zwerninrichtingen". Op den tast hier en daar er wat
uitpikkende, noem ik assistent-apothekers,
banketfabrieken, briefkaarten, cultuurmaatschappijen, dief
stal, emissies, godsdienstleeraren, haring (opbrengst
van ), incassobureaux, kinderrechter, lengte der
spoorweglijnen.... gij ziet, ik ben met mijne wonder
lijke opsomming eerst aan de letter L toe ! Genoeg
om u een indruk te geven der veelzijdigheid van dit
beknopte Zakboek.
Zullen wij nu ter nadere kennismaking(ter hernieu
wing, want ik besprak vroeger reeds de uitgave van
1924) eens even gaan bladeren? Het is natuurlijk onbe
gonnen werk, doordat de stof overweldigend is. Doch
het zou jammer zijn, niet op enkele punten te wijzen.
Reeds dadelijk worden wij herinnerd aan onzen sterken
bevolkingsaanwas: in 1899 een zielental van5104137,
n 1925 van 7416419. Eigenaardig is de daling in
den loop der 19e en dezer eeuw van de vrouwelijke
meerderheid (als ik dit zoo noemen mag): in 1829
waren er 1045 vrouwen op 1000 mannen, maar dat eer
ste cijfer slinkt tot op 1023 in 1879, verheft zich tot
1024 en 1025 in de twee volgende decaden, valt dan
op 1021 in 1900, op 1013 in 1920 en stijgt in 1925
met l punt: tot 1014. Over 't geheel dus een duidelijk
waarneembaar dalende lijn. Bij de merkwaardige
grafieken omtrent geboorte, sterfte en huwelijken
zijn niet-overbodige toelichtingen gegeven. Wij zien
in dit beeld de sterfte na 1870 veel sterker dalen
dan de geboorte; ook nemen wij de sterfte-toppen"
waar, o.a. in 191-7: een t.b.c.-jaar en 1918: spaansche
griep en t.b.c., gelijk ook in 1922; de hittegolf van
1923 vergde ook vele slachtoffers. Frappant is ook
de geboorte-toeneming pi.m. 10 maanden na den
wapenstilstand van November 1918.
Merkwaardige veranderingen (verbeteringen) heb
ben zich ook in onzen levensduur sedert 1870/79
voorgedaan. Hier zijn drie tijdperken van vergelijking:
1870/79; 1890/99 en 1910/20. Welnu, de gemiddelde
levensduur was op den leeftijd van O jaar (dus bij de
geboorte) voor mannen in die drie tijdperken onder
scheidenlijk 38,4 en 46,2 en 55,1, voor vrouwen
bij de geboorte 40,7 en 49,0 en 57,1. Wil men er iets
van beseffen, hoezeer de zuigelingensterfte ten on
zent verbeterd is, dan stip ik slechts aan (de gegevens
zijn veel uitvoeriger) dat op 1000 levenden beneden
l jaar in de decade 1875/84 gemiddeld stierven
238,1 mannen en 193,3 vrouwen, welke cijfers in het
tijdperk 1917/24 zijn gezakt op 80,1 en 62,7. Prach
tige cijfers, buitengewoon ook in vergelijking met de
overeenkomstige uit andere landen. Zij toonen, wat
wij voor de bevordering van de volksgezondheid doen
en wat wij daarmee bereiken. Wat wij voor dat doel
over hebben? De Rijksuitgaven voor de volksge
zondheid beliepen (x/ 1000.?) in 1910 niet meer dan
665, welk cijfer 12 jaar later tot 5066 was gestegen !
Dat waren de gewone" uitgaven; de buitengewone
kende men in 1910 nog niet; zij waren in 1922 weinig
minder dan het totaal der gewone in het jaar 1910.
Voor 1926 was aangevraagd ter zake van gewone"
4824 (x /1000.?) + 1050 buitengewone". Alles
ongerekend de Rijksuitgaven voor de volkshuis
vesting.
Natuurlijk is ook ik sla vele bladzijden over ?
de arbeidsstatistiek uiterst belangwekkend. Zij leert
ons o.a. dat van 1909 op 1920 het aantal personen
werkzaam in de industrie is toegenomen met 29 pCt.,
van arbeiders in landbouwbedrijven met slechts
0.7 pCt. Met meer dan 196 pCt. steeg tusschen beide
jaren het getal van hen, die in crediet- en bankwezen
den kost verdienden, met ruim 105pCt. dat der
werkers in het verzekeringswezen. Eigenaardige ver
schuivingen, waarop ik slechts terloops de aandacht
vestig.
Wat de Rijksuitgaven voor arbeiderszorg betreft,
zij wezen in 1910 een totaal aan (x / 1000.?) van
1035, welk cijfer, voortdurend stijgende, zijn toppunt
bereikt in 1920, als wanneer het van 23021 in 1919
plotseling op 60500 springt, doordat in 1920 de
Invaliditeitswet een offer van bijna 42 millioen
gulden vraagt, gelijk ook in 1921 het geval is. Voor
1926 is ter zake der Invaliditeits- en Ouderdomswet
43 millioen aangevraagd en het totaal is over dat jaar
dan ook 53375.
Een sprekende grafiek der indexcijfers van de werk
loosheid tusschen 1915 en 1925 toont een toppunt in
eerstgenoemd jaar (met 12), dan eene scherpe daling
tot iets meer dan 5 in 1916, waarna echter de lijn
(met een gunstige uitzondering in 1920) gestadig
klimt tot boven de 11 in 1923 om dan weer te zakken
tot 8 in 1925. Eene tweede, niet minder sprekende
grafiek geeft een beel d der vakbeweging: het totaal aan
tal georganiseerden (in vakcentralen en daarbuiten);
wij zien dat ook hier 1920 het ,,boom"-jaar is geweest,
toppunt in de van 1910 af stijgende lijn, die daarna
vooral tot 1924 scherp daalt. Ook in deze grafiek zijn
slechts de uitvoeriger gegevens van een tabel geïl
lustreerd, gelijk ook bij die der stakingen en uit
sluitingen het geval is en bij die der indexcijfers van
de totale kosten van het levensonderhoud. Suggestief
is ook de voorstelling der koopkracht van den gulden
a volgens de indexcijfers der groothandelsprijzen
in Nederland en b volgens de kosten van het levens
onderhoud te Amsterdam. Om ons tot h te bepalen,
die koopkracht was (op 100 in 1913 gesteld) in 1919
niet meer dan 51.5 cent; in de daarna volgende jaren
onderscheidenlijk 45.3(1920); 49.6(1921); 54.6 (1922);
57.4 (1923); 56.4 (1924) en 56 in 1925.
Heb ik reeds te veel cijfers aangehaald? Men vervalt
licht in die fout, als men een boek vol cijfers bespreekt.
Laat de lezer bedenken, dat ik slechts hier en daar
even grasduinde en dan nog maar in de eerste 30 blad
zijden der 117, die dit zakboek telt. Zoodat ik voor
den belangstellende nog genoeg overlaat. De uiter
lijke teekenen van welvaart, armenzorg en voorzorg,
verzekering, verdeeling van het bezit, heel het
hoofdstuk volksnijverheid en handel en het vele,
dat daarop nog volgt, liet ik geheel buiten beschou
wing, ook (zelfs!) de gegevens over den belastingdruk
en de daaraan gewijde grafiek.
Maar ik wilde slechts belangstelling wekken en
door enkele grepen doen zien, hoe rijk de inhoud is
van dit beknopte Zakboek en hoeveel daaruit valt
te leeren.
C O M O E D I A
DOOR HENRIK SCHOLTE
Vereenigd Tooneel: ,,Mijnheer Pim passeert",
door A. A. Milne.
EEN Weinig geslaagde surprise, deze
kindermatinée. Sinterklaas had dat stuk taai-taai
beter in zijn zak kunnen houden. En dan te bedenken,
dat een paar uur mesquine verveling, die slechts nu
en dan door eenig Welwillend gegrinnik onderbroken
Werden, ons bespaard gebleven waren, als de conver
satie met dezen pnhandigen, verstrooiden Mijnheer
Pim maar een bétje verstandiger geleid zou zijn !
Mijnheer Pim, die toevallig voorbij komt, vertelt
iets over den snooden, dood-gewaanden, eersten echt
genoot vanMevrouw, dien hij denkt ontmoet te hebben,
maar van wien hij zich later herinnert, dat hij te
Marseille in een vischgraat stikte en nog later, dat hij
het heelemaal niet was. Loos alarm dus, of om in
Bets Ranucci's studenten-taaltje te blijven: er dreigt
even een reuze-rel" en de personen, die daarvoor
samenscholen, laten nu niet juist de aantrekkelijkste
kanten van hun karakters zien, voorzoover ze die
hebben. Een verlovings-gevalletje, waarop de zegen
maar niet loskomt en een paar moderne overgordijnen,
waar Mevrouw1 haar zinnen op gezet heeft, zijn de
ergste geeuw-middelen in het huisbakken stukje, dat
ook als onbenulligheid geen charme heeft.
Het was jammer, dat de Comoedia-resten van het
Vereenigd Tooneel elkaar juist in dit prul moesten
ontmoeten. Wat doet het er toe om zich te herinneren,
dat Comoedia indertijd wel eens een beteren Milne en
vooral Milne wei eens beter gespeeld heeft. Het
Comoedia-spel is immers een historische anecdote, een
soort jeugd-afdwaling van nu gerangeerde menschen l
Alleen Lachapelle typeerde fijn, zorgvuldig en
ironisch; Mijnheer Pim is dan ook de eenige rol, die
loont. En Willy Haak, die de zeldzame keeren dat men
haar ziet, steeds de neiging heeft om, door het groote
talent dat zij bezit, onbelangrijke rollen te sterk te
spelen, deed in het begin nog iets voor het stukje
hopen. Voor de rest.... soedah ! Men voelt zich tegen
Sinterklaas Wel eens meer bekocht.
De Speeldoos : De Levende Medusa, of de
Krant die men ziet", door Hans Nesna e. f. q.
De Speeldoos heeft van zichzelf een jazzband ge
maakt. Hoera voor de Speeldoos ! Met dit revue
achtig blijspel", dat alleen uit vastgelegde improvi
satie" bestaat en waarvan een maand geleden zelfs de
idee nog niet geboren was, zijn alle uitgesproken
Amerikaansche kluchten" gewroken.
Men hoeft werkelijk niet de revue als eenig genees
middel voor ons tooneel te beschouwen om toe te
juichen, dat andere acteurs ook eens een kijkspel in
elkaar zetten. Wie in het Tnéatre Marigny in 't voor
jaar Sacha Guitry's,,Vive Ia République" gezien heeft,
weet ook hoeveel meer geest bij een minder somptueuse
aankleeding en meernadrukop het komische spelzoo'n
revue kan bezitten. Van Kerckhoven speelt daaren
tegen heelemaal zonder operette-inlasch, zonder
variété-nummers en zonder finales". Maar hu
speelt!
Een krant die slecht gaat, zoo slecht zelfs, dat
redacteur Pim zich als huwelijks-candidaat laat ver
loten om abonné's te winnen, is een welkome aan
leiding om een journalistieke noviteit" (patent
Mullens) te propageeren: men zal voortaan de krant
spelen, omdat de menschen hem toch niet meer lezen.
Wij krijgen tien rubrieken te zien. De gerechten zijn
pittig. De soep van den dag wordt er kokend heet
opgediend. Bij het dessert worden harde noten ge
kraakt. En met voldoening bliJKt, dat ook het
Hollandsche publiek nog lacht en warm loopt bij geestige
hekelingen, zelfs wanneer zij puur politiek zijn. Ons
leger en onze spoorwegen krijgen hun verdiende loon.
De gepensioneerde koloniaal oud revue-motief, doch
bieibt es immer neu ! dient voor een
sentimenteele, maar pakkende sketch". Het buitenlandsch
nieuws wordt op heerlijk scherpe manier behandeld,
met Joh. Kaart Jr. als de kruier van Europa en van
Kerckhoven als Mussolini: knal-effecten ! En wanneer
bij een inbraak in het luxueuse" kantoor van De
Speeldoos de inbreker geld zoekt en van Kerckhoven
alleen maar zegt: ik help meezoeken", had het doek
over dit tafereel wel kunnen vallen. Over de
toonecltoestanden, die daarna aan de orde komen, praten we
later wel eens.
Het derde bedrijf speelt weer in rut redactie-bureau.
Alles komt terecht, de krant is boven water, de loterij
Wordt in beslag genomen en arm in arm met zijn uit
verkorene zien wij dezen Mijnheer Pim heel wat
prettiger passeeren dan zijn naamgenoot op Sinter
klaas-avond.
Deze revue zit vol technische virtuositeit. De een
voudige, maar goede decorwisselingen geschieden bij
open doek, in het donker, terwijl links in het bureautje
de manager van Kerckhoven voortgaat, de -levende
krant op te maken". Het omschminken van Kaart,
die in een paar minuten van een levensechten Jan
Klaassen een even overtuigende kruier, en nog een
minuut later een minnaar in smoking wordt, is een
kunststukje op zichzelf. En de opvoering, daarna, van
het feuilleton De Eeuwige Driehoek" in het Fransen,
Nederlandsch en Engelsch, door Kaart en de beide
Kerckhovens gespeeld, is zoowel naar inhoud als spel
de coup de inaïtre" van den avond.
Ook andere acteurs toonen hun meer of mindere
veelzijdigheid. Marie van Westerhoven geeft prachtige
typetjes als de trouwlustige vrijster, als de volksvrouw
bij de wasch en als Katrijn uit de poppekast. Cor
Hermus, sterk in het vinden van markante trekjes
voor zijn rollen, is in iedere typeering goed. Ben
Groeneveld vindt als de woekeraar in de poppen
kast zijn draai. En Corrie Vonk ontpopte zich
eenmaal als een boefje om in je zak te stoppen.
Natuurlijk kan men achteraf met critiek komen.
Het binneniandsch overzicht, hoe aardig ook in de
poppekast-entourage, en het heele derde bedrijf kan
besnoeid worden. Maar bij een revue als deze wijzigen
de tafereelen zich wel naar de omstandigheden.
In De Levende Medusa", die als krant in de zaal
verkrijgbaar was, lezen wij behalve eenige opzien
barende onthullingen van Mevrouw van Kerckhoven
en een satyrisch interview van Cor Hermus ook de
mededeeling, dat souffleur Ritman l April a.s. 35 jaar
geleden in De Schipbreuk der Medusa" debuteerde.
Moge deze Medusa, die zeker geen schipbreuk zal
lijden, het minstens tot zoo lang uitzingen ! Men is
met genoegen de bor.isseur voor dit prachtig amuse
ment. Gaat 'r maar in, dames en heeren. Kermis van
je welste !
GIDDING6I
JTUYNENBURG MUYS
aSCHILDEPSI