Historisch Archief 1877-1940
VOOR NEDERLAND
ENGELAND EN DE
DOMINIONS
DOOS. DR. JAN ROMEIN
ONLANGS is zij nog eens in ander verband voor
den dag gehaald, de oud-Duitsche uitspraak van
«omstreeks 1400 uit het gesprek tusschen den
Akker«tnan en den Dood: die erde und alle ir behaltunge
ist auf unstetigkeit gebauet. In diser zeit ist sie
wan«delber worden; wann alle dingen haben sich verkeret".
Evenzeer en misschien meer dan toen is het waar,
?«dat de wereld wandelber" geworden is, vol
onbesrekenbare wisseling. Hoe onzeker worden ook in dit
?Tvijsgeerig licht gezien de resultaten van de jongste pp
:23 November beëindigde rijksconferentie, in wier
"verloop zich de unstetigkeit" van de aarde en al wat
«er op is weerspiegelt!
,Het werk van deze conferentie laat zich voor zoover
Jiet de hoofdzaken betreft in vier groepen verdeelen :
1. de betrekkingen tusschen de rijksdeelen onderling,
2. die tusschen het rijk en het buitenland, 3. de ver
dediging, 4. economische kwesties. Wat punt l betreft
J<wam men tot een definitief resultaat, voorzoover
.althans uit de officieele rapporten en de kranten- en
tijdschrift-literatuur over de conferentie is op te
;maken. De oude gedachte aan een federatief rijk met
«eigen rijksconstitutie en eigen rijksregeering, die op
?vcrige conferenties herhaaldelijk ter sprake is ge
komen op die van 1911 werd daarvoor zelfs een
=uitgew«rkt schema overgelegd, afkomstig van den
?érste-minister van Nieuw Zeeland is nu voor goed
?van de baan. Zij heeft plaats gemaakt voor een
organizsatie, wier ? preciese definitie wij aan
staatsrechts?theoretici moeten overlaten, maar wier kern toch
-.scherp genoeg omschreven is in het officieele rapport
«(Times van 22 Nov.), in deze zinsnede: Zij (Engeland
*en de Dominions) zijn autonome gemeenschappen
? binnen het Britsche rijk, gelijk in positie, (status) op
Egeenerleiwijze ondergeschikt de een aan de ander noch
wat hun binnen- noch wat hun buitenlandsche aan
gelegenheden betreft, hoewel vereenigd door een
gerneenschappelijken band met de Kroon en vrijelijk ge
associeerd als leden van de Britsche volkengemeen
schap". Indiëhoudt voorloopig de tusschenpositie die
het verwierf bij de government of India Act" van 1919.
Een wijziging in den titel des konings heeft' de aan
dacht getrokken. Hij luidt nu: George V, bij Oods
-,genade, van Oroot-Brittannië, Ierland (i.pi.v. Het
"Vereenigd Koninkrijk van Oroot-Brittanniëen Ierland)
?«n de Britsche Dominions over zee, Koning, Verdediger
?des geloofs, Keizer van Indië". Waarop minder de
.aandacht viel, maar wat toch geenszins van belang
^ontbloot is, is de versterking in de positie des konings
'die van de nieuwe regeling, naar het ons voorkomt,
?een onvermijdelijk gevolg schijnt. Een wijziging in de
positie van de gouverneurs-generaal in de Dominions
js een tweede gevolg. Zij toch zijn niet, als tot dusver,
-vertegenwoordigers van de Engelsche regeering of een
?«der ministeries, maar uitsluitend van den Koning. Dit
is daarom van belang omdat zij ophouden het officieele
.kanaal te zijn waardoor van gedachte werd gewisseld
?tusschen de regeering der Dominions en de Engelsche
jregeering; voortaan zullen deze regeeringen recht
streeks met elkaar onderhandelen, alsmede, wat van
meer gewicht is, de regeeringen der Dominions onder
ging, waarbij de schakel der Engelsche regeering voor
het vervolg overbodig wordt. En dit weer is vooral
"van gewicht voor het groote probleem van het aanbod
-van gekleurde arbeidskrachten (Indiërs) in die Do
minions (inz. Z.-Afrika) waar de blanke arbeiders
bevolking zich naar Amerikaansch model tegen deze
«concurrentie verzet, waarvan zij een daling van
levenspeil vreest.
Wat punt 2 betreft, de relaties met het buitenland,
?..zijn de resultaten al minder tastbaar. De Dominions
nullen nu eigen gezanten bij buitenlandsche
regee;ringen kunnen accrediteeren, zooals Canada en Ierland
3n Washington reeds hadden gewild en gepoogd.
Ook in den Volkenbond zullen zij nu meer voor
?zichzelf kunnen spreken. De bestaande wrijvingen:
>de ratificatie van het pakt van Locarno door het
?Canadeesche parlement, de vlagkwestie in Z.-Afrika,
Ierland dat naar een raadszetel dong in den Volken
bond, zijn door de nieuwe regeling inderdaad wegge
nomen. Maar daarmee is niet gezegd, integendeel, dat
"de nieuwe regeling zelf niet tot nieuwe wrijvingen aan
leiding kan en zal geven, wanneer nu twee Dominions
onderling of een Dominion met een buitenlandsche
mogendheid een verdrag sluit dat niet past in den
Engelschen kraam.
? Over punt 3, de Rijksverdediging, is uitteraard
bitter weinig gepubliceerd. Dat er geen schot in de
'Ontwapening zat werd betreurd, natuurlijk, maar de
vlootbasis in Singapore werd daarnaast uitdrukkelijk
goedgekeurd, zoo ook de uitbreiding der luchtvloot.
Welk een ontzaggelijke sommen er overigens met de
?moderne bewapening gemoeid zijn blijkt uit het door
Bruce genoemde getal van 36.250.000 pd. st. voor
?<le verdediging van Australië, dat in vijf jaar ver
bruikt zal zijn.
***
Al de resultaten echter, eventueel bereikt bij de
??eerste drie punten, heel de zoo fraai uitziende geleide
lijke ontwikkeling van soevereiniteit tot hegemonie
??«n van hegenomie tot bondgenootschap met den
lossen band van een koning, dreigt unstet"
gertnaakt te worden door het wandelbere" der aarde
juist in economische zaken. Hier is oud zeer, dat deze
HET VERDRAG TUSSCHEN ITALIËEN ALBANI
Teeken/ng voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
ALBANIË: ALS ER OOIT WAT GEBEURT, OP MIJ KUN JE REKENEN!"
conferentie, zien wij goed,niet weg heeft kunnen nemen.
Want dat snellere verbinding tusschen de rijks
deelen noodzakelijk is, dat de statistische gegevens
overvloediger dienen te vloeien, dat het wenschelijk
is rijks-propaganda-films te vervaardigen en overal
te laten draaien, och, dat willen wij welgelooven.Maar
er is iets anders, waarover niet gesproken, waarover
althans niets openbaar gemaakt is. Dat is de kwestie
der preferentieele rechten, waarover op vorige
rijksconferenties zooveel is te doen geweest. Het zit daarmee
in het kort zóó: gelijk de Amerikanen vóór den onaf
hankelijkheidsoorlog de leus opstelden ,,no taxation
without representation" (geen belasting zonder ver
tegenwoordiging), zeiden omgekeerd later de Engel
schen: geen zeggenschap zonder bijdragen in de kosten
der verdediging. De Dominions, dit erkennende,
zeiden: goed, maar neemt ons dan onze producten af,
want zonder dat zullen wij niet in staat zijn die kosten
op te brengen. De zware offers, die Engeland zich in
den Boeren-oorlog oplegde, maakten de kwestie acuut
en zoo ging Engeland onder leiding destijds van
Chamberlain, den vader van den tegenwoordigen
minister van Buitenlandsche zaken, in 1903 in be
ginsel in op het plan, een tien jaar te voren door de
Canadeezen, op de rijksconferentie te Ottowa aan
de hand gedaan. Maar de Engelsche tegenprestatie
tegenover de op historische rechten steunende en nog
bestaande 1) voorkeursrechten voor Engelsche in
dustrie-producten in de Dominions kon slechts be
staan uit een gelijke voorkeur voor koloniale voedings
middelen en grondstoffen. In de praktijk zou dit
echter beteekend hebben: zwaardere heffingen van
buitenrijksche voedingsmiddelen en grondstoffen bij
den invoer in Engeland, een maatregel waarvan noch
de Engelsche industrieelen noch het Engelsche volk
om begrijpelijke redenen ooit iets heeft willen weten.
De laatste keer, dat het zich bij de verkiezingen daar
over uitgesproken heeft ligt nog versch in het geheu
gen. Het was eind 1923 toen Baldwin, in verband
met de rijksconferentie van dat jaar, zich tot de
tarief-politiek bekeerd had en een beroep op het land
deed die bekeering te bekrachtigen. De uitslag is be
kend: het ministerie-Baldwin verdween om voor dat
van Mac-Donald plaats te maken.
Op de nu gehouden rijksconferentie bleek de pre
ferentie-kwestie van de baan. Baldwin heeft geen
tweede bekeering aangedurfd nu de eerste hem zoo
slecht bekomen is. Maar is het probleem daarmee op
gelost? Allerminst. Het is verscherpt. Verscherpt,
omdat Engeland in 1926 in een nog veel ongunstiger
positie verkeert dan het in 1923 deed, zooals wij in ons
vorig artikel schreven en met een greep uit het om
vangrijke cijfermateriaal trachten te illustreeren.
Immers naast de kosten voor de rijksverdediging is
nu ook, dringender dan ooit, de emigratie-kwestie
gekomen. Engeland zou zijn leger van meer dan ander
half millioen werkeloozen, waarbij nu nog een paar
honderdduizend niet meer aangenomen mijnwerkers
komen graag naar de Dominions afschuiven en nog
altijd is de eenige tegenprestatie: bescherming van de
grondstoffen en voedingmiddelen uit de Dominions,
waartoe het niet bereid is. Zeer terecht, omdat die
bescherming de duurte en de werkeloosheid tegelijk
zouden doen toenemen.
In een ware orgie van zelfgenoegzaamheid, waarin
zij het zoo ver gebracht heeft, heeft de Engelsche pers
gejuicht over de nieuwe glorious Revolution", die
zonder een druppel bloed te vergieten vrijheid en
onafhankelijkheid aan de rijksdeelen heeft geschonken
en er b.v. op gewezen, hoe een wereldoorlog noodig
was om voor de rijksdeelen der
Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie eenzelfde of liever veel onstabieler
vrijheid en onafhankelijkheid te verkrijgen. Het ver
schil is opmerkelijk en wij zijn bij onze beschouwingen
zelfs van het gelukkig gesternte der Britten in dit
opzicht uitgegaan. Maar zeiden wij anderzijds te veel,
toen wij beweerden, dat de afwezigheid van een op
lossing in de economische sfeer de oplossing op politiek
gebied onzeker maakte?
* *
#
Zoo blijft de rijksconferentie van 1926 voor de toe
komst belangrijker naar het ons toeschijnt om wat zij
niet, dan om wat zij wel bereikt heeft. Wat helpt de
vrijzinnigste en vernuftigste formule voor de
rijksorganisatie als het rijk zelf op de unstetigkeit" van
een ongeneeslijke economische crisis de ongewisse
toekomst tegemoet gaat van een wereld, waarin alles
wandelber" geworden is?
1) Australiëbeschermt de Engelsche industrie door
van den invoer nit Engeland gemiddeld 12 pCt minder
rechten te eischen dan van buitenlandsche industrie
producten.
DEN HAAG
AMSTERDAM
ROTTERDAM
EFFEN
AXMIN STER
KARPETTEN
h OOG E POOL
MET EFFEN RAND
97.
2X3
METER
2.50X3.50 FL.
142.ZICHTZENDINGEN
FRANCO DOOR GEHEEL
NEDERLAND
g ZOHEN