Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓR NEDERLAND
UIT DENEDERLANDSCHE
WIJSGEER1GE
BEWEGING
!"''? DOOR DR. S. A. VAN LUNTEREN
HET mij ter bespreking gegeven boekje van Dr.
P. C. E. Meerum Terwogt over Het Nut der
Wijsbegeerte" (Uitg. Oebrs. v. d. Hoek, Leiden,
192S, 101 bldz.) vertegenwoordigt in de Nederlandsche
wijsgeerige beweging het moment van den stil
stand. Het nut van deze wijsbegeerte van Dr. M. T.
is, dat men er duidelijk aan kan beseffen, hoe men
niet behoort te philosopheeren, hoe de beweging, door
Bolland in gang gebracht, in zoo'n geschrilt is
doodgeloopen.
De bedoeling van den schrijver is den inhoud van
de korte verhandeling van Bolland over Het Nut der
wijsgebeerte" (33 bldz.) in Zuivere Rede" opnieuw
te doordenken. Thans, zegt Dr. M. T., kom ik tot
u met eene verhandeling over hetzelfde onderwerp,
om u op mijne wijze opnieuw het zijne" te laten
vernemen, daaraan, voor eigene rekening, het een
en ander toevoegende, dat de moeite waard is te
worden overdacht".
Wat h i] aan Bolland's 33 bladzijden voor eigene
rekening" toevoegde, is echter voor een groot deel
(op verspreide plaatsen) door Bolland zelf gezegd;
ja, de schrijver geeft het zelfs in zinnen en zinswen
dingen, die bijna precies zoo door Bolland zelf zijn
neergeschreven, alleen heeft Dr. M. T. hier en daar
het kernachtige en rhythmische woordgebruik van
Bolland verzwakt. Zoo is het geschrift niet meer dan
een echo geworden van Bolland's woord, en geeft
Dr. M. T. het zijne" (d.i. het Bollandische)
niet op mijne" (d.i. Meerum Terwogtsche) wijze",
maar wederom op zijne" 'd.i. Bolland's) wijze weer.
Vandaar dat ik hierboven sprak van ,.stilstand".
Het Bollandsche idioom, frisch en origineel als
het uit den mond of de pen van Bolland zéli voort
kwam, wordt oudbakken'en ongenietbaar als anderen
het nabootsen. Zoo vinden we b.v. de typische
Bollandsche zinswendingen, waarmede hij zijn lezers
placht aan te spreken, ook bij Dr. Meerum Terwogt
terug. Zijn geschiiftje is vol van uitdrukkingen als:
U moet eens met mij bespeuren", denkt u eens
even met mij in het voorbijgaan", begrijpt dus met
mij", overweegt met mij", etc. etc. Als de heer
M. T. schrijft Ik denk hier plotseling aan de vraag
van Pilatus: wat is waarheid?", dan meesmuilen we
om dat plotselinge", want die vraag van Pilatus
wordt door Bolland in zijn Zuivere Rede" ettelijke
malen ter sprake gebracht.
Men zou geneigd zijn het gansene geschrift als een
geval van plagiaat te karakteriseeren, ware het niet,
dat dit herkauwen van Bolland's woorden te openlijk
en te naïef geschiedt. De onbehagelijkheid, die men
bij het lezen gevoelt, berust op afkeer van den
wansmaak om woorden van een groot denker als Bolland
te vermengen met eigen woorden en deze ratjetoe
dan onder eigen naam en geschreven in den eersten
persoon uit te geven. Behoorlijk ware geweest als de
schrijver door aanhalingsteekens had aangegeven,
waar hij en waar Bolland aan het woord was.
Aan dezen ei?ch zou hij echter niet kunnen vol
doen, daar hij de zinnen van Bolland telkens
een klein weinig wijzigt. Hiermede is tevens be
wezen, dat zijn methode van schrijven onweten
schappelijk is. Men leze b.v. een zin als de vol
gende: ,,En mocht men dan opmerken, dat,
wanneer men begrijpt, men niet meer behoeft te
gelooven, dan zeg ik, des te beter, dan doet men mér
dan gelooven. Verstaat dat niet verkeerd", enz. Dan
zeg ik" staat er; die ik" is echter Bolland, met wiens
groote ikheid de heer Meerum Terwogt zich maar
kalmpjes vereenzelvigt!
Hadden de leerlingen van Bolland allen op deze
onwetenschappelijke en dilettantische manier zijn
werk voortgezet, dan hadden ze de door Bolland
aan den gang gebrachte philosophischc beweging in
ons land in welwillende onnoozelheid.... vermoord.
Stel, dat Bolland niet geleefd had, en dat Dr.
Meerum Terwogt zelfstandig zoo'n boek>e had ge
schreven, dan zou er veel goeds van te zeggen vallen;
natuurlijk, want het is dan ook het zijne", n.l.
van Bolland, wiens bovengenoemde 33 bladzijden
echter hél wat nuttiger, want zuiverder zijn, dan
het aangelengde aftreksel van den heer M. T.
Toch is het geschriftie wel geschikt om bij buiten
staanders een eerste belangstelling voorde philosophie
te wekken, maar voor hem, die iets van de Hegelsche
methode begrepen heeft, is het waardeloos; al zegt
de schrijver telkens, dat hij dit of dat ontwikkeld"
heeft, werkelijk ontwikkeld heeft hij weinig of niets:
hij heeft telkens alleen maar iets over den samenhang
van het een en ander beweerd.
Het laatste gedeelte, over het nut der wijsbegeerte
in het bijzonder handelend, is het zwakste. Het wan
begrip, dat de natuur- en geestesleer toepassingen"
zouden zijn van de redeleer, waartoe uitlatingen
van Bolland zelf aanleiding geven, al toonde hij ook
zelf beter te weten, dit wanbegiip krijgt bij den
heer Meerum Terwogt bedenkelijk veel van een
toover-forniule; hij spreekt b.v. van het logisch
richtsnoer" als toets" voor de natuurphilosophie!
DE EERSTE KAMER VóóR DE BESLISSING
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
GRETCHEN: HIJ MINT MIJ, HIJ MINT MIJ NIET, HIJ MINT MIJ.,
Maar niet alleen lijdt Dr. M. T. aan gebrek aan
begrip van Hegel's methode, hij blijkt ook gebrek
aan kennis van Hegel's werken te hebben. Slechts n
voorbeeld; hij schrijft: iNa Kant kwam Hegel, om
van Bolland nog niet eens(!) te gewagen en bij Hegel
kan men al (!) ontdekkend, dat hij Kant's kennisleer
te boven was". Als bewijs citeert Dr. M. T. dan den
volgenden zin van Hegel: Das zuerst verborgene
und verschlossene Wesen des Universum? hat keine
Kraft, die dem Mitte des Erkenncns Widerstand
leisten könnte", etc. etc. Deze fraaie zin van Hegel
is een.... phrase, zooals Hegel zich overigens zelden
veroorloofde.
Dr. M. T. schijnt echter door dezen zin de ont
dekking" te hebben gedaan, dat Hegel Kant's kennis
leer al" te boven was. Tenminste hij geeft dezen zin
als nig bewijs. Mogen we hem attent maken op het
feit, dat Hegel 'n zeker werk heeft geschreven,
genaamd de Phaenomcnologic des Geistes"? Hierin
namelijk kunnen we nier alleen bij wijze van toeval
ontdekken", dat de (volgens Dr. M. T.) tegenover
Bolland onrijpere" Hegel ds kennisleer van Kant
al" te boven is, maar hier hebben we een werk,
waarin Hege! opzettelijk, zeer uitvoerig en geduldig.
de zelfkritiek van het kriticisme heeft ontwikkeld.
Door het bestudeeren van dit en de andere werken
van Hegel zou Dr. Meerum'I erwogt kunnen ontdekken
hoe men w'M behoort te philosopheeren, namelijk
wetenschappelijk en methodisch, wat dit nut" zou
HET adres voor prima
PARKETVLOEREN
tegen sterk concurreerende prijzen is
FRED. MEIJER - Amsterdam
v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 - Gev. 1908
medebrengen, dat we voortaan van dergelijke over
bodige boekles over het nut der wijsbegeerte
ve;schoond zouden blijven.
Laten we eindigen met den heer Meerum Terwogt
de volgende woorden van Bolland zelf, uit diens
Nut der Wijsbegeerte", voor te houden: De leer
meester der wijsheid tracht geloof te vinden en
vertrouwen te wekken, om zijne leerlingen waarlijk
vrij te maken; hij is slechts de wekker en de aanwijzer,
die voorondersteld blijft, om te worden verlaten".
J O S. HARTOG
Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28
Rotterdam Utrecht.
VERREKIJKER speciale aanbieding fl.3.25
bij vooruitbetaling.