De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 18 december pagina 15

18 december 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

DE AJ/lëTfeRDAMMER, WEEKÓtAD VOOR NEDERLAND 15 PLANNEN TOT OPRICHTING VAN EEN GROOT-LANDBOUWBEDRIJF IN SURINAME DOOR PAUL SABEL Nederland volgt het voorbeeld van Amerikanen en Engelschen om in Suriname weder de katoenculfuur ter hand fe nemen. MEN kan moeilijk beweren, dat de eens zoo bloeiende kolonie Suri name zich thans in het moederland in ?overmaat van belangstelling mag ver heugen. Men is trotsch op Java, wijst ?ook met welgevallen op wat op Sumatra is bereikt, heeft desnoods ook een goed ?woord over voor de beide andere groote Soenda-eilanden, maar over den West, met name over Suriname wordt liever een veelbeteekenend stilzwijgen bewaard. Men vindt het allesbehalve aangenaam, ?dat jaarlijks eenige millioenen subsidie aan ons bezit in Guyana moet worden verstrekt, en beschouwt de inderdaad 200 vruchbare kolonie eenigszins als een heruntergekommen" familielid, waar over liefst maar zoo weinig mogelijk tnoet gesproken worden. Zelfs zijn er vele landgenooten, die verwonderd opkijken, wanneer hun aan tiet verstand wordt gebracht, dat Suri name eens een parel aan den kroon van ?ons koloniaal bezit uitmaakte. Sedert de oprichting van de Sociëteit van Suriname n 1683, waarin de stad Amsterdam, de "West-Indische Compagnie en de familie Van Aerssen ieder voor een derde deel aan deel hadden, kon de kolonie gestadig in bloei toenemen, daarbij geholpen door de komst van een aantal Fransche refugit's ?en de invoering der koffiecultuur (1719); in 1735 paarde zich hieraan ook de katoencultuur, die echter eerst van beteekenis werd, toen de Raadsheer van ?Civiele Justitie die in 1752 op zijn plantages ter hand nam. Toch bevatte ?de vloot van 73 schepen, die in 1775 naar Holland vertrok en waarvan de vracht.?gélden circa / 1.416.000 bedroegen, nog slechts 144.428 pond katoen, tegen. «ver 16.204.000 pond suiker, 13.300.000 pond koffie en 733.338 pond cacao. Van dien tijd af ontwikkelt de katoenpro ductie zich echter snel, zoodat zij in 1783 reeds l millioen pond beloopt en de vloot, die l Maart 1794 met bestem ming naar het moederland zee koos, 4.800.000 pond katoen vervoerde. Lange jaren bleef katoen vervolgens een be? langrijk export-artikel voor de kolonie vormen en in de jaren 1820?1840 werd gemiddeld 1'At a 2 millioen pond uitge voerd. Daarna begint de beteekenis der ; Surinaamsche katoencultuur te dalen en in 1885 werd voor het laatst een - luttele hoeveelheid van circa 3500 pond naar elders verscheept. Zooals men weet is de economische . achteruitgang van Suriname voor het grootste deel toe te schrijven aan de af. schaffing der slavernij in 1863, waardoor . groot gebrek aan werkkrachten ont, stond. Wat speciaal de' katoencultuur betreft, zoo kwam daar nog de groote opkomst dezer cultuur in de Vereenigde Staten bij. In beiderlei opzicht is sedert echter een groote verbetering ingetreden, 20odat deze factoren niet langer belet- selen voor een wederopbloei van Suri name zijn. Immers is de invoer van - Javaansche en Britsen- Indische immi granten een succes gebleken, zoodat men voortaan weder over de benoodigde ?werkkrachten zal kunnen beschikken. Wat de concurrentie met de Amerikaansche katoen betreft, zoo is ook te ?dien opzichte een zeer belangrijke verbetering ingetreden, sedert op voorstel van den heer A. W. Drost, Landbouwconsulent in Suriname, de teelt van Sea Island katoen (afkomstig van St. Kitts) in 1909 is ingevoerd. Het cultuurgebied dezer soort katoen beperkte zich tot dien tijd in hoofdzaak tot de WestIndische eilanden en de kust van Florida. Nu is gebleken, dat de kuststreken van Suriname, waar het land goedkoop is en de Gouvernements-canon slechts / 0.23 per H.A. bedraagt, bij uitnemend heid geschikt zijn voor den aanplant van Sea Island-katoen, zoodat de ocgsten aldaar die van andere Sea Island ver bouwende streken overtreffen. Deze soort katoen is bij uitstek geschikt voor de fabricatie van naaigaren en noodig bij fabricatie van automobielbanden, drijfriemen, regenjassen en andere rub berartikelen, zoodat de vraag naar het artikel geregeld toeneemt. Daar staat tegenover, dat de opbrengst van Sea Island in de Vereenigde Staten sterk achteruitgaat. Eenige jaren geleden brachten Florida en Oeorgia nog circa 90.000 balen dezer katoensoort aan de markt, terwijl de productie daarvan in die staten thans feitelijk geheel is opge houden. Een groot voordeel is voorts nog, dat de bollweevil, de gevreesde vijand der katoencultuur, die vooral in de Ver eenigde Staten zulke ontzettende ver woestingen kan aanrichten, in Suriname niet voorkomt. Ook zijn bepaalde ziekten in de katoen daar onbekend. Het voorkomen van de spanrups wordt gemakkelijk bestreden met een mengsel van Parijsch Groen en kalk. Waar aldus alle voorwaarden aan wezig zijn om de katoencultuur in Suriname in het groot aan te vatten, is het voor het Nederlandsche initiatief wel eenigszins beschamend, dat men heeft gewacht, totdat vreemdelingen het goede, voorbeeld daartoe gaven. Dit is n.l. geschied door de Amerikaansche Anderson-onderneming, die in nauwe re latie tot Engelsche industriëelen staat en in onze kolonie optreedt als Suri naamsche Katoen-, Landbouw- en Han del Maatschappij te Nieuw Nickérie (geheel in het Westen van Suriname dicht bij Engelsch Guyana). Nog niet lang geleden heeft de Anderson-Maatschappij zich in nauwe relatie gesteld met een der grootste Engelsche katoenconcerns, dat jaar lijks 100.000 balen Sea Island ge bruiken kan. Wanneer men nu weet, dat de wereldproductie van deze katoensoort de laatste jaren niet meer dan 6.000 balen bedroeg, dan is het duidelijk, dat ook voor dit artikel nog een goede toekomst bestaat, onafhan kelijk van de positie van katoen in het algemeen. Dat ook de goede gelegenheid die Suriname voor de ontwikkeling der katoencultuur biedt, ook buiten het Anderson-concern niet onopgemerkt is gebleven, blijkt uit de vestiging van nog een Amerikaansche katoen-plan tage aan de Commewijne. Terecht stelde Mr. J. J. W. Eekhout, Oud-Gouvernements-Secretaris van Su riname en Secretaris van den Onder nemers-Raad voor Suriname dezer dagen in een voor het Indische Genootschap te 's-Gravenhage gehouden rede dan ook de vraag: Wat doet Nederland"? Gelukkig zijn wij in de gelegenheid deze vraag in bevredigenden zin te kunnen beantwoorden. Inderdaad zijn onze landgenooten niet blijven stil zitten, en worden ook van Hollandsche zijde de noodige stappen gedaan om tot oprichting van een katoen-onderneming in Suriname te komen. De Heeren J. O. Spakier en H. van Waveren, vroeger aan de Anderson-onderneming verbonden en dientengevolge de noodige HET PLEIN TE B A T A V I A door J. C. SIN1A Gedurende twee jaar woonden wij fe Weltevreden, op hef WaferloopleJn. Drie zijden van dit plein worden groofendee/s ingenomen door officierswoningen, terwijl men aan de vierde zijde o.a. aantreft het z.g. ,, Witte huis'', dat eens bestemd was als paleis voor den Gouverneur-Generaal of hef echter ooit e/s zoodanig in gebruik is geweest, is mij niet bekend doch thans ver schillende bureelen van 's Lands dienslen herbergt. Hef plein is betrekkelijk niet groot, de omtrek wordt in 20 minuten gaans afgelegd, tei wijl men daarvoor, wat het Koningsplein betreft, ongeveer een uur noodig heeft. Maar groot of minder groot, t b/ij ff in ieder geval t'och nog een aanzienlijke oppervlakte in vergelijking mef waf wij hier in Europa al met den naam van plein bestempelen. Hef plaatje geeft een gedeelte van het plein te zien, mef op den achtergrond de R.-K. Kathedraal, op den voorgrond n der karbouwen van hef Magazijn van Oorlog, welke dieren foenmaals eenige malen per dag onze woning voorbij sjokten, goedig en droomerig, gespannen voor een mef munilie of ander oorlogs tuig zwaarbeladen wagen. Zij behoorden bij hef landschap, zooals dit bij hen behoorde, doch zij zullen thans wel al sinds lang plaats hebben moeten maken voor moderner vervoermiddelen. ervaring op gebied van katoencultuur opgedaan hebbende, koesteren nml. het voornemen een naamlooze vennootschap voor dat doel op te richten die aanvan kelijk met een bescheiden kapitaal van / 300.000 zal werken, maar daarmede toch reeds 1200 akkers in cultuur kan brengen (l akker »/7 H.A.). Blijkens een accountantsrapport van den heer P. Klijnveld zouden na drie jaar deze gronden geheel in cultuur zijn en daarvan een oogst van 480.000 K.G. worden verkregen. Reeds na twee jaar, wanneer dus nog slechts een deel der gronden in cultuur zouden zijn, kan na voldoende afschrijvingen een winst van circa /100.000 gecalculeerd worden. Voor inbreng hunner concessie wordt door beide genoemde heeren slechts een winstbewijs, recht gevende op een deel der overwinst na 6 pCt. dividend op het aandeelenkapitaal gevraagd. De mogelijkheid bestaat de onder neming verder uit te breiden met 2500 akkers, doch daarvoor zou de geheele opzet der vennootschap natuurlijk grooter moeten worden. De afzet van het product is in ieder geval verzekerd. Zoolang de productie nog niet groot genoeg is om daarmede aan de open markt te komen, kan zij aan een der te Nickérie gevestigde Amerikaansche maatschappijen worden verkocht en wel per oogst tegen een te voren vastgestelden prijs. Een derge lijk arrangement biedt vele voordeelen. Immers kan de maatschappij dan op vaste inkomsten rekenen, terwijl zij tevens over een ruime kaspositie zal kunnen beschikken, daar zij dan niet behoeft te wachten, totdat de verscheep te partijen in Amerika of Engeland ver kocht zijn. Ook zal zij dan voorloopig geen eigen ginbedrijf behoeven te hebben zoodat kapitaalsuitgaven en exploitatie kosten daarvoor niet noodig zijn. Daar het Engelsche katoenconcern, gelijk gezegd, 100.000 balen per jaar gebruiken kan en de tegenwoordige productie aan zienlijk geringer is, zal de Amerikaansche Anderson-onderneming, die met dat concern in relatie staat, gaarne de pro ductie der op te richten Hollandsche maatschappij willen afnemen, aangezien het haar belang is een zoo groot mogelijk quantum katoen te verschepen en door zoo groot mogelijke productie de kosten van haar gin bedrij t zoo laag mogelijk te houden. Het komt ons na bovenstaande mededeelingen voor, dat deze Nederlandsche katoenonderneming onder gunstige auspiciën wordt opgericht en het is voor de toekomst van onze inderdaad zoovele possibiliteiten bezittende kolonie Su riname van de grootste beteekenis, dat van Hollandsche zijde veel belangstel ling in deze onderneming wprdt aan den dag gelegd, daar het inderdaad te be jammeren zoude zijn, indien wij van de bestaande gelegenheid om tot een groote katoen-cultuur in onze bezittingen te komen, niet zouden gebruik maken, maar die zouden overlaten aan buiten landers, met name aan Amerikanen. Waar het nu eens niet een Surinaam sche mijnbouwmaatschappij met de daaraan verbonden risico's en zooals de ondervinding geleerd heeft, groote kans op teleurstellingen, maar een gezonde cultuuronderneming betreft, die naar bestaand buitenlandsch voorbeeld en met groote kans op welslagen wordt opgericht, is te verwachten, dat het Nederlandsche kapitaal zich in dezen niet onbetuigd zal laten. Wanneer deze onderneming dan door tal van andere van dien aard wordt gevolgd, zal Suriname mettertijd wellicht onder ons koloniaal bezit weder de plaats kunnen innemen, die het zoowel op historische gronden als van nature toekomt. BOUWT IN HET KINHEIMPARK te Bloemendaal en in het Oranjepark te Overvcen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van Haarlem. Nieuwe Zeeweg door de duinen naar Zandvoort en aan de electrische tram Buiten voorgesteld annexatiegebied Lage belasting Kaarten en inlichtingen op aanvrage kosteloos verkrijgbaar Binnenlandsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen te Bloemendaal, lepenlaan 2 (Telefoon 22504). GEORGE H. LAGAS AMSTERDAM - Telefoon 24611 * Andrcas Bonnstraat 40 ELECTRISCHE LUXE BROODBAKKERIJ Specialiteit in alle Broodsoorten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl