De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 18 december pagina 9

18 december 1926 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

o. 2585 DE GROENE AMSTERDAAÏMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND r>ou\vrisMi:r OOSTERPAPK BILTHÓVEN INLICHTINGEN VEÖSTBEKT DE DIRECTIE TELEf INT N1? VOOR VROUWEN MODERNE VROUWEN EN MODERNE VRAAGSTUKKEN DOOR EMMY J, BELINFANTt XII. Nieuwe wegen ~\TOORHEEN was het gezin de plaats van de v harmonie. De vrouw, die de drieledige taak van Jiuisvroüw, echtgenoote en moeder zoo volkomen anogelijk verrichtte Wist een milieu te scheppen van harmonie en rust, dat Weldoend werkte op de huis,-genooten en waarvan ook iets uitstraalde naar de groote maatschappij, ^r zijn destijds voortreffelijke huisvrouwen geweest en anderen, die, minder vol maakt, toch zeer gezien waren, en Weer anderen aan -Wie heel Wat ontbrak; maar in de herinnering leven ?zij allen als het type van de ouderWetsche zuinige, ?degelijke huisvrouw en moeder, die haar plicht be greep, zichzelf vergat en haar gezin gelukkig maakte. En dan zijn wij geneigd tot de tegenstelling met liet moderne, uithuizige, veeleischende dansende mevrouwtje met korte haren en korte rokken, 'met geverfde wangen en lippen en Wenkbrauwen, die een -auto bestuurt maar haar kinderen niet weet te leiden, -die met tal van aanbidders flirt, maar haar eigen man niet Weet te binden, die theeschenkt op bazars, op elk gebied liefhebbert, van alles verstand heeft .behalve van de huishouding. Toch Weten wij, dat er uitstekende 20ste eeuwsche moeders zijn, die ondanks alle klachten over gebrek .aan tucht, haar kinderen beter leiden en begrijpen ?dan menige volmaakte huisvrouw in het verleden. Ook kennen Wij voortreffelijke huisvrouwen, even ^geschoold in de moderne methoden van huishouding, .als haar overgrootmoeder op de hoogte was van de «omslachtige ouderwetsche huishouding. Maar de levenseischen, de omstandigheden zijn -veranderd en er is een algemeen zoeken naar een ?compromis tusschen den wensch naar behoud van iiet oude gezinsleven, Waaraan wij gehecht zijn, ?en dien van handhaving der nieuwe plaats, Welke ?de vrouw zich in de maatschappij heeft verworven. Wij verlangen allen bewust of onbewust naar .harmonie, en Wij jagen onrustig voort in de maat schappij, waar alles steeds meer wordt gespecialiseerd. Wij verwachten heil van een nieuwe ? opvoeding, maar missen overal de zekerheid, die vorige ge slachten hadden in hun vaste beginselen. En zoo leven wij in een tijd van proefnemingen op elk gebied. Elk van deze proefnemingen verdient .toelangstelling, omdat zij ons Wellicht rust en klaar?heid kan brengen. * * * Daarom gevoelen wij ook eenige sympathie voor het nieuwe Instituut voor Huishoudelijken Arbeid, tot Welks oprichting een vrij rumoerige vergadering van de Ned. Ver. van Huisvrouwen heeft besloten. Hét Wil een vraagbaak zijn voor de huisvrouw en -werken voor de middelen tot vereenvoudiging van de huishouding Het denkt daarbij aan efficiency in de ?woninginrichting; aan betere organisatie van het huishoudelijk werk, aan een meer algemeen gebruik van de mechanische krachten en aan vermeerdering van het aantal der Werkzaamheden buitenshuis tot gerief van de huisvrouw. Onder de middelen om te komen tot een meer doeltreffende uitrusting van de huishouding, wordt, volgens het beproefd voorbeeld der Engelsche huis vrouwen, gerekend het oefenen van invloed op de productie. Het Instituut zal de Wenschen der huis vrouwen ontvangen en kenbaar maken aan de fa brikanten in binnen -en buitenland, nieuwe artikelen keuren en eventueel aanbevelen aan de huisvrouw. Spoedig zal een keuze-tentoonstelling te Amsterdam ?op kleine schaal een beeld geven van deze werkwijze. Hier zal n.l. alleen worden geduld, wat inderdaad in de huishouding aanbeveling verdient. Alle niet of half bruikbare voorwerpen worden geweerd. Dit plan schijnt ons zeer goed voor verwezenlijking vatbaar. Jammer dat men zich daartoe niet heeft beperkt, nu zou men door te veel aan te pakken de plannen Wel geheel kunnen doen mislukken. Intusschen zal zeker veel afhangen van haar, die met de uitvoering worden belast. Alles is in dit opzicht nog zeer vaag, maar wij waardeeren het, dat het hoofd bestuur van de vereeniging van Huisvrouwen dit plan, afkomstig van mevrouw van Waveren uit Haarlem, een kans heeft Willen geven. Want het is noodig, dat er iets gebeurt om het hoofd te bieden aan de vele moeilijkheden, ontstaan tengevolge van den tijdgeest en de tijdsomstandigheden. Als dan ook bij toekomstige werkzaamheden buitenshuis ge sproken Wordt van centrale keuken, durven wij niet onmiddellijk een veto te doen hooren. Tot nu toe toonde ons volk Weinig ervoor te voelen, hoe de toe stand zich in de toekomst zal ontwikkelen, zal ten deele afhangen van omstandigheden buiten onzen wil, maar dit ontheft ons niet van den plicht, zoover het in onze macht ia, invloed te oefenen in een of andere richting. * * f Zoo lazen wij juist een zeer suggestief werkje: De opvoeding onzer Meisjes" door A. E. Talens-Ebbens, (AE. E. Kluwer. Deventer) dat ons een nieuw stadium in de menschelijke ontwikkeling Wil aankondigen en de meisjes Wil opvoeden voor deze nieuwe samenleving, waarin zoogenaamde Woonschappen zouden voorzien in de stoffelijke en geestelijke behoeften der gezinnen op den grondslag van coöperatie en specialisatie van arbeid. De meisjes zouden hier naar haar aanleg voor huishouding of maatschappelijk werk worden opgevoed en toch gehuwd een geestelijk milieu voor het gezin vormen. Voor ons is bij dit specialiseeren de-harmonie nog verre te zoeken, maar het is onze bedoeling niet hier dit Werk uitvoerig te bespreken, wij vestigen slechts de aandacht erop, omdat schrijfster in vele opzichten zeer juist den Weg aanwijst, die onze maatschappij uitgaat, als geen invloeden in andere richting zich doen gelden. Ons lijkt het daarom wenschelijk, dat alle belanghebbenden mannen zoowel als vrouwen deze vraagstukken bestudeeren en zich bewust Worden, hoever zij kunnen meegaan met den tegenwoordigen ontwikkelingsgang, wat zij Willen tegenhouden. Men onderzoeke, zonder vooroordeel, wat Werkelijk verkeerd is, omdat het bijdraagt tot een ongezonde, onharmonische maat schappij, wat slechts verkeerd schijnt, omdat het anders is dan het oude, dat wij liefhebben. -Wij raden een zeer critische lectuur van De op voeding onzer Meisjes" aan, omdat het eigen inzicht in deze vraagstukken kan verhelderen en daardoor kan bijdragen tot het vinden van nieuwe wegen, al zou het niet zijn in de door de schrijfster aangegeven richting. Wij bevelen eveneens het Instituut" aan in de algemeene belangstelling, als een proefneming, die slechts tot iets goeds kan leiden, als er van vele zijden steun en critiek komt. Al moge er verschil van meening bestaan omtrent de nieuwe wegen, die de voorkeur verdienen, vrij algemeen leeft in ons volk nog het bewustzijn, dat behoud van het gezin noodig is om de verwording van de maatschappij tegen te gaan; en een der mid delen tot redding van het gezin is vernieuwing van de gezinstaak. Allen die hiervan overtuigd zijn, dienen dus elke poging op dit gebied zooveel mogelijk aan te moedigen. VÓÓR DE WINTER KOMT DOOR TINE COOL BATIKWERtf DOOR ELIS. M. ROGGE T T OE bijzonder is de middag, alles is zoo malsch **? van toon, vochtig, kleurrijk, met tinten die in elkaar oversaan en vervloeien. Stil, zonder wind of een zuchtje is het. Een blad valt; een meesje zegt wat tot een ander, dat antwoordt. Zacht is het, het zou kunnen, dat alles weer ging groeien, de koude is weg. Het zal niet lang meer duren of het is donker, daarom is er een afscheid nemen en het is zoo ver wonderlijk geheimzinnig rustig. Het zou mogelijk zijn dat er zoo'n dag dit jaar niet meer kwam en vandaar is er zoo groote weemoed. Toch is er achter de gesloten hemel, waarvoor al de kronen van de boomen zich elk op eigen wijze houden, veel licht dat nog blijft dralen. De Clemathis Davidiana heeft purperbruin blad, de adelaarsvaren donkergotid; de Phloxen hebben groen en geel nog over. De Treurroos draagt blaadjes van verschoten rood, wat zich in de verte in een nog bebladerden boom herhaalt. De Pyrethrums bloeien nog een beetje en zijn voor zichtig met hun wit, laten het niet spreken. De Aucuba en de klimop zijn het donkerst en de Philadelphus is het lichtst van blad. Vochtige damp is in het bosch achter den tuin. Op het paadje liggen de bladeren, zij gelijken schelpen. Hoe houdt zich de berkeboom,met de katjes al voor het voorjaar ! Hoe staat de Kaardebol met de fluweelige zaadkorven omvangen door de zilveren spiezen! Daar komt de damp uit het bosch in den tuin, de rijpheid van kleur is voorbij, de nacht zal er aan stonds zijn. De mugjes dansen niet meer. Het verlangen is weg. De nacht houdt den tuin voor zichzelf, wij kunnen rte gordijnen sluiten. BERTHA BAKE exposeert haar batikwerk in De Kerkuil te Haarlem. De tentoonstelling is klein, doch uiterst exquis, en de omgeving leent er zich toe om de fijne kunst van de knappe batikster tot haar volle recht te doen komen. Me j. Bake legt er zich blijkbaar op toe haar ornamentiek iets te vereenvoudigen. Zij werkt meer dan vroeger met vlakke velden, wij zouden zeggen haar werk wint daardoor en is krachtiger van uiting. Aan de gevoeligheid is nergens te kort gedaan. Haar composities zijn als minutieuse penteekeningen op het doek. In krullen en kringen speelt de tjanting over het oppervlak en laat een waslijn na als Webbe zoo fijn, voeg daarbij een zeer voornaam coloriet en ge krijgt schoonheid, die door weinigen op deze wijze te benaderen is. Het hoogtepunt van Bertha Bake's kunst is hier bereikt in de groote lampekap met gamma van linde bloesem-tinten tot zeer donker, onderbroken door oud rood. Bevallig plooit zich de zijden stof langs den onderrand. Een werkstuk waarlijk van vrouwelijke gratie. In hetzelfde genre is ook een wandlap gebatikt met een dessin van golvende lijnen en teerkleurige vakken. Daarnaast hangt een donkere zijden doek. Hebben hier de vogels Bertha Bake geïnspireerd tot die wondermooie compositie van den rand? En dan het vaandel aangeboden aan de vliegers bij hun tocht naar Indië. Met meesterhand is hier het ornament van de landkaart en de wiekende vogels der lucht verre boven het banale gehouden, ja verworden tot een decors van beteekenis. Dat Bertha Bake met haar tijd mede gaat, getuigt de schoorsteenlap ter vervanging van den spiegel. 't Is een compositie van rechthoeken. De kleuren loopen van gelig wit tot grijzig zwart, in een licht middenvlak met donkere omlijsting. Juist dit doek, waarin de batikster haar teekentalent aan den teugel houdt, treft door de nobele en geniale opvatting en kleurverwerking. Nog zijn er tal van smalle loopertjes en enkele theemutsen, alle dragen het stempel van een conscientieuzen arbeid, die alleen wordt geboren uit de groote liefde tot het werk en den drang om naar beste krachten de schoonheid te dienen. Grand CaféRestaurant,, DE HEEMRAAD" N. BINNENWEG 276 ROTTERDAM 8 Billards Orchestre SPRATO VOOR DE POORT Voor M. Zooals een zwerver, die door 'f /even trekt Allén met zijne mars vol zorgen. Des avonds maf zijn moede leden strekt, En wacht in eenzaamheid den morgen, Soms plots ontwaakt, waar nog het duister staa En waande 'f licht reeds op den akker , Dan peinzend zoekt naar 't mild en stil gelaat Van een gedroomden, (rouwen makker; Zooals een zwerver dan hervindt een lach. Die lang reeds was van hem geweken, En voor hef rijzen van den nieuwen dag Zich opmaakt naar beminder streken. Geen rust meer kennen zal, vóór hij betreedt De dierbre we/bekende landen, U/aar hij voor reizensmoede do/aards weef De warme lamp der liefde branden. Zóó zijl gij, arme, wel tof hier gegaan. Uw droom is uil! Uw oog wel wakker. Treed f in! Blijft langer nief meer buiten staan. Mijn lampje brandt.... //r ben Uw makker! BERT VAN REEST De Hofstede OUD-BUSSEM" zendt U eerste keur Roomboter metRijksmerk per postpakket. TELEFOON 139. POST-ADRES NAARDEN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl