De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 25 december pagina 10

25 december 1926 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2586 - Door een als rozas bebeiteld luikje in den voorsten gevel-punt kon men binnen kijken. Monne was de eerste die er zijn nieuwsgierig gezicht tegen duwde. Hij keek even asemloos, en kwam met n zucht en verschietend recht. Wie had da' kunnen denken'. Een van der Weyden heeft er ni aan !" zei hij uitgelaten tot Bonie die daar stralend stond en waarachtig tranen in zijn pimpelende oogskens droeg, 't Was waar wat Monne zei. Een primitieve schilderij was het, van kleur en van gebaar! Op een groen heuvelken aangebracht tegen den linkerkant rees er een open, bouwvalligen stal en onder het dak van verweerde en bemoste plankskens, gouden bestraald door een lichtje dat men niet zag, zaten roerloos in hun sierlijk-plooiende Weeren twee wassen beeldjes verbeeldend Maria en Jozef rond een kribbeke waarin een bloot kindeke lag. Achter hun stonden de os en de ezel. Rechts, schuin onder het luikje, stapten doedetzakspelende herders op, met breede vilten hoeden op en mantels over de schouders gedraaid: figuren als geknigt uit een primitieve Aan bidding der Drie Koningen. En klein, van tegen een zacht-flikkerenden, fluweelen sterrenhemel, kwamen van een verre heuvel de Drij-Koningen nader met kerneis, soldaten en knechten niet te tellen bijkans, terwijl over het Stalleke zelf een kring van vedelende, witte engelen zweefde. En in eenen keer, terwijl ik daar zoo stond, begon nen zoowaar de herders de armen op hun doedel zakken te bewegen, de engelen vedelden zachtjes, de os en de ezel schudden den kop overentweer, Maria en Jozef knikten tegen het kindeke dat langzaam, heel langzaam zijn armkes open deed. Zie'nu eens, manne !" riep ik, ,,'t beweegt!" En met vieren verdrongen zich onze koppen voor 't rozas. Hoe lapt ge dat?" vroegen we allen tegelijk. Bonie lachte luidop om onze verwondering. Da' zeg ik nu eens ni ! Oe moet alles ni weten, curieuze mosterdpotten !" schertste hij. Doch een paar koordekes met klosjes aan die uit den bodem der kast hingen zegden ons dadelijk genoeg. En gade daar nu mee buiten komen?" vroegen we. Van-eigens da 'k er mee buiten kome. Morgenachternoen. En met meer ook nog!" Dat hij op Ke.'stmisdag zoo iets ging doen, we waren er blij om lijk Kinderen ! Maar wat dat meer" zou zijn geeneen van ons die 't gissen kon ! We stonden dan ook geen klein beetje verpaft 's anderendaags na den noen, na wel een half-uur wachtend overentweer te hebben gewandeld in zijn straat, Bonie met zijn Stalleken uit het ronde poortje te zien verschijnen verkleed in middeleeitwschen herder! Hij had een schapenpelsen, witte zip aan 't lijf, droeg een bruinen antieken vilten hoed en zijn groenbehoosde beenen staken in ruw-Ieeren, zoollooze zaklaarzen waarvan de schachten rond zijn braaien lodderden. En om zijn uitrusting compleet te maken had hij zoowaar een doedelzak onder den arm. Hij lachte gelukkig als een kind. ,,ls 't ni' goed?" vroeg hij ons. ,,Da's beter dan mombakkese make !" Hij duwde zijn slede de Deensche straat uit, het Kerkhofplein over en vatte post achter de Groote Kerk alwaar hij met dikke kaken en nijpenden elleboog een langzaam-stappend vooizeken te doedelen begon, Succes dat hij ermee gehad heeft! Tien keeren meer dan de vent van verleden jaar! Alleman wilde het zien ! De huizen stroomden leeg en voor een wijlke werd den wafelenbak daarbinnen vergeten. Zelfs, als hij aan de Kluis kwam, omstuwddoor wel honderd jong', kwamen de Paters er hun klooster voor uit. En geenen eenen was er of hij sloeg er over aan als voor een wonder. De vrouwen bizonder geraakten er niet over uitgeklapt. En Bonie speelde maar door precies of hij dat alles niet hoorde, Monne trok de koordekens en wij regelden de orde. Spijtig dat we ook zoo niet verkleed waren, dan was 't volmaakt geweest. Een stukske middel eeuwen zoo pardoes gevallen in ons schoon, oud stedeken waarover de klokken luidden ! Bonie heeft zijn leven nadien voortgezet zooals hij 't altijd gewoon geweest was, schimpend en schamPIANOmEL 30EKHORST= \STPAAT149 TELEfi:13051 pend op al die stom'heiligen rond hem, maar nooit heeft hij nog mombakkesen willen maken. Wij zijn er blijven komen en ook de vrienden uit Antwerpen en daar werd dan verteld over kunst, viool gespeeld, gezongen en gelachen lijk dat dan al gaat. Maar niets ging er boven zijn Kerstmissen, zei hij. Ieder jaar verscheen hij met een ander Stalleke van Bellehem en in een ander kostuum en iederen keer was zijn doedelzakspel schoonder gegroeid dan den laatsten keer. En misschien zou hij het nu nog gedaan hebben en kont ge eens pp Kerstmisdag naar Lier gaan toeristen om hem te zien, ware dien leelijken oorlog daar niet tusschen gekomen. Hoe 't kwam, versta ik niet, maar't was fataal, juist zijn huizeken werd geraakt, hoe verscholen en ver doken het er ook lag. Geen splinterke bleef er heel aan. Bonie zelf week uit met de groote vlucht en nooit is er nog izts gehoord van hem. Toen 't vechten in onze streek langs de Nethe ge daan was en Antwerpen gevallen, zijn we 't gangsken achter'tZwartzusterskloosterken nog eens ingewandeld om naar de puinen gaan te zien waaronder samen met zijn Stalleke zoo'n schoon stuk van ons leven begraven la? En 't was misschien flauw van mij, maar ik kon er niet aan doen, ik heb er staan schreien Tiel 16 Oogst '26 N. F. VAN GELDER & Co., AMSTERDAM, l Hoofdmagazijnen: PRINS HENDRIKKADE 25-27 Telefoon 42997 en 34062. Filiaal VAN BAERLESTRAAT40 Telefoon 20668. Gen OUD DELFTSCH POLYCHROME W E D G W O O Gen re: OUD DELFTSCH POLYCHROME E K L E U T E SERVI Air l 99 . f 2,90 . ?2,30 Tafelservies 65 deelig ? 340, Ontbijtservies 19 deelig ? 69,50 Theeservies 16 deelig j 43, HET AANGEWEZEN ADRES VOOR A A N V U L L I N GS S T U K K EN, ook al zijn de serviezen NIET door onze bemiddelin» geleverdOntbijtkop en Schotel per stuk 1 heekop en Schotel per stuk Voornaamste Kleedinqinrichtin op elk gebied

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl