Historisch Archief 1877-1940
-«0.2586
GROENE AMSTERDAMMER/WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
OP DEN ECONOMISCHEN
UITKIJK
DOOR JHR. MR. H. SMISSAERT
Een Nederlandsch C. C. C. C,"
NIET om des lezers belangstelling wellicht te
prikkelen ,door een raadselachtig opschrift
plaatste ik die vier C's" hierboven ik zal ze dade
lijk verklaren maar omdat dit opschrift mijn
onderwerp juist aangeeft. The C.C.C.C." is in
Engeland de welbekende, afgekorte naam van The
Central Committee for the Care of Cripples" en nu
weet gij dus dadelijk, dat ik u Wederom over zorg
voor lichamelijk gebrekkigen onderhouden ga. We
derom, want ik deed dit ook een jaar geleden in mijn
Pro Domo", maar ditmaal wil ik de zaak wat ruimer
en breeder' beschouwen.
Het is niet te veel, als ik eens per jaar dit onderwerp
aanroer, want het verdient uwe, ons aller,, belang
stelling, terwijl daaraan veel te weinig aandacht wordt
geschonken; zelden zult gij in courant of tijdschrift
iets daarover vinden. En toch verdient de zaak
warme sympathie. Niet alleen omdat zij sympathiek
is, maar ook uit (laat mij zeggen) economisch"
oogpunt is zij van groot gewicht. Toen in November
1920 het C.C.C.C. te L,onden eene vergadering in den
Guildhall had belegd, zeide de Rt. Hon. J. Herbert
'LeWis als vertegenwoordiger van den Board of
Education" daar o.a. dit: Maar ik doe geen beroep
op de teedere harten', die bij duizenden te vinden zijn
in deze groote zakengemeenschap; ik doe een beroep
op de harde hoofden, die ook hier en over het heele
land te vinden zijn. Wanneer die begrijpen, dat met
geschikte behandeling en opleiding 75 pCt. der li
chamelijk gebrekkige kinderen van dit land gemaakt
.kunnen Worden tot behoorlijk-werkende arbeiders,
dan zullen zij ook begrijpen, dat de gelden, ten koste
gelegd aan hun: behandeling, niet alleen voor een
goed doel besteeg worden, maar eene goede belegging
zijn. Het beteekent, dat duizende kinderen, die anders
zouden opgroeien als een last voor hunne nabestaan
den en de gemeenschap, nuttige, in eigen onderhoud
voorziende burgers zullen worden. Wanneer het
publiek dat eenmaal heeft ingezien, dan geloof ik niet,
dat het moeilijk zal vallen publieke medewerking te
verkrijgen".
Nu kunnen ook Wij, hier in Nederland, wijzen op
gevallen, waarin wezenlijk bereikt is, dat lichamelijk
gebrekkige kinderen door geschikte behandeling en
opleiding gemaakt werden tot nuttige, in eigen onder
houd voorziende burgers en op nog veel meer gevallen,
waarin althans lijden verzacht werd en de gevolgen
der gebrekkigheid zooveel mogelijk werden verholpen.
Maar ik moet daar dadelijk aan toevoegen, dat er op
it gebied jammerlijk weinig ten onzent wordt gedaan
Makelaar J. D. R.Nienaber
TÜEZ. maand: WONINGGID5.
en dat er in Nederland, vergeleken b.v. bij
Duitschland en Engeland, is een diep-beschamende achter
stand.
In tweeërlei komen wij ten aanzien der zorg voor
lichamelijk gebrekkige (niet kinders alleen, maar ook
volwassenen) tekort: er is veel en veel te weinig hulp
en: in de hulpverstrekking is geen stelsel. In het voor
woord van een Engelsch boekje (?The care and cure
of cripple children") wordt zoo volkomen terecht dit
gezegd: Zonder organisatie, die omvatten moet
vroegtijdige diagnose, dadelijke en voortgezette be
handeling," na-zorg, opvoeding en vak-opleiding om
tewerkstelling mogelijk te maken, kan het vraagstuk
niet met succes worden aangevat".
Zoo is het. En aan die organisatie ontbreekt het
ten onzent zoo goed als geheel. Wat wij noodig hebben,
is velerlei: allereerst moet het geval" worden vast
gesteld, d.w.z. de reeds ontstaande of in kiem aan
wezige misvorming moet herkend" worden; er
moeten in vele plaatsen van ons land
consultatiebureaux zijn, waar de noodige maatregelen kunnen
worden voorgeschreven en op de behandeling kan
worden toegezien; voor operatief ingrijpen moeten
de noodige instellingen aanwezig zijn en de gelegen
heden voor voortgezette behandeling mogen niet
ontbreken; daarnaast is er behoefte aan onderwijs en
opleiding, aan medewerking tot het vinden van, voor
den gegadigde geschikten arbeid; behoefte ook aan
na-zorg. En dit alles moet stelselmatig functioneeren;
niet een veelheid van los-van-elkaar-staande be
moeiingen moet er wezen, maar een eenheid van in
onderling verband naar eenzelfde doel strevende in
stellingen en organisaties, die elkaar aanvullen, waar
van de eene der andere arbeid voortzet, zoodat de
keten sluit.
Dat wij ver achter staan bij het buitenland, zeide
ik u reeds. In hoofdzaak kennen wij niet veel meer
dan (naar anciënniteit) Ie. de Johanna-Stichting te
Arnhem, 2e. de Adriaan-Stichting te Rotterdam en
3e. de Vereeniging voor Misvormden te Leiden (voor
zitter Dr. Murk Jansen). Deze drie organisaties Werken
goed, elk op hare eigene Wijze. Voorts is er hier en
daar (te Rotterdam en te Utrecht, wellicht nog elders)
een consultatie-bureau. De opsomming is hiermee
vrijwef ten einde; laat mij nog de Corneliastichting te
Beetsterzwaag noemen, die echter niet enkel ge
brekkigen verzorgt.
Nu zijn wij onlangs iets verder gekomen. De drie
bovengenoemde instellingen gaan thans samen in de
Centrale Vereeniging voor Lichamelijk Gebrekkigen",
die men het Nederlandsche C.C.C.C. zou kunnen
noemen, omdat zij, gelijk de Engelsche, het ontmoe
tingspunt Wil zijn voor allen, wien de zorg voor
lichamelijk gebrekkigen ter harte gaat. Haar doel is
ruim gesteld: het bevorderen van alle hulp, die erop
gericht is om lichamelijk gebrekkigen in Nederland
een zelfstandig bestaan te doen Winnen". Als middelen
daartoe noemen haar statuten: het vestigen van de
openbare aandacht op de noodzakelijkheid van zoo
danige hulp, het -bevorderen van de oprichting van
en samenwerking tusschen zoodanige hulp beoogende
instellingen en voorts alles wat aan de bereiking van
het doel ten goede kan komen.
Een waar centraal comité" wil deze Vereeniging;
dus wezen. Zelf verleent zij geen steun. Maar zij wil
sterk propagandistisch werken en verwacht van de
verhoogde belangstelling uitbreiding van het aantal
organisaties. De oprichting van instellingen wil zij
bevorderen; zij zal zich dus beijveren om lieden van
goeden wille op te wekken om in hun omgeving de
zaak aan te pakken; tusschen die instellingen wil zij
dan samenwerking bevorderen.
Natuurlijk is de bedoeling niet, iets te kort te
doen aan de volkomene zelfstandigheid en onafhan
kelijkheid der aangeslotene organisaties; dat ligt ook
niet in de lijn, welke dit C.C.C.C. zal hebben te
volgen om haar doel te bereiken: propaganda, uitbrei
ding van de zorg, samenwerking. Men bereikt geen
dezer drie desiderata door zich in andermans zaken
te mengen.
Voor het bestuur der centrale is er werk genoeg
aan den winkel. Waarin dat werk zal moeten bestaan,
is nu wel reeds duidelijk. Het eerst-noodige zal, dunkt
mij, zijn de propaganda. Het openbaar geweten zal
moeten worden wakker geschud. Wij moeten gaan
beseffen, dat Nederland, zoo trotsch op de vele
dingen, die inderdaad hier beter zijn dan elders, op
dit gebied allerjammerlijkst ten achter is althans bij
Engeland en Duitschland; beseffen ook, dat hier een
nood is, waarin moet worden voorzien: individueele
nood, omdat vele ongelukkigen niet worden geholpen;
algemeene nood, omdat de gemeenschap daaronder
lijdt, daar zij belast wordt met de gevolgen van hare
eigene nalatigheid. Is eenmaal de publieke belang
stelling gewekt (en Wordt zij voor indutten behoed),
dan zal het treffen van voorzieningen gevoeld worden
als iets, dat nu geen langer uitstel mag dulden. Ook
daarbij zal de Centrale Vereeniging nuttig werk
kunnen doen, juist doordat in haar bestuur lieden.
zitting hebben, die Weten waar de dringendste be
hoefte is en hoe dit het best verholpen kan worden.
Vanzelf zal, dunkt mij, bij het groeien van het aantal
organisaties de onderlinge samenwerking groeien,
want men zal inzien, dat de een van den ander kan
leeren (en v.v.) en dat men dus elkaar niet ontloopen,
doch opzoeken moet.
Zoo ongeveer zie ik in de naaste toekomst de lijn der
(te hopen) ontwikkeling voor deze centrale Vereeniging.
Veel werk aan den winkel, maar mooi en uiterst
nuttig.
HOTEL DESPAYS-BAS
Wagenstraat 102 DEN HAAG.
Rustig familiehotel. Koud en warm stroomend
water op alle kamers. Aanbev. J. M. v. d. SANDE.
Hypotheekbank voor Nederland
l
AMSTERDAM - KEIZERSGRACHT 482
Dir. Mr. A. S. VAN NIEROP, P. PEELEN Jr.
4'/2 % Pandbrieven 99'/2 %
Serie H. in stukken van / 1000.?, / 500.?en ? 100
Met verplichte jaarlijksche uitloting van tenminste 4 pCt.
J
LEVENSVERZEKERING- iiiiiiiiiiniiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiuiiiiuiiniHiiB
- MAATSCHAPPIJ
Zeer veilige grondslagen l?l rA |M r"| | |Y\
Stijgende extra-reserves lll»B»llt-i ?
Vraagt het jaarverslag iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiuiiiiill
Binnenlandsche Hypotheekbank
VGRAVENHAGE
Geeft uit 5 pCt Pandbrieven tot den koers van 100 pCt
Utrechtsche Hypotheekbank
UTRECHT
Pandbrieven f 42.000.000.
De Bank stelt beschikbaar:
4l\2 pCt Pandbrieven a 99l\2 pCt
in stukken van f 1000.?, f 500.?en f 100.
De Directie:
Mr. A. J. S. VAN LIER Mr. P. R. HOORWEG
ROTTERDAMSCHE
SCHEEPSHYPOTHEEKBANK
WIJNHAVEN 94a
UITGIFTE van
5°/0 Pandbrieven tegen 100%
De Directeur: Mr. W. C. MEES