De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 1 januari pagina 13

1 januari 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

E GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 MUZIEK IN DE HOOFDSTAD DOOR CONSTANT VAN WESSEM Concertgebouw TV/TELODIE en hartstocht, ziedaar Berlioz' orato?*?*?*? rium La Damnation de Fa.ust" ! De orchestrale kleur mag in zijn tijd inspiratief zijn geweest voor Wagner en later voor Richard Strauss, die Berlioz' instrumentatieleer opnieuw bewerkte, en anderen, zij is toch 'niet de voornaamste waarde van deze schepping van Berlioz. Ik begrijp hen ook niet, die zeggen dat de orkestkleur van het Menuet des jeux follets" verbleekt zou zijn: men kan toch alleen spreken van een meer of minder bezielde inter pretatie. Bij Berlioz wordt alles bepaald door de , interpretatie, iedere klankverhouding, ieder akkoord, ieder forto; ieder pianissimo. Berlioz' muziek is een ontlading zooals zij het voor den Componist zelf was. De atmosfeer is electrisch in de Damnation de Faust" en in de instrumentale deelen met hun ver vaarlijke tumulten, de helsch-heroïeke Hongaarsche marsen, b.v. knetteren de vonken en slaat het in, in onze zielen. Het is alsof de realiteit even uit den droom treedt, de atmosfeer is opgeklaard, een nieuwe muziek kan beginnen. Bij weinig componisten mag , men met zooveel reden zeggen, dat er magie" in bun muziek zit, die alleen maar op het signaal van den interpretator wacht: dat is ook de reden waarom zij niet veroudert. Pierre Monteux was dien Donderdagavond zulk «en interpretator. Monteux is in Berlioz altijd zeld zaam bezielend, hij sleept ons mee, hij laat het rondom ons laaien en branden en woorden als hel en hemel worden bij zulk een muziek opeens geen vage klanken meer. In deze prachtige uitvoering van de Damnation de Faust" bleek echter de keuze der solisten minder gelukkig. Op dit hooge, bezielde peil bleken de ver tolkingen noch van Mia Peltenburg als Marguérite, noch van Louis van Tulder als Faust te staan. Alleen in de Mephisto van Charles Panzéra leefde die eigenaardige, losbarstende gespannenheid, waar van het geheele werk vol is en die zich in zijn Mephistovoordracht soms ontlaadde in de rauwe, door harts- .tocht ontkleurden toon. Mej. Peltenburg vatte haar voordracht geheel op als een oratorium-partij, van Tulder gaf een vollen toon, doch die naast het intelligente zingen van Panzéra iets banaals kreeg en de phantasie niet bevredigde. Wij willen deze muziek nu eenmaal hooren als een onweer, overrompelend door zijn plotselinge, felle en overmatige uitbar stingen, muziek, die zich loswringt uit de oratoriumvorm en in de verbeelding reeds het melo-dramatisch begeleidend gebaar oproept. Zóó voelde Monteux het blijkbaar ook en wij danken hem voor deze ^zeldzame interpretatie van Donderdagavond. Op de concerten van het Concertgebouw bracht Monteux ons een tweetal noviteiten. De eerste noviteit was een Engelsen werk, The planets". Zeven planeten laat Oustav Holst in muziek ? draaien. Wat Holst eigenlijk door den muzikalen telescoop gezien heeft is ons niet erg duidelijk. De ' maan is rond en men teekent er een gezicht op en vermoedelijk heeft Holst zoo op al deze planeten volgens hun naam gezichten geteekend. Zijn Mars draagt een Stahlhelm" en is trpmmelslager, zijn Venus is waarschijnlijk het meisje dat men nooit vergeet", .zijn Mercurius is journalist, Jupiter een ? drinkebroer, Saturnus gelijkt op Sylvester, Uranus is de naam van het Abracadabra en Neptunus wordt de laatste muzikale uitspraak" of zoo iets, een soort i. sferenmuziek, als waarvan Lucianus reeds droomde. Holst's sterren twinkelen en zijn muzikaal wat koud en hun rythme, hoewel van een gewilde magische" eentonigheid doet mij desonsdanks denkenaan het trage mechaniek, waardoor op een antieke staande klok zonen maan met den tijd mee kunnen draaien. In Neptunus zingen een aantal damesreden van Toon- kunst" een sirenen^achtigen klachten haar Ah" ,'sterft weg met het geheele stuk. The planets" duurt lang en wordt eentonig als het sterrenkijken zelf voor hen, die niets zien. Nog maals, .wat wil deze muziek? Interessanter was de tweede noviteit, Hindemith's Konzert für Orchester". Hindemith is op het oogenblik het Duitsche enfant terrible". Inderdaad s zijn muziek een reactie. Hindemith laat ons al onze eerwaardige muzikale vormen zien van den ? achterkant, zóó iets als de schaduwbeelden der musiceerenden op den wand. Het heeft ondanks een overvloedige musiceer-neiging iets parodistisch. Hindemith reageert verwoed tegen de bedachtzame, mathematische vormen-muziek: hij laat zichzelf den vrijen teugel, de vorm komt Wel terecht, denkt hij. .Hij laat een aantal melodieën los op verschillende instrumenten. Zijn stemmen, zijn lijnen stroomen" voort. Het doet er niet toe óf het veelal niet meer te volgen is in de brouhaha, die ontstaat door dit individueel gespeel der instrumenten en iedere '?* harmonische steun voor ons zoek is. Muziek is een werkzaamheid, overal en onder alle omstandigheden. < Componeerde hij niet de finale van een strijkkwartet , dat des^avonds nog gespeeld^moest worden, in den Teekening voor cfe Groene Amsterdammer" door W. Heskes trein? Hindemith's roekelooze overvloedigheid heeft iets van dien van Milhaud in vroegere jaren. Hun werk heeft ook iets verwants door de pluritonale neigingen van hun melodieën. Veel succes had Hindemith's Konzert" in concerto grosso-stijl hier niet. Dan hoort het publiek Rossini's Semiramis"ouverture liever, volgens het applaus, dat dit werk onder Monteux' rake en soepele directie verwekte ! De Fransch-Engelsche pianist Jean du Chastain heeft ons op een der concerten het tweede piano concert van Liszt voorgespeeld. Van de twee piano concerten van Liszt is dit studie-concert het minste en alleen merkwaardig door de oplossing van het piano-timbre in de orkest-kleur. Du Chartain speelde het concert met vaardigheid, doch wat stug. De zangeres Maria Basca was een aangename kennismaking. Zij heeft een prachtig getimbreerd geluid, dat niet overal technisch even soepel functio neerde, doch veel bekoring wekte, vooral in de aria uit Cherubini's Demofonte". Met een aria uit een vergeten opera van Haydn Ariadne auf Naxos" was Maria Basca, zoowel in de voordracht als in de keuze van het stuk ongelukkig. Het succes was daardoor minder groot dan de zangeres verdiende. EEN BOEK OVER DEBUSSY Claude Debussy, door Rienf van Santen. Uitgave J. Philip Kruseman, Den Haag Een boek over het intieme leven van Debussy dat intieme leven, dat zijn vrienden tegen vreemde oogen hadden verweerd (ik herinner mij nog die voorname uitspraak van O. Jean Aubry, die zeide, toen hem als vriend van Debussy intieme bijzonder heden Werden gevraagd: Je me conformerai toujours a son desir en ne livrant pas a la piblicitédes questions qui n'interessaient que sa vie privée") moest vroeg of laat wel (geschreven worden. Geen groot man is voor de publieke nieuwsgierigheid veilig en steeds meer details lekken uit. Ongetwijfeld bevat het thans in deserie^.Beroemde musici" bij Kruseman verschenen Werk van Rient van Santen over Debussy's leven veel Wat men nog niet Wist". Dat b.v. Debussy twee vrouwen heeft gehad: de eerste, die Wel al zijn zorgen met hem mocht deelen, maar niet zijn eenzaamheid en van wie hij in de jaren van de Pelleas"-muziek is gescheiden, en Emma Claude Debussy, de dochter uit de Parijsche haute finance", die hem de luxe kon geven Waaraan zijn verfijnde geest van kindaf aan behoefte had. Egoïst! roepen de brave luidjes. Wie zal het zeggen? Ieder artiest is op zijn manier egoïst als het zijn kunst betreft en velen beschouwen het als hun goed recht materiaal vrij te zijn voor hun Werk. En zeker trof Debussy in zijn tweede vrouw, degene die hem als artiest Was genaderd en hem geheel begreep, en de liefde was wederkeerig. Alleen, de tweede mevrouw Debussy heeft niet den hoogsten wensch van haar man, den wensen, dien zijn vrienden kenden en respecteerden, in eere gehouden en zij heeft haar bezoeker, den heer van Santen,lieveintiemiteiten verteldeninspireerende goudlakken met goudvisschen er op getoond (afge beeld in^van Santen's boekeen ;_maar ten SCHILDERKUNST DOOR A. PLASSCHAERT Wolteren Rueter; Pictura, Groningen. 'k Ben altijd benieuwd naar schilderijen van schil ders, die ik ken, tentoongesteld in plaatsen, waar ik ze gewoonlijk niet zie. Want ge kunt u nog zoo abstract houden, als maar mogelijk is, van de plaatsen waar ge schilderijen vindt in sommige steden lijken ze u gansch natuurlijk toe in hun aanwezigheid; in an dere steden schijnen ze op een baar te liggen als doode dingen; ze zijn daar niet gesteund door het innig leven van een stad, ze zijn daar vreemd en van zichzelf vervreemd. Groningen is een ageerende stad; de schilderijen zijn daar opgenomen in de actie, die als een spheer, alle dingen omhult. Ik vond in Groningen Wolier en Rueter. Wolter was er met stads gezichten uit Londen en Amsterdam, met voor stellingen van confectie-ateliers, met portretten van Zeeuwsche kinderen etc. De twee beste dingen van dezen vaardigen professor waren ongetwijfeld n confectie-atelier en de Arnemuidsche visschersjongen". Er waren meer confectie-ateliers" maar No. 5 leek mij daarom de andere te overtreffen, omdat er een aangenamer ruimte was tusschen de figuren (strijksters etc), dan in de andere teekeningen, en omdat er in dit werk een psychologischer accent niet te miskennen viel. Evenzoo was dit laatste meer duidelijk in den Arnemuidschen visschersjongen vóór den groenen achtergrond dan in de andere Zeeuwsche portretten. Het is toch waar dat Wolter de figuur gewoonlijk meer picturaal-anekdotisch ziet, dan als een fel en groot psycholoog. De stadsgezichten, die ik tusschen de andere verkoos, zijn die waar het effect zeer levendig is weergegeven, of waar een stemming" werd bereikt. Hiertoe reken ik de Londensche stukken (11,12,22) en van de Amsterdamsche No. 14 en 20. Is Wolter in zijn werk een buitenman", Rueter is in zijn portretten de teekenaar en schilder in een binnenkamer. Dat is de atmospheer van zijn werk. Hij was hier, zqoals altijd, het best, waar hij het minst deftig behoefde te doen. Als altijd was hij, wanneer hij statieus werd (zie No. 22) lichtelijk bela chelijk. Zeker niet belachelijk was hij en uit de school van Jan Veth, in een breiende dame (15); in het portret van Jan Veth zelf (14). Hij was daar respectueus en vol toewijding. Hij slaagde daar, voor zijn doen goed, en zoo ver als hij gaan kon. Zijn bloem stukken hebben tot nu toe geen bekoring voor me; ik ben ze grootscher, inniger of zuiverder gewend. Van de verdere portretten noem ik dat van zijn vrouw; van Mej. V. (psychologisch); de kleine P (in bruinen); No. 6 om de oogjes, Corry de R (ijl, ietwat als een phantoon) en een Jongens portret 31 (verfijnd van Rueter). Beide schilders waren dus in Groningen, zooals ik ze elders vond: vlot d'een; toegewijd, maar niet rijk of groot de andere. slotte: waarom, zouden Wij het nu allemaal ook niet mogen weten? Debussy's muziek zal het niet meer kunnen schaden of we nu leelijks of goeds uit het leven van Debussy mér weten en zelfs de enkele bijzonder heden, die vroeger verspreid Werden, hebben reeds bewezen dat de intieme details geen toelichting geven op zijn muziek, zooals b.v. de prentbriefkaarten van Spanje, die alles waren waarmede Spanje zelf Debussy tot Iberia" heeft kunnen inspireeren. Het eene leven verduidelijkt het Werk juist door in details en in daden gekend te worden, b.v. het leven van Franz Liszt, terwijl het andere en onder deze categorie valt dat van Debussy er geheel ter zijde van blijft en ons alleen iets leert over het merk sigaren, dat de compo nist rookte en of hij veel van zijn dochtertje hield, enz. Intusschen heeft de heer van Santen, die zoo enthou siast en met de beste bedoelingen na zijn bezoeken bij mevrouw Debussy uit de school klapt", een aardig boek geschreven, waarvan het alleen jammer is, dat de stijl niet wat meer verzorgd werd. Telkens treft men de leelijke constructie van het jaar brak aan, wat zooveel goeds zou brengen". De uitgave is voorzien van voor een deel onbekend illustratie-materiaal. CONSTANT VAN WESSEM DIT MERK IS EEN WAARBORG VOOR ONOVERTROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY. AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAAO.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl