De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 1 januari pagina 19

1 januari 1927 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

tto. 2587 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 FEUILLETON i B IJ DE MAPUCHEN-INDIANEN van een groot smerig dorp, dan van een bloeien de stad. Gesticht in Februari 1881, door den minister van Oorlog, als een versterkte plaats tegen de Araucaniërs (Indianen) die na in 1864 vrijwillig het Chileensche gezag erkend te hebben, opnieuw tegen dat gezag opstonden, heeft zij zich in die 45 jaar ont wikkeld tot een bedrijvige handelsstad met ruim 45.000 inwoners. Door haar gunstige ligging aan een kruispunt van sporen in een zwaar beböschte streek ontstond een levendige houthandel. Ook is zij een drukke, marktplaats waarheen de Indianen uit de om streken komen om zaken te doen. De markt wordt gehouden op een groot modderig veld, tegenover het station. De vrouwen gaan blootsvoets, met twee lange vlechten op den rug, waarop vaak ook nog een kind hangt, dat op een soort plank vastgebonden is, de mannen zitten statig te paard met groote kaplaarzen.waaraan geweldige sporen en de voe ten instijgbeugels,die veel op gesneden klompen lijken. Zij verkoopen hier hun graan, kippen of choapinos", wollen kleedjes met schelle kleuren en weinig gecompli ceerde patronen, die de vrouwen met de hand weven. In het centrum van de stad zijn de plaza en een paar winkelstraten geplaveid. Hier zijn ook echte winkels en niet, zooals in den omtrek van het station en in de buitenwijken, de lage open zaakjes, waar alles maar buiten in den regen hangt. Die groote winkels zijn van Duitschers en van enkele Basken, die in; grooten getale naar Zuid-Amerika geëmigreerd zijn; zij zijn noeste werkers met geringe 'behoeften en bezitten een groot aanpassingsvermogen; allen brengen het hier tot iets. Hiervan getuigt de Avenida Allemanica, een zeer breed aangelegde, voorloopignog onbestrate, laan, waaraan groote, meestal zeer leelijke guinta's of villa's liggen, die bijna alle van Duitschers zijn. Dat het slagen der emigranten niet altijd alleen een gevolg is van hun ijver en ondernemingsgeest, zal verderop blijken. In de omstreken van Temuco wonen de Indianen: de Araucaniërs of Mapuchen,zopals ze zich zelf noemen, een zeer strijdlustig ras, dat zich nooit aan de Span jaarden heeft onderworpen en pas in 1864 aan de Chilenen. Ze zijn leelijke, kleine, gedrongen menschen met gezichten, die sterk aan de Mongolen herinneren "U" ET is te begrijpen, dat er in een land als Chili, dat 4200 Kilometer lang is, *? -"*? groote verschillen in klimaat zijn. In het Noorden waar de salpetervelden zijn, regent het nooit, in het centrum weinig, in het Zuiden daarentegen regent het twee derde van het jaar, daar valt zoo ongeveer twee a drie en een halve meter regen. Vergeleken daarbij, heeft ons kikkerland, waar ongeveer 3/i M. regen per jaar valt, bepaald een droog klimaat. Het eigenaardige is, dat hoewel Zuid-Chili volstrekt geen tropisch klimaat heeft, men er ook van een bepaalden regenmoesson kan spreken. Die valt dan in den winter, en alles wat men er ons van verteld had, overtrof nog onze verwachtingen op de reis van Santiago naar Temuco, waar de Indiaansche stam der Mapuchen zijn handelszetel heeft. Het hotel, dat ons, natten Europeanen,gastvrijheid verleende, was heel goed; zelfs netjes ook, evenals een paar andere die we nog van binnen zagen. Alle höteliers in Temuco zijn Franschen, maar lang niet allen hebben gelijk beroep in hun vaderland uitgeoefend. De onze was vroeger kleermaker; hij verzekerde ons, dat een Europeaan, leek in het vak, hier gerust altijd met iets nieuws kan beginnen, hij is altijd nog veel beter op de hoogte dan een Chileen, die het bedrijf beweert te kennen. t< ??' Temuco maakt met zijn breede ongeplaveide straten, die in den regentijd ware modderpoelen zijn, en zijn lage veelal houten huizen eerst meer den indruk en sluik zwart haar. Zij leven van landbouw en vee teelt. Hun huizen zijn zeer primitieve hutten rucas" met riet gedekt, soms heelemaal rond gebouwd; de wegen erheen zijn zoo slecht, dat er geen kwestie van was er in dezen regentijd heen te gaan. Paarden en rijtuigen blijven steken in den modder. Toen we met den trein naar het Zuiden gingen kwamen we er langs. Overblijfselen van oude kirltuur of van eigen kunst vindt men hier niet, zooais in Peru. Alle versierselen, die ze dragen, zijn zeer primitief, toch zijn ze er zoo op gesteld, dat ze deze nooit verkoopen, hoogstens worden ze in tijden van armoe beleend in een van de vele agencias" (pandjeshuizen) waar men ze dan kan koopen, als ze niet op tijd zijn ingelost. De Mapuchen zijn voor een groot deel Christenen, hoewel ze nog altijd aan vele heidensche gebruiken vasthouden. Er zijn hier veel Duitsche en Engelsche zendelingen, die onder hen werken. We bezochten een zendelingenschool van Duitsche Capucijner monniken in Padres de las Casas. In een tropische regenbui had een vuns rijtuigje ons er heen gebracht langs onbeschrijflijk vuile wegen. Door den druipenden moestuin kwamen we in de school. De gang hing vol kleine en groote ponsjos": een vier kante lap in soms bonte kleuren, waar in het midden een spleet is ingeknipt, waar het hoofd doorgaat, en die als cape of manteldienst doet. De klassen zaten vol Indianen, de kleintjes van een jaar of zes op de voorste banken, de grooten, jongens tot 18 jaar toe, achteraan, allen ijverig sommetjes en letters lezend. De Pater vertelde ons, dat de Mapuchen eindelijk inzien, dat ze er nooit komen zullen, als ze niet lezen, schrijven en rekenen kunnen; het is dan ook meestal zuiver eigenbelang, als ze hun kinde ren naar school sturen. Ze zijn volstrekt niet dom en heel ijverig. De oude jongens kunnen bij de paters ook een vak leeren, smid, timmerman, enz. Den moestuin hielden ze gemeenschappelijk in orde en de oudste jongens hadden zelfs, onder leiding natuurlijk, een orgel gemaakt, dat het eenvoudige kerkje sierde. Bovendien leeren ze erSpaansch; de Mapuchen hebben nog hun eigen taal. Verscheidene Basken en Duitschers, die hier in Termuco de grootste zaken hebben, danken deze niet het meest aan hun energie en vlijt, maar voor een even groot deel aan het bedriegen van de Indianen. Deze koopen in de winkels, wat ze noodig hebben en betalen na den oogst met graan. Daar ze tot nu veelal noch lezen, noch schrij ven en rekenen konden, was het gemakkelijk mis bruik te maken. Het gaat den vreemdelingen hier dan ook allen naar den vleeze en de meeste Indianen zijn en blijven straatarm. Enkelen hadden ingezien, dat kennis iets onmisbaars is in onzen tijd en waren al vroeger naar de broederschool gegaan. Een van hen is zelfs afgevaardigde voor Temuco in het Parle ment. Hij is een heel ontwikkeld man, die ons allerlei grappige oude gebruiken van de Mapuchen beschreef; zijn naam is: Mankilef, wat beteekent: vlugger dan de adelaar. Hij sprak zelfs Fransch, al was het dan ook zooals hij het zelf noemde: Francais comme un cochon." Hij was leeraar in de Chileensche geschiedenis en droeg het plan met zich rond om zijn vrouw en drie kinderen het volgend jaar naar Frankrijk te zenden. Zijn kinderen moesten daar studeeren. We kregen den indruk, dat hij dit vooral hierom wilde doen, om zijn kinderen in een andere omgeving te brengen dan de Chileensche, waar op de Indianen toch altijd zeer wordt neergezien. Maar of hij geld genoeg zal nebben zijn fraai maar kostbaar plan ten uitvoer te brengen dat staat nog te bezien. T. M. BOEKBESPREKING Wilhelm Schafer. De levensdag van een menschenvriend, Vert. v. J. Bruinwold Riedel. Amsterdam 1926. Mij. v. goede en goedk. lectuur. Het leven van Pestalozzi omvat een enorm stuk be schavingsgeschiedenis. Als men het begrip,,Fransch" wat ruim wil opvatten, zou men kunnen zeggen, dat Pestalozzi den paedagogischen kant van de Fransche revolutie vertegenwoordigt. Het heeft een diepe beteekenis, dat de Nationale Conventie hem in 1792 het eereburgerschap van Frankrijk aanbiedt. Zijn denkbeelden gaan voor een deel terug op Rousseau, maar die Was te veel dichter, te veel man van den droom, om zijn ideeën in daden om te zetten: de Fransche grootmeester der paedagogiek liet z'n kinderen opvoeden in een vondelingenhuis. Pestalozzi was man van droom en daad tegelijk; een hevige drang tot practische verwerkelijking bezielde hem. Dat zijn ondernemingen op maatschappelijk en opvoedkundig terrein vaak mislukkingen werden, vermindert niet de waarde zijner beginselen; hij leefde in een tijd, waarin tegenwerkende omstandig heden zich als bergen rondom hem opeenstapelden. Wilhelm Schafer gaf in zijn Lebenstag eines Menschenfreundes" van dezen merkwaardigen man een nauwkeurig levensbeeld. Nauwkeurig vooral in het kleine, het gedetailleerde, Waardoor de lezing hier en daar vermoeiend wordt; de massa's minutieuze bijzonderheden verdoezelen nu en dan het relief. De heer Bruinwold Riedel vertaalde het boek in zeer goed Nederlandsch. Is het niet wat misleidend, om een werk als dit in den handel te brengen als roman"? Ik voor mij geef er graag de heele slappe trilogie van Francesco Campana door de Schartens, eveneens in de W. B. verschenen, voor cadeau, al hoort dat Werk dan wél thuis in de serie Nieuwe romans"; maar wie een levens beschrijving koopt als roman", krijgt in ieder geval iets anders dan hij verwacht. t-t» HERMAN MIDDENDORP Kunstzaal VAN LIER naa»t net Postkantoor te Laren (K.-H.) ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl