Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2587
,!' <E
BIJ D£N DOOD VAN DRESSELHUYS
. ?. DOOK Mr. C. A. BOON
'? De ledige bank
ALS advocaat spoedig een vermaard pleiter; als
rechter gewaardeerd om zijn scherpzinnige von
nissen; als directeur-generaal van het
gevangenis? wezen studies makend in Engeland en Amerika en
,hervormingen in ons strafstelsel ontwerpend; als
secretaris-generaal van Justitie de rechterhand van
opvolgende ministers van Justitie, kwam hij voor het
eerat in direct contact met het Parlement, toen hij
als Regeerings-commissaris in 1912 op onnavolgbaar
knappe wijze het ontwerp Wetboek van Militair Straf
recht verdedigde.
, in 1916 deed hij zijn intrede in de Tweede Kamer als
ivolger van wijlen Mr. M. Tydeman, wiens plaats als
der der fractie van Vrije Liberalen hij innam.
Bij de stichting van den Vrijheidsbond in 1921 werd
bij voorzitter van de hereenigde liberalen en na korten
tijd hadden zijn toewijding en hooge opvatting hem
net vertrouwen van allen doen winnen.
Deze man was van zóó universeele ontwikkeling,
had zóó phenomenale werkkracht, bewoog zich op zóó
verscheiden terrein, dat het niet doenlijk is zijn arbeid
n persoon in een kort artikel zelfs te benaderen.
Wil men hem zien als de partij-voorzitter, in moei
lijke tijden geroepen leiding te geven aan de liberalen,
och bewust, dat invoering van evenredige vertegen
woordiging en algemeen kiesrecht de liberalen
voorHjxtpig op een bescheiden plan zouden houden, maar
vertrouwen op een ontplooiing in de toekomst, de
nen zaaiend voor opbloei, zoodat zijn opvolgers
vruchten zullen plukken van .zijn werk?
Vil men hem zien als pacifist, als man, die de.
achten van Woodrow Wilson reeds vóór dezen
pageerde, als voorzitter van Anti-Oorlogsraad en
kenbond en Vrede?
VU men hem zien als Secretaris-generaal van het
ide Kruis, als internationalist, die met zeldzame
nis'en takt het vorig jaar in Genève de brug sloeg,
irover de beide uiteenloopende stroomingen
mder zullen vinden?
Js voorzitter van het Algemeen College, voorzitter
lid vart talrijke commissies op het terrein van
titie, waar zijn woord overal groot gezag had?
' ils voorzitter van den Tuinbouwraad, het initiatief
? lend om vertrouwensmannen naar Berlijn te
den, opdat deze in direct contact zouden staan met
Segeeringsvertegenwoordigers, waarvan het gevolg
;, dat bij het bedroevend voorbereide Duitsche
.delstractaat onze tuinders er nog behoorlijk zijn
tkomen?
s bestrijder van het Belgisch tractaat, die lang
r anderen de wonde plekken daarin aanwees en in
e fractie ontwikkelde, wiens
verantwoordelijkIsgevoel hem tegen den wil zijner medici naar de
mer wilde doen gaan om te helpen afwenden, dat,
; hij een groote ramp voor zijn land achtte?
s beminnelijk, eenvoudig, religieus mensch, als
uw vriend bovenal, die voor velen
onvervangir is?
Aaar over dat alles is de laatste weken zooveel
Chreven, dat het wenschelijker schijnt hier een
Ntet onbekende episode te belichten ««t het jaar
.8.
lij was toen voorzitter van den Anti-Oorlógsraad,
N. V. KUNSTZALEN
DE SIRKEL"
Laan van Meerdervoort 53 D
HAAG TEL. 36518
WERKEN VAN MODERNE MEESTERS
Kunstboeken, Sieraden,
Glaswerk Leerdam Unica
?gp' Aardewerk £&?>
Reproductie» naar oude meeoten
die voor hem niet was een organisatie om schoone
leuzen te verkondigen, maar om practische resultaten
te bereiken.
Hij was geen man van woorden, hij was een man
van daden. Bezield om zijn uiterste kennen en kunnen
te geven aan de Volkenbondsgedachte, was hij een
geharnast strijder tegen de leuze van eenzijdige natio
nale ontwapening, die hij een goedkoop reclame-artikel
noemde, bestemd om kiezers te drijven in den rooden
en rosen winkel. Het artikel zelf is waardeloos, het
houdt geen zedelijk beginsel in, zooals de gedachte
van Genève", zoo schreef hij.
Deze man van de daad nam in April 1915 het
initiatief tot bemiddelingspogingen tusschen Geallieer
den en Centralen. Hij sprak daarover later alleen in
intiemen kring en met de bescheidenheid hem eigen,
heeft hij daarover nooit iets gepubliceerd, hoezeer
niemand hem daarvoor na 1918 een verwijt zou
hebben kunnen maken. Nu echter Professor Ludwig
Quidde na Dresseihuys' dood deze rol aan de ver
getelheid heeft ontrukt, moge zij hier gememoreerd
worden.
Begin April 1915 was in den Haag een conferentie,
Waar' van de oorlogvoerende landen Engeland,
Duitschland, Oostenrijk en België, van de neutrale
?rijken Zweden, Noorwegen, Denemarken, Zwitserland
en Nederland door mannen van grooten invloed waren
vertegenwoordigd. Dresseihuys werd president van
de nieuwe anti-oorlog-organisatie. Hij had zich ver
gewist, dat bemiddelingspogingen in Engeland een
gunstig oor zouden vinden, wanneer men daar zeker
heid had, dat de Duitsche Regeering bereid was
Belgiëte ontruimen en weder volkomen onafhanke
lijk te maken, terwijl Engeland vermoedelijk zelfs
bereid zou zijn compensaties op koloniaal gebied te
geven. Niemand minder dan Sir Edward Grey was
gunstig voor deze oplossing gestemd.
Bij mislukking stond onze Regeering geheel buiten
de pogingen, bij gunstig resultaat zou onze Koningin
Hare bemiddeling officieel hebben kunnen aanbieden.
Professor Schücking stelde door tusschenkomst van
yon Stumm een memorandum over deze besprekingen
in handen van het Duitsche Ministerie van
Buitenlandsche Zaken. Maar daar verkeerde men nog in de
stemming van overmoed, de toestand scheen gunstig:
De geweldige winterveldslag aan de Masoerische
meren was gewonnen, meer dan 100.000 gevangenen,
honderden stukken geschut waren buitgemaakt,
oostpruisen bevrijd. Kortzichtig werd nog gedroomd
van een door Duitschland pp te leggen vrede.
Zelfs toen Dresseihuys zich bereid verklaarde naar
Berlijn te komen, ook wanneer Duitschland aan
vankelijk ten opzichte van Belgiëeenig voorbehoud
zou maken, wees men ten slotte zijn bezoek af, toen
hij reeds in Duitschland was op weg naar Berlijn.
Voorloopig", zooals het heette. Deze voorloopigheid
duurde 3^ jaar tot October 1918: Prins Max van
Baden was onder de somberste omstandigheden
Rijkskanselier geworden, zes weken lang moest hij
strijd voeren tegen den verderfelijken .invloed van de
legerleiding. Toen herinnerde men zich de bemidde
lingspogingen van Dresseihuys en smeekte men hem
naar Berlijn te komen.
Te laat, veel te laat. De tijd voor een bemiddelings
voorstel was lang voorbij. Op 3 October mocht Max
van Baden in den Rijksdag nog den vromen leugen
verkondigen, dat het front ongebroken was, de ge
allieerden wisten, dat de ineenstorting op en achter
het front in vollen gang was.Van een
Verstandigungsfrieden" kon geen sprake meer zijn. On les aura",
was de leuze geweest. On les avait.
Toen werd erkend, dat de Duitsche Regeering een
onherstelbare fout had begaan door de bemiddelings
poging van 1915 af te wijzen en Prof. Quidde zegt dan
ook terecht, dat er nooit gunstiger moment is ge
weest dan toen, vóór het torpedeeren van de Lusitania,
vóór de oorlogsverklaring van Italiëen vóór de recon
structie van het Engelsche Kabinet.
Onbegrijpelijk is, voegt hij er aan toe, dat de
commissie van onderzoek na den oorlog over deze
poging van Dressselhuys om den vrede te brengen, het
stilzwijgen heeft bewaard.
Op het oogenblik van zijn verscheiden mag er zeker
aan worden herinnerd.
In de Kamer zal zijn welsprekend woord niet meer
klinken, zijn bank zal ledig blijven. «*
Zooals overal in Het leven, zfet men pok in" het
Parlement de herinnering vervagen. In de garderobe
is de naam van zijn plaats reeds uitgewischt, de porte
feuille is weggenomen van zijn lessenaar, slechts zijn
leege bank blijft. Ook zij zal later worden ingenomen,
maar wanneer de Kamer van die plaats een andere
stem zal hooren, dan zal onwillekeurig bij velen de
herinnering wakker worden aan de magistrale rede
voeringen van een der beste parlementariërs, die zij
bezat, van een man bovendien die uitblonk boven
velen door zijn groote gaven van hoofd en hart.
BOEKBESPREKING
HENRI MOREAU. Les Escales Maritimes.
Le Port de Sabang. 1926. Librairie
Maritime Internationale, Paris, fr. 13
De bekende Fransche schrijver op het gebied van
internationale zeevaartkunde, de heer Hemi Moreau,
heeft een uitvoerig werk aan onze Zeeiaven en
Kolenstation Sabang gewijd. In dit met groote
zorg uitgevoerde en van talrijke ilhstraties,.
kaarten en portretten voorziene boek lespreekt
de deskundige schrijver achtereenvolgen de
beteekenis van den Oost-Indischen archipe in het
algemeen, vervolgens die van Sumatra in het >ijzonder
en eindelijk de ligging en andere bl]zunderliden van
Poeloe-Weh, het kleine eiland, waarop de i' weinige
jaren zich zoo sterk ontwikkeld hebbene haven
Sabang is gelegen. De heer Moreau beziet e ligging
van Sabang niet alleen uit geographisch jogpunt»
maar ook met betrekking tot de telegrap'ische. en
radio-telegraphische verbindingen. Bij eei opsom
ming van de voordeelen, die het bunkeren erinnemen
van petroleum te Sabang biedt, noemt hijils voor
naamste: de uitnemende qualiteit en lage:prijs der
o steenkool, de groote snelheid van behandling der
schepen en de lage kosten, die gunstig afseken bi|
die van de naburige havens. Ook de beteefenis van
Sabang voor het transito-verkeer wordt litvoerig.
geschetst, waarbij wordt gewezen op de gunstige
ligging, niet alleen ten opzichte van Sumata en het
Maleische Schiereiland, maar ook van Siam q Burma..
Sabang, de jeugdige zeestad", besluit Mreau zijn
beschouwing, zich badend in Oostersch lich, Sabang,
juweel van Nederlandsch-Indiëen sleutel van een
roemruchte Straat, uw opkomende ster veheft zich
boven den horizont van het n en ondeelbre
Insulinde."
De belangstelling van den schrijver gaat ret alleerh
naar Sabang uit, omdat het de eenige niet-hgelsche
groote zeehaven en kolenstation is op denveg vare
Europa naar het Verre Oosten, maar venzeer,
omdat in zijn nabijheid een treffen plaats ind tus
schen den Franschen torpedo-jager Mousqit en het
Duitsche schip, de Emden, bij welke gelegeheid de
moedige Franschman Jacques Carissan ht leven
erbij inschoot.
De heer Moreau is vol lof over ons koloiaal be
heer, waarover hij zich als volgt uitlaat: Herdaad
is de laatste eeuwen geen ernstiger, hunner en
degelijker koloniale arbeid geschied en datiank zif
kolonisatie-methodes, waaraan de geheele wereld
hulde brengt en die in dat uitgebreide gebi4 ruim
schoots haar groote beteekenis hebben bew:en."
Aan allen, die belang stellen in onze Honiën,
kan de lezing van dit boek bijzonder worcn aan
bevolen.
PAUL (ABEL,
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RED^TIE IN
TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VA D E
GROENE AMSTERDAMMER", K E IER
s
OPACHT 333, AMSTERDAM.
Kon. Meubeltransport-Maatschap)
DE GRUYTER C
e-a G\O sso DEN HAAG <*°^> *
AMSTERDAM - ARNHH
Internationale Transport»