De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 1 januari pagina 9

1 januari 1927 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DÉGROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VOOR VROUWEN VA N K I N D E K E N DOOK E. TIERIE?HOGERZEIL MISLUKT T~\E avond voor Kerstmis had moeder de geschie*-* denis verteld voor ze naar bed gingen. Van het Kindje in de kribbe, de schoone hemel, die het ?verlaten had om op de aarde te komen. Het had dit voor de mènschen en ook voor de kinderen gedaan. Elsje luisterde, de oogen op moeder. En op 't heele laatst had moeder gezegd, dat je ook eens wat moest ?over hebben voor 'n ander, al vondt je 't zelf niet prettig. Toen was 't geweest, dat Elsje rood werd ?en 't zoo hard in haar ging bonzen, want moeder *iad expres naar haar gekeken, ze zag nog moeders ?oogen groot, toen ze in bed lag. Nachtstil was 't in de kamer. De zusjes en 't broertje sliepen al. Er scheen geen maan door de ramen, zag ze. Alles donker, zwart om haar heen. 't Begon weer 't toonzen, ze werd er warm van, draaide en keerde zich ?telkens. Bang was ze, stijf dicht hield ze de oogen en ?altijd, altijd kwam dat wat moeder gezegd had. Juist voor haar. Ze gaat toch eiken middag bij haar ?vrindje spelen, dat naast hen woont? Gauw als ze uit school komt, gooit ze de tasch neer, "vliegt weg. Omdat je daar verwend wordt'' zegt Jet, de oudste. Jet is 'n bemoeial, 't Kan Elsje niets schelen, wat die praat. Maar moeder.... Moeder zegt wel eens: toe speel 'n beetje met fcroertje." Nee, nee, dat kan ze niet, ze moet naar hier naast ?en bons de deur slaat achter haar dicht. Spelen, spelen, thuis, broertje, alles is ze dan vergeten. Moeder had 't voor haér gezegd. Nu in bed in de ?donkerte belooft ze: Morgen-zal-ze-echt-iets-voor-een -ander-doen, hoor-echt. Iets wat je zelf niet prettig Vindt. Denken moet ze wat Met broertje spelen, -ach, dat was niks. 't Moest vél erger zijn. Hoe kwam ae d'r op? Ze schrok De zieke juffrouw Eens is ze er met moeder geweest in 'n straat dicht bij hen, 'n hooge trap op. Toen de deur openging zag ze ?dadelijk 't bed, de hooge kussens met 't gezicht dat ' knikte. Elsje vond dat.de juffrouw er uit zag als de pop, ?die ze eens had gewasschen. Alle kleur was toen weg, ?viezig, vuil-wit en de haren vielen bij plukjes af. ?Griezelig vond ze. Die juffrouw van 't bed had ook geen haar bijna. Ze had Elsje 'n hand gegeven, zoo'n klamme, dikke hand, gauw had ze terug getrokken Jvaar handje. De juffrouw voelde ook haar bloote arm. Lekkere, dikke armpies" had ze gezegd. Elsje was achteruit gegaan, 't Was er soeserig -warm. Gelukkig, moeder ging gauw weg. Bah, had ze 'geroepen toen ze buiten stonden. Nooit, nooit, wilde ze «neer naar die zieke juffrouw. 't Trommelde in haar hoofd, ze-moest-nu-eens ?doen, wat ze niet prettig vond. Dan zou moeder ? "toch zien.... Voorlezen? net als moeder wel eens deed. Toen sliep ze in met haar groote voornemen, de liaren veel, blond, om 't ronde gezichtje. Kerstmorgen. Dadelijk toen ze wakker werd, ?wist ze ;'t weer. O, jammer dat ze nu eraan moest ?denken, op zoo'n morgen van Kerstfeest! Als ze 't «iet deed. met broertje ging spelen, als ze uit zichzelf «de bordjes en kopjes naar de keuken bracht? Ach-nee ?dat was niets. Ze moest nadoen, wat ze zelf heel naar vond. Toen ze in de huiskamer kwam, nam vader haar opeens hoog op, net of ze nog 'n klein kindje was. En ga je weer naar je vrindje" plaagde hij. Natuurlijk," snibde Jet. Elsje stoof op: Niewaar." Moeder kalmeerde, was druk met de kleintjes. Elsje bepeinsde haar plan. Dadelijk na 't ontbijt "Wilde ze gaan, stil niemand mocht 't weten. Later .als ze 't gedaan had, zou moeder zien, dat ze KEIZERSGRACHT 772AM5TERDAM i MTuLtK >/!?>! l i l i .; ATELIEBbVaüRGtPABATiËN -?-?[£ IN DENMAV; PU\E;N VPIIT.AG HOTELCENTRAL Even keek ze naar moeder, dacht ze er niet meer aan, nu was moeder weer anders dan gisteren avond Slenterend ging Elsje naar boven, ze moest 'n boek zoeken eerst, dan zou ze gaan. Rijen boeken stonden in de kast. Zoeken was moei lijk; ze haalde er een uit, bladerde erin, zette 'tweer weg. Ze wist niet wat, tot-d'r oogen lazen 't gulzig: De ziekenkamer". Gauw, handig lag ze 'n papiertje er bij. En meteen wist ze, nu moest ze gaan. In 'n vaartje liep ze nu 't huis uit, d'r rappe voetjes in de stille straat hoorde je gaan. De bel ging over, wegloopen kon niet meer. Een kraakstem van boven aan de trap. Wie daar?" Ik" riep Elsje. Mot je hier zijn?" weer de stem. Bij de zieke juffrouw." Toen 'n lange o uithaal en kom maar boven." De juffrouw, die eiken morgen de zieke kwam helpen, keek 't kind verbaasd aan. Wat of die mènschen in d'r lui hoofd halen om zoo'n kind 's morgens in de vroegte bij 'n ziek mensch te sturen? Elsje klom de trap op, bah 't rook er naar katten. D'r kamer is nog niet an kant, knikte de juffrouw, heftig ging 't hoofd heen en weer. Is er iemand klonk het uit de ziekenkamer?" De juffrouw resoluut deed de kamerdeur open. Jées" riep de zieke juffrouw. Elsje zag even op, daar lag weer 't gezicht zooals van d'r pop en de hand wit, klam, lag op 't dek, die gaf ze Elsje. Stil wees de zieke juffouw naar de stoel naast 't bed. Heeft je ma je gestuurd?" Nee schudde Elsje's hoofd en aarzelend: Ikkom voorlezen." Das nou eres lief van je." De zieke, de oogen flauw, even opgelicht, keek naar 't kind. Onbewegelijk zat Elsje. Dan zocht ze, 't papiertje lag er nog bij. Geen geluid in de kamer. Ze begon. Ratelde, ratelde. Lange zinnen zonder eind, in een dreun las ze door. Als klein meisje van 8 jaar begreep ze niet. De kanarie kwam uit z'n dommel, trok lange halen, doordringend. Het bed kraakte. De zieke juffrouw zuchtte, de hand wit, ging naar het voorhoofd. Nog las Elsje. Ineens doorflitste 't haar, ze wist niet of't'n lang verhaal was. Ze dorst niet te kijken, repte verder. Ik begrijp d'r niks van en moei ik er van wor." Of ze opeens gerefhd werd, zoo brak Elsje af, midden in 'n zin. Onderzoekend keek de zieke 't kind aan. Was ze gekomen om d'r voor de gek te houden? Zou d'r ma 't wel weten? Maar de oogen, zuiver, klaar in 't ronde kindergezicht, zag ze. Nee... maar hoe 't kirid er toe kwam? 't Was van 'n ziekenkamer" klonk Elsje's stem benepen. 't Is toch lief hoor." En o ! de juffrouw nam weer haar hand. Weg wilde ze. Dag knikte ze, 't boek stijf tegen zich aan, stond ze op. Blijf je nog niet effies praten?" Nee schudde Elsje. Op straat sprongen haar tranen, 't Had niets gegeven. En thuis dorst ze 't nooit te zeggen aan iemand, ook aan moeder niet. Alzoo liep ze, klein meisje, verdrietig pp kerstmorgen. Iets doen voor 'n ander, wat je zelf niet prettig vond, was heelemaal mislukt. DE R I V I E R A DOOR MIMOSA WIE met de electrische tram het trajekt Nice Monte Carlo aflegt, zal getroffen worden door de veelzijdige schoonheid, die deze kleine afstand biedt. Ville Franche, Cap Ferrat, de vooruitspringende landengte door eeuwig deinende wateren met licht schuim omgeven, met zijn schitterende villa Les Bruyères", eigendom van den hertog van Connaught; Beaulieu sur Mer; Monaco met zijn paleis, als rooversnest gelegen op hoogen rots; Monte Carlo plaats van leed en vermaak, van menschelijke hartstocht, zij alle vormen een rij van pitoresque bekoring. Hier ziet men de blauwe wateren diep landwaarts dringen, overschaduwd door donkere pijnboomen, om ginds tevergeefs te beproeven het vooruitste kende rotsgevaarte te verpletteren. Als vurige blikken glinsteren de goudgele oranjeappelen tusschen het donkere loof, door warme zonnestralen gerijpt, door machtig berggevaarte beschut. Is het wonder, dat hier de mode gedurende eenige maanden van het jaar haar residentie heeft? Is er een streek, waar de kleeding, en in het bijzonder de avondkleeding, zich voller kan ontplooien^ dan hier? Het geanimeerde mondaine leven aan de Cöte d'Azur biedt hiertoe ruimschoots gelegenheid. Hetzij we ons bevinden op het diner fleuri, of de thédansant, georganiseerd door Hotel Negresco; hetzij in de schitterend verlichte zalen van Casino of Caféde Paris te Monte Carlo, overal wuiven ons de dunne van schitterende decoraties voorziene avondstoffen tegen. Een apart genre vormen altijd nog de robes de style", zoowel omvattende BOUWT IN ML T OOSTERPAPK BILTMOVEN INLICHTINGEN VERSTBEKLPC DIRECTIE TEIEFINT. N? zuivere copieën uit oude perioden, als volle moderne rokbewerkingen. Gaan we het toilet in haar onder deelen ontleden, dan zien we dat de zachte volheid de losheid der drapeeringen en de rechtlijnige uit voering, meestal in den rug lichtelijk blousend, het in adoptatie echter winnen van de robe de style. Onder de stoffen voor den avond rekent men vooral: georgette, de platte crèpe-soorten en de chiffonkwaliteiten. De geheel zijden kantsoorten, hoewel zeer apart, zijn hier in de minderheid, doch juist hun minderheid doet het exquise sterker uitkomen. Betreden we het terrein der borduursels, zoo is geen groote enquête noodig om vast te stellen, dat de broderies van kralen, paillettes, munten en strass een overwegende rol spelen. Deze borduursels ver spreiden een somptuositeit, die in de geschiedenis haar rivalen niet kent. Schitterend mooi zijn die costuumpjes. De balzaal is hun plaats. Gelijk de oranges" slechts gedijen onder zuurblauwen hemel, zoo leeft het moderne avondtoilet alleen onder feerique ver lichting. Het teere hunner uitvoering heeft op de nuancen haar invloed doen gelden. Het is een inte ressante note" dat, niettegenstaande de roep over blauw overal werd vernomen, slechts een klein per centage der avond-robes hierin is uitgevoerd, loopend van saffier en middernachtblauw tot azuur. Abrikoos, zalm, perzik en nog eenige dergelijke nuancen zijn meestal zóó teer uitgevoerd, dat ze onder het electrische licht een witachtigen weerschijn geven. De meeste dezer robes zijn geborduurd met zilver, kristal of regenboogkleurige broderie, in overeen stemming met de fijnheid van de stoftint. Het zijn vooral de paillettes-bewerkingen, die dit seizoen een enormen rijkdom ontplooien. De moderne paillettes zijn van zulk een lichtheid in uitvoering dat, niette genstaande ze bij duizenden op de dunne robe wor den aangebracht, deze niet noemenswaardig ver zwaart. Een nouveautévan dit seizoen vormen ook de avond-robes van kant, waarop zijn geplaatst kralen en paillettes. Veelal vormt zijde of georgette den ondergrond voor zulk een bewerking, doch het effect, dat men met kant verkrijgt, is veel decoratiever, daar de openingen der kantdessins, omgeven door figuren van paillettes en kralen, ieder spoor van stijfheid wegnemen. En welk een imponeering gaat niet uit van de costuums van zwarte en goudkleurige kant; de zwarte kant met zwarte paillettes, de goud kleurige kant met gouden paillettes bewerkt! Zwarte kant met chiffon is eveneens een gewilde dracht, doch daarnaast ziet men de gekleurde kanten, zooals: laque-rood, koraalrood, burgundy, korenbloemblauw of teer zeegroen. Zulke kantsoorten moet men hebben gezien, om hun fijnheid te kunnen bewonderen. Ze demonstreeren duidelijk de luxe der moderne avondkleeding. NIEUWE UITGA VEN Wetenschapp. mededeelingen v. h. Nederl. Instituut van Doctorandi i. d. Handelswetenschap. No. 1. N.V. Dorsman en Odé's Boekh. en Drukkerij, Vlaardingen. Dr. A. OPPREL. Onrechtvaardig Gezinsloon i.h. Bezoldigingsbesluit 1925. Nijgh en van Ditmar's Uitg. Mij. Rotterdam, H. W. ZUIDHOFF. De Maatschappij v. h. landgeld vergeleken met het hedendaagsch kapitalistisch stelsel. Drukkerij en Uitgeverij J. H. de Bussy. A'dam. 1926. Koopt U een gouden ring zonder merk? Waarom dan wel boter zonder Rijksmerk? Hofstede Oud-Bussem" Kerkstraat 187» TeL 49344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl