De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 8 januari pagina 15

8 januari 1927 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 t r r s. '1 OP DEN ECONOMISCHEN UITKIJK POOR HR.MRJ/H. SMISSAERT P\ E Minister, die wettelijke regeling van verplichte U ziekteverzeKering ter nand neemt, legt zichzelf daarmede een zware taak op, want die verzekering is uit haren aard reeds bezwaarlijk en haar in te passen in het kader der andere takken is ook lang niet gemak kelijk, leder, die ook maar eenigszins tnuis is m deze materie, weet, dat juist het toezicnt, het waken tegen mogelijKe misbruiken, tegen aggravatie" en simu latie", het moeilijke punt is. uaaruit volgt en dit leert de praktijk ons aan ook duidelijk genoeg dat deze verzekering, zal zij op bevredigende wijze worden uitgeoefend, moet woruen gelegd m handen van hen, die bij de geldelijke uitkomsten daarvan belang hebben en die in dat belang een prikkel hebben om goed toe te zien. Vandaar, dat juist onderlinge arueiders-ziekenkassen en in_net algemeen ook faorieksot ondernemings-kassen (wanneer de arbeiders daarbij geldelijk zijn Getrokken) veelal beter dan andere organisaties op uit gebied werkzaam zijn. En uit het hierooven opgemerkte vloeit ook voort, dat deze verzekering omnen kleine kringen moet worden uit geoefend: m een ruimere sfeer is werkdadig toezicht zooveel lastiger; het is veel lichter en veei beter te Verwezenlijken, wanneer de verzekerden elkander nastaan, elkaar kennen, althans gemakkelijk van wederzijdscn doen en laten op de hoogte kunnen komen. Ue bijzondere aard dezer verzekering, gelijk hier boven geschetst, geeft aus eene duiaeiijKe vinger wijzing omtrent de verkieslijkste organisatie, En nu ligt het toch voor de hand, dat ook een minister zulk eene vingerwijzing zal volgen; doet hij dat niet, dan voert hij een organisatie-stelsel in, dat den bijzonderen aard dezer verzekering miskent en dus eigenlijk niet daarvoor past. W ij nebben, gelijk gij weet, reeds sedert het najaar van iyU eene /.lektewet (de lex-Talma"), die toen in net Staatsblad is verschenen, doen nog niet in werking getreden ,is: eerst omdat het toen aan 't bewina Komende Kabinet daar bezwaar tegen had ' (i'reuo deed eene poging om eigen denkbeelden te verwerkelijken, doen ue oorlog kwam tusscnenbeide en scnoot anaere zaken op oen voorgrond); daarna doordat mr. Aalberse in zijn eerste minister-periode (lal»?1922) het te druk had met zijn Aroeidswet en m het tweeue deel onze sociale verzekering wilde her vormen, in welk streven hij bij gemis van eigen, vaste lijn laaide. Na net korte interregnum van mr. Kooien kregen wij het intermezzo", waarbij prof. MptemaKer de druïne zien voor de vraag oer inwerkingtreuing van de (al of niet gewijzigde) lex-Talma ziet gesteid. Wij weten ook, uit de regeeringsverklaring, waarin dit Kabinet een en ander vau zijn plannen ontvouwde, en laatstelijk uit de Troonrede van 21 september U., in welke ncnting zich de denkbeelden van Minister biotemaker de tsr. bewegen. In laatstgenoemd staatsStuk werd gezegd: tnvuering der Zieiaewet ligt in het voornemen, naaai deze gewijzigd zal zijn m net oijzonaer in dien zin, dat meer piaais wordt ingeruimd aan voor zieningen, wetKe uit liet maatscrtappelijK leven opKomen". Wat neboen wij in die woorden te lezen en hoe over zoodanige wijziging te oordeelen? Eene m.i. volkomen juiste en zeer gewichtige be denking tegen Talma's /iektewet is aitijd deze ge weest : dat zij in hoofdzaak en bij voorkeur de uitoetening van deze verzekering opdroeg aan nieuw op te richten, ambtelijke ziekenkassen, die door de Kaden van Arbeid zouden worden beheerd, terwijl zij eerst daarna kans gaf aan bijzondere organisaties, voor welker erkenning vrij zware eisenen werden gesteld. Het verzet, destijds, van Dr. de Visser als Kamerlid neeft wel iets uitgewerkt, maar daardoor is niet bereikt, dat dit bezwaar wegviel. En nu is het wel duidelijk, dat Minister slotemaker de Br. tegen dien opzet ingaat: niet uitsluitend, doch in net bijzonder", dus vooral, zal zijne wijziging ertoe moeten, strekken, dat aan bijzondere ziekenkassen meer plaats wordt ingeruimd". Waarmee echter nog niet was gezegd, dat aan particuliere organen door hem de voorrang zou worden gegeven. Maar wij zijn nu wel veel .wijzer geworden daaromtrent. Immers, een communiqué, omstreeks half December 1.1. in de pers verschenen, onthulde eenige hoofdtrekken van BOOTMOTOREN - MOTORBOOTEN Binghun A Lugt - Slepersvest l - Rotterdam P R o s i TI Teekening voor De Groene Amsterdammer'' door Ceorge van Raemdonck ZOOALS VELEN OUD-EN-NIEUW HEBBEN GEVIERD" het voor-ontwerp, dat des Ministers Departement had verlaten, d.w.z. dat door hem om advies was gezonden aan den Hoogen Raad van Arbeid (aan welk college hij wijselijk! verzocht enkel opmerkingen van technischen aard te maken). Uit die toen meegedeelde hoofdtrekken viel reeds een en ander af te leiden, maar sinds dien is er gelegen heid geweest, uitvoerig kennis te nemen van wat het voor-ontwerp inhoudt en van wat in. de daarbij ge voegde nota van toelichting wordt uiteengezet. Welnu, uit het een en het ander blijkt duidelijk, dat Minister Slotemaker de Bruïne inderdaad aan parti culiere organen een zeer gunstige kans biedt om vele verzekerden tot zich te trekken en dus eene vooraan staande plaats op het gebied der practische uitoefe ning van deze ziekteverzekering (enkel gericht op ziekengeld-uitkeering) in te nemen, aldus slechts weinig aan de ziekenkassen der Raden van Arbeid overlatende. Een zeer gunstige kans". Want dwingen kan ook de Minister dit niet. Indien de gegadigden om welke reden dan ook zich van medewerking zouden willen onthouden, wel, dan zou natuurlijk de belangrijkste rol aan de ambtelijke organen toevallen. Wat de Minister, de wetgever doen kan, is: de regeling aldus vaststellen, dat eenige reden' tot onthouding niet gelegen is in de door nem gemaakte bepalingen. En mij dunkt, dat dit ook wezenlijk het geval niet is, zoodat hier waarlijk van een zeer gunstige kans kan worden gesproken. Tweeërlei in hoofdzaak is noodig, om actief optreden van bijzondere voorzieningen op dit veld aantrekkelijk te maken: 1°. dat er zij eene verschei denheid van mogelijkheden en 2°. dat de voor mede werking gestelde regelen niet bezwaarlijker zijn, dan voor een goed functionneeren van de verzekering ook bij uitoetening door particuliere instellingen nu eenmaal noodig is. Gaan wij na, hoe het ten aanzien van elk der twee punten in het voorontwerp is gesteld. Verscheidenheid van mogelij kneden. Wanneer de wetgever plaats wil inruimen aan wat uit de maat schappij is opgekomen, dan moet hij ook zooveel mogelijk alle verschijningsvormen in zijne regeling begrijpen. En nu dunkt mij, dat in het voorontwerp die gedachte metterdaad is verwezenlijkt. De keuze toch staat voor hen, die niet zich tot de ziekenkassen der Raden van Arbeid zullen wenden, open tusschen bijzondere ziekenkassen (welke meestal onderlinge arbeiders-ziekenkassen zullen zijn), ondernemings ziekenkassen (verbonden aan een of aan eenige onder nemingen), bedrijfsverenigingen (zijnde organisaties van werkgevers voor uitkeering van ziekengeld) en eindelijk: de voor verstrekking van ziekengeld ge troffene voorzieningen bij collectieve arbeidsovereen komsten. Dit is zeer zeker eene ruime keuze en ik zie zelfs niet in, dat zij nog ruimer zou kunnen zijn. Over verscheidenheid van mogelijkheden valt bij dit voor-ontwerp m.i. stellig niet te klagen. Ook niet, in het algemeen, over de regelen, gesteld voor medewerking van deze organisaties tot de uit oefening van de ziekteverzekering volgens de wet. Voorzoover mij althans uit een breedvoerig overzicht der bepalingen van het voor-ontwerp de zaak helder voor oogen staat, krijg ik den indruk, dat aan de officieele erkenning als door den wetgever toegelatene uitvoerings-organen geene zwaardere eischen worden gesteld dan uit den aard van de te regelen materie /YH.D.MACÜII.LAVRYU U AMBABAWA II INDISCHE SIGARETTEN Verkrijgbaar: DEN HAAG, Elandstraat No. 77t Tel. No. 36856. voortvloeien. Als algemeene voorwaarden voor de eerste drie der vier bovengenoemde organen wordt verlangd l", dat zij zekerheid stellen voor de richtige nakoming van hunne wettelijke verplichting (natuur lijk zal men bij de nadere bepaling van het bedrag der gewenschte zekerheid met overwegingen van redelijk heid rekening moeten houden); 2°. dat zij rechts persoonlijkheid bezitten (zoodat de organisatie zelf als zoodanig en niet haar bestuur persoonlijk tegenover derden aansprakelijk is); 3°. dat er altijd een onaf hankelijk orgaan aangewezen zij dat te beslissen heeft over aanspraken op ziekengeld-uitkeering. Voor de ziekte-regeling volgens collectief contract gelden ook de hierboven als 1°. en 3°. gestelde voorwaarden met dien verstande dat de onder 1°. bedoelde zekerheid gevonden moet worden in waarborgen, welke de contracteerende werkgevers zullen moeten ver schaffen. De voorwaarde onder 2°. (rechtspersoonlijk heid) valt hier uitteraard weg. Deze algemeene erkenningsvoorwaarden zijn, aldus gesteld, zeker niet onredelijk of bovenmatig. Overigens zal de praktijk moeten uitwijzen, hoe zij werken zullen. Ik denk daarbij aan de macht van het onafhankelijk over uitkeering beslissend orgaan, waardoor aan het bestuur van de ziekenkas eene belangrijke taak wordt onttrokken. Maar het kan heel wel zijn, dat de nadere ? regeling, dit bezwaar opheft of verlicht. De praktijk ook zal uitspraak hebben te doen over de beteekenis der bijzondere eischen, die onderscheidenlijk aan elk der vier soorten van in beginsel toegelatene orga nisatie-vormen door den wetgever worden gesteld. Voor eene beschouwing, veel meer nog voor critische ontleding van die eischen ontbreekt rriij hier n plaats n gelegenheid. Doch zoo op het eerste gezicht schijnen ook zij mij redelijk, al valt er over details wel een en ander te zeggen. Hoe dit zij, men mag, dunkt mij, vaststellen, dat Minister Slotemaker de Bruïne door de samenstelling van dit voor-ontwerp zijn woord heeft ingelost. Eene voor bijzondere organisaties ruime regeling had hij toegezegd en al valt er, gelijk ik reeds zeide, over de uitwerking hier en daar nog wel te praten deie regeling is ongetwijfeld in ruimen zin en in breeden geest ontworpen. *.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl