Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
FEUILLETON:
HET SIAMEESCHE POESJE
DOOR EMMY VAN LOKHORST
ATAN ver was hij gekomen. In Siam,
* zijn geboorteland, Was hij heilig
verklaard; hij behoorde tot de
tempelkatten en leidde een waardig, ingetogen
leven. Zijn bestaan was ernstig en voor
heel een volk van beteekenis. Als hij
stapte over de steenen van den
Siameeschen tempel, wendde hij zijn blik
naar rechts noch links; zijn staart,
(evenals zijn geheele lichaam bruingrijs
met een zilveren glans overtogen, doch
aan het uiteinde havanna-bruin getint),
Het hij achter zich aanhangen, zooals een
koningin haar sleep draagt, met een
majestueuze nonchalance. Zijn ver
schijning boezemde ontzag in aan de
gelopvigen en .in het besef van zijn
gewichtigheid voor staat en godsdienst,
stapte hij over de steenen van den
tempel, zonder zich te bekommeren
over de vrome blikken die zijn gewijde
figunr volgden.
Door welke onbegrijpelijke gebeurte
nissen was hij uit dit vredig en heilig
leven gerukt? Ach, zelfs gekroonde
hoofden waren niet veilig voor de ruwe
stormen van deze eeuw en op een kwaden
dag bevond hij zich aan boord van een
profaan stoomschip en reisde naar
Europa, het werelddeel waar de oude
beschaving bezig was te verzinken en
waar onberekenbare grillen van het lot
het leven van mensen en dier bestuurden.
In Parijs had men hem gebracht, in
een klein weelderig boudoir. Toen hij
op zijn vier havanna-kleurige pootjes
stond en zijn spits driehoekig kopje
ophief, rondziend met onverschilligheid
en minachting, hoorde hij een vrouwen
stem. In den tempel Was zulk een stem
nooit doorgedrongen en langzaam
wendde hij zijn blik naar de ottomane,
waar zijn meesteres tusschen kleurige
kussens leunend, hem nieuwsgierig gade
sloeg.
Toen zijn blauwe mysterieuze oogen
niet het zwarte streepje van de pupil
haar aanzagen, begon, zij zacht te
lachen.
Hij lijkt op Henri IV!" riep zij, net
zoo'n puntbaardje en precies dezelfde
oogen".
Hij voelde een hand in zijn nek, hij
Werd opgetild, *ïoodat hij machteloos
neerhing met zijn vier pootjes en zijn
staart, wier uiteinden in chocolade leken
te zijn gedoopt. Toen Werd hij neerge
laten op een paar zachte knieën. Hij
zonk in elkaar, zich slap houdend en
gereed tot vluchten. Maar dezelfde
hand die hem had opgetild, begon zijn
bruingrijze vacht te streelen en een paar
blanke vingers met rose geurige nagels
streken zijn snoiten op en krauwden
hem onder Zijn kin.
Hij was verwonderd: de sensatie Was
aangenaam, maar hij toonde dit na
tuurlijk niet; onverschillig bleef hij in
AAN DE INZENDERS
Alle voor het redactioneele gedeelte
bestemde inzendingen moeten
worden geadresseerd
AAN HET SECRETARIAAT DER
REDACTIE VAN
DE GROENE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 353
AMSTERDAM,
Eonder Termelding van persoonsnamen.
De geschiktste omvang van artikelen
bedraagt ten hoogste 1800 woorden.
Indien de bijdrage voor iüustreering
met foto's in aanmerking komt, gelieve
de inzender, zoo mogelijk, de foto's :
die niet reeds in andere week- of dag
bladen mogen zijn gereproduceerd ???
tegelijk met het artikel in te zenden.
De copy moet in; machineschrift zijn
geschreven, terwijl slechts n zijde
van Ket papier mag zijn gebruikt.
elkaar gedoken, tot plotseling de vrou
wenhand zich om zijn kopje sloot, het
ophief, zoodat hij haar moest aankijken.
Een blanken jong gezicht met golvend
blond haar zooals hij nimmer had gezien,
boog zich over hem heen; een roode
mond zag hij lachen en donkerblauwe
oogen keken hem aan vol genegenheid.
Hij aarzelde; maar toen hij de hand
opnieuw zijn vacht voelde streelen, kon
hij geen weerstand meer bieden: hij
moest spinnen.
Hij spint l" riep de jonge vrouw
verrukt en van dat oogenblik'af had
hij zich met Oostersche wijsheid aan
zijn nieuwen toestand gewend.
Hij was na eenige weken thuis in de
kleine gecapitonneerde Parijsche woning.
Hij kreeg stukjes gebraden kip en fijn
gemaakte aardappeltjes, melk in over
vloed en een fluweelen kussen naast de
ottomane van zijn meesteres.
Maar hij handhaafde zijn persoonlijk
heid door nooit op het voor hem be
stemde kussen te gaan liggen; vast
besloten vestigde hij zich in het raam
kozijn, waar hij, verborgen achter de
gordijnen, het straatgewoel kon gade
slaan.
Het werd zomer en hij bemerkte in
het huis een zekere onrust. Zijn meesteres
had het zoo druk dat zij bijna niet op
hem lette. Hij negeerde dit gebrek aan
manieren en hield zich bezig met de
auto's die langs het huis snorden. Hij
had een onbestemden afkeer van de
glanzende wagens die in groote menigte
door . de zonnige straat schoten, als
visschen in het water.
Zijn kop schuin, zijneenen poot, gereed
om te worden gelikt, omhoog, bleef hij
op een oogenblik zitten; in een klein
driehoekig wagentje zag hij zijn mees
teres stappen, het stuur in haar
gehandschoende handen nemen en wegrijden
tusschen de andere auto's.
Zijn poot, ongelikt, zakte omlaag
in de vensterbank, zijn staart, die
vroolijk heen en Weer had bewogen,
legde hij voorzichtig rondom zijn bij
e l kaar-ge blokte voorpootjes. Hij sloot
zijn oogen en dacht na.
Het verstandigste dat hem te doen
stond, was van de vensterbank te
springen, op den divan het kussen op te
zoeken dat naar zijn meesteres, rook 'en
daar een versterkend slaapje te doen.
Toen zij thuis kwam, met een ver
hoogden blos, in haar oogen een koorts
achtige gloed, bleef hij haar liggen aan
kijken, geeuwend, met zijn. driehoekig
bekje wijdgesp.ird.
Siani !" riep zij, naast hem op den
divan vallend, Siam, we gaan op reis !"
Hij stond haastig op en sprong op den
grond; hij hield niet van die zenuwach
tige vroolijkheid. En op reis, dat be- .
teekende zeker weer in een mand op een
stoomboot.
Maar het beteekende in een mand in
een auto en Siam zat naast het stuur en
werd meegesleurd in een vaart van
70 K.M. langs wegen die hij niet kon
zien. Hij had zich natuurlijk verzet,
maar toen dit niet baatte, toonde hij
een vijandige berusting. Wanhopig lag
hij in de mand te schudden en toen bij
de eerste halte zijn meesteres hem op
schoot nam, schrikte zij van zijn ver
magerd kopje.
Nog een dag doorstond hij deze uit
zinnige beweging, toen waren zij op de
plaats van bestemming. Het was donker
en hij was te ontdaan om zich ergens
rekenschap van te geven. ^ » -1,^4
.**!*??
k.
Siam !" Van het grasveld hoorde hij
de heldere jongensstem roepen. Hij
bleef waar hij was: het voetkussen van
den vleugel. Van hieruit zag hij den
zonnigen tuin glanzen en lag zelf in de
'rustige koelte van de kamer waar
niemand^was.
Door het rozenlaantje zag hij de
honden komen aanrennen: Teddy, de
Dobberman-pinchei die ruw maar goed
hartig was en Senta, de herdershond, die
ook bleekgrijs was maar groote bruine
oogen had. Van Senta had hij een afkeer
en hij begon te blazen, toen de herders
hond vlak langs hem naar den baas
rende.
Maar over het grint snuffelde en
struikelde nu ook Carry, het jonge
foxterriertje, dat nauwelijks op zijn ruige
plompe pooten kon staan.
Siam verwaardigde zich van . zijn
kussen te stappen en zich op den
drempel van de kamer, onder de
marquise uit te rekken.
Toen, poot voor poot stappend, begaf
hij. zich naar het onbehouwen hondje
en snuffelde aan zijn kop die veel te
groot was voor zijn lichaam. Als hij op
zijn vier pooten stond en zijn kop naar
beneden hield, kwam zijn baardig snuitje
aan den grond. Carry jankte en kwis
pelde en struikelde ter begroeting, maar
bij deze beweging verloor hij het even
wicht, duikelde over zijn kopje en beet,
om houvast te hebbeji, zijn jonge tanden
in een rozenstam. (***
,,Carry, Wil je het laten !" klonk de
stem van den baas. Het hondje stond
verbouwereerd recht overeind en draafde
naar het grasveld, waar de baas hem
ontving. Daar de zon zoo lekker scheen,
besloot Siam ook het grasveld eens op
te zoeken.
De baas in zijn flanellen tennispak,
zijn bruin verbrand jongensgezicht
stralend van plezier, lag voorover in het
gras met een stijf opgerolde krant in zijn
handen. De honden, waaksch trillend
op hun pooten, de ooren spits, de oogen
fonkelend, sprongen op den heen en weer
gezwaaiden prooi toe. Teddy had de
sterkste tanden en knauwde den kranterol
doormidden.
Carry buitelde om hun pooten, beet
in hun staart en Siam ging op eenigen
afstand op zijn achterpooten zitten en
keek toe; er was iets smals en droevigs
om zijn gladharig grijsbruin lijfje.
Kom je ook, Siam?" vroeg de baas,
zijn hand uitstekend. Maar Siam kreeg
plotseling een koelblauwe minachting in
zijn oogen. Hij wendde alleen maar zijn
kopje af en keek den tuin in.
Die Siam is zoo saai", riep de baas
luidruchtig en terwijl hij zijn spel met de
honden voortzette, trok Siam zich terug,
langzaam loopend met zijn staart luste
loos neerhangend.
De zomer ging voorbij en in den
herfst kwamen de eerste koude dagen.
Siam scheen in te schrompelen; het
felle driehoekige kopje werd mager en
verkommerd. Uren zat hij bij het vuur,
waar zijn meesteres zich had genesteld
op een chaise longue. Als zij hem riep,
keek hij haar nadenkend aan en tuurde
dan weer droomverloren in het vuur.
De dagen van zijn jeugd kwamen hem te
binnen, in het dierbaar land waar hij
nooit koude had gekend.
^ Wel werd hij uitnemend verzorgd,
maar het nieuwe dienstmeisje liet soms
de deur openstaan, wat hem verschrik
kelijk irriteerde. Want al werd er in de
hall gestookt, door kieren van de voor
deur kwam een snerpende ijskoude wind
die zijn borst deed samenkrimpen.
Hij hoestte, dof en benauwd. |
Jetje", riep zijn meesteres, Siam
hoest, hij is ziek, hij heeft natuurlijk kou
gevat doordat je de deur open hebt laten
staan. O, de arme Siam is zieken nu gaat
hij vast dood !"..
Hij keek zijn meesteres koeltjes aan.
Ten slotte was het zijn zaak, als hij
wenschte dood te gaan en al dat luid
ruchtige gejammer enerveerde hem maar.
Doch toen hij bleef hoesten, kwam de
veearts en wilde hem onderzoeken. Siam
werd zoo driftig, toen die plompe onbe
houwen man hem wilde aanraken, dat
hij boven op de kast sprong en daar ging
zitten blazen.
Eindelijk liet men hem met rust. Zijn
meesteres snikte en dat maakte wel iets
goed, maar hij had werk om weer van de
kast af te komen en toen hij op den
grond stond, voelde hij zich doodziek.
Dien avond was Siam nergens te
vinden.Jetje zocht overal; eindelijk vond
zijn meesteres op het pianokussen achter
de pedalen van den vleugel het lijfje van
Siam, stijf en strak. Het begon al koud te
worden en Siam's korte leven was
voorbij.
W. J. VOGEL Jr.
2e Jan van der Heijdenstr. 3
b. h. Sarphatipark
Telefoon 24747
BEGRAFENISSEN
CREMATIE
TRANSPORTEN
STOOMWASSCHERIJ
,H E T ZUIDEN"
PIETER AERTSZSTRAAT 68?74
Telefoon 22365
is uw adres voor het behandelen uwer
wasch, zoowel droog toegeslagen als
opgemaakt. Concurreerende prijzen en
spoedige aflevering. Vraagt prijsopgave.
NEIDIG 6 VAN ELVEN.
VULT ZE NU
UWE LINNENKASTEN!!
Ge kunt dit doen
voor weinig geld
wij moeten geld
maken, onze voor
raad is vél te groot
wij verkoopen i daarom alle
lakens en sloopen, tafellakens
en servetten
voor-Spotprijzen
een paar voorbeelden:
rondom gefeston. sloopen.. f 0.78
zware* graslinnen lakens , 2.35
linnen damast tafellakens... 3.95
de beste kwaliteit
de bijpassende servetten 0.79
RESTANTEN
NOG GOEDKOOPER
MENDELS
KALVERSTRAAT 111
4 Lamps Radio Toestel
met 3 jaar garantie I 75»'
Ook op gemakkelijke betalingsconditiei
Andersen 6 Polak
P. C Hoof (straat 40 - Amsterdam
TELEFOON 26587
?? HOE DIKWIJLS ???
ziet men niet in Hotels en Restau
rants, dat het tafel- en beddegoed
niet naar eisen is"?
DE PELIKAAN" te GOUDA
levert de HOTELWASCH even
keurig af als voor particulieren.
Volle garantie voor onschadelijke
behandeling!
Vraagt eens om onze prijs
courant No. 16
Lijmt ALLES