De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 8 januari pagina 2

8 januari 1927 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, CBLAD VOOR NEDERLAND No. 2588 DUlt POGINGEN EEN AFZÖN>DÊ&LÏJKEtf V RE®E MET RUSLAND TE SLUITEN DOOR DR. BORIS RAPTSCHINSKY Oet is reeds lang bekend, dat Duitschland in 1915 *?*? eenige pogingen had gedaan een afzonderlijken wede met Rusland te sluiten en dat de Duitsche re geering daarvoor o.a. gebruik had gemaakt van de diensten van' prinses M. A. Wasiljtsjikow, een der hofdames van de Russische keizerin. Deze hofdame bevond zich toevallig bij het uitbreken van den oorlog in Oostenrijk en zij kreeg later toestemming de Russische krijgsgevangenen-kampen in Duitschland en Oostenrijk te bezoeken. Het was bekend, dat prinses Wasiljtsjikow twee keer aan den tsaar persoonlijk brieven uit het vijandelijke buitenland had gezonden, maar welke voorstellen de Duitsche regeering op deze wijze aan den tsaar Hét overbrengen, wist men niet. Het volkscommissariaat van buitenlandsche zaken heeft nu in het tweede deel van het boekwerk Konstantinopolj i Proliwy" (Constantinopel en de Zeeengten), dat kort geleden te Moskou is verschenen en dat verschillende geheime documenten van het ministerie van buitenlandsche zaken van den tsaar bevat, welke .betrekking hebben op den strijd om het bezit van Constantinopel en de zeeëngten, ook de brieven van prinses Wasiljtsjikow opgenomen. Deze brieven stellen ons in staat een beteren kijk te krijgen op de stemming in de regeeringskringen van Duitschland in het tweede oorlogsjaar. Zij zijn ook onmisbaar voor hem, die zich een beeld Wil vormen van de Duitsche buitenlandsche politiek en van de houding, die Duitschland toen bereid was aan te nemen tegenover zijn bondgenooten, zoo dit voor het rijk voordeelig kon zijn. De eerste brief van prinses Wasiljtsjikow aan den ,tsaar is gedateerd 10. Maart 1915 en is geschreven te Klein Wartenstein, in Neder-Oostenrijk. De Russische Hofdame schreef o.a. het volgende: ? Ik ben, geloof ik, de eenige Russische, die Uw Vertrouwen geniet en die zich in het vijandelijke land bevindt. Ik werd hier bezocht door drie personen: twee Duitschers en n Oostenrijker, allen min of meer invloedrijke mannen, en zij verzochten mij, zoo mogelijk, aan Uwe Majesteit mede te deeien, dat nu de geheele wereld zich overtuigd heeft van de dapper heid van de Russische soldaten en dat zoolang de oorlogvoerenden bijna allen gelijke posities innemen, U, Sire, de gebieder van het grootste rijk in de wereld, zpudt kunnen toonen niet alleen een zegevierende heerscher maar ook een vrede-tsaar te zijn. Een machtig woord van U en de stroomen bloed zouden tot stilstand kunnen gebracht worden. Noch hier in Oostenrijk, noch in Duitschland is er eenige haat tegen Rusland of de Russen. In Pruisen erkennen zoowel de keizer als het leger en de vloot, dat ons leger dapper is, en in beide landen is er een groote partij, die voor een vrede, een stevigen vrede met Rusland is. Ik vroeg: En de Dardanellen?" n ik kreeg ten antwoord: Als de Russische tsaar zijn wensch uit, wórden de Dardanellen vrij". De menschen, met wie ik heb ge«proken, zijn geen diplomaten", schrijft prinses Wasiljtsjikow verder, maar menschen met een positie, die persoonlijk bekend zijn aan beide hoven en be trekkingen onderhouden met de keizerlijke heerschers van Oostenrijk en Duitschland". Nicolaas II was, zooals bekendis, een tegenstander Van een afzonderlijken vrede en ook zijn vrouw, een Quiteche van geboorte, was tegen een dergelijken MdevJÜwas de oorzaak van deze stemming in beide 'gevjfwi niet gelijk. De tsaar was tegen een afzonder lijken vrede, omdat dit zou beteekenen zijn woord te breken en ofschoon hij in zijn binnenlandsche politiek herhaaldelijk heeft getoond niet op te zien tegen het intrekken van een plechtige belofte en het breken van een gegeven woord, in de buitenlandsche politiek vond hij dit onmogelijk en onteerend. Nicolaas II had nu eenmaal zeer eigenaardige begrippen van eer en goede trouw en van zijn plichten tegenover zijn onderdanen. De tsarin wilde niets van een afzonderlijken vrede hoeren, omdat zij geloofde in de mogelijkheid van een Russische overwinning. Zij werd door haar raadgevers, alleen menschen van zeer verdacht allooi (geen enkele eerlijke Rus wilde met de tsarin iets te doen hebben), in den waan gehouden, dat het Russische volk naar een voortzetting van den oorlog verlangde, dat iedereen ?met vreugde bereid was zijn leven voor den tsaar en de dynastie op te offeren en dat Rusland, zoo het volhardt, den oorlog zou winnen. Het ziekelijke brein van de tsarin verlangde naar een zegepraal voor haar VAN NELLE'STABAK KWAÜITEIT ALOM VERKRIJGBAAR beminden echtgenoot en haar zoontje, den ziekelijken troonopvolger Alexej. Zij stijfde daarom den tsaar in zijn besluit, niet in te gaan op de voorstellen van Duitschland en den oorlog voort te zetten. De ingewijden in Rusland wisten echter reeds toen, dat de oorlog voor Rusland verloren was, dat het land met rassche schreden naar den afgrond snelde, dat een vreeselijke revolutie in aantocht was. De krijgskans veranderde dan ook spoedig en Rusland leed de eene nederlaag na de andere. Drie maanden na de ver zending van den eersten brief, waarop zij van den tsaar geen antwoord heeft ontvangen, in een tijd dus, toen de Duitschers overal in het Oosten zegevierden en de Russen terugdrongen, werd prinses Wasilj tsjikow naar Berlijn gebracht. Uit de Duitsche hoofd stad schreef zij haar tweeden brief aan den tsaar. In haar tweeden brief vertelde de prinses, dat zij te Berlijn voorrechten genoot, die geen enkele andere buitenlander bezat en dat dit geschiedde met mede weten van den keizer, die de welwillendheid van Uwe Majesteit en van Haar Keizerlijke Majesteit voor mij kent", zooals het in den brief heet. Verder schrijft zij het volgende: . Nu kan men, natuurlijk niet officieel maar uit vele gesprekken, opmaken, dat het verlangen naar een vrede met Rusland sterker is geworden. Velen hebben mij hier bezocht; ook von Jagow, de minister van buitenlandsche zaken, dien ik reeds lang ken, heeft mij eenige keren bezocht en zich lang met mij onderhouden over den tegenwoordigen toe stand. Ik zal nog meer zeggen. Ik deel U den inhoud van onze gesprekken mede met zijn medeweten en op zijn verlangen". Het is dus duidelijk, dat de prinses slechts een werktuig in de handen van den Duitschen minister van buitenlandsche zaken was en dat de voorstellen, die Wasiljtsjikow kon overbrengen, door de Duitsche regeering waren goedgekeurd. Het is ook buiten eiken twijfel, dat prinses Wasiljtsjikow door von Jagow werd bewerkten dat hij haar heeft voorgezegd, wat zij moest schrijven. Deze brief is n.l. zoo handiggeschreven, dat hij zijn opsteller als een ervaren en sluw diplomaat verraadt. De prinses schrijft uitvoerig over de voordeelen van een afzonderlijken vrede voor Rusland. Het heet, dat alleen Duitschland in staat was aan Rusland de voprdeeligste voorwaarden te waarborgen, zelfs in het vraagstuk van de Dardanellen, welke zeeëngte, naar von Jagow aan de prinses zei, voor Rusland van buitengewoon veel belang is". Verder lezen wij de volgende passage, die door den diplomaat is ingegeven: Er werd mij er op gewezen, dat Engeland nooit een oprechte vriend van zijn bondgenooten is geweest, dat Engeland er van houdt een ander de kastanjes uit het vuur te laten halen en dat het nooit, ondanks al de beloften, Rusland zou toestaan Constantinopel te bezetten". Daar von Jagow vreesde, dat deze argumenten geen succes zullen hebben, suggereerde hij aan prinses Wasiljtsjikow ook andere argumenten, n.l. van binnenlandschen aard. In den brief lezen wij n.!, het vol gende: Duitschland heeft belang bij het voortbe staan van een sterken monarchistisch Rusland. Beide regeerende huizen moeten daarom de vroegere vriend schappelijke tradities behouden. De voortzetting van den oorlog wordt beschouwd als een gevaar voor de dynastie. Men begrijpt hier ook, dat voor de veiligheid van Europa tegenover het gele gevaar een sterk Rusland noodzakelijk is". Ten slotte had von Jagow nog een pijl op zijn boog. Hij'liet prinses Wasiljtsjikow het volgende schrijven. De oorlog met Italiëmaakt hier niemand bezorgd.... Volgens de onbetwistbare mededeelingen van de regeering wordt deze oorlog gefinanceerd door Engeland; de politieke leiders van de vrijmetselaars, de radicalen en tutti quanti", die zich tot doel hebben gesteld de vorsten van hun troonen te ver drijven, hebben eenige millioenen lire ontvangen". Om de beteekenis van deze onzinnige uitlating te begrijpen moet men weten, dat Nicolaas II niets van de ontwikkeling van de vooruitstrevende partijen in Rusland en West-Europa afwist en heilig overtuigd was, dat de vrijzinnigen van de geheele wereld een soort bond vormden, waarvan het doel was overal de gekroonde heerschers te verdrijven. Volgens den tsaar waren de radicalen van zijn tijd nog met dezelfde hartstochten bezield als de Jacobijnen tijdens de Fransche revolutie. Een nog grooteren angst koes terde de tsaar voor de vrijmetselaars. Er was niets, waartoe deze booswichten volgens zijn opvatting niet in staat waren. Hij was heilig overtuigd, dat de vrij metselaars en de Joden een samenzwering hadden gesmeed, dat zij samen de revolutie in Rusland finan cierden enz. Overigens waren zijn ministers niet veel verstandiger. Zelfs de meest begaafde van de ministers van den laatsten tsaar, graaf Witte, dacht zoo over de vrijmetselaars en veronderstelde dat de revolutie in BATENBURG 6 FOLMER (G. W. FOLMER) DEN HAAG, HUYGENSPARK 22 BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MBT SAFB-rNRICHTTNG VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN Rusland het werk van de Joden was. Von Jagow kende den tsaar goed en gebruikte daarom dit argument. Daar ook de tsarin bewerkt moest Worden, en Wasiljtsjikow wist, dat de tsarin alle staatsstukken las, besloot zij, natuurlijk in overleg met von Jagow, den haat van de tsarin tegen den toenmaligen oppeisten leider van de Russische legers, grootvorst Nikolaj Nikolajewitsj, uit te buiten. Zij schreef daarom het volgende: ,,Hier zegt men, dat grootvorst Nikola] Nikolajewitsj den laatsten tijd de eene fout na de andere begaat, dat hij de soldaten niet spaart; zoo zeggen hier zoowel de Russische gewonden ais de Duitschers. Het leven van een soldaat is hem niets waard". Piinses Wasiljtsjikow heeft verschillende krijgs gevangenen-kampen bezocht en volgens haar werden de Russen overal even goed behandeld. Zij prijst ten zeerste deze behandeling. Haar brief beëindigde zij als volgt: Indien Uwe Majesteit wenscht, dat ik U per soonlijk alles wat ik hie; gezien en gehoord heb zou mededeelen, dan zal men mij hier op alle mogelijke wijzen de reis naar Tsarskoje Selo (de Russische keizerlijke residentie) vergemakkelijken". De tsaar heeft pok op dezen brief niet geantwoord. Prinses Wasiljtsjikow gaf zich echter nog niet ge wonnen. In December 1915 keerde zij naar Petersburg terug en bracht brieven van den hertog van Hessen (de tsarin was een prinses van Hessen) voor den tsaar mede. Ook nu had zij echter geen succes. De tsaar ontnam haar de waardigheid van hofdame en ver bande haar naar het gouvernement Tsjernigow. Zoo eindigde de diplomatieke carrière van prinses Wa siljtsjikow. De hofdame was echter niet de eenige, die als be middelaar tusschen Rusland en Duitschland voor de verkrijging van een afzonderlijken vrede optrad. In hetzelfde boek, waarin de twee blieven van prinses Wasiljtsjikow zijn opgenomen, vindt de lezer ook tele grammen van de Russische gezanten te Stockholm en Christiania, waarin wordt medegedeeld, dat de direc teur van de Deutsche Bank, Monkewitz, en andere financiers hen hadden gepolst over de mogelijkheid van het sluiten van een afzonderlijken vrede. De ge sprekken van de Duitsche financiers met de Russische diplomaten vertoonen veel overeenkomst met de reeds gepubliceerde gesprekken van Warburg met minister Protopopow. In dezelfde maand, dat von Jagow prinses Wa siljtsjikow voor zijn doeleinden gebruikte, kwam twee keer naar Petersburg de Deensche staatsman Andersen, dien de tsaar persoonlijk kende. De Deen pro beerde den tsaar te overreden, een afzonderlijken vrede met de Centrale mogendheden te sluiten, doch ook hij had weinig succes. Welke voorstellen de Deen aan den tsaar kon overbrengen en wat Nicolaas II hem heeft geantwoord, is onbekend gebleven. Volgens de oncontroleerbare mededeeling van een der memoires-schrijvers zou de tsaar, zoodra de Deen hem over het doel van zijn komst begon te spreken, hebben geantwoord, dat Rusland elke gedachte aan een afzon derlijken vrede verwerpt. De mededeelingen, die het door de sovjet-regeering uitgegeven boek bevat, werpen wel eenig nieuw licht , op de onderhandelingen of juister gezegd: de pogingen tot onderhandelingen over een afzonderlijken vrede met Rusland, maar zij helderen niet alles op. Het volle licht zal op deze gebeurtenis alleen dan vallen, wan neer Duitschland de geheime documenten van het ministerie van buitenlandsche zaken zal publiceeren en wanneer de personen, die aan deze pogingen deel hebben genomen de bijzonderhec1'.'!! zullen willen ver tellen. N.v.v/HF.VANDERHEIDE HILVERSUM '8 ORAVELANDSCHEWEO, TEL. 1150. VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN EN PRIJSOPGAAF VOOR HET SMAAKVOL INRICHTEN VAN uw LANDHUIS OF VILLA. BEKNOPT PROSPECTUS FRANCO.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl