Historisch Archief 1877-1940
No. 2588
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Nederlandsche Munt
HollaacTi beite 10 cenU sigaar
DE RAREKIEK-WEDSTRIJD DER AMSTERDAMSCHE DAGBLADEN
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh, Braahênsiek
EEN MAARSCHALK ALS
H I S T O R J C U S
DOOR DR. U. HUBER NOODT
Le~jnaréchal Lyautey,? La Réunion de la
Utnaine d la France, Paris,
Plon. ' Nourrit, 1926
Op den langsten dag van het jaar 1926, toen de
grondvesten ;der Republiek dreigden te verzakken,
-^ eerst later zal men kunnen inzien, dat deze zomer
misschien gevaarlijker voor Frankrijk is geweest dan
sinds lange decenniën het geval was (het ramp
spoedig 1917 zonder ik uit) den 21sten Juni dan
hield maarschalk Lyautey een causerie in het paleis
van Versailles., Uit Marokko weggeroepen, toen de
strijd zijn levenswerk daar scheen te zullen verwoesten,
heeft de grijze, doch ongebogen strijder zich op zijn
bezittingen in Lotharingen teruggetrokken, waar hij
zich, niet anders dan de meest vreedzame der
Onsterfelijken van de Académie Frangaise, wijdt aan de
letteren en aan de geschiedenis.
Als amateur, wel te verstaan. Zijn kennis, zijn
eruditie verhoudt zich tot den ondankbaren arbeid
in stoffige archieven, of het dag en nacht zich buigen
over weerbarstige folianten, als het ridderlijke,
elegante degenscnermen (een haast onmerkbaar tik
ken hoort men en de zon glinstert op het soepel
flonkeren van het buigzame staal) gelijkt op het etmalen
lang zware roffelvuur op diep-in den grond gedrongen
b?tonversterkingen. Maar zijn boekje uit die
causerie ontstaan is toch, vooral in dezen vorm,
'profijtelijk, een soms bijna tevens sensueel genot voor
he^ intellect.
Van het oude Lotharüregnum, gedurfde, maar mis
lukte creatie van het verdrag, van Verdun, bleef alleen
het zuidelijk gedeelte als staat bestaan. In 1047 nam
Adalbert, graaf van den Elzas, het in bezit. Een jaar
daarna vestigde zijn neef Qerard de dynastie, die
zeven eeuwen lang het land van Toul, Verdun en
Metz beheerschen zou. De hertog, chief-seigneur,
regeerde patriarchaal, steunend op een raad van adel,
les Assises, soort van feodaal parlement, die tijd- en
landgenooten deed zeggen: Cy veulent les nobles, cy
veult la loi. En zelden in de geschiedenis was een
krijgslustig, bijna roekeloos geslacht van
landsvaders" zóó door 't volk geliefd. Als Karel IV, wiens
bigamie algemeen bekend was, en van wien de ge
schiedenis niet weet, of ze hem moet beschouwen als
een gek of als een kind, zijn blijde incomste houdt
in Nancy, tijdelijk weer meester van den toestand,
dan'juichen de vrouwen der poorters: God behoede
Monseigneur Ie Duc, zijn beide vrouwen en zijn kind l"
Maar al die eeuwen lang voltrok de aansluiting bij
Frankrijk zich onweerstaanbaar, natuurlijk, logisch,
geografisch, politiek; eerst zachtkens, ongemerkt, dan,
tenslotte, met straffe hand. Lodewijk XI en Reinier II
zijn al heimelijk bondgenooten tegen Bourgondië,
Karel III wordt schoonzoon van Hendrik II. In 1542
erkent Karel V, dat Lotharingen den Keizer geen
hulde meer verplicht is. Heeft ruim een eeuw vroeger
Jeanne van Domrémy den koning van Frankrijk
, reeds niet naar Reims gebracht?
Het huwelijk van Nicole, erfgename van Hendrik 11,
met haar neef van Vaudemont, die zich Karel IV
noemde, stelt de yereeniging nog honderdvijftig jaar
uit. In den dertigjarigen oorlog is het de eene invasie
na de .andere: Keizerlijken, Franschen, Zweden.
Tachtig jaar lang bijkans gaat Nancy gebukt onder
een hardvochtige militaire bezetting; een woest tijd
perk, tijdens welk de weerstand der Lotharingers tot
wanhoop stijgt in de vesting La Mothe, symbool van
HOOFDMAOAZIJN DEN HAAO
13 EN 14 JANUARI
OPRUIMING
OPENINQ t.30 UUR
l
het verzet. Mazarin deed haar slechten, nu nog zijn
haar puinhoopen als een bedevaartplaats. De vrede
van Rijswijk brengt hertog Leopold op den troon.
Scherpziend staatsman, hoogstaand denker. Maar de
Franschen houden nog altijd Nancy bezet, en de be
klemmende atmosfeer brengt Leopold er toe een ruil
te overwegen, waarbij hij Lotharingen aan Lodewijk
XIV zou afstaan voor het zevenmaal rijkere Milaan.
Doch de dood van den Spaanschen koning schudt
wakker uit deze .politieke droomen, en de veront
waardiging van het Lotharingsche volk uit zich
slechts in sombere, deels dreigende, deels smeekende
brieven. De oorlog gaat slecht voor Frankrijk. Een
oogenblik denkt men aan een herstel van een
GrootLotharingen, met Luxemburg, den Palts,
FrancheComtéerbij In den Haag en in Utrecht wordt
druk onderhandeld, maar niets verwezenlijkt.
Lodewijk XIV sterft in 1715 en een tijd van rust,
geluk en weelde breekt aan. In 1728 garandeert
Fleury nog de voortdurende onzijdigheid van Lotha
ringen. Het jaar daarop sterft Leopold; zijn zoon,
Frans III, in Weenen opgevoed, is een déraciné."
Hij krijgt" (o schande der zwakheid!) in 1737 het
groothertogdom Toscane, Stanislaus van Polen daar
entegen Lotharingen en Bar, die na zijn dood aan
Frankrijk zullen komen. En de hertogin-moeder,
ElisabethvanOrleans, en haar beide dochters trekken
zich waardig terug van Luneville naar het haar toe
gewezen Commercy, terwijl de wanhopige bevolking
zich werpt voor de wielen der karos, de paarden
afspant, zóó de nationale onafhankelijkheid begraaft.
De jaren van Stanislaus, hoe een goed vorst ook, zijn
de technische voltooiing van het Fransche protec
toraat. Het einde van den schijn der zelfstandigheid
komt in 1766.
Het schema dezer ontwikkeling is ruig en zonder
opsmuk als een primitieve houtsnede. De scherpe
lijn verbergt niettemin geen enkel detail. Met welke
aardige anecdoten kruidt Lyautey zijn verhaal! De
Fransche kanselier (we zouden nu zeggen: hooge
commissaris) onder het bewind van Stanislaus, was
de markies de la Galaizière. Tegen dezen keerde zich
dan ook de gansche haat der bevolking, hoog en laag.
Een portret van den kanselier werd nog een eeuw
later bij het deelen van een erfenis door alle Lotha
ringsche erfgenamen geweigerd. Zoo'n individu
wilden ze, zelfs in beeld, niet in hun huis hebben!
Toen de schrijver nog een kind was, zetten de boeren
hun onwillige beesten voor den ploeg aan met een:
Hue, luie dom, la Galaizière \ En dan het kostelijke
verhaal van de gehechtheid der Oostenrijksche
Habsburgers aan hun Lotharingschen titel: Generaal
L'Hotte, die van 1871 tot 1875 met een missie te
Weenen was belast, ontvangt op zekeren ochtend 'n
briefje van aartshertog Albrecht: Je vous attends d
déjeuner, nous ne serons qu'entre Lorrains, Welke land
genooten zouden dat wel zijn? Ten paleize vindt
L'Hotte drie aartshertogen.en Albrecht, die glim
lachend zegt: Vous voyez, nous ne sommes qu entre
Lorrains. '?-.'.'.
Ongetwijfeld, democraten en republikeinen zullen
dezen zomer niet zonder ontsteltenis den 'maarschalk
hebben hooren spreken van de fureurs parlementaires
déchainées,en hem lof hebben hooren toezwaaien aan
MakelaarJ.D. R.Nienaber
TOEZ. maand: WONINQGIDS.
de koningen: Aux heures inquiètes que nous vivons,
saluons bien bas Ie souvenir de notre Maison de France.
Toch moet de parlementaire republiek veel vergeven
aan den landvoogd, die in Noord-Afrika tot stand
bracht, wat Lyautey vermocht te doen. Welk een
hooge opvatting van zijn taak: Waarschijnlijk was
er veel onrechtvaardig, veel overdreven in de grieven
(tegen La Galaizière). Ieder ferm, strak bestuurder
moet verwachten, daarvan te lijden. Niets is delicater
dan nieuwe bezittingen te besturen, verschillend van
zeden, van gewoonten, van instellingen, deels ook
vaji taal Maar het geldt de wijze waarop. Zeker,
niet dat men naar populariteit zou moeten streven
en de hersenschimmige pretentie hebben, zich bemind
te maken, maar wat van belang is, dat is slagen en
het moederland bemind maken. Om dit doel te be
reiken, zijn er twee voorwaarden: eenerzijds hen, die
u zijn toevertrouwd, bestudeeren, kennen en lief
hebben, aan den anderen kant weten weerstand te
bieden aan Parijs en de bureaux, wat voor een Fransen
ambtenaar het allermoeilijkst is." En als goed
Lotharinger brengt Lyautey hier hulde ook aan
Millerand, die na den oorlog in den Elzas zulk voor
treffelijk werk deed.
Gelukkig het land waar de opperste leiders van de
militaire macht een zoo gezonde, heldere taal spreken
en tevens de pen voeren met deze kloeke, manlijke
elegantie ! Vóór hem hebben anderen uitgebreider en
vollediger over hetzelfde onderwerp gescnreven. Het
boek van d'Haussonville bijvoorbeeld, dat denzelfden
naam draagt, is in d,t opzicht een meesterwerk.
Maar deze klare, tintelende bladzijden, die de be
koring hebben der echt-Fransche traditie, verklaren
ons het verleden, en dus het heden, dezer belangrijke
Fransche provincie, waaruit ook in onzen tijd zooveel
leidende mannen voortkomen op allerlei gebied. Te
gemakkelijk maakt men zich van het
psycnologischhistorische probleem van het Lothanngscne volks
karakter af met de cliché-epitheta: stuursch, norsch,
koppig. Den invloed van het Oostelijk element op de
Fransche beschavingsontwikkeling miskennen, is een
ernstige dwaling. C'est la Lorraine qui apparte dans
l'iUumination francaise sa lunnère particuliere.
Wederom is het Barrès, die juist heeft gezien.
GIDDING5
?UYNENBURG MUYS
ISCHILDERSI