De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 8 januari pagina 7

8 januari 1927 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 2588 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND i W i SPREEKZAAL ROOFVOGELS In het artikel De Ruigpootbuizerden" van Dr. Jac. P. Thtjsse (No. 2583.) trof mij een passage, waarop m.L een kantteekening niet achterwege mag blijven. Ik bedoel in 't bijzonder de zinsnede: De groote kortstaarten blijven dus vanzelf ongemoeid. Dat zijn de arenden, de ruigpootbuizerden en de buizerden" en in 't algemeen de voorstelling, als zouden tegen woordig onze roofvogels, omdat de Wet ze z.g.n. be schermt behoudens een paar uitzonderingen, zooveel veiliger zouden zijn dan vroeger. Mij komt het voor en ik heb onder mijn vele connecties nog nooit iemand ontmoet, die er anders over denkt , dat deze voorstelling een veel te gunstig beeld geef t van den werkelijken toestand, dien ik aldus zou willen typeeren: Dagroofvogels, en dikwijls ook nog uilen, zelfs steenuiltjes, worden, ongeacht de wettelijke bescher ming, tegenwoordig in ons land nog bijna overal neer geschoten, waar ze zich vertoonen, niet het minst door de jachtopzieners van landgoederen. Die doen op hun terrein gewoonlijk alsof er geen Vogelwet bestaat. Van de zeldzame verschijning van arenden en andere groote roofvogels krijgen we zelden anders kennis dan door een gemengd bericht in de pers, dat er dan ongeveer aldus uitziet: Door den jachtopziener A. te B. is een Zeearend ofVischarend geschoten.; Het beest had een vleugelwijdte van 1.80 M. en zal naar Arj:is worden opgezonden". Als ik mijn herinneringen raadpleeg van een 40 jaar geleden, toen de wettelijke (papieren) bescherming nog niet zoover gevorderd was, zie ik in het landschap veel meer van onze prachtige roofvogels en uilen, zoowel broedvogels als wintergasten. Tot verdere staving van mijn overtuiging nog enkele voorbeelden. Het verslag 1925 van den ornitholoog bij den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen zegt onder meer: Het aantal klachten, dat we in den winter ontvangen over het schieten van uilen, buizer den, torenvalken, is bedenkelijk groot." In het Septembernummer van het door den geachten schrijver geredigeerde maandblad De Levende Natuur" schrijft de heer P. H. te V., dat op het land goed Ockenrode onder Loosduinen geschoten werden: in den winter 1923/24 niet minder dan 16 bruine kiekendieven, op 5 Aug. 1925 een aschgrauwe kiekendief, op 22 Aug. gevolgd door een boomvalk. Op 3 October werd een buizerd gedood en in December volgden er nog drie. Zelf vernam ik onlangs van betrouwbare zijde, dat in die omgeving in 't laatst van October (1926) op n morgen drie buizerden neergelegd wer den. Ik zou dit lijstje haast onbeperkt kunnen verlengen, want het uitroeien van roofvogels is nog heel erg. Waar al deze prachtige vogels blijven? Wel, de lezer brenge ns een bezoek bij een gerenommeerden praeparateur, dan heeft hij meteen het antwoord op deze vraag. Bij hem kunnen de jachtopzieners en andere schutters terecht met hun zeldzame dieren, die,van daar verhuizen naar mode-, kleeren-en bontzaken, boaken-, bloemen- en kruidenierswinkels, waar zij, eertijds de koningen van het luchtruim, zoo'n aardige decoratieve versiering vormen. De bescherming van onze roofvogels (en uilen) lijkt mij en anderen vogelvrienden een der moeilijkst op te lossen problemen, in verband met werkelijke of ver meende jachtbelangen. En juist omdat onze strijd op ruis CT2 HAAIRD | HEUBE EERENGRACHT 5OO AMSTERDAM MEUBELEN TAP'JTEn GORD'JNEN ID'JMEM l dit speciale terrein zooveel hinderpalen ontmoet, zou ik den geachten schrijver willen vragen of hij niet ook, met mij, van meening is, dat de vogelbescherming het best gediend wordt, indien overheid en publiek om trent den stand van zaken worden voorgelicht zonder de werkelijkheid te verbloemen. Dat de optimistische opvatting van Dr Thijsse. al evenmin steun vindt bij de Regeering, blijkt uit het volgende bericht, door mij ontleend aan Het Vaderland van 16 Dec. jl., Ochtendblad: DeMinister van Binnenl.Zaken en Landbouw heeft aan de burgemeesters een circulaire gezonden, waarin wordt opgemerkt, dat sedert lang jacht wordt gemaakt op roofvogels, vooral buizerds, torenvalken en uilen, terwijl juist deze vogels wel zeer noodig zouden kunnen zijn wegens een beginnende, door den mensch mogelijk nog niet opgemerkte vermeerdering van musschen, muizen, rupsen, enz. Den burgemeesters wordt dan ook aanbevolen voorzichtig te zijn bij 't uitreiken van betreffende jachtvergunningen." Men kan er zeker van zijn, dat de toestand al heel ongunstig moet zijn alvorens de Regeering zich genoopt ziet in te grijpen. W. TOLSMA, Voorz. der Vereen, voor Vogel bescherming 's Gravenhage e. o. Of ik heb mij niet duidelijk genoeg uitgedrukt, of de heer To'.sma heeft niet oplettend gelezen. Mijn artikel over de ruigpootbuizerden handelde alleen over Kennemer duin en ik wilde dankbaar er van getuigen dat daar de roofvogels veilig zijn. Gelukkig weet ik in ons land nog eenige uitgebreide gebieden, waar hun eenzelfde lot beschoren is. Wij zijn wel op den goeden weg. Helaas echter moet ik den heer Tolsma toegeven, dat in het grootste deel van Nederland de roofvogels nog even fel vervolgd worden, alsof er geen Vogelwet bestond, doch wij behoeven niet te wanhopen, temeer, daar ernstige pogingen worden aangewend, om die Vogelwet in practischen zin te verbeteren. JAC. P. THIJSSE EEN MISGREEP Non est eiusdem el malta ef opportune dicere T N den Groene" van 15 December bespreekt ?l Carry van Bruggen in twee kolommen achter eenvolgens zichzelf, Bolland, een aankondiging van Prof. Rijnberk's boek Wenken voor het samenstellen van wetenschappelijke geschriften", de letterkundi gen", de Nederlandsche artsen, ingenieurs, plantkundigen, sterrekundigen en filologen", de academisch-gevormden en klassiek-opgeleiden.... en hier houden wij halt! Immers de aanval op de studie van het Grieksch schijnt de hoofdschotel uit te maken van het gevarieerde menu, dat ons geboden wordt. Moge het mij gelukken, in enkele woorden de meest tastbare bezwaren van de schrijfster te weerleggen. Ze brabbelen soms nog een mondjevol Grieksch !" Heeft C. v. B. iemand ooit Grieksch hooren spreken? Weet zij niet, dat het de bedoeling van het onderwijs in het Grieksch is, de auteurs te lezen en te begrijpen? Of is het een geestigheid? ^(Ik kreeg) een brief van een klassiek-gevormd jongmensch, die mij op hoogen toon het recht ont zegde" enz. Lees: dat op hoogen toon enz.; of is dit een quaestie van schoolmeester!} en niet van zuiver Nederlandsch? Maar dat jongmensch dan, die het had over een boek, waarop een prijs gevallen was? Overigens vind ik, dat de briefschrijver het nog niet zoo ver mis had; ne sutor ! Dan de vijf tig-jarige, die Grieksch leert; ieder, die weet, wat het zeggen wil, op dien leeftijd de Griek sche grammatica door te werken, zal zijn hoed voor hem afnemen. Deze intellectueele zelfoverwinning bewijst, dat het Grieksch aan hem welbesteed zal zijn of reeds is. Dergelijke kwasten kweeken onze gymnasia" enz. Dit vat ik niet; volgens den zinsbouw slaat het op den vijftigjarige. Maar die leerde immers het Grieksch van voren af aan, en blijkbaar had in de ruim dertig jaren, sinds hij het Gymnasium verliet, dit zijn zoo fatalen invloed verloren. Is de gedachtengang wel zuiver? Et tu, Carry ! Dan Bolland ! Ieder, die, als ondergeteekende, de college's van dien genialen en geleerden denker gevolgd heeft, weet, dat hij de kennis van Grieksch en Latijn onmisbaar achtte voor meer diepgaande studie. Heeft hij ook niet over zuiver filologische" waarom dit woord niet gewoon gespeld? quaestie's, als de uitspraak van het Grieksch, geschreven? iTRANSPORT Mij. HOLLANDl JWeesperzijde 94 AMSTERDAM! \-/ i © ©Telefoon 51271 Tel.-Adres Transport"© © Verhuizingen, door geheel Europa per meu- © |j belwagen en gesloten spoorwegwagons, > <s) binnenlands ook per gesloten autoverhuis- © ©wagens met aanhangwagen. Binnen een© rayon v. 80 K.M. bespaart men Hotelkosten g (8> BEWAARPLAATSEN VOOR GEHEELE EN GEDEELTELIJKE INBOEDELS Jj En tenslotte de cardo quaestionis: dat prof. van Rijnberk zijn waarschuwing tot de artsen moest richten, is een feit, dat juist de noodzaak van hernieuw de verplichting tot Grieksche en Latijnsche propaedeuse voor a.s. medici in het licht stelt. Immers in de laatste jaren kent een groot, zoo niet het grootste, deel van de medische studenten geen syllabe Grieksch of Latijn, dank zij de wet-Limburg. Dat C. v. B. deze verhoudingen, ook door andere vooraanstaande medici betreurd, of niet kent of over het hoofd zipt. doet ons ook verder twijfelen aan haar pt'toritei* in deze materie, en ons aansluiten bij den boozen briefschrijver. Of is alles als geestige boutade bedoeld0 r>?n heb ik niets gezegd, en vraag ik excuus voor het quantum Latijn en andere termen, uitingen van verwaandheid, groepshoogmoed, kaste-drift" (dit vat ik niet), geestelijk snobbisme" van een democraat-vangeringe-gebporte" (zouden veel baronnen democraten zijn?), dat ik gemeend heb, naar aanleiding van het artikel ter plaatsing te moeten aanbieden. Rotterdam. DR. W. J. W. Mijn antwoord op het bovenstaande: l. Ja, dat weet ze natuurlijk wel. En Dr. K- weet ook wel dat ze dit wel weet. 2. Is deels een kleinzieligheid, deels een grofheid, dus geen antwoord waard. 3. Er zijn zwaarder dingen voor vijftigjarigen dan deze ijdelheidsheelende inspanning. 4. Er staat dat de man oud-gymnasiast was. En er staat niet dat hij het Grieksch van-voren-af-aan leerde. Zooveel redeverdraaiing, alleen om dat allerorigineelste ,,Et tu, Carry" te kunnen plaatsen! 5. Bollands uitspraken ??ook die over Joden en Pruisen blijven voor Bollands rekening. Maar kan iemand meenen dat hij onder meer diep gaande studie" de hedendaagsche vak-opleiding tot dokter, dominee en leeraar verstond? Of dat hij de klassieken" aan gym-blagen besteed zou hebben geacht? 6. Bij de destijds door mij aangelegde collectie bokken en domheden waren er tientallen van klassiek-gevormden en de-klassieken-doceerenden. Ik wil ze gaarne in een eventueelen herdruk van Hedendaagsch Fetischisme" met een kruisje merken. Maar is het niet al te dolzinnig te beweren dat de menschen geen Hollandsch kennen omdat ze geen Grieksch hebben geleerd?! ^ De rest is overtollig, onsmakelijk en, evenals de aanhef, tegenover de zakelijkheid Van mijn artikel zelfs eenigszins onbehoorlijk. C. v. Jl.~? Zeer geachte Redactie. F"Naar aanleiding van Grepen" van Mevr. Carry van Bruggen zou ik gaarne willen opmerken, dat Bolland in zijn geruchtmakende inleidingscolleges in 1921 letterlijk zeide: ??Wie geen Grieksch kent, is een geestelijke proleet. Doet bovenstaande uitlating vermoeden, dat hij het Grieksch beschouwde als een fossiel in onzen geeste lijken bodem"? U, geachte redactie, dankend voor de plaatsing, J. B, BUSSEMAKER PEEK & CLOPPENBURG Voornaamste Kleedinqinrichtin op elk gebied 'fct t1

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl